Leesautobiografie

Mijn Leesautobiografie Het begin van lezen Leren lezen kon ik vanaf mijn vijfde. Naar school gaan begon ik op mijn zesde. Ik leerde lezen en schrijven eerst in mijn eigen taal (Bengaals). Ik werd niet echt voorgelezen. Mijn opa las mij soms een krant voor. Daar was Engels het tweede taal. Dus begon ik op school meteen Engels te leren. Echte Engelse boeken of tijdschriften heb ik daar niet gelezen. Ik laas wel veel stripboeken in Bengaals. Stripboeken vind ik meest leuk oom te lezen. Ze zijn veel makkelijker dan andere literaire boeken. Ik heb geen literaire boeken in mijn land gelezen omdat het niet moest van school. Wel moesten we vaak tekstboeken van Engels en Bengaals voorlezen in de klas. Aan literaire boeken besteedden ze ook niet veel aandacht aan en het was ook erg moeilijk voor mijn leeftijd toen. Buiten mijn schooltijden las ik allen stripboeken; ik was er gek op. Als je daar boeken wou lezen kon je dat niet lenen, die moest je kopen in een boekenwinkel. Openbare Bibliotheek hadden we daar niet. In Nederland De meeste boeken van mijn leven heb ik hier gelezen. Dat zijn er dus ongeveer 7 of 8 literaire boeken. Van die meeste moest ik verslagen maken. Dus ik weet nog wel hoe ze gingen. De boeken die ik mijn vrije tijd las ben ik bijna vergeten. Behalve één boek: Tomorrow Never Dies. Ik ben het verhaal niet vergeten omdat ik de film ook heb gezien. Brugklas en 1e klas heb ik hier gemist, dus ik weet het niet of je in die klas ook boeken moest lezen. Maar in tweede hoefden we eigenlijk ook geen boeken te lezen. Echte literaire boeken begon ik te lezen vanaf 3e. Toen most ik 4 boeken lezen. Dat waren: De vensters van het paradijs door Christina Guirlande, De nadagen van Lodestijn door Levi Weemoedt, Drie verschrikkelijke dagen door Guus Kruijer en De verborgen bron door Hella S. Haasse. In mijn vrije tijd las ik soms (vertaalde) boeken die ik huurde van de bieb; Tomorrow Never Dies, Oorlogswinter door Jan Terlouw. Ook las ik Engelse boeken van school. De boeken die ik in 3e klas moest lezen waren beetje makkelijk. Nederlands lezen en begrijpen is nog steeds moeilijk voor mij. Daarom lees ik liever een stripboek (Donald Duck) dan een gewone boek omdat er plaatjes bij de teksten zijn en ze zijn leuker dan een boek. Vroeger haatte ik van lezen van boeken, maar nu lees ik meer dan ooit. Dat komt door veel strips lezen. Eigenlijk vind ik lezen nog steeds saai; ik moet lezen van school. Ik kijk liever naar een film dan een boek lezen. Films zijn een van mij grote hobby. Waarom kunnen we strips lezen niet beschouwen als een gewone boek lezen. Dat zou veel leuker zijn geweest. Meestal lees ik een boek in bed voor het slapen gaan. Als het te moeilijk is sla ik een paar zinnetjes over. Een stripboek lees ik globaal. Maar als het een spannend boek is kan ik niet meer stoppen met lezen. Ik lees door tot ik slaap. Tv is nu het grootste bron van nieuws en media. Daarom wordt er niet veel kranten of tijdschriften bij ons thuis gelezen. Ik probeer wel elke dag een krant te lezen. Spits, Metro en Volkskrant zijn mijn favoriete kranten.