Keuze opdracht 3.1: winti
Winti
Winti is een religieus systeem dat in Suriname is ontstaan en waarin hoofdzakelijk West-Afrikaanse religieuze concepten en gebruiken zijn geïntegreerd. God de Schepper, Anana, heeft ook bovennatuurlijke wezens geschapen: aarde-, lucht-, en watergoden. Deze overtuiging heeft haar oorsprong heeft in Afrika. De basis principe van wat wij Winti noemen, is meegenomen door Afrikanen die door Europeanen zijn weggevoerd en in Suriname in slavernij zijn gebracht. Winti betekent letterlijk ‘wind’, naar het gevoel van de nabijheid van een God geeft: alsof er een tornado langskomt. Dit echter één van de opvattingen, want veel Winti-genezers hanteren hun eigen versie. Het is de geneeswijze en spirituele stroming die vooral in Surinaams-Antilliaanse gemeenschap bekend is. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de krachten van geesten en goden om mensen van ziekten te genezen, ze af te helpen van voortdurende tegenslag of pesterijen van overleden of bakru’s, kabouters die kwaadwillende lieden uit jaloersheid of wraakgevoelens op een tegenstander kunnen zetten. Voor Winti-hulp moet eerst aan alle goden naar behoren worden geofferd. Een kaas voor de ene, geld voor de ander, een sigaar, bloemen, een fles wijn. Winti kunnen spontaan bezit nemen van mensen, maar men kan de Wintigoden ook oproepen en een dienst of gunst van hen vragen. "God heeft zijn wijsheid niet aan één persoon gegeven. Hij heeft zijn wijsheid verspreid". Volgens de winti filosofie is ieder mens vatbaar voor al deze winti's of beter gezegd gaven. Met andere woorden, ieder persoon "krijgt" zeven basis winti's, waarvan slechts enkelen via die persoon zich daadwerkelijk (kunnen) openbaren. Net als iedere geloofsopvatting staat het idee van of geloof in goed en kwaad centraal binnen de Winti. Een winti beschikt over kennis van goed en kwaad en is in staat beide te gebruiken. Dit hangt af van de wijze waarop de mens met zichzelf en met anderen omgaat. De kwaliteit van je eigen leven [geestelijke en lichamelijke welzijn] wordt bepaald door de wijze waarop je met jezelf en je omgeving omgaat. De aard van elke winti is om de mens (asiboy) bescherming te bieden en hem of haar geluk te brengen. Het belangrijkste gebod of voorwaarde binnen de winti is daarom libimakandra (samen leven). Deze bepaling in de Winti is door onze voorouders in vele odo's (wijsheden) vervat, waaronder deze: "Prefosu taki: Na libi-bun meki tide mi abi wan sidon libi." (Wie goed doet, die goed ontmoet). Winti kunnen spontaan bezit nemen van mensen, maar men kan de Wintigoden ook oproepen en een dienst of gunst van hen vragen. Door de Winti-therapie kan zo een ‘zieke’ worden genezen. De therapie wordt gekenmerkt door rituelen, trance, kruidengeneeskunde en muziek. Het idee achter deze rituelen is dat iedere gelovige een eigen ‘Santo’, een heilige, heeft die onder leiding van een priester bezit van die gelovige neemt. Die priester wordt ook wel bonuman (medicijnman) genoemd, hij bezit de kennis om met de goden en geesten in contact te treden. ’s Nachts houdt men dan sessies en met behulp van veel muziek, dans en magie worden de heiligen opgeroepen. De ‘zieke’ is dus in trance. Behalve de bonuman is er een lukuman (ziener) en een dresiman (genezer), vaak verenigd in dezelfde persoon. Tijdens een ritueel tussen medicijnvrouw en de patiënt, wordt de waarheid door de geest onthuld en worden problemen ontrafeld. Vergelijkbaar met het stellen van een diagnose.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden