Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Bespiegeling

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 5e klas havo | 2029 woorden
  • 27 mei 2008
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
9 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Spiegel aan scherven: fragmentatie in de eerste helft van de 20ste eeuw.
Samenvatting, leren voor SE-week, CKV. Blz. 36-60
Sandra

Spiegelreflexcamera, bewogen foto’s, met onscherpte en vertekeningen, maar wel heel expressief.
Versnellende auto+ licht+ lawaai is dynamisch en volledig abstract.
Weg met bestaande regels: fascinatie voor snelheid en techniek.. abstract en expressie, dat zijn enkele van de opvallendste kenmerken van kunst uit het begin van de 20ste eeuw.
Ook een periode van wereldoorlogen. Waarom zou je idealen volgen als die alleen maar leiden tot oorlog en crisis?


Expressionisme:
Kunst doet verslag of reageert op wat er in de werkelijkheid gaande is. Achter die waarneembare werkelijkheid houden zich emoties schuil, zoals angst, agressie en passie. In kunstwerken kun je emoties uitdrukken. Deze stroming in zowel dans, muziek als in beeldende kunst, heet expressionisme. In het expressionisme ligt de nadruk dus op het rechtstreeks tot uitdrukking brengen van – vaak heftige – emoties. Kunstenaars hebben weinig aandacht voor bestaande regels die in de kunst gelden! Kenmerkt zich dan ook door een persoonlijke en soms wat chaotische stijl.
Expressionisten hebben een zekere voorkeur voor de nachtkant van het bestaan.

Abstractie:
Als in een schilderij de voorstelling geen rol speelt, noemen we dat abstract. In een abstract schilderij lijken kleuren, vlakken en lijnen niet meer op de dingen om ons heen maar spelen ze een zelfstandige rol. Je kijkt niet naar de voorstelling, maar naar vormen en kleuren.
Muziek is ook abstract. Alleen bij uitzondering hoor je muziek alledaagse geluiden, zoals vogels die zingen of regendruppels die tegen het raam tikken. Het begin van de abstracte kunst heeft dus alles te maken met het expressionisme.
Abstracte schilderkunst breekt met de eeuwenoude traditie waarin de weergave van de zichtbare wereld voorop staat.

Primitief:
Omdat kunstenaars in het begin van de 20ste eeuw direct uiting willen geven aan gevoel en emotie, zijn ze geïnteresseerd in het ongecultiveerde en het primitieve. Kunstenaar reizen veel, opzoek naar een oorspronkelijker en oprechter cultuur. Avant-garde kunstenaars.
Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) krijgt ook het brede publiek steeds meer belangstelling voor negerkunst.

Jazz:
De belangstelling voor ‘neger’kunst heeft in Europa een wat elitair karakter.
Blues: is een soort volksmuziek, teksten gaan over de zorgen van het dagelijks leven – vrolijk zijn ze nooit, eerder berustend.

Ragged time: verscheurde maat, vele kunne géén noten lezen, de eerste genoteerde zwarte muziek, dus gespeeld op gevoel.
Als dansmuziek past de ragtime bij de cakewalk, een dans waarin de negers pottend het dansen van de blanken imiteren. Wie het beste danst krijgt een cake.


Sneller:
De technische ontwikkelingen volgen elkaar in het begin van de 20ste eeuw in hoog tempo op. Records worden gebroken. Nog snellere treinen.
Futuristisch: kunstenaars die zich richten op de nieuwe toekomst (futur) van het machinetijdperk, herschepping.

Fragmentatie:
In plaats van een mensfiguur zijn allemaal losse fragmenten te zien waarin met veel moeite lichaamsdelen te herkennen zijn. In de eerste helft van de 20ste worden in de kunsten opvallend vaak gehelen opgedeeld in losse fragmenten. Er is een neiging om overal de schaar in te zetten, van alles te demonteren, te verscheren en te versnipperen. In die tijd worden machines steeds belangrijker. Machines bestaan namelijk uit onderdelen… fragmentatie wil zeggen dat een bom wordt gelegd onder het geruststellende idee dat alles compleet en af is: de spiegel aan scherven.
In een kubistisch werk gelden perspectiefregels niet meer! Dat maakt het mogelijk om ook onderdelen zónder enig perspectief, dus helemaal plat, rechtstreeks op te nemen.

Oorlog:
In het begin verheerlijkten de futuristen oorlog als middel om de oude en vermoeide wereld te herscheppen. Voor de futuristen lijkt hier de oorlog nog een grot feest, de uiteindelijke zege van de machine over de mens. Hier ontstond de kunststroming dada.

Montage:
Fragmentatie gaat vooraf aan montage, een geliefde techniek van de avant-gardekunstenaars. Montage, zoals die door kunstenaars wordt toegepast, richt zich niet op het herstel van de oorspronkelijke samenhang. In plaats daarvan wordt deze techniek een middel om vraagtekens???te zetten bij alles wat vertrouwd is.

Een kunststroming die veel gebruikmaakt van een montage is dada: voor dada heeft de ‘oude’ wereld, die heeft geleid tot de waanzin van de oorlog, afgedaan. Dada valt ook de kunst aan die aan de zijkant bleef staan tijdens alle vernietigingen. Voor dada gelden géén regels en wetten meer! Montage is voor dada een prima middel om de oude wereld op zijn kop te zetten!
Een nieuwe kunststroming die het al helemaal niet zónder montage kan stellen in film. Dada wil blijven irriteren om zodoende de creatieve geest wakker te houden (bijv. strijkbout met spijker!) .
Vanaf 1913 exposeert Marchel Duchamp kant-en-klare voorsokkel. Zijn beroemdste ready made, alledaagse voorwerpen worden tot kunst verheven.

Surreëel:
Dromen worden gestuurd door het onbewuste,interpreteren van dromen. Hierin wordt een andere werkelijkheid geopenbaard, een werkelijkheid die niet luistert naar de wetten van de logica en het gezond verstand. Dit noemt Breton ‘surrealiteit’, een realiteit die zoveel interessanter is dan de direct waarneembare werkelijkheid. Het centraal stellen van deze surrealiteit kan de kunst verlossen van de geldende burgerlijke normen. Breton roept kunstenaars op zich niet te beperken tot het direct zichtbare, maar te zoeken naar een manier om uiting te geven aan de werkelijke drijfveren van ons denken en handelen. Kunstenaars ontwikkelen 2 technieken om de droomwerkelijkheid te verbeelden. Aan de ene kant zijn er kunstenaars die proberen droombeelden op te roepen door een onwerkelijke situatie ‘natuurgetrouw’weer te geven. Andere proberen rechtstreeks – automatisch – vanuit een droomtoestand te schilderen.
Korte samenvatting….
Terwijl het impressionisme in de 19de eeuw nadrukt legt op alles wat zichtbaar is, wil het expressionisme uitdrukking geven aan dat wat achter het zichtbare schuil gaat. Emoties worden breed uitgemeten. Bestaande regels beperken de mogelijkheid expressieve kunst te maken en worden daarom overboord gegooid!
In deze periode waarin wetmatigheid van de verschillende kunstdisciplines verdwijnen, komt er meer ruimte voor onderlinge uitwisseling. Zo is in Les Ballets Russes een belangrijke rol weggelegd voor beeldende kunstenaars. Daarnaast is er veel internationale uitwisseling van ideeën. Deze internationalisering wordt in de hand gewerkt door verzet tegen de Eerste Wereldoorlog.
De drang tot expressie en vernieuwing maakt de kunst minder toegankelijk voor een publiek dat is opgegroeid met de vertrouwde kunstvormen. De kloof tussen de jonge avant-garde en het grote publiek wordt nog dieper na de Eerste Wereldoorlog, wanneer dada en het surrealisme bewust de confrontatie zoeken met de gevestigde orde.
De avant-garde vindt weinig inspiratie in de gevestigde cultuur. Belangstelling voor ‘primitieve’ cultuur (primitief in de zin van ongekunsteld), duidelijk herkenbaar in het werk van Picasso, speelt zowel in de beeldende kunst als bij dans een belangrijke rol.

Ook in de jazz, de muziek van de zwarte bevolking in New Orleans en Chicago, klinken niet-westerse invloeden door. Kunstenaars raken gefascineerd door technische vooruitgang. De mens in relatie tot de machine is een veel voorkomend thema. Robotachtige mensfiguren, onder andere in de avant-gardistische dansvoorstellingen, geven uitdrukking aan deze fascinatie. Na de Eerste Wereldoorlog krijgt dit thema een andere, meer cynische, inhoud.
Kunst gaat in deze jaren samen met demontage en fragmentatie.
Picasso ontkoppelt ledenmaten van de romp, Balla schildert géén auto maar fragmenten van beweging en Schwitters slaat taal in stukken. De wereld verliest elke vorm van samenhang. Die chaos wordt zichtbaar in de montage, waarin de losse fragmenten worden samengevoegd.
Belangstelling voor het onbewuste is bijna alle kunstvormen van deze periode herkenbaar. Het surrealisme gaat hierin het verst en verklaart de wereld van het onbewuste tot enige mogelijke (sur)realiteit.

Beeldende kunst:
In de jaren voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog ontwikkelt de beeldende kunst zich stap voor stap in de richting van abstracte kunst.
In het expressionisme speelt een herkenbare voorstelling al een ondergeschikte rol. De beeldende middelen krijgen als voornaamste doel uitdrukking te geven aan onderhuidse emoties en driften. Picasso is de drijvende kracht achter het kubisme. Zijn schilderijen tonen de beweeglijkheid van ons kijken: een optelsom van snelle blikken van ons kijken zien, maar ook de dynamiek van de snel veranderde wereld om ons heen.
Het antiburgerlijke karakter van de avant-garde komt het sterkst tot uiting in dada, die zich afkeert van de Eerste Wereldoorlog en alles wat daartoe heeft geleid. In het surrealisme kan de voorstelling wel eer een rol spelen. Deze voorstelling heft echter niets te maken met de zichtbare realiteit, maar is een weerslag van surrealiteit: de fantasie - of droomwereld.

Dans:
Het academische ballet, met voorgeschreven passen en het streven naar een sprookjesachtige gewichtloosheid, heeft voor jonge avant-garde afgedaan. In Parijs veroorzaken buitenlandse dansgezelschappen, Les Ballets Russes en Les Ballets Suédois, opschudding. Zij verrijken de theaterdans met bewegingen ontleend aan onder meer volksdansen en primitieve ‘oer’dansen. Wigman en Jooss ontwikkelen een expressieve danstechniek, de Ausdrucktanz, waarin emoties krachtig tot uitdrukking komen. Hiermee ontstaat een volledig nieuwe dansstroming naast de academische dans: de moderne dans.

Drama:
Enkele voorstellingen van Les Ballets Russes (Parade) en Les Ballets Suédois (La création du monde) kunnen worden beschouwd als voorlopers van het beeldende theater. Voor veel theatermakers na de Tweede Wereldoorlog dienen deze voorstellingen als inspiratiebron. Het op tekst gebaseerde toneel blijft naturalistisch. Meyerhold en Brecht doorbreken dit naturalisme in de jaren na de Eerste Wereldoorlog.


Film:
De opkomst van de filmindustrie wordt sterk bepaald door technische ontwikkelingen. In 1927 doet de geluidsfilm zijn intrede. Ruttmann is een van de laatste filmers die nog stomme films maken. Met snelle montage en veel shotwisselingen, mede mogelijk gemaakt door het gebruik van kleine, handzame camera’s, ontwikkelt hij een expressieve filmstijl.

Muziek:
Expressionisme vraagt om muziek waarin niet al te veel regels gelden. Schönberg neemt afstand van de geldende harmonieleer. Zijn muziek is atonaal, niet in een vaste toonsoort gecomponeerd. Ook in de muziek van Stravinsky, Milhaud en Sjostakovitj speelt atonaliteit een rol. Hun bijdrage aan de muziek is vooral de vermenging van klassieke muziek met elementen, waaronder ritmische structuren, uit de volksmuziek en de jazz.
Jazzmuziek is de verzamelnaam voor de Afro-Amerikaanse muziek die rond 1900 opkomt in Amerikaanse steden. De ‘negermuziek’ ontwikkelt zich snel van straatmuziek tot volwaardige dansmuziek met een sterk expressief karakter. In de New Orleansjazz, van onder anderen Armstrong, klinkt de snelle ritmische ragmuziek en de blues door.

Termen en begrippen:

· Abstracte kunst: kunst waarin het afbeelden of verbeelden van natuurlijk waarneembare voorstellingen géén rol speelt. Vormen, kleuren en lijnen spelen in deze kunstvorm een zelfstandige rol. Ook wel: non-figuratieve kunst.

· Atonaal: het ontbereken van een tooncentrum, niet in een bepaalde toonsoort gecomponeerd. De samenhang tussen de melodietoon en de grondtoon van de toonladder, zoals het volgens de harmonieleer hoort, wordt dus losgelaten.

· Ausdrucktanz: vooroorlogse Duitse expressionistische dans. Academische regels worden genegeerd.

· Automatisme: het maken van een kunstwerk op een zodanige manier dat het bewuste, verstandelijke, zoveel mogelijk is uitgeschakeld ten gunste van het intuïtieve, onbewuste en spontane. Het automatisme leidt bijna altijd tot abstracte kunstwerken. Uitbeelding van surrealiteit.

· Cakewalk: rond de eeuwenwisseling ontstane dans onder zwarte Amerikanen, een spottende imitatie op het dansen van de blanken. Snelle en wild uitgevoerde dans in tweedelige maat.


· Collage: benaming voor kunstwerken waarbij knipsels, afval, foto’s en dergelijke geplakt zijn op een ondergrond (drager), al dan niet in combinatie met een schildering of tekening. Naam wordt gebruikt voor tweedimensionale werken.

· Dynamiek: gebruik en afwisseling van harde (luide of sterke) en zachte klanken in muziek.

· Montage: het verbinden van losse elementen tot een nieuw geheel. In de filmwereld: het aan elkaar plakken van losse opnamen (shots) tot een doorlopend geheel. Door de montage krijgen filmbeelden hun betekenis, ontleed aan de beelden die er aan voorafgaan of op volgen. Montage bepaalt het ritme en het tijdsverloop van de film. In meer algemene zin is montage een begrip voor beeldende kunst, theater en muziek, waarbij losse fragmenten op een niet voor de hand liggende manier worden gecombineerd met andere fragmenten, waardoor de oorspronkelijke context een nieuwe betekenis krijgt.

· Music-hall: ontstaan vanuit kroegen en café werden in Engeland in de tweede helft van de 19de eeuw in alle grote steden music-halls gebouwd.

· Ragtime: gecomponeerde pianomuziek met in het ritme verrassende en afwijkende accenten. Een strak metrum in de begeleiding, de melodie speelt hiertegen in. ‘Ragged time’betekent ‘verscheurde maat’.

· Ready made: letterlijk: kant-en-klaar. Begrip in de beeldende kunst waarbij alledaagse voorwerpen tot kunst verheven worden. (Marchel Duchamp)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.