2.1 Leesautobiografie
In deze leesautobiografie staat mijn ontwikkeling als lezer van het verleden tot dit moment.
Kind
Eigenlijk is het allemaal begonnen met voorlezen, of beter gezegd: met voorgelezen worden. Eerst lazen ze vooral sprookjes voor. Dan heb ik het over de zogenoemde 'Disneyfiguren' zoals Doornroosje, Sneeuwwitje en De Zeven Dwergen. Ook was ik verzot op alle verhalen over Dikkie Dik en de Kleine Ijsbeer. Volgens mijn ouders wou ik altijd voorgelezen worden, anders wou ik niet gaan slapen.
Tiener
Op de basisschool werd er ook heel veel voorgelezen. Dan moesten we allemaal in een kring zitten en aandachtig luisteren naar de juffrouw. Maar we gingen ook 1 keer om de 3 weken naar de bib, daar mochten we dan zelf een boek kiezen dat we thuis konden lezen. De meeste boeken die ik heb gelezen ben ik allang vergeten, maar enkele zijn mij wel bijgebleven. Daarom bespreek ik alleen de boeken die ik me nog kan herinneren. De Kleine Heks van Otfried Preussler vond ik heel spannend. Ik vond het dapper hoe zij in haar eentje allemaal avonturen beleefde. Toen ik dat boek gelezen had, heb ik meteen aan mijn mama gevraagd of dat ik het kreeg. Zo goed vond ik het. Ook de Kleine Ijsbeer heb ik vaak gelezen. Het gaat over een ijsbeer die met zijn ouders allemaal avonturen meemaakt. Het was altijd spannend afwachten hoe het afliep. Een ander verhaal waarvan ik vond dat het mooi gebracht was, is Angelina Ballerina van Helen Craig. Het gaat over een muis die ballerina wilde worden. Deze verhalen vond ik heel goed, waarschijnlijk omdat ik in die periode zelf ballerina wilde worden. En dan Dikkie Dik van Jet Boeke, zeker mijn favoriet. Deze verhalen spraken me heel erg aan, waarschijnlijk omdat Dikkie Dik een kat was. Ik was erg verzot op katten en thuis hadden we er toen 3.
Toen ik ongeveer 10-11 jaar oud was, was er ook nog een hype die veel kinderen van die leeftijd aansprak: Diddl. Het begon met het uitwisselen van Diddl blaadjes. Elke dag sleurde ik mijn dikke 'Diddl-kaft' mee naar school om te kunnen wisselen met klasgenootjes. Daarna ontdekte ik het Diddl Magazine. Elke maand kreeg ik het tijdschrift aan, daar stond elke keer een stripverhaal in. Strips waren voor mij een zeer geliefkoosd genre, deze waren vrij luchtig en snel te lezen. Toch keek ik niet alleen naar de tekeningetjes, ik moest altijd de essentie van het verhaal kennen. Ook strips van Jommeke en Suske en Wiske las ik wel eens. Verder las ik ook de boeken van de serie Het Huis Anubis, ik vond de serie zo goed dat ik ook de boeken er van wou lezen. Alleen vond ik die een beetje tegenvallen, de serie was veel spannender. Maar behalve lezen, hou ik ook van paardrijden. En de meisjes die van lezen en paardrijden houden, hebben geluk, want in de bib stonden planken vol 'paardenseries'. Zo vond ik De Bleshof heel goed, en Volbloed – een andere paardenserie, 3 vond ik ook heel mooi.
Student
In mijn vrije tijd lees ik niet meer zo veel. Dat komt omdat ik mij nu met andere dingen bezighoud en dan geen tijd meer heb om spontaan een boek te lezen. Toch heb ik onlangs nog Vijftig Tinten Grijs gelezen omdat er veel rond te doen was. Ik verwachtte er veel van, maar ik vond het tegenvallen. Ik had mij er totaal iets anders bij voorgesteld. Verder lees ik wel regelmatig tijdschriften zoals Elle, Vogue, Marie Claire, … Die kan ik eens rap doorbladeren. Ook lees ik dagelijks blogs zoals Fashionata, Garance Doré, Vasilieva, … Maar daar blijft het dan ook echt bij. Wat ik vooral belangrijk vind in boeken is dat er iets in gebeurd. Ze moeten niet langdradig zijn, want als ik in de helft van het boek zit en er is nog niks gebeurd, ga ik een ander boek lezen. Wat ik ook belangrijk vind, is dat er een goede persoonsbeschrijving wordt gegeven. Ik heb dan aan het einde van het boek echt het idee dat de mensen realistisch zijn en dat maakt voor mij het boek interessanter. Een persoon moet een beetje inhoud hebben, zeker de hoofdpersonages mogen geen vlakke karakters zijn. Dat een boek realistisch is vind ik ook belangrijk. Ik moet het idee hebben dat het een beetje past in de wereld waarin ik leef. Science-fiction boeken vind ik niet goed. Ze zijn te onecht. Daarom zal het boek dat ik dit jaar moeten lezen voor het vak Nederlands, zeker niet van dat genre zijn. Al weet ik wel welk boek dat ik wel ga lezen, Het Parfum. Een roman van de Duitse auteur Patrick Süskind. Daar heb ik ook al veel over gehoord en ik hoop dat dit boek mij niet teleur gaat stellen, zoals Vijftig Tinten Grijs.
Waar en wanneer?
Ik lees het liefst op een rustige plaats waar niet teveel afleiding is, anders kan ik niet lezen en stop ik snel. Het liefst lees ik 's avonds, eventueel in mijn bed of in de zetel.
Omstandigheden
Ik zal wel eens lezen als ik niets anders te doen heb, dan neem ik wel eens een boek uit de boekenkast die er eigenlijk enkel en alleen maar voor de sier staat. Ook als ik te veel aan het nadenken of piekeren ben, heb ik wel meer de neiging om een boek te gaan lezen.
3. Leesverslag
3.3 'Een kus voor je sterft'
Opdrachten: Bibliografische steekkaart + eerste reactie
Opdracht 1: Bibliografische steekkaart
– Titel:
– Auteur:
– Jaar van uitgave:
– Plaats van uitgave:
– Uitgever:
Een kus voor je sterft (origineel: A kiss before dying)
Ira Levin
1953
Verenigde Staten
Bruna
Opdracht 2: Verwachtingen en eerste reactie
– Wat ging er in je om terwijl je het boek las? Bracht het je in een vrolijke of droeve stemming? Zette het boek je aan het denken?
De leesautobiografie gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden