Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Opdracht 39 (Wilde zwanen)

Beoordeling 8.3
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 1698 woorden
  • 11 november 2006
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 8.3
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Opdracht 39. Opdracht l. a) De staat bemoeide zich in feite met alles wat erin het leven van Jung Chang en haar ouders gebeurde. Bij alles wat ze deden moesten ze eerst nadenken of de Partij dit wel goed vond. Zo moest de vader van Jung Chang de Partij toestemming vragen om met Jung Chang haar moeder ‘over liefde te praten’. Jung Chang haar moeder vond dat dit iets weg had van toestemming vragen aan het hoofd van de familie, en dat was het ook. De Communistische Partij was het nieuwe gezinshoofd. Ook toen ze besloten hadden te trouwen moesten haar vader en moeder eerst nog een verzoek bij de Partij indienen om in de echt verbonden te worden. Het huwelijk was onder controle van de Partij gesteld. Zelfs tijdens de bruiloft bepaalde de Partij dat het huwelijk niet te overvloedig mocht worden gevierd. De communisten probeerden een karig soort huwelijkssluiting te introduceren. Nadat ze getrouwd waren bleef de Partij zich met het leven van haar ouders bemoeien. Er werd bepaald waar haar vader en moeder moesten slapen, dit was in het kantoorgebouw van de Partij, waar de ouders gescheiden moesten slapen. Alleen op zaterdag mochten ze samen de nacht doorbrengen. Toen de Partij ontdekte dat Jung Chang haar moeder toch 's nachts de nacht bij haar man doorbracht, werden zij en haar man op Partijbijeenkomsten bekritiseerd. Ze werden beschuldigd van het feit dat ze ‘liefde op de eerste plaats hadden gesteld’ op het moment dat de revolutie voor had behoren te gaan. Toen ze in 1949 samen op weg waren naar Yibin omdat ze gingen verhuizen, kreeg de moeder van Jung Chang het opnieuw zwaar te verduren. Omdat haar moeder een lagere rang had, had ze geen recht op een auto. Dit in tegendeel tot haar man, die een hoge partijfunctionaris was, en volgens de Partij wel recht had op een auto. De moeder van Jung Chang moest op de een dag meer dan vijftig kilometer lopen, terwijl haar man in de auto werd vervoerd. Toen ze zag dat een vriendin van haar door haar man over de rivier werd geholpen en toen ze hoorde dat die man het voorrecht had om met de auto te reizen, maar dit niet had gedaan om zijn vrouw te ondersteunen, stortte ze bijna in. Die nacht hield ze het niet meer uit en barstte ze in tranen uit, wat natuurlijk de volgende ochtend weer voor het nodige kritiek zorgde. De mensen zeiden dat ze zich had gedragen als een ‘teer dametje uit de uitbuitende klasse’. Nadat in 1955 Jung Chang haar moeder door de Partij in hechtenis werd genomen, bepaalde de Partij ook dat alledrie haar kinderen naar de crèche moesten, omdat de Partij de opvoeding van de kinderen wilde overnemen van de ouders. Jung Chang haar moeder werd onder voortdurende bewaking gesteld van andere vrouwelijke ‘kameraden’, die haar overal volgden. Dit deden ze om te voorkomen dat ze zelfmoord ging plegen of een samenzwening met anderen tegen de Partij zou beginnen. In 1958 had Mao de Grote Sprong Voorwaarts ingevoerd. Dit hield in dat iedereen zich moest bezig houden met de productie van staal, zelfs de toen zesjarige Jung Chang moest hieraan meewerken. Mao vertelde hen over de grote productie en het overvloed aan voedsel dat er was. Wat hij echter niet vertelde, was dat de boeren op het platteland geen eten hadden. Al het voedsel dat de boeren op het platteland hadden verbouwd (en dat was al weinig, omdat ze verplicht waren mee te werken aan de staalproductie) werd direct naar de stad vervoerd, zodat ze daar geen honger leden. De Culturele Revolutie brak in 1966 uit. Dit hield in dat Mao het hele onderwijs platlegde. Er werd geen les meer gegeven, maar de leerlingen moesten wel naar school om uitspraken van Mao uit ‘Het Rode Boekje’ op te dreunen. Ook werd er op 16 augustus van dat jaar een Rode Garde opgericht. De leerlingen die hier lid van waren kregen de opdracht klassenvijanden te bestrijden. Iedere leerling die niet lid was of zich niet enthousiast genoeg hiervoor inzette, werd zelf als klassenvijand beschouwd. Ook de ouders van Jung Chang ontkwamen niet aan een bezoek van de Rode Garde. Alle boeken van haar vader werden verbrand, omdat deze reactionair waren en niet goedgekeurd door de Partij. De enige boeken die de Partij had goedgekeurd, gingen over de leer van Mao. b) Bijna alles in China wat door de staat werd bepaald, bepaal ik zelf of samen met mijn ouders. Zo bepaal ikzelf met wie ik trouw en of ik dat doe, naar welke school ik ga, hoe ik reis en welke kleren ik aan trek, want ook werd er in China bepaald welke kleren de mensen daar moesten dragen. Ik bepaal zelf waar ik ga werken, of ik me wil aansluiten bij een vereniging en wat ik lees. Ik vind het ook heel raar dat in China al dat soort dingen door de staat bepaald werden. Het vreemdst vind ik nog, dat er voor je gedacht werd. Zodra je je mening uitte of zelfs wanneer je je niet enthousiast genoeg inzette, werd dit al gezien als verraad aan het communisme. In Nederland wordt er eigenlijk niets direct door de staat bepaald, er zijn natuurlijk wel regels waar je je aan moet houden, zoals het betalen van belasting, dat je tot je zeventiende verplicht ben naar school te gaan en dat je in de meeste openbare gebouwen niet mag roken. Maar er wordt niet, zoals in China wel werd gedaan, opgelegd hoe je moest leven. c) Als je werd opgepakt in die tijd, dan was je overgeleverd aan het systeem. Mao had geen duidelijke wetten waarin stond vastgelegd bij welk misdrijf je welke straf kreeg. De ene keer was je verdacht als je ouders vroeger onder de Guomindang hadden gediend, de volgende keer was je verdacht wanneer je ouders vroeger iets ‘verdachts’ hadden gedaan. Zo werd ook de moeder van Jung Chang in hechtenis genomen, in verband met de nieuwe politieke campagne die het doel had om ‘verborgen contrarevolutionairen’ te ontmaskeren. Haar moeder was verdacht, omdat ze in 1948 op onduidelijke wijze uit de gevangenis was gekomen. Ze werd na zes maanden vrij gelaten, omdat ze geen bewijs hadden dat ze er op een illegale manier uit was gekomen. Ook werd de vader van Jung Chang opgepakt in 1967, omdat hij niet wou samenwerken met de Tings, een familie die al vele mensen in de problemen hadden geholpen en die er ook voor hadden gezorgd dat een goede vriend van haar ouders, meneer Chu, zijn baan verloor. Haar vader kwam al weer gauw terug, maar ze hadden hem zo gemarteld dat hij krankzinnig was geworden en in het ziekenhuis werd opgenomen op de psychiatrische afdeling. d) In Nederland kun je alleen worden opgepakt of in hechtenis worden genomen, als de politie ook daadwerkelijk bewijzen heeft dat je iets hebt gedaan wat volgens de wet verboden is. Ook mag de politie je niet langer dan 12 uur in de cel vast houden als de bewijzen die ze hebben niet sterk genoeg zijn. De politie mag ook niet zomaar je huis doorzoeken, eerst moeten ze een huiszoekingsbevel hebben en die krijgen ze alleen als ze genoeg bewijs hebben om te laten zien dat jij echt iets te verbergen hebt. In Nederland worden op grond van het Wetboek van Strafrecht straffen bepaald die horen bij omschreven misdrijven/delicten. Je kunt in Nederland dus nooit zonder bewijs worden opgepakt. Opdracht ll. a) De ouders van Jung Chang geloofden dat Mao hun zou bevrijden van de Guomindang. De Guomindang heeft China lange tijd in zijn greep gehouden en ze waren niet erg populair onder de Chinezen. De Guomindang was nationalistisch en de vrouw werd door hun als ondergeschikte beschouwd. De meeste Chinezen waren maar al te blij dat de communisten hun bevrijdden van de Guomindang en ze werden in het begin dan ook ontvangen als bevrijders. Ook de ouders van Jung Chang waren communist, ze geloofden dat onder de communisten de vrouw gelijk zou worden gesteld aan de man (sociale gelijkheid), dat er een einde zou komen aan de economische onderontwikkeling en dat ze vrijer zouden worden gelaten. De ouders van Jung Chang stonden volledig achter de communistische idealen en waren het ook met alle standpunten eens. Ze vroegen zich nooit af of deze wel altijd even goed waren. Pas later gingen ze twijfelen aan de idealen van Mao. Standpunten van Mao: - Collectivisatie en landhervorming - Industrialisatie - Sociale gelijkheid - Loyaliteit aan de staat, i.p.v. loyaliteit aan de familie. - Einde aan economische onderontwikkeling

b) - collectivisatie: Praktijk - geen privé-leven - grote sociale controle - Mensen deden werk waar ze niet goed in waren - gelijkheid - hoge partijleden hadden priveleges - wat vandaag regel was, kon de volgende dag verraad zijn - Moa werd verheerlijkt, dus stond erboven - Je werd nog altijd beoordeeld over je verleden, je ouders. - econom. Welvaart: pratijk - Misoogsten, honger, grote armoede - Grote stap voorwaarts was een mislukking
c) Ik denk dat mensen zo'n regime accepteren, omdat ze hopen dat de omstandigheden waarin ze leven hiermee beter worden. Ze hoopten dat de communistische partij een eind zou maken aan de economische onderontwikkeling en sociale ongelijkheid. De Partij beloofde dat zij het volk de weg zou wijzen naar een communistische maatschappij waarin uitbuiting en onderdrukking hebben plaatsgevonden voor gelijkheid, menselijk waardigheid en welvaart voor iedereen. Omdat de eerste vier jaar onder het communisme erg goed gingen en de economische positie sterker werd, had de communistische partij al een groot vertrouwen opgebouwd onder de Chinese bevolking. Toen dit na 1953 iets minder werd, hielden ze wel hun vertrouwen in de Partij. Daarom heeft de Partij het in het begin erg makkelijk gehad. Later werd het Maoïsme je opgedrongen, maar nog werden er geen vragen gesteld. De Chinezen leerde in het openbaar hun mening niet te uiten en ze stelden ook geen vragen. Dat kon ook niet. De macht van Mao was groot, zodra je iets negatiefs zei over Mao of de partij, was je je baan kwijt of werd je onderworpen aan streng zelfkritiek. De mensen hebben Mao’s beleid te lang geaccepteerd, hun vertrouwen in hem was te groot.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.