1 korte beschrijving
1.1
Robert Haasnoot
1.2
Steenkind
1.3
2002
1.4
2
1.5
159
1.6
In zeewijk woont in de jaren vijftig een gezin: Wouter Sandhof, zijn oudere broer Stijn en zijn vader en moeder. Op een avond ziet Wouter dat zijn ouders een beetje aangeschoten in de richting van de duinen lopen. De volgende dag blijkt dat zijn ouders die avond niet meer zijn thuisgekomen. Het lijk van de vader van Wouter en Stijn spoelt aan. Maar van hun moeder wordt alleen een bundeltje kleren gevonden.
Tante Dien is het enige familielid dat werkelijk treurt om het verlies van
vader en moeder. Wouter en tenslotte ook Stijn zoeken troost bij tante Dien.
Na een paar weken neemt toch Stijn de touwtjes in handen. Hij maakt plannen om de kunsthandel te verkopen, en om een platenzaak te beginnen. Als hij 21 wordt kan hij de voogdij over Wouter krijgen. Hij zal dan ook hun moeder laten “doodverklaren” en de toegang krijgen tot het familiekapitaal. Dit vindt Wouter helemaal niets, voor hem leeft zijn moeder nog. Hij probeert zijn moeder te laten herleven door te ruiken aan haar kleren.
Wouter denkt dat zijn moeder nog in leven is. Hij denkt haar diverse keren te zien. Maar niets is waar. Werkelijkheid en waan gaan door elkaar lopen. Dit komt waarschijnlijk doordat hij zijn moeder heel erg mist, en dat hij gelooft in de gelukbrengende werking van zijn talisman (een kiezelsteen die hij op het strand heeft gevonden). Doordat Wouter leesblind is, spreekt tante Dien delen uit de bijbel in, op een bandrecorder. Wouter gaat het geloof van tante Dien overnemen. Hij gaat ook geloven in wonderen.
Ondertussen wordt de kunsthandel verbouwd, hierbij vind Wouter twee schilderijen, met een brief erbij van meneer Bender, die vraagt of de schilderijen naar zijn onderduikadres gebracht kunnen worden. Blijkbaar heeft Wouters vader zich eraan gehouden.
Meneer Bender is een Joodse meneer, waarvan de vader van Wouter chauffeur was.
Wouters moeder en haar zus, tante Dien, werkten voor de oorlog ook bij hem.
Wouters moeder trok toen heel veel naar zijn vader toe, ze werden verliefd op elkaar.
Na de oorlog kwam meneer Bender niet terug, hij is overleden volgens een neef van hem.
Stijn krijgt veel telefoontjes voor verschillende schilderijen te verkopen. Er wordt ook door twee mensen gebeld over het schilderij van meneer Bender. Het probleem is dat beide mensen aanspraak maken op het schilderij. Namelijk de neef van meneer Bender, die bij de moeder van Wouter in de kunsthandel is geweest, en een museumdirecteur aan wie Wouters vader het schilderij voor veel geld heeft aangeboden.
Wouter denkt dat hij nu de sleutel heeft tot het begrijpen van het drama dat zich die zomernacht heeft afgespeeld. Op zijn vaders lijk zijn sporen van worsteling gevonden. Wouter denkt dat dat komt door het schilderij van meneer Bender dat hij wilde verkopen, en dat moeder daar achter was gekomen, en daarom Wouters vader heeft mishandeld.
Na een paar maanden kent Wouter een deel van de bijbel uit z’n hoofd, omdat hij elke dag naar de bandrecorder luistert, die tante Dien heeft opgelezen. Toch besluit Wouter zijn eigen verhaal juist op die band in te spreken. Dagen is hij er mee bezig, steeds meer herinneringen komen naar boven. Maar uiteindelijk staat alles op de recorder. Hij besluit toch alles te wissen. Tijdens het wissen van de band, volgt Wouter (in zijn waan) zijn moeder de zee in. Opeens herinnert hij zich de bandrecorder die in zijn afwezigheid heel het verhaal heeft gewist. Het boek eindigt met de zin: Als ik opkijk is ze verdwenen. Waarschijnlijk heeft Wouter zijn moeder in zijn waan achtervolgd, en is hij “wakker” geworden doordat de band af liep. Daardoor is z’n moeder verdwenen.
Bron: http://www.scholieren.com/boekverslagen/27603
2. Auteur
2.1
Robert Haasnoot
2.2
1961
2.3
Waanzee
2.4
-
2.5
Psychologische roman
2.6
Moderne literatuur
3.
3.1
De titel van het boek is Steenkind. Dit slaat waarschijnlijk op Wouter, want een jaar voordat Wouter werd geboren had zijn moeder een misgeboorte gehad. Tegen Wouter zei ze dat ze geloofd dat de misgeboorte ook al Wouter was, maar dat god niet tevreden was en haar daarom een misgeboorte en een nieuwe zwangerschap gaf. De misgeboorte noemt de dokter in het verhaal: steenkind, omdat het kind helemaal uitgedroogd en zo hard als steen was, toen het kind werd geboren.
3.2
-
3.3
Dood: De ouders van Stijn en Wouter gaan dood. Van hun vader
is het zeker, dat hij dood is. Maar van hun moeder weten ze het nog niet zeker.
Angst: Wouter is heel vaak bang, omdat hij zijn vader en vooral zijn moeder heel erg mist. Hij is dan bang dat als zijn broer de voogdij over hem krijgt, dat dan alles zal veranderen.
Duinen: Wouter vlucht heel vaak de duinen in, omdat hij bang is voor de werkelijkheid, in de duinen denkt hij ook zijn moeder te zien.
3.4
Het thema van het boek vind ik Kinderleed. Wouter moet heel veel lijden omdat hij zijn beide ouders is verloren. Hij zoekt steun bij zijn tante. Hij leeft in zijn waan, omdat hij zoveel mist. Hij wil heel graag zijn ouders terug hebben. Wouter heeft geen echt leven meer vanaf dat hij zijn ouders verloren is.
3.5
Hoofdpersoon:
Wouter Sandhof. Wouter is ongeveer 15 jaar. Hij is een kwetsbare, gevoelige jongen. Hij heeft geregeld ernstige aanvallen van migraine en kan ten gevolge van leesblindheid nauwelijks lezen en schrijven. Hij is daarom 3 keer blijven zitten in de derde klas. Hij blijft hopen dat zijn moeder op een dag thuiskomt, en leeft soms in zijn eigen wereldje van waan.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden