OPDRACHT MODULE 5 NEDERLANDSE LITERATUUR
Titel: Het zwarte licht
Schrijver: Harry Mulisch
Jaar eerste druk: 1956
Het verhaal wordt verteld door een alwetende verteller. Een paar goede zinnen waaruit dit blijkt zijn:
,,Waarom een feest? Hij kent weinig mensen; gesprekken met hen duren in de regel niet langer dan een minuut; er is geen enkele reden voor een feest… En tóch – toch heeft hij het gevoel dat het feest moet; er is een innerlijke drang, waar hij gehoor aan geeft, redelijke overwegingen – hoe redelijk ook – kunnen hem niet weerhouden. Hij gaat dus op weg om de vier uit te nodigen.”
Het is een hij-vertelling met onrealistische gebeurtenissen.
De hij is de hoofdrolspeler genaamd Maurits Akelei.
Er zijn genoeg dialogen te vinden waaronder een met de hoofdpersoon Maurits en zijn beste vriendin Marjolein. De schrijver gebruikt regelmatig moeilijke woorden zonder doel.
Ik snapte heel erg dat het boek spannend moest voorstellen, maar de uitwerking hiervan vind ik persoonlijk uitermate teleurstellend. Het was zo’n apart verhaal met ongelooflijk veel onrealistische dingen, als dat de hele wereld vergaat, maar uiteindelijk weet je dit dan ook weer niet zeker. Het boek bevat ook enorm veel ‘waardeloze’ uitspraken zoals: “Het was alsof de aarde gesproken had en de hemel nu antwoordde.” Een keer zo’n uitspraak is niet erg maar dit gebeurt met een zekere regelmaat, wat op mij zo overkomt alsof hij per se zijn ‘talent’ voor uitspraken wilde uitten. Het boek was opzich wel okee, maar de schrijver kreeg het bij mij niet voor elkaar om mij in zijn ‘zwarte licht’ te schijnen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden