EUTOPIA DEBAT, woensdag 9 oktober in Zaal de Unie.
Lessen uit Amerika over de multiculturele samenleving
Een titel die op zijn minst een paar wenkbrauwen doet rijzen. Want is Amerika niet het toppunt van chauvinisme, intolerantie en kleine geesten? Een migrant is zeker beter af in het ruimdenkende Nederland. Niet dus, betoogt antropologe Halleh Ghorashi. Ze sprak in beide landen veertig hoogopgeleide Iraanse vrouwen over het ‘thuisgevoel’. Zij kwam tot confronterende conclusies. Migranten voelen zich in Amerika beter thuis dan in Nederland.
“Stel je eens voor”, begint Ghorashi. “Je bent een hoog opgeleide politiek actieve vrouw in Iran. Je hebt idealen en je denkt dat je de wereld kan veranderen. Er komt revolutie, de islamieten krijgen de macht. Een mist van onderdrukking daalt neer. Je bent een vreemdeling in je eigen land. Je bent bang voor je eigen schaduw. Je wordt opgepakt en in de gevangenis gezet” Veel vrouwen vluchten. Naar Amerika, naar Nederland, naar andere landen. En willen niets liever dan het leven dat hen in Iran onmogelijk werd gemaakt, hier proberen te realiseren. Ze zetten alles op alles om de taal te leren, een studie te volgen, deel te nemen aan de samenleving, kortom om een leven op te bouwen in hun nieuwe land. Maar voelen ze er zich ook thuis? Ik ontdekte: In Amerika wel, in Nederland niet. Vrouwen die ontzettend actief zijn in Nederland voelen zich er desondanks niet thuis. Het belangrijkste punt: zij zien zich als anders behandelt, ondanks dat ze zo hun best hebben gedaan deel te zijn van deze samenleving. Waarom?”
‘Wanneer ga je terug?’
Ghorashi beantwoordt haar vraag zelf: “Iraniërs in Nederland zijn voor het grootste deel vluchtelingen. Niet dat ze werkelijk vluchteling zijn, maar de enige wijze om een verblijfsvergunning te krijgen is je als vluchteling aan te melden. In Amerika zijn er verschillende soorten migranten. Het beeld over migratie in Nederland is heel sterk bepaald door de komst van gastarbeiders in Nederland. En het woord zegt het al: gasten gaan weer terug. Het verblijf is echter permanent geworden, maar het beeld is nog sterk gekoppeld aan terugkeer. Migranten, al wonen ze hier al tien jaar krijgen dagelijks twee vragen: waar kom je vandaan en wanneer ga je terug?”
Verborgen codes
De nationale identiteit in Nederland is volgend Ghorashi heel homogeen. Wit en christen. “Ondanks dat ze zelf zeggen: ‘we zijn niet zo chauvinistisch, we zijn niet zo trots op onze taal’, is de Nederlandse identiteit heel dik. Er een sterke wij-zij gedachte. Wie hoort erbij en wie niet?” zegt Ghorashi. “ Nederland zit vol van verborgen codes. Nederlanders vinden heel vaak dingen raar: te hard praten, niet doen zoals het hoort. Met een accent praten wordt als raar ervaren. Maar probeer maar eens accentloos te spreken wanneer je op je twintigste een nieuwe taal leert. Onmogelijk! Kleine dingen, maar dragen bij aan het gevoel van ontworteling.” Verborgen codes? Nou, nou”, relativeert een Nederlander in de zaal sotto voce. “Jazeker zijn er verborgen codes”, zegt een in Nederland wonende Duitser. “Enerzijds is er de tolerantie, maar wanneer je de code breekt, zoals: doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg, is daar het opgeheven vingertje.”
Wij-zij gevoel
Volgens Ghorashi speelt de verzuiling hierin nog steeds een belangrijke rol: “De groepsvorming was in de jaren vijftig heel gesloten. Wij-zij gevoel was heel sterk aanwezig. Tolerantie was belangrijk, maar het was geen betrokken, maar onverschillige, passieve tolerantie teneinde conflicten te vermijden. Het wij-zij is nog steeds aanwezig. Men is gewend een buitenstaander te hebben. Dat zijn nu de allochtonen. Toch bestaat er een zeker ambivalentie. Na de ontzuiling en de nadruk op de individuele ontplooiing in de jaren zestig, wordt men wat allergisch voor groepen. De komst van een nieuwe groep wordt als bedreigend ervaren. Het maakt de autochtonen angstig. Dit, en de naweeën van de verzuiling, maken het moeilijk voor allochtonen zich een plek in de Nederlandse samenleving te verwerven.”
Iedereen migrant
Anders zit dat in Amerika, een land waar au fond iederéén migrant is. Migratie is een heel essentieel onderdeel geweest voor de culturele identiteit van Amerika. Deze is minder exclusief: iedereen kan zich Amerikaan voelen, terwijl de Nederlandse identiteit geen ruimte laat voor verschillen. Ook de civil rights movement is belangrijk geweest: zij eisten hun eigen plek als Afro-Amerikanen op en maakten zo ook de Iraans-Amerikaanse en andere dubbele identiteiten mogelijk. Daarbij komt dat de migranten Amerika binnenkomen, en met een hoge opleiding en vaak ook met geld. Zij beginnen niet onderaan de ladder maar ergens in het midden en eisen hun plek in de samenleving op.”
“Nou, nou”, werpt Marc Leijendekker, journalist en chef Opinie NRC Handelsblad en vanavond sparringpartner van Ghorashi tegen. “In Amerika worden migranten Amerikaan gemaakt, met rituelen en grondwetten opzegen. In dat verband zou ik eerder zeggen dat Nederland te weinig nationale identiteit heeft om die op een soortgelijke manier gemeenschappelijk te maken.”
Gebruik van de term vluchteling voor alle migranten leidt volgend Leijendekker tot begripsverwarring. “Men gaat ervan uit dat iemand die gedwongen uit zijn land is vertrokken terug zou willen. Vandaar die eeuwige vragen.”
Ruimdenkend? Onverschillig!
Angst voor migranten als groep ziet Leijendekker niet zo. “Kijk naar de Chinezen. Wonen hier al decennia lang in een hechte groep, maar voor hen is niemand bang. Is ook nergens voor nodig, het zijn veelal rustige in zichzelf gekeerde mensen. Volgens mij zijn de autochtone Nederlanders eerder bang voor de bijverschijnselen, die zich voordoen in de vorm van overlast en criminaliteit dan voor migratie an sich.”
Maar is Amerika ruimdenkender ten opzichte van migranten en hun culturele achtergrond? “Ruimdenkend? Dank je de koekkoek,” reageert Leijendekker. “Onverschillig zul je bedoelen. Het zal de Amerikanen worst wezen of jij islamiet bent of niet. Daar denkt men niet in wij en zij, maar in termen van ‘ik’.”
Doodknuffelen
“Maar je wordt er ook niet doodgeknuffeld en betutteld”, zegt Ghorashi. “Migranten willen een nieuw leven opbouwen, willen werken, willen wortelen. In Nederland word je eerst met een uitkering in ene AZC gezet en mág je niet eens werken.”
“Misschien moeten we inderdaad maar wat harder worden”, peinst Leijendekker, die een tijd in Italië woonde, maar het doodknuffelen evenmin als in Amerika aan de orde was. “Mensen moesten hard werken om in het nieuwe land een bestaan op te bouwen. Dit was echter een goede aansporing om de codes van het land eigen te maken, de taal te leren en mee te doen. Die ruimte niet dan wel worden geboden.”
“Moet ruimte geboden worden?” roept een jonge vrouw vanuit de zaal? “Ik ben van Iraanse afkomst en ik herken me helemaal niet in de vrouwen die Haleh Ghorashi beschrijft. Ik voel me hier prima thuis. Ik heb hier gestudeerd en altijd gewerkt. Ik heb een eigen ontwerpbureau… Niemand heeft me ruimte gegeven, ik heb het genómen.” Een vrouw achterin de zaal herkent de woorden van Leijendekker en Ghorashi wel. Ze zegt van Turks-Koerdische afkomst te zijn en merkt op: “Er is zoveel verzorging die je als migrant bijna van je af moet sláán. Zo wordt de ontvanger in een slachtofferpositie gedwongen.”
Migratie als probleem, niet als kans
“Wanneer men het heeft over migratie is dat altijd in termen van problemen”, zegt Ghorashi. “Bijvoorbeeld de tien gouden regels van hoe met elkaar om te gaan in Gouda. Die zijn geboren omdat er problemen waren met een groep Marokkanen. Niet om te zien hoe de diversiteit een samenleving verrijkt.”
“Stel dat premier Balkenende u belt en wil weten wat te doen”, luidt en vraag die in Zaal de Unie de laatste tijd wel vaker gesteld wordt. “Wat zou u zeggen?” Ghorashi denkt even na. “Ik zou zeggen: Iraniërs, claim je Nederlander-zijn. Begin bijvoorbeeld met je zelf Iraans-Nederlands te noemen. Nederlanders, ga de dialoog aan. De wereld verbeteren begint niet bij jezelf, maar bij de ander. In omgang met elkaar leer je namelijk wie je bent.”
Haleh Ghorashi is universitair docent aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Haar proefschrift Ways to survive, battles to win, verschijnt eind dit jaar in de Nederlandse boekhandels.
REACTIES
1 seconde geleden