Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Tentoonstelling: Be my guest

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Cultureel verslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3615 woorden
  • 30 oktober 2012
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Ik ben op [invullen] naar het AAMU geweest, een museum in Utrecht. Het AAMU is het enige museum in Europa dat zich richt op de hedendaagse Aboriginal kunst uit Australië.

De tentoonstelling die ik heb bezocht is 'Be My Guest', 10 ontmoetingen met Aboriginal kunst. Hierin hebben tien gastcuratoren kunstwerken uit de Aboriginal kunst en de westerse kunst naast elkaar gezet. Volgens het AAMU gaan kunstwerken van grote namen uit de Aboriginal kunst een dialoog aan met kunst uit allerlei disciplines en windstreken.

Op uitnodiging van het AAMU spiegelen de gastcuratoren de Aboriginal kunst aan een kunstwerk dat ze zelf kiezen. Deze keuzes zijn gemaakt vanuit hun verschillende standpunten als kunstenaar, wetenschapper of museumdirecteur. Later in dit verslag zal ik hier nog meer over vertellen.

De kunstwerken die naast elkaar zijn gezet zijn niet alleen schilderijen, ook fotografie, installaties, sculpturen en video is te zien in de tentoonstelling. In de tentoonstelling krijgt de bezoeker de kans om mee te kijken met de gastcurator: Waarom heeft hij of zij deze keuze gemaakt?

In deze tentoonstelling zijn er dus veel verschillende kunstwerken van verschillende kunstenaars te vinden. Ik wil vier kunstenaars en drie gastcuratoren bespreken, ik zal hiernaast de anderen wel noemen maar niet verder uitwerken.

Recensie over de tentoonstelling

Aboriginal naast het Westen

Bertjan ter Braak

UTRECHT -  Het is een mooi ding dat er een apart museum in ons land is voor aboriginalkunst. In de afgelopen jaren is daar veel te zien geweest van de diversiteit waarin de verscheidene kunstenaars werken. Regelmatig werd al aangetoond dat er down under veel meer gebeurt dan het traditionele werk met stippen en concentrische cirkels. De nieuwe tentoonstelling voegt iets wezenlijks toe: de confrontatie met andere, westerse kunstenaars.

Aanleiding is het tienjarig bestaan van het museum. De gekozen vorm tien 'ontmoetingen': aan tien mensen werd door curator Georges Petitjean gevraagd een aboriginalstuk tegenover een werk van eigen keuze te plaatsen. Spannend is dat, omdat steeds in elk van de werken meer te zien is dan zonder deze confrontatie.

Neem nou beeldend kunstenaar Roy Villevoy, die Wild Yam II van Emily Kame Kngwarreye hing tegenover Form derived from a cubic van Sol LeWitt. Het 'architectonische' van LeWitt maakt dat het aboriginal werk ineens meer diepte krijgt. Maria Roosen legde een tapijt van Hester Oerlemans voor een driedimensionaal werk van Roy Wiggan. Deze 'verabstraheerde' de typische aboriginalbeeldtaal, die voor een belangrijk deel gedrenkt is in symboliek. Oerlemans doet in haar tapijt iets soortgelijks: haar schijnbaar abstracte tekens zijn afgeleid van computersymboliek. Een eye-opener.

Plattegrond Een derde voorbeeld is de keuze van Maria Roesink, directeur van het Almeerse Museum De Paviljoens. Country and Rockholes around Uluru van Bill Whiskey Tjapaltjarri hangt naast Guide psychogéographique de Paris van Guy Debord. Twee 'plattegronden', als het ware, de een de meteen herkenbare aboriginal versie, de ander een geheel eigen plattegrond van Debords liefdesleven in Parijs. Twee totaal verschillende manieren, met andere woorden, om tegen de eigen omgeving, het eigen land aan te kijken. Land, dat komt vaak voor hier, en is een kernwaarde in de aboriginalcultuur. Tegelijkertijd wordt op deze expositie duidelijk dat de aboriginalkunst wat vaker naar 'gewone' musea zou mogen en moeten verkassen.

Telegraaf vr 08 jul 2011

De gastcuratoren en kunstenaars

De tentoonstelling 'Be My Guest' word verzorgd door 10 gastcuratoren en bestaat uit kunstwerken van veel verschillende kunstenaars. Ik bespreek hier drie gastcuratoren en vier kunstenaars. Van elk van deze kunstenaars bespreek ik later een schilderij.

De tien gastcuratoren:

  • Macha Roesink
  • Wouter Welling
  • Theo Kuijpers
  • Bob Negryn
  • Kitty Zijlmans
  • Arjon Dunnewind
  • Roy Villevoye
  • Tijs Goldschmidt
  • Maria Roosen
  • Edwin Jacobs

Tijs Goldschmidt

Tijs Goldschmidt is een Nederlandse evolutiebioloog en schrijver. Hij studeerde biologie in Amsterdam en Leiden en heeft vijf jaar in Tanzania gewoond, waar hij cichliden in het Victoriameer bestudeerde als onderzoeker van de Rijksuniversiteit Leiden. Hierover schreef hij het boek 'Darwins hofvijver'. In 1993 ging hij helemaal over op het schrijven van boeken. Darwins hofvijver kreeg verschillende prijzen en is in veel talen vertaald. Sindsdien heeft hij vele essays gepubliceerd en voor zijn bundel 'Oversprongen' de Jan Hanlo Essayprijs gewonnen.

Maria Roosen

Maria Roosen is een Nederlandse tekenaar en beeldhouwer. Ze maakt veel uit glas en keramiek. Ze volgde een opleiding aan het Moller Instituut en studeerde aan de Arnhemse Academie voor Beeldende Kunsten.

Ze heeft al veel geëxposeerd, onder andere met de expositie 'Home is where the heart is' en 'Maria's Maria's'. Maria kreef de ouvreprijs voor Nederlandse beeldhouwkunst, de Wilhelminaring, in 2006. In 2009 won ze de Singer Oeuvreprijs. Maria woont en werkt in Arnhem en is gastdocent aan meerdere academies.

Edwin Jacobs

Edwin Jacobs is directeur van Stedelijk Museum 'de Lakenhal' in Leiden. Daarvoor was hij cultuurmakelaar en onafhankelijk curator. Na docent te zijn geweest zorgde hij er als directeur van het museum 'Jan Cunen' in Oss voor dat zijn museum gratis openstond voor educatieve en interculturele projecten. Jacobs is een aanhanger van de theorie van Ivan Illich, een theoloog en pedagoog, namelijk die van "een collectieve samenhang in de samenleving door een vrijwillige afgewogenheid in welvaart". Hij herkent hierin "de onvervreemdbare functie van kunst in vrijheid, als basis van democratie en progressief denken".

Overige curatoren:

  • Macha Roesink
  • Wouter Welling
  • Theo Kuijpers
  • Bob Negryn
  • Kitty Zijlmans
  • Arjon Dunnewind
  • Roy Villevoye

Vier van de kunstenaars wiens kunstwerken te zien waren en nog steeds zijn in het AAMU:

Billy Benn Perrurle

Billy Benn Perrurle is een populaire aboriginal kunstenaar. Hij werkte in zijn jeugd in de mijnen van de Harts Range in Australië en werd hier later veehoeder. Zijn vader was ook kunstenaar, hij beschilderde en sneed houten beelden, boemerangs en speren. Belly Benn maakt wat modernere kunst dan zijn vader. Zijn oudere zussen leerden hem schilderen toen hij een tiener was.

Het cultureel verslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Gordon Bennett

Gordon Bennett begon pas met kunst als volwassene, toen hij afstudeerde in de Schone Kunsten aan de Queensland College of Art in Brisbane. Het meeste van zijn werk bestaat uit het in kaart brengen van alternatieve geschiedenissen en ideeën in het Australië van vóór de koloniën. Hij verwerpt racistische 'etiketten' en stereotypen. Sinds 1989 heeft Bennett 50 solo-tentoonstellingen gehad en heeft hij nationaal en internationaal erkenning voor zijn werk ontvangen. Hij heeft in allerlei landen geëxposeerd, waaronder de VS, Italië, Duitsland, Canada en Denemarken. Ian McLean heeft een boek over hem geschreven, 'The Art of Gordon Bennett'. Bennett heeft een aantal grote prijzen gewonnen, waaronder de John McCaughey Memorial Art Prize.

Bill Whiskey Tjapaltjarri

Bill Whiskey Tjapaltjarri is geboren op Pirupa Akla, een land in de buurt van 'de Olgas' aan het westen van Ayers Rock. De meesten van zijn familie, de Whiskeys, zijn al verhuisd naar de 'Haasts Bluff'-missie. Hier ontmoette hij zijn vrouw Colleen Nampitjinpa en hij is nooit meer teruggekeerd naar zijn thuisland. Bill heeft gewerkt als genezer en als kok.

In 2004 begon hij met schilderen. De meeste onderwerpen van zijn schilderijen zijn 'the Rockholes' in de buurt van Pirupa en zijn eigen reizen naar Areyonga en Haasts Bluff. Whiskey is een erg traditionele man met een joviale persoonlijkheid. De felle kleuren in zijn werk reflecteren het karakter van de man.

Kathleen Petyarre

Kathleen Patyarre is een Australische Aboriginal artiest, bekend van haar schilderijen met extreem verfijnde en gelaagde techniek van ingewikkelde stippatronen. Haar kunst verwijst naar haar land en haar 'Dreamings': concepten die moeilijk te vatten zijn voor een niet-Aboriginal. Toch kan de uitgestrektheid van het land goed worden herkend in de landschappen van Petyarre, die wel eens wordt vergeleken met expressionisten Jackson Pollock en Mark Rothko.

Haar schilderijen zijn omschreven als "magistrale werken die kunnen worden vergeleken met symfonische composities". Petyarre gebruikt kebab-stokjes om de stippen op haar schilderij te zetten en is hier weken mee bezig. Ze is al vaak genomineerd door 'Australian Art Collector' en staat in de top 50 van 'meest verzamelbare artiesten van Australië'.

Vorm en opbouw

Vorm

Het Aboriginal Art Museum is gevestigd aan de Oudegracht in Utrecht. Het is een klein museum met drie verdiepingen. Op de begane grond is er een tentoonstellingsruimte, de museumwinkel, de galerie, een filmzaal en het museumcafé. In de filmzaal, een klein zaaltje met ongeveer 20 stoelen, kan gekeken worden naar een introductie-film over Aboriginal kunst en cultuur. Op de eerste verdieping staan weinig kunstwerken opgesteld, hier worden vooral de gasten onthaald en kan men wat drinken en in het winkeltje rondkijken. De benedenverdieping oogt groter dan ze is, zoals het hele museum, door de witte wanden, de vele openingen in de muren en het licht dat door de grote ramen naar binnen komt. De trap in het midden van het pand nodigt uit om boven een kijkje te nemen.

Op de tweede verdieping is de collectie 'Be my Guest', waar verschillende kunstwerken hangen. De tweede verdieping is erg gevarieerd ingedeeld, met inhammen, tussenwanden, lagere stukken en trappen. Zo lijkt de relatief kleine ruimte waarin de stukken stonden opgesteld toch groter. Ook hier zijn de muren wit en zijn er veel 'doorkijkjes'. Dit zorgt voor een open en lichte sfeer. Op de tweede verdieping is de trap ook duidelijk zichtbaar en nodigt ook hier uit tot beklimmen.

Op de derde verdieping is de vaste collectie van het museum te zien: vooral schilderijen, maar ook beelden en schilderingen op boombast. Elke Australische regio wordt vertegenwoordigd door enkele schilderijen, en zo is het verschil tussen de kunst in de regio's goed te zien. Op de bovenste verdieping staan er ook veel schotten dwars op elkaar, veel hoekjes en inhammetjes en ook hier alles wit.

De sfeer is door het hele museum heen gelijk: open, licht, uitnodigend en speels. Er is heel goed omgegaan met de kleine ruimte en hoewel er niet eens zoveel kunstwerken hangen, komt de Aboriginal cultuur erg goed naar voren door het kleurgebruik. Alles is wit: alleen de vaak felgekleurde of in natuurtinten geschilderde kunstwerken springen eruit.

De opbouw van de tentoonstelling

Er is in het museum een duidelijk verschil tussen de permanente collectie en de tijdelijke. Door het op aparte verdiepingen te plaatsen worden ze gescheiden.

 De permanente collectie bestaat uit kunstwerken uit de verschillende stromingen en stijlen binnen de Aboriginal kunst. Hierin wordt het verschil per regio benadrukt. Helaas is er weinig informatie over de verschillen te zien (bijvoorbeeld op informatieborden) op de verdieping.

De tijdelijke collectie, 'Be My Guest', had niet twee keer dezelfde kunstenaar, dus was niet gerangschikt op kunstenaar. Het leek alsof er niet echt een opbouw in deze collectie zat, behalve het feit dat gastcuratoren telkens twee kunstwerken aan elkaar hadden gekoppeld. Helaas was ook dit totaal niet duidelijk voor de bezoeker en stonden ook hier geen informatieborden.

Moderne media

Bij de tentoonstelling 'Be My Guest' werden moderne media gebruikt, namelijk bij 'Sound bites Art', een educatief project van het museum. Leerlingen krijgen per tweetal een MP3-speler met verschillende nummers. Ze mogen dan vervolgens door de 'Be My Guest'-collectie lopen en de kunstwerken aan een bepaald nummer koppelen. Dit schrijven ze op en leggen aan het eind in de groep uit waarom ze deze keuze hebben gemaakt.

Eigenlijk doen ze hier hetzelfde als de gastcuratoren: ze koppelen Aboriginal-kunst aan andere kunstvormen. Deze link werd in het museum niet gelegd. Ook konden de leerlingen niet twee kunstwerken per liedje kiezen (bijvoorbeeld de twee kunstwerken die de gastcurator al aan elkaar had gekoppeld).

Behalve het project 'Sound bites Art' werd er gebruik gemaakt van moderne media bij het laten zien van een introductie-film voor de rondleiding begon. Deze film is bedoeld om de bezoekers basiskennis te geven over Aboriginal kunst, waarmee ze vervolgens de kunstwerken gaan bekijken. In deze film werd de geschiedenis van de Aboriginal kunst kort uitgelegd en de techniek van traditionele Aboriginal kunst besproken.

Inhoud

Het Aboriginal Art Museum is, zoals de naam al verraadt, helemaal gericht op Aboriginal kunst (beeldende kunst). Het AAMU heeft voor het grootste deel hedendaagse kunst in bezit, ook omdat het moeilijk is om aan traditionele Aboriginal kunst te komen. Hier hangt namelijk een belangrijke spirituele waarde aan en wordt niet vaak door Aboriginals weggegeven of verkocht.

In het museum staan hoofdzakelijk schilderijen, maar ook enkele beelden. De meeste Aboriginal kunst is geschilderd, zeker de meer traditionele werken. De modernere kunstenaars maken soms gebruik van fotografie of andere kunstvormen.

De tentoonstelling 'Be My Guest' probeert een link te leggen tussen de westerse hedendaagse kunst en de hedendaagse Aboriginal kunst. Dit komt tot uiting in de combinatie tussen westerse kunstwerken en Aboriginal kunstwerken naast elkaar, uitgezocht door gastcuratoren.

Vier kunstwerken uitgewerkt

Gordon Bennett - Course of Empire (1989)

Dit is een schilderij, bestaande uit vier delen met elk een ander manier van schilderen. Er is waarschijnlijk olieverf of acrylverf voor gebruikt, omdat de kleuren zo levendig zijn. Het eerste plaatje toont twee soldaten. De ene, rechtse, soldaat lijkt te gaan zitten of te vallen, terwijl de ander blijft staan en het paard vasthoudt. Het tweede deel toont de vlag van Groot-Brittanië op de zijkant. Het derde deel is abstract, met veel felle kleuren en geen figuratieve onderdelen. Het laatste deel lijkt het meest op een traditioneel Aboriginal schilderij, door het gebruik van de 'stippel-techniek' en de symbolen. Dit laatste deel ziet er uit als een landkaart (zoals veel Aboriginal schilderijen), ook door het zanderige kleurgebruik, maar beeldt tegelijk een kind uit (waarschijnlijk een Aboriginal-kind). Boven in het schilderij rechts zijn voetstappen te zien.

De titel van het schilderij, 'Course of Empire', betekent 'de loop van (het) rijk'. Hiermee wordt, denk ik, de loop van het 'rijk' van de Aboriginals bedoeld. De manier van leven van de Aborigines is veranderd door de komst van de Engelsen in Australië (vandaar ook de Engelse vlag). Het eerste plaatje vind ik moeilijk te plaatsen, misschien zijn het Engelse soldaten in Australië (ze zijn blank), maar ik begrijp niet wat er op het plaatje gebeurt. Het derde plaatje zou kunnen staan voor de chaos die ontstond door de komst van de westerlingen in de Aboriginal-cultuur, of juist voor de mengeling van culturen die daardoor plaatsvond (de verschillende kleuren staan voor de culturen). Het laatste plaatje verwijst, zoals ik al zei, naar de traditionele Aboriginal-kunst. De voetstappen zouden kunnen duiden op de levensloop van de Aboriginals, die wel is veranderd maar toch ook hetzelfde is gebleven (symbolisch door de traditionele vormgeving).

Ik denk dat Gordon Bennett met dit schilderij ook (licht) verwijst naar een schilderij dat in 1833 door Thomas Cole is gemaakt, namelijk 'The Course of Empire'. Dit schilderij bestaat uit vijf delen en vertelt over het Amerikaanse empirisme. Dit schilderij van Cole is weer gebaseerd op een gedicht van Byron:

"There is the moral of all human tales;

'Tis but the same rehearsal of the past.

First freedom and then Glory - when that fails,

Wealth, vice, corruption - barbarism at last.

And History, with all her volumes vast,

Hath but one page...

Ik denk dat dit ook terug te zien is in de geschiedenis van de Aboriginals: eerst vrijheid, maar als dan de westerlingen komen is er corruptie en barbarij. Misschien doelde Gordon Bennet hier wel op toen hij het schilderij maakte.  

Kathleen Petyarre - Thorny Devil Lizard Dreaming (Water Courses and Rockholes) (1999)

Op het eerste gezicht is het moeilijk te zeggen wat hier te zien is. De titel vertelt misschien meer: 'Dromende bergduivel' in het Nederlands. Een bergduivel (thorny devil lizard) is een hagedis die alleen voorkomt in het westen en het midden van Australië. De bergduivel is een slome hagedis, daarom past misschien het werkwoord 'dromen' ook wel goed bij dit dier. Kathleen Peryarre staat erom bekend dat haar schilderijen te maken hebben met haar land. Ik denk daarom dat ze in het westen of midden van Australië woont of heeft gewoond, en door middel van dit schilderij en deze titel daar over wil vertellen.

'Mountain Devil Lizard Dreaming' is één van de belangrijkste 'Droomtijd'-verhalen. De Aborigines geloofden dat de bergduivel de kleur oker droeg in een zakje rond zijn nek en deze over de wereld verspreidde. Deze kleur wordt door de Aborigines tijdens ceremonies gebruikt als lichaamsverf. Dit verhaal werd aan Kathleen Petyarre doorgegeven aan haar via haar grootvader's familie, waardoor zij een 'drager' is geworden van dit verhaal.

In dit schilderij heeft Petyarre veel zandkleuren gebruikt, de kleuren die de bergduivel ook heeft. De bergduivel is erg goed in het zich verbergen, ik denk dat Kathleen hem daarom zo moeilijk herkenbaar heeft geschilderd. Ik geloof dat de bergduivel midden onderin te zien is, in lichtere kleuren dan de rest van het schilderij. Kathleen Petyarre gebruikt voor het stippen dunne stokjes en is daardoor ontzettend lang met één schilderij bezig. Ze stippelt vele lagen over elkaar heen. Hoewel haar schilderijen op een traditionele manier gemaakt zijn, zijn er vaak (dat is ook in dit schilderij het geval) geen symbolische tekens aanwezig. Dat is ook niet nodig, want de symboliek zit er ook zonder deze tekens zeker in    

Bill Whiskey Tjapaltjarri - Country and Rockholes around Uluru (Ayers Rock) (2005)

Bill Tjapaltjarri, in 2008 overleden, was toen hij dit schilderij maakte al één van de oudste Aboriginals in contact met de westerse wereld. Daarom is het ook niet vreemd dat hij een traditionele manier van schilderen had. Ook in dit schilderij is duidelijk het landschap vanuit vogelperspectief gezien. Het land lijkt in (verschillende kleuren) stippen te zijn geschilderd, terwijl het water in egaal blauw is. Ook de ontmoetingsplekken of waterputten zijn duidelijk te onderscheiden. Het kleurgebruik is erg opvallend: veel primaire kleuren (blauw, geel, rood). De kleuren zijn ook vaak recht op elkaar geplaatst: er is veel contrast. De titel 'Country and Rockholes around Uluru (Ayers Rock)' betekent: 'Land en 'rotsholen' rond Uluru (Ayers Rock)'. Het valt me op dat ook in de titel van dit schilderij 'Rockholes' wordt genoemd. In de Droomtijd-mythologie komen holen in de rotsen ook terug, namelijk als plaatsen waar mythologische figuren zich verbergen. Hieruit wordt duidelijk dat de gewone tijd en de Droomtijd erg met elkaar verbonden zijn, ook in de besproken schilderijen. Uluru, ook wel Ayers Rock genoemd, is een grote rotsformatie in Australië met een opvallende rode kleur. Uluru ligt midden in Australië. Voor de Aborigines is de Uluru erg belangrijk in de Droomtijd-mythologie, omdat elk deel van deze rotsformatie zijn eigen betekenis heeft. De gaten in de rotsformatie zijn, volgens de mythologie, uitgegraven door mythologische mollen, die in de tijd dat er nog geen schrift bestond, zo de verhalen van de voorouders doorgaven aan de Aboriginal-kinderen.

Bill Tjapaltjarri, in 2008 overleden, was toen hij dit schilderij maakte al één van de oudste Aboriginals in contact met de westerse wereld. Daarom is het ook niet vreemd dat hij een traditionele manier van schilderen had. Ook in dit schilderij is duidelijk het landschap vanuit vogelperspectief gezien. Het land lijkt in (verschillende kleuren) stippen te zijn geschilderd, terwijl het water in egaal blauw is. Ook de ontmoetingsplekken of waterputten zijn duidelijk te onderscheiden. Het kleurgebruik is erg opvallend: veel primaire kleuren (blauw, geel, rood). De kleuren zijn ook vaak recht op elkaar geplaatst: er is veel contrast. De titel 'Country and Rockholes around Uluru (Ayers Rock)' betekent: 'Land en 'rotsholen' rond Uluru (Ayers Rock)'. Het valt me op dat ook in de titel van dit schilderij 'Rockholes' wordt genoemd. In de Droomtijd-mythologie komen holen in de rotsen ook terug, namelijk als plaatsen waar mythologische figuren zich verbergen. Hieruit wordt duidelijk dat de gewone tijd en de Droomtijd erg met elkaar verbonden zijn, ook in de besproken schilderijen. Uluru, ook wel Ayers Rock genoemd, is een grote rotsformatie in Australië met een opvallende rode kleur. Uluru ligt midden in Australië. Voor de Aborigines is de Uluru erg belangrijk in de Droomtijd-mythologie, omdat elk deel van deze rotsformatie zijn eigen betekenis heeft. De gaten in de rotsformatie zijn, volgens de mythologie, uitgegraven door mythologische mollen, die in de tijd dat er nog geen schrift bestond, zo de verhalen van de voorouders doorgaven aan de Aboriginal-kinderen.

Het is vreemd dat het lijkt alsof de Uluru helemaal niet is opgenomen in het schilderij van Bill, omdat nergens zo'n grote rots te zien is, behalve misschien de witte driehoek in het midden van het schilderij. Dit lijkt me het meest waarschijnlijk, maar waarom heeft Bill de  Uluru (ook driehoekig van vorm) zo klein geschilderd terwijl de betekenis van de Uluru zo groot is? Ik denk dat dit komt doordat hij de nadruk op de omgeving wil leggen en hoe deze door de Uluru wordt beïnvloed. Alle lijnen leiden naar de Uluru, alle vlakken lijken ernaar te wijzen. Zo staat de Uluru toch nog in het middelpunt van dit schilderij.

Billy Benn Perrurle - Artetyerre (2007)

Dit schilderij toont het geboortegebied van Billy Benn Perrurle, namelijk de Harts Range in Australië. Op de voorgrond is een bruine massa te zien, die lijkt op een berg. Daarachter een meer met daaromheen bomen. Het lijkt nacht, de lucht is donker.

De schildertechniek is anders dan de traditionele techniek, er is geen gebruik gemaakt van stippen. In plaats daarvan gebruikt hij grove streken met veel verf op de penseel. Hij lijkt verschillende kleuren verf te pakken en die dan in één keer uit te smeren over het doek. Toch blijft hij erg eenvoudig, wat dan wel weer past bij de Aboriginal-stijl van schilderen. Het landschap is horizontaal geschilderd, wat de westerse manier is van het weergeven van een landschap. De rotsen lijken wel wat op gezichten, op wezens. Dit komt overeen met de manier waarop Aborigines over een landschap denken: overal in de natuur zijn mythologische wezens terug te vinden die zich hebben 'omgevormd' tot bijvoorbeeld rotsen of dieren. In het schilderij zijn geen tekens of symbolen te vinden. Wel laat Billy bijvoorbeeld de kracht van de rotsformatie duidelijk zien door de dikke strepen. Billy lijkt op een westerse manier de scheppingsverhalen (over de mythologische figuren die de wereld in het begin hebben gemaakt) van de traditionele Aboriginal-mythologie te verwerken in dit schilderij.

Mijn eigen mening

Mijn totale indruk van de tentoonstelling was positief. Dit komt voor het grootste deel door de opbouw van de tentoonstelling en de prachtige kunstwerken. Door eerst een inleidend filmpje te laten zien beschikten we meteen over wat achtergrondkennis, die we goed konden gebruiken in de rest van het museum. Het was een goed idee om ons met muziek door het museum te sturen, hierdoor gingen we nadenken over wat we nu eigenlijk zagen en dit koppelen aan teksten. Wat ik jammer vond is dat het niet duidelijk was welke kunstwerken aan elkaar gekoppeld waren door de gastcuratoren en waarom. Dit werd ook door de museum-medewerkster niet uitgelegd. Ook bij de vaste collectie was weinig uitleg. Toch vond ik deze collectie duidelijk opgedeeld in groepen uit verschillende delen van Australië, ik zag duidelijk het verschil in werkwijze. Het museum heeft niet helemaal aan mijn verwachtingen voldaan, omdat de presentatie wat rommelig was. De schilderijen zelf hebben wel aan mijn verwachtingen voldaan, omdat ze goed weergaven hoe de Aboriginal kunst op dit moment is.

Het schilderij dat de meeste indruk op mij heeft gemaakt was het enorme schilderij van Sally Gabori, 'Thundi'. Door het gebruik van felle kleuren, grote vlakken en dikke streken fascineert het schilderij.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.