Leertaak B hoofdstuk 6

Aan de slag:

1) 1 2 3 4 5
Helemaal mee eens Neutraal Helemaal mee oneens
Stelling 1 xxxxxxxxxx
Stelling 2 xxxxxxxxxx
Stelling 3 xxxxxxxxxxx
Stelling 4 xxxxxxxxxxx

2) 1= Feit 2= Mening 3=Mening 4= Mening

3) Vooral mening, bijna geen feiten. 4) Niet mee eens, al iemand zich wil ombouwen en staat daar geheel achter moet diegene het zelf weten. 5) Nee.

Reflectie:

1) Nee. 2) Nee, ik sta nog steeds geheel achter mijn eigen mening. 3) Schrijver 1 is er vel op tegen, is erg negatief tegenover transseksueel. Schrijver 2 laat het wat rustiger op zich afkomen, geeft veel minder zijn eigen mening. 4) Stukje 2 geeft meer feiten, je bent dus meer geneigd dat te geloven. 5) Ja, ik heb zelf een sterke mening dat die mensen zelf moeten weten wat ze doen, niemand moet je in de weg zitten, denk jij je beter te voelen door zo’n operatie dan moet je dat gewoon doen. 6) Nee. 7) De tekst de kloof tussen lichaam en geest past eigenlijk precies bij mijn mening. De argumenten die daar in staan zijn vooral feitelijk, ze hebben mijn mening niet veranderd. Deze vraag is dus moeilijk te beantwoorden, omdat ik door geen van beide teksten anders ben gaan denken. Maar ik de opmerking van prof. G erg sterk. Hoe hij uitleg geeft over de transseksuelen vind ik erg sterk, hij benadrukt die mensen niet als rare mensen, maar gewoon als mensen zoals wij. Als ik opeens een baard zo krijgen zo ik me zeker weten rot schikken, dus als je op zo’n manier kijkt naar transseksuelen vind ik dus dat die mensen zich gewoon mogen ombouwen. Ik zou tenslotte ook die baard weg willen halen, omdat die niet bij mij hoort. 8) Nee, ik heb een hele duidelijke mening!!