Eindopdracht Hdst 7
IV Zoeken naar buitenaards leven
-Het doel van het SETI-project is om buitenaardse signalen te vinden. Ze zoeken sterke narrow band-signalen. Dat kan je vergelijken met het veranderen van de frequentie van je radio kijken naar de signaalsterktemeter. Wanneer de meter een opwaartse beweging maakt, dan trekt hij jouw aandacht. Technisch gesproken doet SETI aan digital signal processing, met vooral Fourier Transformaties op meerdere chirp-ratio’s en duraties. Wanner de telescoop al zwenkend de hemel afspeurt, zoeken ze ook naar pulserende en afdrijvende signalen en naar signalen die aan het patroon van een antennegolf doen denken. De analysesoftware zoekt naar signalen die tot 10 maal zwakker zijn dan tot nu toe is onderzocht door enig ander onderzoeksteam. Dat komt omdat het gebruik maakt van een rekenintensief algoritme- “coherente integratie” genaamd - waarbij niemand van het SETI-team (zelfs hun eigen Serendip programma niet) over de benodigde computerkracht beschikt om het te kunnen implementeren. - - - Om toch aan genoeg computercapaciteit te komen wordt ontvangen data van de telescoop doorgestuurd naar computers bij mensen thuis met een internetverbinding die zich hebben aangemeld bij dit project. Zo wordt er constant data van en naar ,(op dat moment niet actieve) computers die hun internetverbinding aan hebben staan, uitgewisseld met het SETI-centrum. Daar wordt de verwerkte en ontcijferde data gescand op eventueel buitenaardse signalen. Ongeveer één keer per seconde zal met gespecialiseerde computersoftware elk van de tientallen miljoenen kanalen worden uitgelezen op zoek naar signalen. Het gaat hierbij niet om stabiele signalen; dopplerverschuiving zal voortdurend de frequentie van zelfs de meest rotsvaste buitenaardse zender doen variëren. De detectie-software is ontworpen om alert te zijn op signalen die weliswaar regelmatig in de tijd zijn, maar die langzaam van frequentie veranderen. Zelfs de gepulste signalen, zoals die van een roterend radiobaken, kunnen uit de gegevens van de gerichte zoektocht worden gefilterd.
-De apparatuur is dus erg geavanceerd en duur. Er wordt voor dit project zo’n 20 miljoen gulden uitgetrokken, en dit geld wordt o.a. besteed aan grote radiotelescopen voor gerichte zoekacties en aan NASA’s Deep Space network wat gebruikt wordt voor hemelverkenning.
-De kans van slagen van het project is onbekend. Enkele recente astronomische ontwikkelingen, zoals de mogelijke ontdekking van een planeet bij een pulsar, hebben het optimisme doen toenemen dat er in het Melkwegstelsel vele potentiële woonoorden zijn. Natuurlijk is het dan nog mogelijk dat verstandelijk leven zeldzaam is. Maar als een paar beschavingen lang genoeg hebben bestaan om sondes de ruimte in te sturen, is het niet ondenkbaar dat radioverkeer in het Melkwegstelsel een alledaags verschijnsel is, zelfs als organisch leven niet vaak voorkomt.
In het onderdeel van de gerichte zoekactie waarbij ongeveer 850 zonachtige sterren binnen een afstand van bijna 75 lichtjaren worden onderzocht is de kans om aarde-achtige planeten te vinden het grootst. Het grootst, jawel, maar niet bijzonder groot. Verwacht wordt dat minder dan 11 op 800 van die sterren een aardse planeet zal hebben. Daarom is er naast de gerichte zoekactie ook een hemelverkenning. Aangezien het dus niet erg waarschijnlijk is dat er intelligent leven zal worden aangetroffen bij de zonachtige sterren is het ook nuttig om het Sky Survey programma te laten uitvoeren. Het is niet eens zeker dat voor (intelligent) leven een aards klimaat nodig is.
-Onderzoek naar buitenaards leven is iets wat bij onze vrij hoog ontwikkelde technologie hoort. Al heel lang droomt de mens erover om contact te zoeken met buitenaards leven, en nu wij een zekere mate van ontwikkeling hebben is het dus niet meer dan logisch dat wij onze mogelijkheden op dit gebied benutten. Ikzelf denk dat er wel ergens anders leven moet zijn. Hoog ontwikkeld of niet. Op al deze miljarden en miljarden planeten en sterren zal toch wel ergens hetzelfde klimaat als hier en/of leven voor moeten komen. Iets anders is of we signalen van andere beschavingen ook op kunnen vangen. Misschien zijn ze nog niet zo ontwikkeld, of is er geen behoefte aan contact. Hoe dan ook, de kans lijkt mij heel klein dat we ook daadwerkelijk een signaal van buitenaards leven op zullen vangen. Ondanks deze minuscule kans op contact moeten we toch verder gaan met zoeken en ontwikkelen van de apparatuur en technologieën, want het zou zonde zijn als we eventuele signalen zouden mislopen.
IV Zoeken naar buitenaards leven
-Het doel van het SETI-project is om buitenaardse signalen te vinden. Ze zoeken sterke narrow band-signalen. Dat kan je vergelijken met het veranderen van de frequentie van je radio kijken naar de signaalsterktemeter. Wanneer de meter een opwaartse beweging maakt, dan trekt hij jouw aandacht. Technisch gesproken doet SETI aan digital signal processing, met vooral Fourier Transformaties op meerdere chirp-ratio’s en duraties. Wanner de telescoop al zwenkend de hemel afspeurt, zoeken ze ook naar pulserende en afdrijvende signalen en naar signalen die aan het patroon van een antennegolf doen denken. De analysesoftware zoekt naar signalen die tot 10 maal zwakker zijn dan tot nu toe is onderzocht door enig ander onderzoeksteam. Dat komt omdat het gebruik maakt van een rekenintensief algoritme- “coherente integratie” genaamd - waarbij niemand van het SETI-team (zelfs hun eigen Serendip programma niet) over de benodigde computerkracht beschikt om het te kunnen implementeren. - - - Om toch aan genoeg computercapaciteit te komen wordt ontvangen data van de telescoop doorgestuurd naar computers bij mensen thuis met een internetverbinding die zich hebben aangemeld bij dit project. Zo wordt er constant data van en naar ,(op dat moment niet actieve) computers die hun internetverbinding aan hebben staan, uitgewisseld met het SETI-centrum. Daar wordt de verwerkte en ontcijferde data gescand op eventueel buitenaardse signalen. Ongeveer één keer per seconde zal met gespecialiseerde computersoftware elk van de tientallen miljoenen kanalen worden uitgelezen op zoek naar signalen. Het gaat hierbij niet om stabiele signalen; dopplerverschuiving zal voortdurend de frequentie van zelfs de meest rotsvaste buitenaardse zender doen variëren. De detectie-software is ontworpen om alert te zijn op signalen die weliswaar regelmatig in de tijd zijn, maar die langzaam van frequentie veranderen. Zelfs de gepulste signalen, zoals die van een roterend radiobaken, kunnen uit de gegevens van de gerichte zoektocht worden gefilterd.
-De apparatuur is dus erg geavanceerd en duur. Er wordt voor dit project zo’n 20 miljoen gulden uitgetrokken, en dit geld wordt o.a. besteed aan grote radiotelescopen voor gerichte zoekacties en aan NASA’s Deep Space network wat gebruikt wordt voor hemelverkenning.
In het onderdeel van de gerichte zoekactie waarbij ongeveer 850 zonachtige sterren binnen een afstand van bijna 75 lichtjaren worden onderzocht is de kans om aarde-achtige planeten te vinden het grootst. Het grootst, jawel, maar niet bijzonder groot. Verwacht wordt dat minder dan 11 op 800 van die sterren een aardse planeet zal hebben. Daarom is er naast de gerichte zoekactie ook een hemelverkenning. Aangezien het dus niet erg waarschijnlijk is dat er intelligent leven zal worden aangetroffen bij de zonachtige sterren is het ook nuttig om het Sky Survey programma te laten uitvoeren. Het is niet eens zeker dat voor (intelligent) leven een aards klimaat nodig is.
-Onderzoek naar buitenaards leven is iets wat bij onze vrij hoog ontwikkelde technologie hoort. Al heel lang droomt de mens erover om contact te zoeken met buitenaards leven, en nu wij een zekere mate van ontwikkeling hebben is het dus niet meer dan logisch dat wij onze mogelijkheden op dit gebied benutten. Ikzelf denk dat er wel ergens anders leven moet zijn. Hoog ontwikkeld of niet. Op al deze miljarden en miljarden planeten en sterren zal toch wel ergens hetzelfde klimaat als hier en/of leven voor moeten komen. Iets anders is of we signalen van andere beschavingen ook op kunnen vangen. Misschien zijn ze nog niet zo ontwikkeld, of is er geen behoefte aan contact. Hoe dan ook, de kans lijkt mij heel klein dat we ook daadwerkelijk een signaal van buitenaards leven op zullen vangen. Ondanks deze minuscule kans op contact moeten we toch verder gaan met zoeken en ontwikkelen van de apparatuur en technologieën, want het zou zonde zijn als we eventuele signalen zouden mislopen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden