Hoofdvraag: Hoe is de economie in Noord-Europa welvarend geworden? Wat is de bevolkingsdichtheid? Waarom zo? De grote Noord-Europese steden liggen allemaal in het zuiden. Daar is de bevolkingsdichtheid hoger dan in het erg lege noorden. Maar als je dat zuidelijke deel met West-Europa vergelijkt, dan is het daar dunbevolkt. In Noord-Europa wonen anderhalf keer zoveel mensen als in Nederland. Toch is het in oppervlakte maar liefst bijna dertig keer zo groot. De bevolkingsdichtheid is dus erg laag. De bevolkingsdichtheid is 21 inwoners per vierkante km (variërend van 3655 in de gemeente Stockholm tot 1 één in sommige gemeentes in het noorden). 70 procent van het land heeft zes of minder inwoners per vierkante km. Noorwegen: Economie
Landbouw, veehouderij, bosbouw en visserij In verhouding tot de weinige beschikbare landbouwgronden is de opbrengst van de akkerbouw, tuinbouw en veeteelt erg groot. Om afhankelijkheid van het buitenland te voorkomen worden de boeren zwaar gesubsidieerd en de prijzen van agrarische producten kunstmatig hoog gehouden. Zo wordt in Zuid-Noorwegen het verbouwen van graan gestimuleerd, om in de gebieden die niet voor graanproductie geschikt zijn, veeteelt mogelijk te maken, die (zij het zwaar gesubsidieerd) nog enigszins rendabel is. Op deze wijze wordt ook geprobeerd de ontvolking van vooral Noord-Noorwegen tegen te gaan. Het bosbezit is voor ongeveer twee derde in handen van boeren en wordt meest kleinschalig geëxploiteerd in combinatie met het boerenbedrijf. Van de Noorse bossen wordt ongeveer 80% benut voor houtproductie. De meeste Noorse huizen worden nog steeds van hout gebouwd. De zee speelt nog altijd een belangrijke rol in de Noorse economie. De export van visproducten levert jaarlijks miljarden Noorse kronen op. In 1977 is een 200-mijlszone ingesteld. De viskwekerij (o.a. zalm en forel) is een groeiindustrie die steeds belangrijker wordt. Mijnbouw Op het vasteland van Noorwegen worden o.a. ijzererts, lood, koper, nikkel, graniet, en zink gewonnen. Spitsbergen heeft grote kolenreserves die door Noorse en Russische maatschappijen worden geëxploiteerd. Op de Noordzee wordt vanaf 1971 aardolie en aardgas gewonnen. In 1993 bedroeg de aardoliewinning 114 miljoen ton en de gaswinning 30 miljoen m3. Bij exploratie en winning is de staatsmaatschappij Statoil een steeds belangrijker rol gaan spelen. De aardolie wordt met tankschepen afgevoerd, het gas per pijpleiding naar Emden (Duitsland) en Teesside (Groot-Brittannië).
Industrie Het aandeel van de industrie aan het bruto nationaal product bedroeg in 1998 30% en 23% van de beroepsbevolking vindt er werk. Kleine bedrijven overheersen. De aluminiumindustrie is de belangrijkste tak. Naast Rusland is Noorwegen de grootste aluminiumproducent van Europa. Andere belangrijke producten zijn stikstof en kalksalpeter. Verder zijn van belang de houtveredelings- en papierindustrie, scheepsbouw en cementindustrie. De chemische en de petrochemische industrie worden door de winning van aardgas en aardolie steeds belangrijker. De belangrijkste raffinaderijen bevinden zich te Bamble, Rafsnes en Mongstad. Van groot belang is ook de bouwsector.
Handel Noorwegen heeft sinds 1989 een overschot op de handelsbalans, vnl. door de aardolie-export. Belangrijke exportproducten zijn verder machines, metalen (aluminium), papier en cellulose, vis en chemische producten. Geïmporteerd worden vooral machines, grondstoffen en halffabrikaten, aardolie en aardolieproducten, voedingsmiddelen, auto's en schepen. Belangrijkste handelspartners zijn de EU, de Scandinavische buurlanden en de Verenigde Staten.
Verkeer Er zijn nooit veel wegen geweest en de kustscheepvaart heeft altijd de centrale rol bij het transport gespeeld. Sinds de komst van de spoorwegen zijn er in het binnenland typische 'stationssteden' ontstaan. Het spoorwegnet is niet uitgebreid. Vanuit Narvik bestaat een aansluiting op het Zweedse spoorwegnet met een ertslijn naar Kiruna. In het personenvervoer over zee neemt de Hurtigrute van Bergen naar Kirkenes een centrale plaats in. Het vervoer door de lucht wordt verzorgd door SAS (ook internationaal), Braathens SAFE en Widerøe. Vanuit Noorwegen zijn er veerverbindingen naar Denemarken, Duitsland, Nederland en Engeland. Noorwegen bezit de vijfde koopvaardijvloot in grootte ter wereld met meer dan 1600 schepen van 100 brutoton en groter. De rederijen hebben grote belangen in de aardolie-industrie. Noorwegen is een van de eerste landen die zich in supertankers hebben gespecialiseerd. In Noorwegen is in 2001 de langste tunnel ter wereld geopend: de Laerdaltunnel is 24,5 km lang en begint 300 km ten noordwesten van Oslo en verbindt Oslo met Bergen.
Toerisme Noorwegen heeft de grootste gebieden met natuurschoon in Europa. Het bekendst is de door fjorden ingesneden westkust met de vele eilanden. In de fjorden monden de rivieren vaak met watervallen uit. Interessante steden in het fjordengebied zijn Trondheim (o.m. de in oorsprong 11de-eeuwse dom) met in de omgeving het 18de-eeuwse mijnbouwstadje Røros, Bergen, Stavanger en Flekkefjord met het schilderachtige Hollenderbyen (Hollandersstad). Aan de zuidoostkust: Kristiansand, Risør, Oslo, met in de omgeving het oude mijnbouwstadje Kongsberg (drie watervallen, twee musea); en verder nog Fredrikstad bij de Zweedse grens.
In het binnenland van Zuid-Noorwegen met zijn vele meren, ligt het berggebied Joyunheim (tot ruim 2400 m hoog), in het noordoosten begrensd door Gudbrandsdal met vele boerderijen uit de 16de en 17de eeuw. Het kenmerkendste hooggebergtetype van Noorwegen is echter de fjell (hoogvlakte), bijv. de Dovrefjell waar men 's zomers kan skieën. Noorwegen telt vele gletsjers, o.a. de Jostedalsgletsjer, de grootste van Europa. Voss is centrum van een gebied met eeuwenoude dorpen. In Zuid-Noorwegen vindt men de meeste stavkirken, middeleeuwse kerkjes met een zeer typische bouw. Zeer interessant is Finnmark, Noorwegens noordelijkste provincie, het land van Lappen, rendieren en middernachtzon. Vanuit Tromso kan men per boot Svalbard (Spitsbergen) bezoeken. O.a. in de omgeving van Alta vindt men rotstekeningen en opgravingen van nederzettingen uit de steentijd. Karasjok is een typisch Lappendorp. Naar het zuiden ligt Rana (Lappenmuseum) met in de omgeving gletsjergebieden en de kristalgrot Grønli met een onderaardse waterval.
Zweden: Economie In de laatste 100 jaar heeft Zweden zich ontwikkeld tot een van de welvarendste landen ter wereld, met hoge inkomsten en goede sociale zekerheden. Zweden heeft een vrijemarkteconomie waarin het particuliere bedrijfsleven een grote rol speelt. 90% van de bedrijven in Zweden zijn particuliere bedrijven. Doordat de staat een paar staatsbedrijven heeft en deelneemt in het kapitaal van een aantal particuliere bedrijven, doet de staat ook mee aan het economische leven.
De opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden