Vraag & antwoord: draf- en rensport

1. a. Leg uit wat een entrainement is.

Een entrainement is een stal waar dravers of volbloeden getraind worden voor koersen. In de sport zijn er beroepstrainers en eigenaarstrainers. Beroepstrainers trainen paarden van zichzelf en anderen voor hun beroep, eigenaarstrainers mogen alleen hun eigen paarden trainen.

b. Hoeveel drafbanen, waar ze nog drafkoersen houden, zijn er in Nederland? Noem hiervan ook de namen.

In Nederland zijn in totaal 4 drafbanen waar nog koersen worden gehouden. Deze drafbanen zitten verdeeld door heel Nederland.

Renbaan Duindigt- Deze renbaan ligt in Wassenaar. Op verzoek van de Nederlandse Harddraverij- en Renvereniging (NHRV) richtte renstalhouder Walter Joachim Jochems op 19 mei 1906 op zijn gelijknamige landgoed de nieuwe renbaan op. Deze was open voor gewoon publiek. De renbaan was 1600 meter lang.

Renbaan Duindigt is nu de enige baan in Nederland die zowel voor ren- als drafkoersen gebruikt wordt. Het drafcircuit is er in 1940 aan toegevoegd. Men houdt er traditioneel iedere zondag paardenraces, behalve in januari en februari. Per koersdag worden er 8 tot 12 races georganiseerd.

Drafcentrum Wolvega.

Drafcentrum Alkmaar- Dit drafcentrum ligt in Alkmaar aan de Sportlaan 4. De huidige locatie bestaat is sinds 21 mei 1914 de bodem waarop de paarden draven. De historie van de gehele locatie is veel langer.

Op zondag 2 juli 1899 merkte Alkmaar dat ook het draven op de ‘langebaan’ de kop van Noord-Holland in haar ban zou krijgen. Sinds dien worden toeschouwers met alle mogelijke beschikbare vervoersmiddelen naar het drafcentrum gebracht.

Drafbaan Groningen- Deze drafbaan ligt in Groningen aan de Concourslaan 10. De officiële opening van de drafbaan in het Sportpark vond plaats op 12 en 13 mei 1923 met draverijen en rennen. De piste was een grasbaan, waarop rechtsom werd gekoerst. De baan trok in die jaren veel bezoek. Een record aantal van 18.000 toeschouwers zag ik 1926 hoe de kleine Groningse favoriete merrie Nora Belwin B Nederlands Kampioen werd.

Overige koersbanen waar tegenwoordig geen koersen meer worden gereden:

- Kortebaan Hoogkarspel                              - Kortebaan Veenendaal

- Kortebaan Sassenheim                              - Grasbaan Emmeloord

- Kortebaan Bemmel                                     - Kortebaan Wateringen

2. Welke stichting staat voor de sport, fokkerij en financiële belangen van de draf- en rensport? En waar bevind deze zich?

NDR (Nederlandse Draf- en Rensport). Deze stichting bevindt zich in Wassenaar.

3. a. Wat is een harddraver? Hoe snel kan een harddraver lopen?

Een harddraver is een speciaal voor draverijen gefokt paardenras. Dit wil zeggen dat een hengst/merrie alleen een harddraver kan zijn als zijn/haar voorouders ook harddravers zijn geweest en daardoor geregistreerd staan in een erkend Stamboek Harddravers.

Een harddraver draaft gemiddeld tussen de 45 en 50km/h maar kan een topsnelheid van 55 km/h halen.

b. Wat is het verschil tussen dravers en renpaarden?

Het verschil tussen dravers en renpaarden is de manier van voortbewegen over de baan. De draver moet draven, en het renpaard moet galopperen.

c. Welke rassen worden gebruikt voor de drafkoersen?

Vermeld bij elk ras de raskenmerken.

Voor de drafkoersen worden drie rassen gebruikt: de Engelse Volbloed (Volbloed), Arabische Volbloed (Arabier) en de draver. Alle drie de rassen zijn totaal verschillend, dit zie je terug in het uiterlijk van deze paarden.

De Engelse Volbloed- Dit ras is ontstaan door een kruising van het Engelse inheemse paard met een drietal Oosterse hengsten in de periode rond 1700.

De Arabische Volbloed- De Arabische Volbloed is ontstaan door een selectie in de woestijn door de Bedoeïenenstammen. De historie van dit ras gaat terug tot voor de christelijke jaartelling. Daarmee is de Arabische Volbloed het oudste gedomesticeerde paardenras.

De draver- Dravers werden oorspronkelijk gefokt voor één doel: zo snel mogelijk draven voor de sulky en daardoor zoveel mogelijk koersen winnen. Een aantal karakteristieke kenmerken voor de draver zijn: slanke bouw, gespierder achterhand, lange smalle hoeven, schuin aflopend kruis en lange oren.

4. a. Vanaf welke leeftijd beginnen ze met het trainen van de draver?

Als 1.5 jarige gaat de jaarling naar de trainer, waar hij alles leert. Vanaf de eerste training duurt het ongeveer acht tot negen maanden voordat het paard voor de eerste keer kan starten in een draverij.

b. Op welke leeftijd gaan ze met dravers koersen?

Op het moment dat het paard 2 jaar is, mag het gaan deelnemen aan wedstrijden voor 2-jarige dravers. Sommige trainers wachten met het koersen tot het paard een leeftijd heeft van minimaal 3 jaar.

c. Tot welke leeftijd mag een draver blijven koersen?

Merries mogen koersen tot zij 11 jaar zijn en hengsten en ruinen mogen koersen tot zij 15 jaar zijn. Merries moeten eerder stoppen met koersen, omdat de merries na hun koers carrière de fokkerij in gaan.

5. Het probleem bij de draf- en rensport is dat de paarden al op zeer jonge leeftijd hoge prestaties moeten leveren. Tijd voor een gedegen bot – en peestraining is er dus nauwelijks. Hoe worden de paarden getraind om blessures te voorkomen?

De paarden worden voornamelijk getraind op een harde ondergrond en hier wordt een speciaal trainingsschema aan vastgesteld.

6. Waarom moet je een rekening-courant openen als jij je aanmeld bij de NDR als je mee wilt gaan rijden in draverijen en wat doet de NDR met deze rekening?

Alle kosten en baten van het deelnemen aan wedstrijden en koersen en andere kosten worden automatisch bij en afgeschreven. Zo worden de kosten van de inschrijving automatisch bijgeschreven en het gewonnen prijzengeld automatisch bijgeschreven.

7. Als je eigenaar bent van een harddraver, mag je niet zomaar wedstrijden rijden. Wat moet je als eigenaar behalen om wedstrijden te kunnen rijden? En waarom zijn deze zware eisen?

Als je als eigenaar wedstrijden wilt rijden moet je met succes een rijtest en een theoretisch examen over de reglementen afleggen. Er wordt dan een voorlopige rijvergunning verstrekt die onmiddellijk weer wordt ingetrokken op het moment dat de betreffende rijder zich niet aan de regels houdt. Wanneer je slaagt voor de rijtest en het theoretisch examen over de reglementen, mag je als eigenaarrijder uitsluitend de dravers rijden die je zelf in bezit hebt.

Wanneer je je als dravereigenaar daarnaast nog hebt gekwalificeerd als eigenaartrainer mag je je paarden ook zelf trainen.

8. a. Wat is het verschil tussen een pikeur en een jockey?

Een pikeur is iemand die op de sulky rijdt en een jockey is iemand die op het paard zelf rijdt.

b. Welke eisen worden aan beide gesteld tijdens wedstrijden?

Jockey: Het gewicht van een jockey varieert tussen de 45 en 60 kg. Om op hun gewicht te blijven moeten jockeys zich dan ook vaak ontzien. Dieet en stoombaden geven soms uitkomst.

Pikeur: Het gewicht van een pikeur maakt niet uit, want als het paard eenmaal in beweging is merkt het paard weinig van het gewicht wat hij achter zich aan trekt.

9. Wat is een fokpremie? En welke voordeel heeft de fokker hiervan?

Als een paard een prijs wint tijdens een koers, krijgt de fokker van dit paard automatisch 10% van de prijs op zijn rekening-courant bij de NDR. Voor de fokker heeft dit als voordeel dat hij bij iedere keer dat een paard dat hij gefokt heeft iets wint hij hier geld voor vangt.

10. a. Wordt er in de draf- en rensport gebruik gemaakt van doping?

Zo ja, welke middelen worden er gebruikt?

Als je de website van Stichting Nederlandse Draf- en Rensport kijkt lees je dat er in verhouding weinig dopinggebruik voorkomt. Als je echter op google kijkt naar doping in de draf- en rensport zie je hier veel verhalen die anders vertellen.

Via google zie je verschillende links met berichten over dopinggebruik in de draf- en rensport. Het is lastig om hier een goed beeld van te krijgen en te oordelen over de daadwerkelijke hoeveelheid dopinggebruik.

Mocht het zo zijn dat er doping gebruikt wordt op een koersbaan dan kunnen dit alle soorten doping zijn die je op de dopinglijst kunt vinden. Deze lijst kun je vinden op de website van de FEI.

b. Hoe en wanneer wordt er op doping gecontroleerd in de draf- en rensport?

Op de draf- en koersbanen is altijd een dierenarts aanwezig om een oogje in het zeil te houden als het gaat om dopinggebruik. Door middel van steekproeven worden paarden na of voor de wedstrijden gecontroleerd op het gebruik van ongeoorloofde middelen.

11. Wat is het verschil tussen langebaandraverijen en kortebaandraverijen? Licht toe.

Een langebaandraverij is een wedstrijd voor harddravers met een afstand van minimaal 1609 meter. De gangbare afstanden van een langebaandraverij liggen tussen de 1609 en 2600 meter.

Bij kortebaandraverijen draven twee dravers twee of drie keer tegen elkaar. De draver die als eerste twee keer heeft gewonnen gaat door naar de volgende ronde. Zo ontstaat een afvalrace die uiteindelijk een winnaar oplevert. Deze draverijen hebben altijd een afstand van ongeveer 300 meter.

12. a. Er worden van twee systemen gebruik gemaakt om de dravers te laten starten tijdens de koers, welke zijn dit? Leg beide systemen uit.

De twee systemen die worden gebruikt om dravers te laten starten gaan als volgt:

Bandenstart- Bij de bandenstart start iedere draver vanuit een bepaald vak, dat is afgesloten met een elastieken band. Zodra de paarden hun startpositie hebben ingenomen volgen een aantal startcommando’s. Na het laatste startcommando springen de banden weg en kunnen de dravers beginnen aan hun koers.

Autostart- De autostart is de meest gebruikte manier voor het laten starten van dravers. Bij dit systeem van starten worden de deelnemers als het ware gelanceerd door een startauto. De startauto heeft aan weerszijden vleugels. Met uitgespreide vleugels brengt de auto, die 300 meter van het startpunt staat opgesteld, de paarden in een oplopend tempo naar het startpunt. Op dit punt worden de vleugels van de auto naar voren ingeklapt en vanaf dat moment is de draverij begonnen. Door de vliegende start zijn de gereden tijden in deze draverijen ongeveer 2 tot 2,5 seconde sneller dan in een draverij met een bandenstart.

b. Wanneer is er een valse start?

Bij een bandenstart wordt de start vals verklaard wanneer een rijder te vroeg de elastieken banden doorbreekt. In het algemeen worden starts vals verklaard wanneer de paarden niet vanaf de juiste plaats van start gaan en bij incidenten zoals hinder, valpartijen en tuigbreuk. Ook andere onvoorziene omstandigheden kunnen leiden tot het ‘vals’ verklaren van de start. De deelnemers worden dan terug geroepen en de rijder die een valse start veroorzaakt wordt gestraft.

13. Trainers en rijders kunnen voor andere vergrijpen dan hinderen tijdens het koersen worden bestraft, waarvoor kunnen zij worden bestraft?

Trainers en rijders kunnen voor meerdere vergrijpen worden bestraft. Zo kunnen zij buiten het hinderen ook bestraft worden voor onbehoorlijk gedrag, overmatig zweepgebruik, het verstrekken van onjuiste gegevens en het niet meewerken aan een onderzoek. Deze straffen worden meestal uitgedrukt in geldboetes. In ernstige gevallen kan een rijder of trainer geschorst worden.

14. Wat is een draverij-comité? Waar bestaat deze uit en wat is de functie?

Een draverij-comité is een groep van vier mensen die bij elke koers verantwoordelijk is voor de uitschakeling van de dravers. Dit comité bestaat uit een voorzitter, een secretaris, een rechter van aankomst en een lid.

Zodra de draverij is begonnen volgen deze vier personen de verrichtingen van de paarden en besluiten of ze al dan niet tot uitschakeling moeten overgaan. De voorzitter, de secretaris en het lid doen dit vanuit een bus die gedurende de race in de buurt van de dravers rijdt of vanuit een ruimte langs de baan, ter hoogte van de finishlijn.

De rechter van aankomt bekijkt aan de finish in welke volgorde de paarden de finishstreep passeren en of zij in draf  over de finish komen. Wanneer een paard niet in draf over de streep komt betekent dit onmiddellijk uitschakeling.

15. a. In de draf- en rensport kan de toeschouwer wedden, hoe sluit je een weddenschap af?

Je kunt een weddenschap afsluiten op de banen tijdens de koersdagen en bij de circa 30 officiële Champions wedlocaties in Nederland.

b. Bij Champions kunnen 7 verschillende weddenschappen worden afgesloten, benoem de 7 spelvormen en beschrijf hoe dit werkt.

- Winnend spel: u voorspelt de winnaar van de koers

- Plaats spel: u geeft aan welk paard op de eerste, tweede of derde plaats finisht. Deze spelsoort kunt u spelen als er tenminste 6 paarden aan de start verschijnen.

- Duo spel: u voorspelt welke twee paarden in de juiste volgorde als eerste en tweede finishen.

- Trio spel: u geeft aan welke drie paarden op de eerste, tweede en derde plaats eindigen. Een extra moeilijkheidsgraad is dat ook de juiste volgorde van de drie paarden juist moet worden aangegeven

- Kwartet spel: u geeft aan welke vier paarden op de eerste, tweede, derde en vierde plaats eindigen. Ook hier moet de volgorde van aankomst juist worden voorspelt. Een kwartetweddenschap kan alleen worden afgesloten op speciale kwartetkoersen. Deze staan als zodanig vermeld in het programma.

- Dubbel winnend spel: u voorspelt de winnaars van twee opeenvolgende koersen, die speciaal in het programma als zodanig staan aangegeven.