Fusie, oplossing of extra probleem?
De laatste jaren kiezen steeds meer, vooral kleine, maar ook grote bedrijven ervoor om te gaan samenwerken of in economische termen gezegd; te gaan fuseren. Wat is dat eigenlijk: een fusie?
In de schoolboeken wordt een fusie omschreven als; ‘een samenvoeging van twee min of meer gelijke bedrijven’ of ‘het samensmelten van voorheen zelfstandig opererende ondernemingen’. Dat klinkt allemaal vrij simpel, maar is dat in werkelijkheid ook zo? Wat houdt een fusie nu in de praktijk eigenlijk in en waarom fuseren bedrijven eigenlijk? In dit artikel met als hoofdvraag:’ Fusies, vooral voordelen of toch ook een hoop nadelen?’ wil ik meer duidelijkheid scheppen rond het economische begrip ‘fusie’.
Sinds de tweede helft van de jaren negentig lijkt er bij vrijwel alle, vooral internationaal opererende bedrijven, een drang om uit te breiden te bestaan. Bedrijven moeten steeds groter en groeien door bijvoorbeeld een overname of een fusie. Maar waarom? Wat is er mis met kleinere bedrijven?
Er zijn verschillende redenen voor bedrijven om te fuseren, één van de bekende redenen is: twee kunnen meer dan één. Wanneer twee kleinere bedrijven met hetzelfde doel samengaan in één groot bedrijf, zijn er meer middelen en meer mensen beschikbaar, er kan dus meer geproduceerd worden. Ook kan er meer geld uitgegeven worden aan bijvoorbeeld onderzoek om meer te kunnen produceren of om de kwaliteit van de producten te kunnen verbeteren.
Een andere reden waarom bedrijven vaak samengaan is de kostenbesparing die hiermee bereikt kan worden. Doordat er op grotere schaal en met meer middelen gewerkt wordt is de productie vaak goedkoper. Bovendien worden de grondstoffen goedkoper en ook de kosten voor het vervoer zullen afnemen doordat ook daarbij op grotere schaal gewerkt wordt. Deze twee voorbeelden zijn namelijk vaak ook voordeliger naarmate er meer gebruik van gemaakt wordt.
Het samengaan van bedrijven kan ook zorgen voor een ‘stabielere organisatie’ d.w.z. dat er meer zekerheid ontstaat voor de bedrijven. Als de samengevoegde bedrijven nl. verschillende producten gaan produceren, wat kan omdat het nu een groot bedrijf geworden is, bestaat er voor de bedrijven meer zekerheid dan wanneer het om een klein bedrijfje met slechts één soort product zou gaan. Als bij zo’n kleiner bedrijf het product niet aanslaat of slecht verkoopt heeft deze een probleem. Wanneer één van de producten van de grotere onderneming flopt maakt dit in principe weinig uit voor het bedrijf, er worden immers nog allerlei andere artikelen gemaakt, het slecht verkopende product wordt dan ‘gewoon’ van de markt gehaald en de productie wordt stopgezet. Natuurlijk kan een klein bedrijf die slechts één of enkele verschillen producten maakt dit niet zomaar doen, het hele bedrijf is ingesteld op de productie van dat ene product en zo kan het bedrijf dus failliet gaan.
Op zich zijn deze redenen heel aannemelijk en wordt hieruit duidelijk dat er een hoop voordelen verbonden zijn aan een fusie. Meer mogelijkheden, kostenbesparing en meer zekerheid zijn belangrijke begrippen voor een bedrijf ook wel voor ons, de consumenten, omdat hierdoor de producten beter en aantrekkelijker voor ons gemaakt kunnen worden.
Maar bovengenoemde redenen zijn niet de enige redenen die te bedenken zijn om aan te geven waarom bedrijven fuseren. Andere redenen hebben meer te maken met zgn. fusiegolven. Deze ‘golfbeweging’ laat zien dat bedrijven in bepaalde perioden ineens massaal gaan fuseren zoals bijv. in het begin van de 20e eeuw, in de jaren 60 en later in de tweede helft van de jaren 80 nog eens. Deze fusiegolven hadden vooral te maken met technische ontwikkelingen die ervoor zorgden dat schaalvergroting bij grotere bedrijven mogelijk werd.
Momenteel is er ook sprake van zo’n fusiegolf, maar deze golf heeft, in tegenstelling tot de vorige fusiegolven, eigenlijk weinig te maken met technische ontwikkelingen maar waarschijnlijk meer met de zgn. prijsdruk en marktbeheersing.
Met prijsdruk bedoelt men dat, doordat de prijzen steeds lager worden, het verschil tussen de opbrengst van het product en de kosten om dit product te maken kleiner wordt. Dit betekent dat de winst die op het product gemaakt wordt steeds kleiner wordt, de ondernemer verdient dus steeds minder aan het product.
De oorzaak van het dalen van de prijzen is niet duidelijk aan te wijzen, het zijn vaak meerdere verschillende factoren die meespelen, maar één van de belangrijkste oorzaken is zonder meer de toenemende globalisering. Globalisering wil zeggen dat bedrijven uit verschillende landen die hetzelfde product of dezelfde dienst leveren met elkaar gaan concurreren, zij proberen allen het door hen geproduceerde product of aangeboden dienst zo aantrekkelijk en goedkoop mogelijk aan te bieden. Kleinere bedrijven kunnen het vaak niet opbrengen om tegen hele lage prijzen te produceren, zij werken op kleinere schaal en wanneer zij dan tegen lage prijzen gaan produceren wordt de winst vaak te klein of maken zij verlies. Als zij echter hogere prijzen zullen handhaven zullen zij ook verlies draaien omdat de consumenten weinig interesse daarvoor zullen hebben, aangezien zij hetzelfde voor een lagere prijs kunnen krijgen. Overstappen op de productie van een ander product lijkt een oplossing te kunnen zijn, maar is dat vaak niet omdat het hele bedrijf ingesteld is op het maken van het ‘oude’ product. Een fusie daarentegen zou wel een goede oplossing kunnen zijn.
De andere veroorzaker van de huidige fusie golf, marktbeheersing, heeft te maken met het streven van bedrijven om de grootste te worden. Als een bedrijf nl. groter is dan alle andere bedrijven die dezelfde soort producten maken dan kan deze bijv. prijzen bepalen. Veel bedrijven fuseren dus om ervoor te zorgen dat zij de grootste worden waardoor ze geen rekening meer hoeven te houden met de concurrenten.
Nog steeds lijkt een fusie niet zo moeilijk, je voegt twee gelijksoortige bedrijven samen en maakt er dus één groot bedrijf van waardoor er meer, goedkoper en beter geproduceerd kan worden. Zo’n fusie brengt dan vervolgens een hoop voordelen met zich mee en alles loopt op rolletjes. Zo eenvoudig is het dus zeker niet alleen al bij het samenvoegen komen er een aantal problemen naar voor. Ten eerste moet er van beide kanten vertrouwen getoond worden, het verloop van een fusie is sterk afhankelijk van het vertrouwen dat de bedrijven in elkaar hebben. Er moet één gezamenlijke doelstelling zijn. Beiden moeten zich ook evenveel inzetten voor een goede samenwerking anders ontstaat er een ongelijkheid en dus een grote kans op conflicten. En het mag duidelijk zijn dat conflicten alles behalve bevorderlijk zijn voor een fusie.
Onderzoek heeft uitgewezen dat niet alle fusies daadwerkelijk lukken, sterker nog, maar liefst 50 tot 70% van de fusies blijkt te mislukken. Dit gebeurt regelmatig als gevolg van een gebrek aan vertrouwen, maar dat is niet de enige reden dat fusie zo vaak misgaan. Er wordt dikwijls veel te gemakkelijk gedacht als het gaat om fusies. Zo wordt er vaak gedacht dat de bedrijven die samengevoegd worden elkaar aan zullen gaan vullen, in werkelijkheid gebeurd dit maar zelden. Ook blijken de bedrijven vaak niet zoveel overeenkomsten te hebben als men denkt, bij de onderhandelingen kijkt men vaak niet naar de zgn. ‘bedrijfsculturen’ van de bedrijven. Elk bedrijf heeft nl. een eigen cultuur, een manier van werken en denken, bij fusies botsen deze culturen of moeten zij zich sterk aan elkaar aanpassen, wat meestal niet erg soepel verloopt.
Dan is er ook nog het gegeven dat een fusie niet altijd zo succesvol is voor de ondernemer als gedacht werd, uit onderzoek is gebleken dat slechts 15% van alle fusies en overnames een financieel succes zijn, 70% is zonde van het geld en de overige 15% is een regelrechte ramp. Veel economen menen zelfs dat fusies niet leiden tot winstverbetering of groei van productie.
Als laatste pakt een fusie ook niet altijd zo positief uit voor de consumenten, een fusie gaat vaak gepaard met het ontslag van soms een paar maar soms ook honderden werknemers. Bij een fusie krijg je nl. veel mensen ‘dubbel’, er zijn er na de samenvoeging steeds twee met dezelfde taak. Er is er maar één nodig dus dit leidt dan tot ontslag voor één van de twee.
Er komen dus best wel wat moeilijkheden kijken bij zo’n fusie, moeilijkheden die je kunt zien als nadelen van een fusie, zonder een fusie hebben de bedrijven deze problemen nl. niet.
Het blijkt dus wel dat een fusie zeker positieve kanten heeft voor zowel de bedrijven als de consumenten, maar dat er ook, zoals bij bijna alles, best wel wat negatieve kanten aan zitten. Een fusie lijkt op het eerste gezicht in veel gevallen een oplossing te zijn, maar bij nadere beschouwing leidt het in werkelijkheid vaak slechts tot een extra probleem.
ADVERTENTIE
Zeker slagen in 50 dagen! 🎓
Examenleerlingen opgelet: over 50 dagen is het zo ver! Wil jij ook slim leren, zeker slagen? Ontdek alle tips, tests, trucs en tools van Examenbundel en sleep dat diploma binnen. Wil je zeker weten dat je niks mist? Meld je dan snel aan en ontvang alle tips in je mail!
Ik wil slagen!
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden