Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Zuidstraat door Denis Henriquez

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
Boekcover Zuidstraat
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vmbo/havo | 1674 woorden
  • 2 maart 2011
  • 21 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
21 keer beoordeeld

Boekcover Zuidstraat
Shadow
Zuidstraat door Denis Henriquez
Shadow
Denis Henriquez, Zuidstraat, roman, uitg. de Bezige Bij 1992, 199 p.

Hoewel het omslag roman vermeldt, zijn het verhalen over de bewoners van Zuidstraat en omgeving, Oranjestad, Aruba tussen begin jaren vijftig en begin jaren zestig.

Rosa, mi amor
Eerste zin: “Men kan zeggen dat hun vriendschap begon onder het klaroengeschal van Jopi, Jopi Figaroa.” De vriendschap betreft Binchi Rincones en Alejandro Bulos, twee figuren die in veel verhalen een rol spelen. Jopi’s klaroengeschal is een tijdens de les uit de hand gelopen scheet waarmee hij zichzelf zo bevuilt dat hij schoongespoten moet worden door de meester, frère Bernardinus, tot vermaak van de hele klas. Over Jopi (Pupu) vernemen we verder niets meer. Het verhaal vervolgt terwijl de jongens intussen op de middelbare school zitten (HBS) en door de puberteit het spel vergeten, maar de liefde ontdekken in de persoon van Rosa, een dienstmeid die iedere namiddag de baby van haar mevrouw uit wandelen neemt in het Wilhelmina-park. Hun toenadering leidt tot niets en ze winnen raad in bij Binchi’s minder begaafde broer Candelario (Sapo) die hun adviseert niet met zijn tweeën op veroveringspad te gaan. Wie mag het eerst proberen Rosa te versieren? Alejandro mag, omdat Binchi een pak rammel krijgt van zijn vader en tijdelijk uitgeschakeld is. Alejandro probeert Rosa te imponeren, maar dat wordt uiteraard niets. Zij zou ’s avonds naar de bioscoop gaan en Alejandro gaat met een smoes ’s avonds ook naar de film, maar zijn moeder plukt hem uit de bioscoop.en Rosa wordt verliefd op een jongen die veel ouder is dan B. en A. (Binchi’s vader raakt onderwijl in de ban van het mediteren onder invloed van zijn vriend Hein).



Mister Chiclets & Binchi Five Guilders

De jongens zijn pubers, maar hun lol was nooit kwaadaardig. Iedereen had een bijnaam: Binchi was Kippepoot, omdat hij zulke lange stelten (benen) had, Alejandro heeft nog geen bijnaam, maar welke naam ze ook voor hem verzinnen (Omo, Brilcream, omdat hij er zo overdreven schoon uitzag), geen beklijft, maar als de keurig geklede Alejandro in een rioolput valt die hij niet zag vanwege de regenplassen, hij hij Mr Chiclets (= kauwgom), omdat hij daar juist om vroeg toen hij in de modder wegzakte.


Op een nacht hoort Binchi een paar de liefde bedrijven onder zijn raam. De vrouw vraagt five guilders voor haar diensten, maar de man weigert. Binchi is nieuwsgierig wie de vrouw wel niet zou zijn en komt er na een keer vergeefs posten toevallig achter dat die vrouw de moeder van een vriend is (Roland) is. Binchi vindt dat een beetje treurig.


Het feest van San Juan

De tante van Binchi’s moeder had een opa die doodging aan een geheimzinnige ziekte, veroorzaakt door luipaardvel, zijn ruggemerg werd opgegeten en veroorzaakte een fluitton vlak voor hij stierf. Vriendje Edi maakt met Binchi een afspraak om de volgende ochtend om 10 uur te softballen. Edi’s ruziemakende stiefvader gaat die avond naar het feest in de Commandeursbaai Club, wordt dronken, gaat achter de hoeren aan, maar bereikt niets. Thuisgekomen, krijgt hij ruzie met zijn vrouw Teresa, die hem na een ruzie doodsteekt met het door Edi aangedragen mes. De softbalafspraak de volgende ochtend gaat niet door.



Uncle Djo

Verhalen over bijgeloof en duivels. Binchi’s oom Djowiwi werd op zijn zeventiende volwassen en trok de wijde wereld in. Tien jaar op Cubaanse plantages, zijn opzichter daar was Angelito, die zo ijdel was, dat toen hij zijn geliefde niet kon bevredigen, zelfmoord pleegde. Na de dood van zijn moeder keert hij terug, zijn zus (Binchi’s moeder) Enriquita, herkent hem bijna niet. Na een maand vertrok hij weer: Zuid-Amerika, wordt verliefd op een vrouw, maar verkiest de vrijheid, zijn ontroostbare vriendin sterft aan de hevigste hoofdpijnen die ze ooit had. Erg slim is Djo niet, lezen en schrijven kan hij niet, maar hij is overal geweest, “Overal op de globe?’vroegen de kinderen, het antwoord van Djo is: ook de globe heb ik bezocht. Hij wordt voorman in de haven. Vervolgens weer allerlei spookverhalen en geestverschijningen waar Djo op jaagt.


Joao
De tragische liefde van de Portugese vuilnisman, die van baan verandert om de familie van zijn geliefde te behagen, maar daar niet in slaagt. Hij is een handige tuinman en in die functie ontmoet hij Susana, die verliefd op hem wordt. Als Joao in zijn nieuwe baan (barman) de auto mag lenen van zijn baas en daarmee Susana probeert te imponeren, loopt dat verkeerd af. Hij wordt door de politie aanggehouden, zonder rijbewijs, en ze moeten terug lopen. Daardoor komt Susana te laat thuis en wordt bij haar familie bekend dat ze uitgeweest is met de Portugees. Schande! Hun liefdesrelatie moet eindigen. Anderhalf jaar later trouwt Joao een Portugese vrouw met een paardengezicht. Hun eerste zoon heet Karel Doorman, het schip meerde net die dag aan in de Paardenbaai. Susana is na die affaire nooit meer gaan werken en raakte aan de drank.


De vreemdeling
Vlak voor de Tweede Wereldoorlog vertrekt Johannes Bierman naar Aruba. Hij wordt boekhouder bij de KNSM (de stoombootmaatschappij). Hij woont met twee andere Nederlanders in een pension. Johannes is lui, de ene Nederlander, Rob, is ambitieus, de ander, Klaas, zat vol grappen. De pensionhoudster maakt voortreffelijke soep, maar de mannen weten niet dat zij er heimelijk een scheut van hun kostbare (oude) jenever in doet, ze constateren wel de drank snel opgaat. Eerst verdenken ze zichzelf, dan verdenken ze het hulpje Filomena. Ze vullen een lege fles met urine (de kleur van oude jenever) en constateren ’s avonds lachend dat er Filomena er een slok van genomen moet hebben. Als ze bij de pensionhoudster gaan klagen over de lange vingers van Filomena, wordt duidelijk dat de drank in de soep ging, waarvan zij zojuist een bord verorberd hebben. Johannes, zoon van een fietsenmaker uit Delftshaven, trouwt met Catharina Printz, de dochter van de bankdirecteur. Zijn schoonvader vindt Klaas weinig ambitieus en spoort hem aan in zaken te gaan. Na fietsen, zal Johannes encyclopedieën gaan verkopen, maar alles mislukt. Ook de levensmiddelen en de cosmetica. Johannes was niet geschapen voor het zakenleven. Zijn huwelijk ging de mist in en Johannes gaat er vandoor en komt terecht in een schuurtje achter de tuin van Binchi die hem wel eens opzoekt samen met Alejandro. Johannes is een vreemde geworden, die op het eiland was blijven hangen en nu zielsalleen zijn dagen doorbracht, onbegrepen en onbemind.


De verloren zoon

Pater Mimosa Brandenburg preekt in het Papiaments, maar verwart scheet met wind, als hij Jezus laat zeggen, Wind ga liggen, de hele kerk buldert van het lachen. Pater Mimosa is de leraar van Binchi en Alejandro die hem het leven zuur maken. Van de kerk en de godsdienstlessen moeten de jongen niet veel hebben. Alejandro’s ouders (uit Venezuela, als kruidenier op Aruba) gaan zonder Alejandro naar de kerk, al maken zij zich daar wel zorgen om. Terwijl zij op zondagochtend de mis bijwonen ligt Alejandro met de gulzige dienstmeid, Memé, in bed te rollebollen. Memé wordt verliefd op Alejandro, maar die ziet haar slechts als plezier, ze probeert nog Alejandro jaloers te maken, nieuwe kleren en make up gebruikt ze, maar het haalt niets uit. Zijn moeder blijft bezorgd. ”Nou heeft die jongen een HBS-diploma behaald en hij weet niet eens dat God bestaat!”



De wereld is krom
Binchi’s vader is bevriend met Hein Wierook, de importeur van melkproducten. Hein was een soort Indische filosoof. Zij vissen samen en filosoferen. Hein leent een boek van Albert Einstein aan Binchi’s vader. Het is een natuurkundig boek over de relativiteitstheorie (de wereld is krom). Binchi leent het boek weer uit aan vriend Steven (Scaramouche) die door het boek begeesterd raakt en na zijn examen natuurkunde wil gaan studeren. [Misschien is Steven Denis Henriquez, de schrijver van dit boek, omdat die natuurkunde heeft gestudeerd]

De vrienden maken plannen voor de toekomst, Alejandro wil piloot worden, Binchi twijfelt tussen chemie en bruggen bouwen (ingenieur worden). Hij zal het ’s avonds aan zijn ouders vertellen, maar als hij thuiskomt, blijkt Oom Nicanor gestorven te zijn (aan een onschuldige ingreep). Nicanor was een zeer geliefde loterijbriefjesverkoper. Na de begrafenis gaat Binchi met zijn (minder slimme) broer Sapo, wat drinken, wat uiteindelijk uitloopt op hoerenbezoek (waaraan Binchi niet deelneemt) en het besluit van Sapo om in de politiek te gaan, want daar kun je pas rijk worden. Terwijl zijn broer bezig is, luistert Binchi naar de droeve verhalen van de hoer Violetta die haar lichaam verkoopt om haar zoontje een goede school te kunnen laten bezoeken. (de wereld is krom: letterlijk, natuurkundig gezien, maar ook in de betekenis van oneerlijk) De woorden van zijn vader die hem troostte bij het graf van Nicanor: ‘Zo is het leven, Binchi, zo is het leven. Tásina bida ta.’


Zuidstraat
Binchi vertrok op een hete namiddag in augustus, een kleine zes uur later dan zijn vriend Alejandro. Alle figuren uit de Zuidstraat duiken nog een keer op in de herinnering van Binchi.

Ook zijn slechte gebit, waarvan hij de pijn stiekem bestreed met de brandy van zijn vader komt ter sprake, want zijn oom had hem een keer betrapt toen hij zijn ooms drank ook stal en nu moest hij (met tegenzin) ook van die oom (Djowiwi) afscheid nemen. Hij krijgt zelfs nog een briefje van honderd van zijn oom. Aan het eind van het verhaal wordt nog een droom van Binchi’s moeder beschreven waarin ook familieleden weer opdraven en dan eindigt het boek met:

“Buiten lag de duisternis gespreid over de stille straten, als een zwarte sluier waarin treurige lantaarns gele gaten brandden. Alleen in de Wilhelminastraat klonken holle voetstappen Sapo ging zijn bed opzoeken. Bij Johannes Biermans sijpelde nog licht door de kieren van de voordeur. Djowiwi lag in zijn stoel, zijn hoofd scheef achterover, zijn mond wijd open, droomloos snurkend onder een wassende maan”. [196 p.]

Denis Henriquez, geboren in 1945 op Aruba, leraar natuurkunde te Rotterdam schreef Zuidstraat dat in 1992 werd gepubliceerd.

Er is een motto: een fragment uit Amores de Estudiante, gezongen door Carlos Gardel. Dit fragment wordt niet vertaald op p. 199, zoals wel de meeste Papiamentse uitdrukkingen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Zuidstraat door Denis Henriquez"