
1. Een aantal zaacellen dringt door de follikelcellen heen. Dan komen de zaadcellen in contact met de eischil. Een laag eiwitten die de eicel omgeeft.
2. De eicel bevat bindingsplaatsen, waaraan een zaadcel zich kan vasthechten. Zodra dit gebeurt, laat de zaadcel enzymen los die de eischil plaatselijk afbreken.
3. Zo dringt hij door tot het celmembraan van de eicel. De membranen van de eicel en zaadcel versmelten met elkaar.
4. De kern van de zaadcel dringt binnen in het cytoplasma van de eicel. Een tweede cel kan niet binnendringen, doordat het samensmelten van de membranen van zaadcel en eicel een nieuwe reactie in gang zet. Daarbij worden de bindingsplaatsen voor andere zaadcellen vernietigd.
REACTIES
Er zijn nog geen reacties op dit verslag. Wees de eerste!
Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.
:name
:name
:comment
1 seconde geleden