Reinaert de Vos

Reinaert de vos

Verklaring Titel: Het boek heet Reinaert de vos, omdat het over een vos gaat die Reinaert heet. Titels van boeken uit de middeleeuwen wijzen meestal naar de hoofdpersoon.
Inhoud: Hij is een sluwe vos en verraad zijn vrienden elke keer weer. De vos moet bij de koning komen voor alle sluwe daden die hij heeft gepleegd. Maar de vos wilt niet komen dus moet bruin de beer op hem af. Reinaert verzint een list om van de beer af te komen door te zeggen dat er honing in de boom zit. Dan blijft bruins hoofd vastzitten en komen de dorpelingen eraan om bruin te pakken te nemen. Diezelfde dag stuurt de koning Tibert de kat op Reinaert af om hem mee te krijgen naar koning Nobel. Reinaert verzint weer een list en neemt Tibert mee naar het kippenhok. Hij zegt dat er muizen inzitten maar dan wordt de kat gevangen. De burgemeester komt dan uit het huis en slaat de kat. De volgende dag zegt de das tegen de koning dat het hem wel gaat lukken om Reinaert mee te krijgen. Dus de das ging naar Reinaert en hij ging mee. Ze hadden hem bijna te pakken totdat hij zei dat er ergens een schat lag en Reinaert vluchtte.
Genre: 'Reinaert' is een dierenepos (lang verhalend gedicht, spelend in het dierenrijk, maar met allerlei toespelingen op de mensenmaatschappij). en het was bedoeld als middeleeuwse satire.

Onderliggende bedoeling: Alle dieren in het verhaal beelden eigenlijk mensen uit. De schrijver wilde hiermee zeggen dat hij kritiek had op de mensen in de maatschappij.

Tijd: Het verhaal wordt chronologisch verteld. Het speelt zich af in de middeleeuwen, omdat het in die tijd ook geschreven is.

Ruimte: Het verhaal speelt zich af in het bos in het land van Waas. In het paleis van de koning en in het slot van Reinaert 'Maupertuus'. 
Perspectief: Het perspectief is de auctoriale vertelperspectief

Thema: Het thema is de kritiek op de mensen maatschappij. Alle dieren in het verhaal hebben menselijke eigenschappen, maar het is zo geschreven dat ze toch dieren blijven. 

Over schrijver: Paul Biegel, op 25 maart 1925 in Bussum is geboren. Hij had 6 zussen en 2 broers. Hij doorliep de rooms-katholieke lagere Sint- Aloysiusschool in Bussum en ging in 1938 naar het gymnasium van het Sint-Ignatiuscollege in Amsterdam. In 1942, tijdens de oorlog, stapte Paul Biegel over naar een school in Bussum. Er wordt vanwege de oorlog weinig lesgegeven, en hij krijgt (zoals iedereen in 1944-1945) zijn gymnasiumdiploma zonder eindexamen te doen. Na zijn schooltijd woonde hij een half jaar in Amerika en werkte daar onder andere als schoonmaker. Paul Biegel werkte een tijd als redacteur bij de AVRO-radiobode en studeerde tegelijkertijd rechten aan de universiteit van Amsterdam. Hij schreef voor zichzelf romans en verhalen, maar hij was er niet tevreden over. Zijn rechtenstudie maakte hij niet af want zijn verlangen naar het schrijven van verhalen werd zo sterk dat hij in 1958 solliciteerde bij de Marten Toonderstudio’s naar een baan als stripverhalenschrijver. En daar heeft hij het schrijversvak heel grondig geleerd, zowel wat betreft het bedenken van verhalen als het leesbaar op schrift stellen daarvan. In 1960 trouwde Paul Biegel met Marijke Sträter. Ze kregen twee kinderen: Leonie (1963) en Arthur (1964). Arthur overleed in 1992. In 1962 verscheen zijn eerste boek: De gouden gitaar, bij uitgeverij Holland. Sindsdien heeft hij zo’n vijftig boeken geschreven waaronder Het sleutelkruid, De kleine kapitein, Nachtverhaal, De tuinen van Dorr, Virgilius van Tuil, De rover Hoepsika, Juttertje Tim, De twaalf rovers, De zeven veren van de papegaai, korte verhalen en versjes, een tv-serie De vloek van Woestewolf, hoorspelen, het libretto voor een jeugdopera De Kinkhoorn en viermaal het Kinderboekenweekgeschenk. Hij overlijd op 21 oktober 2006.