Jodendom
A: Een jongen wordt een Bar-mitswa genoemd en een meisje
een Bat-mitswa genoemd.
Een Bat-mitswa komt alleen voor bij in het
Liberaal joodse gemeenschap.
-Een Bar-mitswa is een jongen die alles moet kunnen doen
wat de volwassen mensen in de synagoge ook doen.
Zo’n iemand kan in de synagoge ook naar voren worden
gehaald om uit de Tora te lezen.
-Een Bat-mitswa is een meisje die moeten hetzelfde kunnen
als een Bar-mitswa, alleen een Bat-mitswa telt niet mee als
een van de tien, die nodig zijn voor de dienst in de synagoge en een Bar-mitswa wel.
B: Een Bar-mitswa moet hard studeren voor het hebreeuws om
de Tora te kunnen lezen en hij moet leren om op de goede
toon te lezen, want hij kan in de dienst naar voren geroepen
kunnen worden.
C: Een Bar-mitswa moet dertien jaar oud zijn of ouder en een
Bat-mitswa moet twaalf jaar oud of ouder zij.
D: De Sjabbat van het voorlezen is voor de hele familie een
groot feest.
Rooms-Katholieke kerk
A: Als je een vormeling bent dan mag je zelf beslissen of je bij
Christus wil horen of niet.
B: Je mag pas een Vormeling worden als je twaalf of dertien
jaar oud bent.
C: Op de dag dat je gevormd wordt, word je op een gegeven
moment naar voren geroepen.
Dan moet je knielen en dan zegt de Bisschop dat je de
Heilige geest zult ontvangen.
Daarna doopt de bisschop zijn duim in heilige olie en hij
legt zij hand op je hoofd en tekent met zijn duim een
kruisje
op je voorhoofd en geeft je een zacht tikje op je wang en
wenst je vrede toe.
D: Je kunt je ook voorbereiden om mee te doen aan een
project: Met een groepje kom je, 2 maanden lang 1 keer per
week, bij andere mensen thuis.
Daar praat je over wat het betekent om gevormd te worden.
Aan het einde van het project moet je beslissen of je mee
wilde doen aan het vormsel of niet.
E: Een vormeling kiest ervoor om bij Christus te horen.
F: Bij de vormeling staan de ouders, familieleden en vrienden
peter en meter.
Een peter en meter zijn mensen uit de familie- en
Vriendenkring die helpen om problemen op te lossen.
Ze zijn een soort mentor voor je.
Boeddhisme
A: Op twaalfjarige leeftijd gaan boeddhistische jongens
meestal het klooster in.
B: Als ze eenmaal in het klooster zijn dan mogen ze enkele
dingen niet doen zoals:
-In een luxe bed slapen
-Alcohol drinken
-Na 12.00 uur s’middags eten
-Vrijen en een vrouw aanraken
-Er mag geen vorm van geweld gebruiken
C: Het haar wordt bij de jongens eraf geschoren, omdat ze zoiets willen zeggen: Dat lichaam van je is niet belangrijk. Het mooie gaat eraf. Het gaat erom hoe je las mans bent. D: Monniken moeten een oranje-bruine pij dragen, de kleur van inspanning die tot innerlijke rijpheid leidt. E: Een monnik moet afzien van materiële leven, omdat je er niets van kunt leren zeggen ze. Protestantse kerk A: Bij de belijdenis spreken mensen die dus belijdenis doen uit dat ze voor het Christelijk geloof kiezen. Op achttienjarige leeftijd doen jongeren belijdenis. B: Op sommige feesten wordt belijdenis gedaan zoals op de volgende feesten: -Pasen -Pinksteren -Hemelvaart
C: In een kerkdienst waar belijdenis wordt gedaan gebeuren er meer dingen dan als er een gewone kerkdienst is. -De geloofsbelijdenis wordt gezongen of gezegd. -Mensen die belijdenis doen, doen actief mee. -De nieuwe leden worden bevestigd. -De predikant leest een tekst voor waarin wordt uitgelegd wat ‘belijdenis doen’ is. -Soms lezen de nieuw lidmaten hun eigen geloofsbelijdenis voor. -Er worden vragen gesteld over het belijden en het geloof. -De predikant legt zijn hand op hun hoofd en geeft de belijdenis-tekst mee. -Daarna wordt vaak door de hele gemeente de geloofs- belijdenis gezongen. D: Je belooft als je belijdenis doet dat je dat je in God geloofd en voor het Christelijk geloof kiest.
C: Het haar wordt bij de jongens eraf geschoren, omdat ze zoiets willen zeggen: Dat lichaam van je is niet belangrijk. Het mooie gaat eraf. Het gaat erom hoe je las mans bent. D: Monniken moeten een oranje-bruine pij dragen, de kleur van inspanning die tot innerlijke rijpheid leidt. E: Een monnik moet afzien van materiële leven, omdat je er niets van kunt leren zeggen ze. Protestantse kerk A: Bij de belijdenis spreken mensen die dus belijdenis doen uit dat ze voor het Christelijk geloof kiezen. Op achttienjarige leeftijd doen jongeren belijdenis. B: Op sommige feesten wordt belijdenis gedaan zoals op de volgende feesten: -Pasen -Pinksteren -Hemelvaart
C: In een kerkdienst waar belijdenis wordt gedaan gebeuren er meer dingen dan als er een gewone kerkdienst is. -De geloofsbelijdenis wordt gezongen of gezegd. -Mensen die belijdenis doen, doen actief mee. -De nieuwe leden worden bevestigd. -De predikant leest een tekst voor waarin wordt uitgelegd wat ‘belijdenis doen’ is. -Soms lezen de nieuw lidmaten hun eigen geloofsbelijdenis voor. -Er worden vragen gesteld over het belijden en het geloof. -De predikant legt zijn hand op hun hoofd en geeft de belijdenis-tekst mee. -Daarna wordt vaak door de hele gemeente de geloofs- belijdenis gezongen. D: Je belooft als je belijdenis doet dat je dat je in God geloofd en voor het Christelijk geloof kiest.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden