Het verbluffende en medogenloze verhaal van doorsnee mensen die moeten overleven in een concentratiekamp, werd mij aangeraden door een goede vriendin. Florianne was ervan overtuigd dat ik helemaal zou opgaan in de strakke verhaallijn. Ook aangezien ze vond dat het gemakkelijk leest, dacht ze dat het wel iets voor mij zou zijn. Het oevre van Amélie Nothomb, genaamd “Zwavelzuur”, belooft een aangename ervaring te worden.
Ik verwacht zeker en vast breedvoerige beschrijvingen van elke scène. Volgens mij zal het gaan over een vurige relatie tussen de twee hoofdpersonages, die tot in het detail wordt verteld.
Citaat 1: “’s Morgens bij de selectie klonk het: “Iedereen flink rechtop voor kapo Marko!”. Of onder het werk aan de tunnel: “Hé daar, noem je dat de bevelen van kapo Jan opvolgen?”
…
Pannonique doorstond die mishandelingen verbazend flink en waardig. Ze hield haar kiezen op elkaar en deed zelfs haar best om niet te kreunen van de pijn.”
Deze twee stukjes tekst verduidelijken de frauduleuze praktijken die er plaatsvinden in het concentratiekamp. Stokslagen waren er dagelijkse kost. Als een kapo (organisator) een rotdag had, mocht hij zich zomaar afreageren op een van de gedetineerden. Het is overduidelijk dat de perceptie van beide partijen anders is.
Je kan er ook de relatie tussen de beruchte kapo’s en de gevangenen uit afleiden: zowel de organisatoren als de gedetineerden zijn steeds formeel, gevangenen worden aangesproken met het op hun huid getatoeëerde nummer dat hun naam moest vervangen. Zelf waren ze verplicht hun oversten aan te spreken met “kapo”, gevolgd door zijn/haar voornaam.
Voor Pannonique (CKZ 114 ) is het zelfs belangrijk met haar medelotgenoten te bejegenen met het respect dat ze niet van de kapo’s krijgen.
Citaat 2: “Kapo Zdena pakte de gedetineerde bij haar schouder en wierp haar als een projectiel naar de rij van de ter dood veroordeelden. De kin van MDA 802 begon krampachtig te trillen. Toen gebeurde iets dat elke beschrijving tart. CKZ 114 stapte uit de rij naar voren, pakte MDA 802 bij de hand en bracht haar terug onder de levenden. Toen Zdena ziedend aan kwam rennen om het vonnis te bekrachtigen, ging CKZ 114 pal voor haar staan, keek haar recht in de ogen en verklaarde luid en duidelijk: “Ik heet Pannonique!””
Hier komt wel degelijk de heldhaftigheid naar boven in het hoofdpersonage. Ook een stevig staaltje lef wordt uitgedrukt in deze scène. CKZ 114 wordt gekarakteriseerd tot een tafelspringer of een beeldenstormer. Het is totale waanzin: het perfecte engeltje kruipt in de huid van een rebelle, een opstandelinge. Dat moment betekent een keerpunt in het boek: een gedetineerde had gesproken. Meer nog, ze heeft haar naam bekend gemaakt. In zo’n situatie betekent een naam zeer veel.
Citaat 3: “Nee, Pannonique had een opperwezen nodig om haar haat op af te reageren. Op een dag kreeg ze een ingeving: als de betrekking dan toch vacant was, kon zij, Pannonique, evengoed God worden.”
Pannonique bezondigt zich aan ὕβρις (“hybris”, overmoed/hoogmoed). Verrassend genoeg ondervindt ze hier geen nadelen van. Ze wordt zelfs aanbeden door een van de kapo’s, genaamd Zdena. Ik vermoed dat de schrijfster dat contrast opzettelijk heeft gebruikt om te accentueren dat Pannonique een wondermooi, bijna hemels meisje was.
Citaat 4: Conversatie tussen kapo Zdena en Pannonique.
“ (Kapo Zdena:)“Als ik jou zou helpen ontsnappen, doe ik dat namelijk niet voor niets.” “Hoezo?” “Zoiets heeft uiteraard zijn prijs. Ik ben niet van plan om mijn leven op het spel te zetten zonder er iets voor terug te krijgen.” “Ik snap het niet”, zei Pannonique, die zienderogen verstarde. “Je snapt het wel. En of je het snapt”, zei Zdena, terwijl ze haar ogen zocht. Pannonique sloeg een hand voor haar mond, als om haar braakneigingen te bedwingen. Deze keer deed de kapo niets om haar tegen te houden.”
Die passage shockeerde mij. Kapo Zdena die seksuele betrekkingen wou met een gedetineerde, was wel het allerlaatste dat ik verwachtte. Het verklaart wel de obsessieve houding van de kapo tegenover CKZ 114. Voordien bespaarde Zdena haar voorwerp van obsessie zware stokslagen door de stok te vervangen door een zachte stof. Zo stopte ze haar ook chocolade toe opdat ze niet te fel zou vermageren. Indien dat wel het geval zou zijn, zou ze vermoord worden, wat dus een einde zou betekenen van de fascinatie van Zdena voor Pannonique. Het is een verbazingwekkende “plot twist” in ieder geval.
Citaat 5: ”De verkozene liep waardig haar dood tegemoet, samen met
MDA 802 – de vriendin die ik niet heb gered, dacht Pannonique bedroefd, zodat ze zich bij al haar ellende nog schuldig voelde ook.
…
Ondertussen was kapo Zdena weer op het toneel verschenen: ze had de twee veroordeelden en hun geleide doen terugkeren naar de esplanade. Ze zette een aantal van de stopflessen die ze in haar armen had op de grond. Ze hield er nog een in elke hand en zwaaide er dreigend mee. “Zo is het wel genoeg! Vanaf nu ben ik hier de baas! Ik heb voldoende molotovcocktails in mijn fikken om jullie allemaal naar de andere wereld te helpen, ik kan het hele kamp de lucht in laten vliegen! Zodra iemand op mij probeert te schieten, pleur ik ze op de grond en dan gaat iedereen eraan!””
Nogmaals een zeer onverwachte wending in het verhaal. Zdena was geïntroduceerd als een lomp wicht, zonder vrienden en kansloos. Ik had nooit gedacht dat zij met een degelijk plan zou komen dat effectief zou werken om een einde te maken aan het onmenselijke programma, “Concentratie”. Bovendien is het ook opmerkelijk dat Pannonique de vulgaire eisen niet uitgevoerd heeft voordat Zdena haar redde.
Naar mijn mening is het boek een topper. Ik was van het begin tot het einde geboeid. Er bleef een zekere spanning aanwezig.
De combinatie van de bloeiende vriendschap tussen de gevangenen en de gruweldaden van de kapo’s en organisatoren van het programma, creëert een mooie vergelijking met het dagelijkse leven. Ook al gaat alles slecht, toch zal er wel ergens iets of iemand zijn die/dat je blij kan maken. Dat is dus de geweldige beeldspraak van Amélie Nothomb, die ik ten zeerste apprecieer.
De auteur is zeer sterk in haar verwoordingen. Ook ontstaat er een intense sfeer als je het boek leest: het is als het ware filmisch. Je wordt helemaal ondergedompeld in de situaties waarin de personages zich bevinden en je wordt in het verhaal meegesleept. Naarmate je het einde nadert, loopt de spanning alleen maar op. Door te opteren voor de gebruikte, aangrijpende vertelstijl, kan ik dit boek alleen maar de hemel in prijzen.
De keuzeopdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden