Nederland: Van Natuurland tot Bouwland
Dit artikel gaat over de geschiedenis van de ruilverkaveling en de ontginning van Nederland in de twintigste eeuw. Er kunnen drie periodes worden onderscheiden. Er bestond een tijd voordat de ruilverkavelingswet was ingevoerd en de grote verkaveling nog lang en breed niet begonnen was. De periode vanaf het begin van de ruilverkavelingswet tot aan het moment dat er haast niet meer werd ontgonnen is ook een erg interessante periode. Verder in dit artikel kunt u meer informatie over deze bloei van de landbouwgeschiedenis. Als laatste periode is de periode van 2000 tot nu. Als u dit artikel heeft gelezen weet u hoe de visie van de ruilverkaveling en de ontginningen zich hebben ontwikkeld in de loop van de twintigste eeuw.
De eerste poging
Rond 1900 was het land van Ameland heel anders ingedeeld dan het nu is. Als je nu kijkt zie je hele grote weilanden waar vee op graast. Er zijn verharde wegen waarmee alle boerderijen en huizen te bereiken zijn. Met machines bewerken de boeren hun land en melken hun koeien. Overal waar je kijkt zie je een vlakke landbouwwei uitgestrekt.
Het was niet altijd zo geweest : Vroeger, rond 1900, waren er heel veel hele kleine kavels. Deze kavels waren vaak niet groter dan 5 are . De kleine maat van deze kavels is vooral te danken aan het feit dat er zo veel kavels waren en dat het land bij vloed vaak gedeeltelijk onder water stond. Een boer had vaak verschillende kleine stukjes land en deze lagen verspreid tussen alle andere stukjes land. Door al deze wirwar van kavels gingen boeren hun land merken door met een schep in de aarde letters te maken. Er waren geen hekken, dus het vee werd vastgebonden aan een paal met touw. Er waren ook nauwelijks wegen. Men liep over elkaars land en er bestonden alleen af en toe kleine looppaadjes.
In de landbouwwereld is de Ballumermiede op Ameland een begrip want daar werd in 1916 voor het eerst een poging gedaan om de versnippering van het boerenland tegen te gaan: Hier wordt de eerste vrijwillige ruilverkaveling doorgevoerd. De organistaie de Heidemei heeft hiertot het initiatief genomen. Er waren natuurlijk een aantal tegenstemmers, maar het is uiteindelijk toch gelukt.
De gevolgen van deze verkaveling waren: Een betere opbrengst, goede afwatering, grotere kavels en wegen ertussen. Het schijnt dat het land met loting weer toegedeeld werd aan de boeren. De eerst 3000 kavels werden teruggebracht naar een aantal van 400. Boeren hadden nu wel minder, maar wel veel grotere kavels dan voorheen. De nieuwe kavels waren gemiddeld 70 are, dit was een enorme verbetering tegenover de 5 are die een kavel eerst had. Iedereen, zelfs de grootste tegenstemmers, kwam tot de conclusie dat het een goed effect heeft gehad.
Er waren in die tijd altijd al ontginningen geweest. Rond 1900 was 700.000 hectare van het dichtbevolkte Nederland woeste gronden, behalve deze woeste gronden waren er ook nog eens duizenden hectare schraal bouwland. Het hoofdbestuur van de Gelderse- Overijsselse maatschappij van landbouw vond dat de oprichting van een Heidemaatschappij een zeer belangrijke verbetering kon brengen. Vanwege de wens naar deze heideontginningen werd de Heidemei oorspronkelijk opgericht.
Toendertijd waren er heel veel woeste heidegronden en wanneer er toen ergens veel van was, dan was het weinig waard. Men vond het in die tijd, politiek/maatschappelijk gezien, normaal dat er dit soort grote natuurgebieden werden ontgonnen. Toen was het agrarisch belang het grootste belang. In die tijd was namelijk een vierde van de beroepsbevolking werkzaam in de land- en tuinbouw. Die land- en tuinbouw moest verbeterd worden en goed functioneren. Dit was dan ook een centraal punt van elk regeringsbeleid. Er waren natuurlijk erorm veel mensen nodig om dit grote gebied te ontginnen. De werkverschaffing in de jaren dertig zag een mogelijkheid om werkelozen in te zetten bij de ontginningen en alle werkzaamheden die daarmee te maken hadden zoals aanleg van bossen. Die werkverschaffing heeft dus een groot aandeel gehad aan de ontwikkeling van de landbouw van ons land.
Wereld van ontginnig
De ruilverkaveling van de Ballumermiede was een groot succes waardoor er 8 jaar later, in 1924, vanwege dit succes een ruilverkavelingswet kwam. Deze wet zorgde ervoor dat niet alle grondeigenaren accoord hoefden te gaan voor een ruilverkaveling, een meerderheid was ook voldoende. Dit was een grote stap in de geschiedenis van de ruilverkaveling maar toch zou het tot na de Tweede Wereldoorlog duren totdat de verkaveling op grote schaal werd aangepakt.
De ontginningen gingen al die tijd gewoon door. Tijdens de crisisjaren van de jaren dertig waren er in Nederland talloze werkelozen. Als je in die tijd werkeloos was, moest je maar leven van wat je in die tijd van de liefdadigheid kreeg. Werkelozen kregen een oproep in het kader van de werkverschaffing om om de woeste grond van Nederland te ontginnen. Er werden jaarlijks tienduizenden hectares woeste grond in dit kader ontgonnen. Dit was een zware tijd: De werknemers moesten met niet meer dan met een schop en een kruiwagen het werk doen. De machines waren er nog niet.
Ten oosten van Almelo bevinden zich de zogenaamde Weitemanslanden. Tot voor kort was dat een streek die hopeloos leek. Er waren alleen veen en moerassige heiden. Ontginningsmaatschappij Overijssel heeft dit land gekocht en laten ontginnen. Nu is het een smaakvolle streek geworden met veel boerderijen.
Vanaf de Tweede Wereldoorlog werden de grote ontginningsprojecten die in de jaren dertig begonnen waren afgesloten. Vanaf 1960 werd er besloten om geen woeste gronden meer te ontginnen. De ruilverkaveling werd rond 1950 fors aangepakt. Grote gebieden die tijdens de Tweede Wereldoorlog of de watersnoodramp waren overstroomd worden weer bewerkt voor nieuwe landbouwgrond. De Heidemei nam dit voor zijn rekening. Ze maakten begin jaren 50 met een propagandafilm duidelijk waar de Heidemei voor staat.
In die tijd kwamen er steeds meer machines en mensen wilden graag veel productieverhoging. In 1958 werd er meerjarenplan van ruilverkaveling aan de tweede kamer voorgelegd en in 1960 werd het goedgekeurd.
Toen Walcheren in 1944 door het water werd overstroomd, ten gevolge van het bombardement op de dijken, was er een eind gekomen aan het oude mooie Walcheren. Het was een mooi land, maar door de herverkaveling is er een totaal nieuwe situatie op het eiland ontstaan. Het land is in grote stukken verdeeld. Voor de boeren zijn er 300 km moderne wegen aangelegd, de waterloop werd gemoderniseerd en er werden nieuwe sloten gegraven. Ook was er 25 miljoen kubieke meter zand verzet , 34 bruggen aangelegd en nieuwe bedrijven opgericht. Er was een nieuw Walcheren ontstaan met een nieuwe toekomst voor een nieuwe generatie. Op Walcheren was ook een heel nieuw element in het ruilverkavelingsproces naar voren gekomen: Er zijn voor het eerst boeren overgeplaatst naar de polders. Toen dat was gebeurd was er ook in het ruilverkavelingsmeerjarenplan opgenomen dat er grote getalen boeren uit de andere ruilverkavelingsgebieden zouden worden overgeplaatst naar de polders. In de loop der jaren is dat een enorme ontwikkeling geweest.
In de jaren’60 verzetten veel boeren zich tegen de ruilverkaveling. Dit is vanwege de kosten ervan en de stemprocedure: Wie niet kon stemmen was voor de ruilverkaveling. Dit leidde tot veel protesten van de boeren. Hierdoor wordt de ruilverkavelingswet ingetrokken en vervangen tot de landinrichtingswet.
Terug naar vroeger
Tegenwoordig zijn we erg tevreden hoe de ruilverkaveling heeft uitgepakt. Er zijn veel goede dingen gebeurd, maar ook dingen waarvan je denkt dat ze er te ver in zijn gegaan. Maar je moet je wel bedenken dat zonder het verbouwen van die woeste gronden er veel minder opbrengst was afgelopen decennia en Nederland veel minder rijk zou zijn. Alleen nu is er veel Natuur verloren gegaan en we hebben niet veel boeren meer nodig. We kunnen dus alles weer natuur laten worden de komende eeuw.
Het eiland Tiengemeten was heel vroeger een woeste grond. Tijdens de twintigste eeuw is het ontgonnen en gemaakt voor de akkerbouw. Later vonden mensen het zonde en wilde die oude woeste gronden weer terug. Het land werd door de Vereniging Natuurmonumenten ontwikkeld tot een natuurgebied. Voor 1990 waren er nog plannen van projectontwikkelaars om het eiland te gebruiken als recreatiepark, dumpplaats voor verontreinigd slib, vliegveld of een kerncentrale. In 1990 wordt echter besloten het eiland tot een nieuw en uniek natuurgebied te maken. In 1994 wordt het eiland door de provincie aangewezen als natuurontwikkelingsgebied. Inmiddels zijn de zes laatste boeren van het eiland weggekocht en kan er begonnen worden de 700 hectare bouwland om te zetten in natuur: Het grootste natuurontwikkelingsproject van Nederland. Sinds 1997 is de Vereniging Natuurmonumenten eigenaar van het eiland. In mei 2007 verlieten de laatste bewoners het eiland wat voorheen van de natuur werd afgenomen werd teruggegeven aan de natuur.
Alles op een rij
De twintigste eeuw was een bijzondere eeuw voor de landbouw: Er is in een jaar tijd veel woeste heidegrond veranderd in vruchtbare landbouwgrond. In het begin van de twintigste eeuw waren er erg veel kleine kavels en de boeren wisten vaak amper welk land van hun was. Na een initiatief van de Heidemei, een Nederlandse organisatie, is er in 1924 een grootschalige verkaveling gekomen. De gevolgen van deze verkaveling waren: Een betere opbrengst, goede afwatering, grotere kavels en de wegen ertussen.
Altijd al werden de woeste heidegronden van Nederland ontgonnen. Tijdens de crisisjaren van de jaren dertig waren er in Nederland talloze werkelozen. Werkelozen kregen een oproep in het kader van de werkverschaffing om om de woeste grond van Nederland te ontginnen. Er werd heel veel grond ontgonnen tot bouwland. De grote ruilverkaveling van 1916 was een groot succes en in 1924 kwam er een ruilverkavelingswet. Deze wet zorgde ervoor dat niet alle grondeigenaren akkoord hoefden te gaan voor een ruilverkaveling, een meerderheid is ook voldoende.
Vanaf de Tweede Wereldoorlog werden de grote ontginningsprojecten, die in de jaren dertig begonnen waren, afgesloten. In de jaren ’60 verzetten veel boeren zich tegen de ruilverkaveling. Dit is vanwege de kosten ervan en de stemprocedure: Wie niet kon stemmen was voor de ruilverkaveling. Dit leidde tot veel protesten van de boeren. Hierdoor wordt de ruilverkavelingswet ingetrokken en vervangen tot de landinrichtingswet.
Nu gebruikt men die ontgonnen gebieden amper meer en wilt steeds meer die oude woeste heidegronden terug. Er is zelfs een groot project met het eiland Tiengemeten geweest waarbij er boeren van het land waren weggekocht om de natuur weer zijn vrije loop te laten gaan.
Bronnenlijst
Boeken:
Van den Bergh, Simon, Verdeeld land. De geschiedenis van de ruilverkaveling in Nederland vanuit een lokaal perspectief, 1890-1985 (Nederlands Agronomisch Instituut) (http://library.wur.nl/wda/dissertations/dis3624.pdf)
Internet:
http://www.sls.wau.nl/rhi/nahi/nahi_ruilv.html
(Geschiedenis en Landschappelijke gevolgen van Ruilverkaveling en Landinrichting in Nederland, Een project t.b.v. het ministerie van LNV door drs. Simon van den Bergh)
Audio:
\"Een vruchtbare aarde\" OVT, De Gedroomde Eeuw. VPRO-radio. Samenstelling: Kees Schlager, 11-04-1999.
http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/3299530/
Dit artikel gaat over de geschiedenis van de ruilverkaveling en de ontginning van Nederland in de twintigste eeuw. Er kunnen drie periodes worden onderscheiden. Er bestond een tijd voordat de ruilverkavelingswet was ingevoerd en de grote verkaveling nog lang en breed niet begonnen was. De periode vanaf het begin van de ruilverkavelingswet tot aan het moment dat er haast niet meer werd ontgonnen is ook een erg interessante periode. Verder in dit artikel kunt u meer informatie over deze bloei van de landbouwgeschiedenis. Als laatste periode is de periode van 2000 tot nu. Als u dit artikel heeft gelezen weet u hoe de visie van de ruilverkaveling en de ontginningen zich hebben ontwikkeld in de loop van de twintigste eeuw.
De eerste poging
Rond 1900 was het land van Ameland heel anders ingedeeld dan het nu is. Als je nu kijkt zie je hele grote weilanden waar vee op graast. Er zijn verharde wegen waarmee alle boerderijen en huizen te bereiken zijn. Met machines bewerken de boeren hun land en melken hun koeien. Overal waar je kijkt zie je een vlakke landbouwwei uitgestrekt.
In de landbouwwereld is de Ballumermiede op Ameland een begrip want daar werd in 1916 voor het eerst een poging gedaan om de versnippering van het boerenland tegen te gaan: Hier wordt de eerste vrijwillige ruilverkaveling doorgevoerd. De organistaie de Heidemei heeft hiertot het initiatief genomen. Er waren natuurlijk een aantal tegenstemmers, maar het is uiteindelijk toch gelukt.
De gevolgen van deze verkaveling waren: Een betere opbrengst, goede afwatering, grotere kavels en wegen ertussen. Het schijnt dat het land met loting weer toegedeeld werd aan de boeren. De eerst 3000 kavels werden teruggebracht naar een aantal van 400. Boeren hadden nu wel minder, maar wel veel grotere kavels dan voorheen. De nieuwe kavels waren gemiddeld 70 are, dit was een enorme verbetering tegenover de 5 are die een kavel eerst had. Iedereen, zelfs de grootste tegenstemmers, kwam tot de conclusie dat het een goed effect heeft gehad.
Er waren in die tijd altijd al ontginningen geweest. Rond 1900 was 700.000 hectare van het dichtbevolkte Nederland woeste gronden, behalve deze woeste gronden waren er ook nog eens duizenden hectare schraal bouwland. Het hoofdbestuur van de Gelderse- Overijsselse maatschappij van landbouw vond dat de oprichting van een Heidemaatschappij een zeer belangrijke verbetering kon brengen. Vanwege de wens naar deze heideontginningen werd de Heidemei oorspronkelijk opgericht.
Toendertijd waren er heel veel woeste heidegronden en wanneer er toen ergens veel van was, dan was het weinig waard. Men vond het in die tijd, politiek/maatschappelijk gezien, normaal dat er dit soort grote natuurgebieden werden ontgonnen. Toen was het agrarisch belang het grootste belang. In die tijd was namelijk een vierde van de beroepsbevolking werkzaam in de land- en tuinbouw. Die land- en tuinbouw moest verbeterd worden en goed functioneren. Dit was dan ook een centraal punt van elk regeringsbeleid. Er waren natuurlijk erorm veel mensen nodig om dit grote gebied te ontginnen. De werkverschaffing in de jaren dertig zag een mogelijkheid om werkelozen in te zetten bij de ontginningen en alle werkzaamheden die daarmee te maken hadden zoals aanleg van bossen. Die werkverschaffing heeft dus een groot aandeel gehad aan de ontwikkeling van de landbouw van ons land.
Wereld van ontginnig
De ruilverkaveling van de Ballumermiede was een groot succes waardoor er 8 jaar later, in 1924, vanwege dit succes een ruilverkavelingswet kwam. Deze wet zorgde ervoor dat niet alle grondeigenaren accoord hoefden te gaan voor een ruilverkaveling, een meerderheid was ook voldoende. Dit was een grote stap in de geschiedenis van de ruilverkaveling maar toch zou het tot na de Tweede Wereldoorlog duren totdat de verkaveling op grote schaal werd aangepakt.
De ontginningen gingen al die tijd gewoon door. Tijdens de crisisjaren van de jaren dertig waren er in Nederland talloze werkelozen. Als je in die tijd werkeloos was, moest je maar leven van wat je in die tijd van de liefdadigheid kreeg. Werkelozen kregen een oproep in het kader van de werkverschaffing om om de woeste grond van Nederland te ontginnen. Er werden jaarlijks tienduizenden hectares woeste grond in dit kader ontgonnen. Dit was een zware tijd: De werknemers moesten met niet meer dan met een schop en een kruiwagen het werk doen. De machines waren er nog niet.
Vanaf de Tweede Wereldoorlog werden de grote ontginningsprojecten die in de jaren dertig begonnen waren afgesloten. Vanaf 1960 werd er besloten om geen woeste gronden meer te ontginnen. De ruilverkaveling werd rond 1950 fors aangepakt. Grote gebieden die tijdens de Tweede Wereldoorlog of de watersnoodramp waren overstroomd worden weer bewerkt voor nieuwe landbouwgrond. De Heidemei nam dit voor zijn rekening. Ze maakten begin jaren 50 met een propagandafilm duidelijk waar de Heidemei voor staat.
In die tijd kwamen er steeds meer machines en mensen wilden graag veel productieverhoging. In 1958 werd er meerjarenplan van ruilverkaveling aan de tweede kamer voorgelegd en in 1960 werd het goedgekeurd.
Toen Walcheren in 1944 door het water werd overstroomd, ten gevolge van het bombardement op de dijken, was er een eind gekomen aan het oude mooie Walcheren. Het was een mooi land, maar door de herverkaveling is er een totaal nieuwe situatie op het eiland ontstaan. Het land is in grote stukken verdeeld. Voor de boeren zijn er 300 km moderne wegen aangelegd, de waterloop werd gemoderniseerd en er werden nieuwe sloten gegraven. Ook was er 25 miljoen kubieke meter zand verzet , 34 bruggen aangelegd en nieuwe bedrijven opgericht. Er was een nieuw Walcheren ontstaan met een nieuwe toekomst voor een nieuwe generatie. Op Walcheren was ook een heel nieuw element in het ruilverkavelingsproces naar voren gekomen: Er zijn voor het eerst boeren overgeplaatst naar de polders. Toen dat was gebeurd was er ook in het ruilverkavelingsmeerjarenplan opgenomen dat er grote getalen boeren uit de andere ruilverkavelingsgebieden zouden worden overgeplaatst naar de polders. In de loop der jaren is dat een enorme ontwikkeling geweest.
In de jaren’60 verzetten veel boeren zich tegen de ruilverkaveling. Dit is vanwege de kosten ervan en de stemprocedure: Wie niet kon stemmen was voor de ruilverkaveling. Dit leidde tot veel protesten van de boeren. Hierdoor wordt de ruilverkavelingswet ingetrokken en vervangen tot de landinrichtingswet.
Terug naar vroeger
Tegenwoordig zijn we erg tevreden hoe de ruilverkaveling heeft uitgepakt. Er zijn veel goede dingen gebeurd, maar ook dingen waarvan je denkt dat ze er te ver in zijn gegaan. Maar je moet je wel bedenken dat zonder het verbouwen van die woeste gronden er veel minder opbrengst was afgelopen decennia en Nederland veel minder rijk zou zijn. Alleen nu is er veel Natuur verloren gegaan en we hebben niet veel boeren meer nodig. We kunnen dus alles weer natuur laten worden de komende eeuw.
Het eiland Tiengemeten was heel vroeger een woeste grond. Tijdens de twintigste eeuw is het ontgonnen en gemaakt voor de akkerbouw. Later vonden mensen het zonde en wilde die oude woeste gronden weer terug. Het land werd door de Vereniging Natuurmonumenten ontwikkeld tot een natuurgebied. Voor 1990 waren er nog plannen van projectontwikkelaars om het eiland te gebruiken als recreatiepark, dumpplaats voor verontreinigd slib, vliegveld of een kerncentrale. In 1990 wordt echter besloten het eiland tot een nieuw en uniek natuurgebied te maken. In 1994 wordt het eiland door de provincie aangewezen als natuurontwikkelingsgebied. Inmiddels zijn de zes laatste boeren van het eiland weggekocht en kan er begonnen worden de 700 hectare bouwland om te zetten in natuur: Het grootste natuurontwikkelingsproject van Nederland. Sinds 1997 is de Vereniging Natuurmonumenten eigenaar van het eiland. In mei 2007 verlieten de laatste bewoners het eiland wat voorheen van de natuur werd afgenomen werd teruggegeven aan de natuur.
De twintigste eeuw was een bijzondere eeuw voor de landbouw: Er is in een jaar tijd veel woeste heidegrond veranderd in vruchtbare landbouwgrond. In het begin van de twintigste eeuw waren er erg veel kleine kavels en de boeren wisten vaak amper welk land van hun was. Na een initiatief van de Heidemei, een Nederlandse organisatie, is er in 1924 een grootschalige verkaveling gekomen. De gevolgen van deze verkaveling waren: Een betere opbrengst, goede afwatering, grotere kavels en de wegen ertussen.
Altijd al werden de woeste heidegronden van Nederland ontgonnen. Tijdens de crisisjaren van de jaren dertig waren er in Nederland talloze werkelozen. Werkelozen kregen een oproep in het kader van de werkverschaffing om om de woeste grond van Nederland te ontginnen. Er werd heel veel grond ontgonnen tot bouwland. De grote ruilverkaveling van 1916 was een groot succes en in 1924 kwam er een ruilverkavelingswet. Deze wet zorgde ervoor dat niet alle grondeigenaren akkoord hoefden te gaan voor een ruilverkaveling, een meerderheid is ook voldoende.
Vanaf de Tweede Wereldoorlog werden de grote ontginningsprojecten, die in de jaren dertig begonnen waren, afgesloten. In de jaren ’60 verzetten veel boeren zich tegen de ruilverkaveling. Dit is vanwege de kosten ervan en de stemprocedure: Wie niet kon stemmen was voor de ruilverkaveling. Dit leidde tot veel protesten van de boeren. Hierdoor wordt de ruilverkavelingswet ingetrokken en vervangen tot de landinrichtingswet.
Nu gebruikt men die ontgonnen gebieden amper meer en wilt steeds meer die oude woeste heidegronden terug. Er is zelfs een groot project met het eiland Tiengemeten geweest waarbij er boeren van het land waren weggekocht om de natuur weer zijn vrije loop te laten gaan.
Bronnenlijst
Boeken:
Van den Bergh, Simon, Verdeeld land. De geschiedenis van de ruilverkaveling in Nederland vanuit een lokaal perspectief, 1890-1985 (Nederlands Agronomisch Instituut) (http://library.wur.nl/wda/dissertations/dis3624.pdf)
Internet:
http://www.sls.wau.nl/rhi/nahi/nahi_ruilv.html
(Geschiedenis en Landschappelijke gevolgen van Ruilverkaveling en Landinrichting in Nederland, Een project t.b.v. het ministerie van LNV door drs. Simon van den Bergh)
Audio:
\"Een vruchtbare aarde\" OVT, De Gedroomde Eeuw. VPRO-radio. Samenstelling: Kees Schlager, 11-04-1999.
REACTIES
1 seconde geleden