Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De werking van het oog

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 4e klas havo | 362 woorden
  • 6 augustus 2008
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
27 keer beoordeeld

De werking van het oog

Een lichtstraal van een kaars gaat door het doorzichtige hoornvlies, door de pupil en door de lens en komt dan tenslotte op een zintuigcel in het netvlies terecht. De zintuigcel wordt geprikkeld en vormt een impuls, die langs de gevoelszenuw naar de hersenen gezonden wordt. In de hersenen worden wij ons van deze impuls bewust; met andere woorden: nu zien we de vlam.

Maar ook de onderkant van de kaars zendt lichtstralen uit die op het netvlies terechtkomen. Het blijkt nu dat de kaars op de kop op het netvlies afgebeeld wordt. Toch zien wij de kaars rechtop omdat de hersenen alle impulsen verwerken en zorgen dat wij de kaars op de goede manier zien.

Recht achter de pupil ligt de gele vlek. Dit is het gevoeligste deel van het netvlies. Kijken wij iemand recht aan dan valt zijn beeld op de gele vlek zodat wij hem/haar goed kunnen zien.


In de blinde vlek voor de oogzenuw liggen geen zintuigcellen. Met dit deel van het netvlies kunnen wij dus niet zien.

Wanneer er veel licht in ons oog valt wordt de pupil klein. Valt er weinig licht in dan wordt de pupil groot. Op deze wijze kunnen we bij fel licht en in het schemer donker kijken. Het groter en kleiner worden van de pupil gaat onbewust; we noemen het de pupilreflex.

Met behulp van de lens kun je voorwerpen van dichtbij of veraf zien. De lens moet hierbij bol of plat gemaakt worden. Kijk je naar een potlood op 30 cm afstand van je oog dan is de lens bol zodat je het potlood scherp ziet. De achtergrond van het potlood zie je echter wazig. Wil je de achtergrond scherp zien dan moet de lens platter worden (maar nu zie je het potlood wazig). Het boller en platter worden van de lens noemt men accommoderen van het oog.

Doordat de hersenen de doorgeseinde beelden vergelijken, kunnen de hersenen afleiden op welke afstand een voorwerp staat. Zo kun je dus diepte onderscheiden. Als je een oog dicht doet dan kun je die diepte dus niet onderscheiden, want de hersenen hebben dan geen twee beelden om te kunnen vergelijken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.