Klimaat en vegetatiezone's.

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 816 woorden
  • 30 april 2010
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
32 keer beoordeeld

“Papa, waarom is het op vakantie in Afrika altijd warmer dan thuis?”

Eigenlijk is de hele wereld onder te verdelen in verschillende gebieden en zones. Beter bekend als klimaatgebieden en vegetatiezones. Natuurlijk hangen deze gebieden en zones ook van elkaar af. Veel mensen verwarren weer met klimaten, maar er zit toch echt een groot verschil tussen deze twee. Het weer is namelijk de toestand van de dampkring op een bepaald tijdstip op een bepaalde plaats. Het weer wordt voornamelijk bepaald door de temperatuur, de neerslag en de wind. Ook wordt het weer bepaald door het aantal uren zon en de bewolking. Het klimaat daarentegen is het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Klimaten
In een tropisch regenwoud regent het bijvoorbeeld vaak en is het altijd warm, terwijl het op de polen ijskoud is en het nooit regent. Door middel van dit soort verschillen kun je dus zien dat er op de polen een ander klimaat heerst dan in een tropisch regenwoud. De wereld valt te verdelen in 5 soorten van klimaat. Namelijk het tropisch regenklimaat, het droge klimaat, het zeeklimaat ( word ook wel maritiem klimaat genoemd), het landklimaat ( word ook wel het continentale klimaat genoemd) en het koude klimaat. Dit systeem is bedacht door de Duitse heer Köppen. Köppen bestuurde systematisch het klimaat, en door middel van experimenten met weerballonnen kwam hij aan gegevens van de bovenste lagen van de aardatmosfeer. In 1884 bracht Köppen zijn eerste versie van de kaart met klimaatgebieden uit. Uiteindelijk leidde dit tot de ontwikkeling van Köppen's klimaatclassificatiesysteem rond 1900. Deze bleef hij de rest van leven verbeteren. De volledige versie van Köppen's klimaatsysteem verscheen voor het eerst in 1918, terwijl de uiteindelijke versie pas in 1936 werd uitgebracht.


Tropisch regenklimaat
Een tropisch regenklimaat word ook wel een A-klimaat genoemd. Zelfs in de winter is de gemiddelde temperatuur 18 graden Celsius. Dit klimaat komt natuurlijk alleen maar voor in de tropen. Volgens de klimaatclassificatie van Köppen is een tropisch klimaat een niet-droog klimaat waar het hele de gemiddelde temperatuur per maand hoger is dan 18 graden Celsius.

Droog klimaat
Het droge klimaat word ook wel een B-klimaat of een aride klimaat genoemd. Dit klimaat kun je niet herkennen aan de temperatuur, maar aan de hoeveelheid neerslag. De neerslag is vrijwel over het hele jaar gezien minder dan de verdamping. De neerslag is hier zo weinig dat er geen vegetatie mogelijk is. Ook kunnen permanente rivieren hier niet hun oorsprong hebben. Dit klimaat vind je alleen maar in woestijnen zoals de Sahara.

Zeeklimaat (maritiem klimaat)

Als we spreken over een C-klimaat of maritiem klimaat bedoelen we daarmee een zeeklimaat. Dit klimaat wordt erg beïnvloed door de nabijheid van een zee of oceaan. Je kunt dit klimaat herkennen aan het feit dat de droogste maand van het jaar een gemiddelde maandelijkse neerslag heeft van minstens 30 mm en de neerslag ongeveer verspreid valt over het hele jaar.

Landklimaat (continentaal klimaat)
Met een landklimaat word ook wel een D-klimaat of een continentaal klimaat bedoeld. De gemiddelde temperatuur van de koudste maand bij dit klimaat is lager dan -3 graden Celsius. Dit klimaat heeft veel extremere temperaturen in de zomer en winter, dan bij een zeeklimaat. Een landklimaat komt bijvoorbeeld voor in Siberië. Gebieden met een landklimaat liggen ver landinwaarts, zonder zee of ander groot water in de buurt. De invloed van een zee of oceaan is dus klein. Doordat de droge landoppervlakte makkelijk opwarmt en afkoelt wordt de temperatuur in de zomer extreem hoog, en in de winter enorm laag.

Koud klimaat
Een koud klimaat (E-klimaat) komt eigenlijk voor op de Noordpool, Antarctica en in hooggebergten zoals de Alpen en de Himalaya. Het is op plekken met dit klimaat het hele jaar ijskoud. Zo koud, dat de grond meestal het hele jaar bevroren is. Dit heet permafrost.

Dit klimaat wordt ook wel het poolklimaat genoemd, en is onder te verdelen in drie klimaten: het sneeuwklimaat, het hooggebergteklimaat en het toendraklimaat. Het sneeuwklimaat komt alleen voor op de polen. Af en toe valt er sneeuw, wat we eeuwige sneeuw noemen omdat het bijna niet smelt. De zee is gedeeltelijk bevroren, zodat er ijsschotsen ontstaan. De Noordpool heeft bijvoorbeeld geen geen land, maar bestaat uit één blok ijs. Hier komt dus ook geen vegetatie voor.
Het hooggebergteklimaat lijkt veel op het sneeuwklimaat. Hoog in de bergen komt ook eeuwige sneeuw en permafrost voor.
Het toendraklimaat is daarentegen minder koud. Doordat het minder koud is, kan hier dus wel vegetatie optreden en kunnen er zelfs mensen leven.

Vegetatiezones
Doordat het weer overal anders is, is de vegetatie natuurlijk ook anders. In de woestijn is er bijvoorbeeld bijna geen vegetatie, terwijl er in Nederland gewoon vegetatie groeit. Deze vegetatiegroei kun je weer onderverdelen in zones. Deze zones noem je vegetatiezones. Deze zones worden eigenlijk nooit meer gebruikt, omdat deze zones grotendeels vervangen zijn door cultuurland.

Weer en vegetatie hangen dus wel degelijk van elkaar af, maar in deze tijd minder dan eerst.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.