Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De economie van Noord-Europa

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 1854 woorden
  • 28 mei 2003
  • 96 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
96 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdvraag: Hoe is de economie in Noord-Europa welvarend geworden? Wat is de bevolkingsdichtheid? Waarom zo? De grote Noord-Europese steden liggen allemaal in het zuiden. Daar is de bevolkingsdichtheid hoger dan in het erg lege noorden. Maar als je dat zuidelijke deel met West-Europa vergelijkt, dan is het daar dunbevolkt. In Noord-Europa wonen anderhalf keer zoveel mensen als in Nederland. Toch is het in oppervlakte maar liefst bijna dertig keer zo groot. De bevolkingsdichtheid is dus erg laag. De bevolkingsdichtheid is 21 inwoners per vierkante km (variërend van 3655 in de gemeente Stockholm tot 1 één in sommige gemeentes in het noorden). 70 procent van het land heeft zes of minder inwoners per vierkante km. Noorwegen: Economie Landbouw, veehouderij, bosbouw en visserij In verhouding tot de weinige beschikbare landbouwgronden is de opbrengst van de akkerbouw, tuinbouw en veeteelt erg groot. Om afhankelijkheid van het buitenland te voorkomen worden de boeren zwaar gesubsidieerd en de prijzen van agrarische producten kunstmatig hoog gehouden. Zo wordt in Zuid-Noorwegen het verbouwen van graan gestimuleerd, om in de gebieden die niet voor graanproductie geschikt zijn, veeteelt mogelijk te maken, die (zij het zwaar gesubsidieerd) nog enigszins rendabel is. Op deze wijze wordt ook geprobeerd de ontvolking van vooral Noord-Noorwegen tegen te gaan. Het bosbezit is voor ongeveer twee derde in handen van boeren en wordt meest kleinschalig geëxploiteerd in combinatie met het boerenbedrijf. Van de Noorse bossen wordt ongeveer 80% benut voor houtproductie. De meeste Noorse huizen worden nog steeds van hout gebouwd. De zee speelt nog altijd een belangrijke rol in de Noorse economie. De export van visproducten levert jaarlijks miljarden Noorse kronen op. In 1977 is een 200-mijlszone ingesteld. De viskwekerij (o.a. zalm en forel) is een groeiindustrie die steeds belangrijker wordt.
Mijnbouw Op het vasteland van Noorwegen worden o.a. ijzererts, lood, koper, nikkel, graniet, en zink gewonnen. Spitsbergen heeft grote kolenreserves die door Noorse en Russische maatschappijen worden geëxploiteerd. Op de Noordzee wordt vanaf 1971 aardolie en aardgas gewonnen. In 1993 bedroeg de aardoliewinning 114 miljoen ton en de gaswinning 30 miljoen m3. Bij exploratie en winning is de staatsmaatschappij Statoil een steeds belangrijker rol gaan spelen. De aardolie wordt met tankschepen afgevoerd, het gas per pijpleiding naar Emden (Duitsland) en Teesside (Groot-Brittannië). Industrie Het aandeel van de industrie aan het bruto nationaal product bedroeg in 1998 30% en 23% van de beroepsbevolking vindt er werk. Kleine bedrijven overheersen. De aluminiumindustrie is de belangrijkste tak. Naast Rusland is Noorwegen de grootste aluminiumproducent van Europa. Andere belangrijke producten zijn stikstof en kalksalpeter. Verder zijn van belang de houtveredelings- en papierindustrie, scheepsbouw en cementindustrie. De chemische en de petrochemische industrie worden door de winning van aardgas en aardolie steeds belangrijker. De belangrijkste raffinaderijen bevinden zich te Bamble, Rafsnes en Mongstad. Van groot belang is ook de bouwsector. Handel Noorwegen heeft sinds 1989 een overschot op de handelsbalans, vnl. door de aardolie-export. Belangrijke exportproducten zijn verder machines, metalen (aluminium), papier en cellulose, vis en chemische producten. Geïmporteerd worden vooral machines, grondstoffen en halffabrikaten, aardolie en aardolieproducten, voedingsmiddelen, auto's en schepen. Belangrijkste handelspartners zijn de EU, de Scandinavische buurlanden en de Verenigde Staten. Verkeer Er zijn nooit veel wegen geweest en de kustscheepvaart heeft altijd de centrale rol bij het transport gespeeld. Sinds de komst van de spoorwegen zijn er in het binnenland typische 'stationssteden' ontstaan. Het spoorwegnet is niet uitgebreid. Vanuit Narvik bestaat een aansluiting op het Zweedse spoorwegnet met een ertslijn naar Kiruna. In het personenvervoer over zee neemt de Hurtigrute van Bergen naar Kirkenes een centrale plaats in. Het vervoer door de lucht wordt verzorgd door SAS (ook internationaal), Braathens SAFE en Widerøe. Vanuit Noorwegen zijn er veerverbindingen naar Denemarken, Duitsland, Nederland en Engeland. Noorwegen bezit de vijfde koopvaardijvloot in grootte ter wereld met meer dan 1600 schepen van 100 brutoton en groter. De rederijen hebben grote belangen in de aardolie-industrie. Noorwegen is een van de eerste landen die zich in supertankers hebben gespecialiseerd. In Noorwegen is in 2001 de langste tunnel ter wereld geopend: de Laerdaltunnel is 24,5 km lang en begint 300 km ten noordwesten van Oslo en verbindt Oslo met Bergen. Toerisme Noorwegen heeft de grootste gebieden met natuurschoon in Europa. Het bekendst is de door fjorden ingesneden westkust met de vele eilanden. In de fjorden monden de rivieren vaak met watervallen uit. Interessante steden in het fjordengebied zijn Trondheim (o.m. de in oorsprong 11de-eeuwse dom) met in de omgeving het 18de-eeuwse mijnbouwstadje Røros, Bergen, Stavanger en Flekkefjord met het schilderachtige Hollenderbyen (Hollandersstad). Aan de zuidoostkust: Kristiansand, Risør, Oslo, met in de omgeving het oude mijnbouwstadje Kongsberg (drie watervallen, twee musea); en verder nog Fredrikstad bij de Zweedse grens. In het binnenland van Zuid-Noorwegen met zijn vele meren, ligt het berggebied Joyunheim (tot ruim 2400 m hoog), in het noordoosten begrensd door Gudbrandsdal met vele boerderijen uit de 16de en 17de eeuw. Het kenmerkendste hooggebergtetype van Noorwegen is echter de fjell (hoogvlakte), bijv. de Dovrefjell waar men 's zomers kan skieën. Noorwegen telt vele gletsjers, o.a. de Jostedalsgletsjer, de grootste van Europa. Voss is centrum van een gebied met eeuwenoude dorpen. In Zuid-Noorwegen vindt men de meeste stavkirken, middeleeuwse kerkjes met een zeer typische bouw. Zeer interessant is Finnmark, Noorwegens noordelijkste provincie, het land van Lappen, rendieren en middernachtzon. Vanuit Tromso kan men per boot Svalbard (Spitsbergen) bezoeken. O.a. in de omgeving van Alta vindt men rotstekeningen en opgravingen van nederzettingen uit de steentijd. Karasjok is een typisch Lappendorp. Naar het zuiden ligt Rana (Lappenmuseum) met in de omgeving gletsjergebieden en de kristalgrot Grønli met een onderaardse waterval.
Zweden: Economie In de laatste 100 jaar heeft Zweden zich ontwikkeld tot een van de welvarendste landen ter wereld, met hoge inkomsten en goede sociale zekerheden. Zweden heeft een vrijemarkteconomie waarin het particuliere bedrijfsleven een grote rol speelt. 90% van de bedrijven in Zweden zijn particuliere bedrijven. Doordat de staat een paar staatsbedrijven heeft en deelneemt in het kapitaal van een aantal particuliere bedrijven, doet de staat ook mee aan het economische leven. Vooral in de tijd die net na de Tweede Wereldoorlog kwam, groeide de economie in Zweden erg snel. De Zweden waren in de oorlog neutraal gebleven, en hadden daardoor weinig schade. Dit betekende tegelijkertijd dat ze veel buitenlanders nodig hadden als arbeidskrachten. Maar in de jaren 80 had Zweden ook een economische crisis, maar er was ook in die tijd weinig werkloosheid. In deze tijd gaven ze veel geld uit aan de overheid, in 1991 kwam er een bezuinigingsbeleid. Landbouw, veeteelt, bosbouw en visserij: - In de 19de eeuw werkte driekwart van de Zweedse bevolking in de landbouw. Tegenwoordig werkt er nog maar zo’n 2 tot 3% in de landbouw, ook zijn er veel minder agrarische bedrijven. De overgebleven bedrijven zijn in het algemeen wel groter geworden, deze bedrijven zijn bijna altijd familiebedrijven en het land is eigendom van degenen die het bewerken. In het zuiden worden vele gewassen verbouwd, zoals allerlei soorten granen, suikerbieten en bonen. In het midden van Zweden wordt voor het grootste deel graan verbouwd en in het noorden worden voedergewassen verbouwd. - Veeteelt vind je in het zuiden van Zweden, aan de smalle kustvlakte van de Botnische Golf en langs de rivierdalen. Er wordt vooral rundvee gehouden, voor de zuivelproductie en voor de slacht. Daarnaast worden varkens, schapen en pluimvee gehouden. - Ongeveer 62% van de oppervlakte van Zweden is met bos bedekt. De bomen worden vooral gekapt voor de hout-, papier- en celstofproductie. De helft van de bomen die hier voor geschikt zijn, bestaan uit sparren. Enkele grote hout fabrieken bezitten samen ongeveer de helft van het bosgebied. Zweden is de grootste houtproducent van West-Europa, met een jaarproductie van ongeveer 56 miljoen kubieke meter. - Sinds de jaren 60 is het belang van de visserij voor de economie van Zweden alleen maar minder geworden. Er zijn nog ongeveer 3000 professionele vissers. De helft van de vangst per jaar bestaat uit kabeljauw en haring. De meeste vissersbedrijven zijn klein. Finland: Economie Beroepsbevolking
Landbouw: 6% Industrie: 28% Diensten: 66% BNP: 40.531gulden (=€ 18.392) Aantal televisies per 1000 inwoners:605
Aantal telefoons per 1000 inwoners: 549
Bevolking
Bevolkingsaantal Bevolkingsdichtheid
ong. 5,2 miljoen 15 inw. per km2
De bevolkingspreiding is in het midden van het land heel gelijkmatig. In het zuiden aan de kust wonen de meeste mensen: 50 tot 100 inw. per km2.. In het noorden wonen wel heel weinig mensen minder dan 1 per km2. Het bevolkingsaantal van Finland is 5.149.000, en de oppervlakte is 338.145 in vierkante kilometer. Finland is veel minder dicht bevolkt dan Nederland, terwijl Nederland iets meer dan 8 keer in Finland past. Dat komt vooral natuurlijk omdat het klimaat in Finland kouder is. In het noorden zijn minder lichturen en hoge bergen. Dus wonen er daar minder mensen. Aan de kust wonen wat meer mensen vanwege de goede ligging aan zee. Economie
De Finse economie is op dit moment aardig op de weg terug. Finland komt namelijk net uit een recessie. Vooral door de producent van mobiele telefoons: Nokia. Deze gigant is heel belangrijk voor de Finse economie die opklimmende is. Het opvallende van Nokia is dat het opgericht is als pulpfabriek, daarnaar overging naar telefoonkabels, en dan via de computers bij de mobiele telefoons is terecht gekomen. Maar Nokia is niet het enige bedrijf in Finland dat international bezig is. Hier volgt een (wat verouderd nl. 1998) top tien van bedrijfen met grootste omzet. Plaats Naam Sector Omzet in mil. Euro

1 Nokia Elektrotechniek 19
2 Stora Enso Houtindustrie 11
3 Fortum Olie en chemicaliën 8
4 UPM Houtindustrie 8
5 Kesko Winkelketen 6
6 Metsäliitto Houtindustrie 6
7 Metso Machineonderdelen 3
8 Tamro Groothandel 3
9 Outkumpu Metallurgie 3
10 Metra Machineonderdelen 3
Dit zijn niet alle internationale bedrijven die Finland heeft, integendeel, er zijn een heleboel hierboven niet genoemd. Bijvoorbeeld de fabriek Kone, de derde producent van wat alles wat je automatisch naar boven brengt, van liften tot roltrappen. Door de automatisering in de houtindustrie zijn de vele houtfabrieken die Finland had, samen overgegaan in drie grote hout/papier fabrieken. Ze staan alle drie in de top tien hierboven genoemd, namelijk UPM, Enso en Metsäliitto. Enso is later gefuseerd met Stora (Stora Enso) en later is dat bedrijf samen gaan doen met het Amerikaanse papierbedrijf Consolidated Papers. Er is naar verhouding nog best veel landbouw in Finland. Er zijn ongeveer 100.000 boerderijen, maar dit is ongeveer een derde van wat er vroeger was. Gemiddeld zijn de grootte van de boerderijen gestegen tot vijftien hectare. De recessie van begin jaren negentig, heeft verschillende oorzaken. Een oorzaak is dat veel bedrijven nog van de staat waren, en daar wou de regering van af. Veel bedrijven zijn in sneltreintempo geliberaliseerd, en die ‘nieuwe ‘bedrijven wilden meteen beginnen met uitbreiding van hun marktaandeel met projecten die erg veel risico met zich meedragen. In diezelfde tijd werden veel regels voor banken afgeschaft, zodat veel banken die grote risico’s mochten financieren. Veel van die banken,met dollartekens in hun ogen, namen die risico’s. Door veel aanbod van werkgelegenheid en weinig vraag, stegen de lonen de pan uit. En veel van die nieuwe bedrijven konden daar niet aan mee doen. En grote buitenlandse bedrijven gingen hun heil ergens anders zoeken. Steeds meer bedrijven gingen failliet, en toen de Sovjet-Unie, het land waar Finland het meest handel dreef, uiteen viel, stortte de economie volledig in. De laatste jaren stonden in het teken van het herstel, en dat lukt heel aardig. Zo aardig zelfs dat Finland met de Euro meedoet.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.