persoonlijke leesautobiografie

Op de basisschool heb ik heel veel boeken gelezen. Ik las vooral veel boeken die over school gaan. Een boek die ik vaak gelezen heb is meester Jaap. Geschreven door Jacques Vriens.
Ik heb toen de dikke meester jaap het vaakst gelezen van die serie. Ik vond het leuke boeken, omdat het over school gaat en dat interesseert mij erg.
Ook heb ik de Olijke tweeling gelezen. Geschreven door Marion van de Coolwijk. Dat vond ik zeer leuke boeken. Er gebeurde van alles in. Ze deden ondeugende dingen die niet mochten en dat maakte het extra spannend.
De boeken van Floortje heb ik allemaal gelezen. Het is geschreven door Cok Grashoff. Ik vond die boeken zo leuk dat ik er een paar gekocht heb. Floortje beleefde veel avonturen met haar vriendinnen en broertjes en in de bakkerij.

Toen ik in groep acht zat heb ik Mijn vriend Samuël gelezen. Dat was een leuk boek, maar niet iets van wat ik zou zeggen: dat wil ik vaker lezen.
Het boek Pinkeltje heb ik met regelmaat gelezen. Het was een leuk, mooi, interessant en een boek dat mij erg aansprak.
Ik heb nog veel meer boeken gelezen, maar ik weet niet welke dat allemaal waren.
Hoeveel bladzijde het boek had maakte mij veel uit zolang het maar niet te dun was.

De boeken die ik niet leuk vond op de basisschool zat waren:
De schippers van de kameleon
Pietje Bel
Snuf de hond
Deze boeken waren wat minder leuk, omdat dat meer jongens boeken waren.
Toch heb ik de Schippers van de kameleon vaak gelezen nadat ik de film ervan had gezien.

Ik werd vroeger vaak voorgelezen door mijn moeder toen ik zelf nog niet kon lezen.
Toen ik eenmaal zelf kon lezen gong ik vaak met mijn moeder naar de bibliotheek om nieuwe boeken te lezen.

Ik haalde ook regelmatig boeken uit de boekenkast van mijn moeder en vader. Daar stonden veel leuke boeken tussen en heb ze met veel plezier gelezen. Ik las toen ongeveer 2 a 3 boeken in de week.

De eigenschappen die ik belangrijk vond was dat het gebeurde op of rond school. Er moesten ook vooral meisjes in spelen anders las ik het boek echt niet. Maar op het voortgezet onderwijs in de onderbouw maakte dat al wat minder uit.


De eigenschappen die ik nu belangrijk vind is dat er actie in zit en dat het niet een meisje meisje boek is. Er mogen nu ook jongens is spelen. Dat maakt een verhaal veel leuker.

De boeken die ik in de eerste tot de derde klas gelezen heb zijn:
- De duiventil
- Boeken van Carry slee, zoals Lover or loser.
- Boeken van Francien van Omen
- Boeken van Thea Beckman
- de gele scooter
- morgen ben ik beter
- de tasjes dief

Het laatste boek heb ik met veel plezier gelezen. Het ging over mishandeling van een meisje. In dat boek waren er veel personages. In hoofdstuk 1 was iemand anders de hoofdpersoon dan in hoofdstuk 2. Er speelde drie personages dus om de drie hoofdstukken kwam dezelfde personage weer terug.
En ik heb nog veel meer boeken gelezen, maar dat zijn er zoveel dat ik ze echt niet meer allemaal bij naam en schrijver weet.
De boeken gingen over van alles en nog wat. Het interesseerde mij als er het een actie verhaal was of een boek wat er mooi uitzag van de omslag.


De boeken moesten vooral niet over dood, oorlogen geweld of kindermishandeling of de geschiedenis gaan. Die boeken vond ik te zielig en las ze daarom niet. Ik heb wel een keer een boek van de geschiedenis gelezen en ik vond dat een oninteressant boek.

In de onderbouw heb ik veel romans van mijn moeder en buurmeiden gelezen. Dat deed ik omdat ik veel boeken voor kinderen al gelezen had. Mijn moeder had mij een leuk boek laten zien en heb dat vaak gelezen. Ook heb ik wel boeken uit de bibliotheek gehaald die voor volwassenen waren maar dat maakte mij niet uit. Toen heb ik er al veel boeken van gelezen.
Nu ga ik niet veel meer naar de bibliotheek, omdat dat te ver weg is. Maar onderhand ga ik verhuizen en woon ik vlak naast de bieb.