Algemene gegevens:
Titel: Is dit een mens (oorspronkelijke titel: se questo è un uomo)
Auteur: Primo Levi
Uitgeverij: Meulenhoff, Amsterdam
Jaar van uitgave: 2004 (zeventiende druk, oorspronkelijke Italiaanse uitgave 1958)
Aantal bladzijden: 215
Samenvatting
In 1943, na de tweedeling van Italië, met de koning en de geallieerden in het zuiden en Mussolini in het noorden, trok Primo Levi als verzetsstrijder de bergen in, maar werd al na enkele maanden opgepakt. Als Jood wordt hij naar het concentratiekamp van Fossoli gebracht, maar vervolgens wordt hij met een groep Italianen naar Auschwitz gebracht, naar Buna-Monowitz.
De reis wordt voorafgegaan door afscheidsrituelen: er worden lunches voorbereid voor zoons, er wordt gebeden en er zijn mensen die proberen hun laatste uren gelukkig door te brengen. De gevangenen, mannen, vrouwen en kinderen, worden daarna in een trein met twaalf wagons samengeperst en zonder water moeten ze uren doorbrengen voordat ze aankomen in het kamp.
Het uiteindelijke doel van het concentratiekamp is het uitroeien van de gedeporteerden: ze worden net zo lang gebruikt als slaven totdat ze niet meer kunnen. Iedere kracht die handenarbeid kan verrichten, wordt ingezet in een werkkamp. Alle anderen, ouderen, gehandicapten of kinderen worden naar de gaskamers gestuurd. In het werkkamp wordt Primo Levi uitgekleed en ontdaan van zijn bezittingen. Zijn haren worden geschoren en om door de kampleiding herkend te kunnen worden, tatoeëren ze het nummer 174 517 op zijn arm. Vanaf dat moment heeft Primo Levi al zijn rechten verloren en begint zijn werk als slaaf.
Het kamp bestaat uit ongeveer zestig barakken (Blocks), waar de joden worden ondergebracht. Ook zijn er andere onderkomens voor de Kapo’s en Reichdeutschers, dat wil zeggen de commandanten en de Duitse gevangenen. Er werden drie categorieën onderscheiden door verschillende tekens op de kleding: de joden rode en gele davidsterren, de politieke gevangenen een rode driehoek, de misdadigers een groene driehoek.
Alle gevangenen worden dagelijks naar een rubberfabriek gebracht, genaamd de Buna (daar komt ook de naam van het kamp vandaan). Onder toezicht van een Kapo moet men het zware werk uitvoeren en de zwaksten bezwijken al snel door de vermoeidheid, ziektes of gewoon door de kou.
In het kamp komen er dezelfde structuren op als in een willekeurige maatschappij waarin men privileges kent en waar onrechtvaardigheid en creativiteit en gewiekstheid van mensen de hiërarchie bepalen. Het feit dat aan de gevangenen zoveel is ontnomen lijkt ze niet te binden, maar eerder tegen elkaar op te zetten in het gevecht om zelfbehoud.
Tijdens het zware arbeiderswerk raakt Primo gewond aan een voet en wordt hij opgenomen in de Ka-Be, de ziekenopvang van het kamp, waar hij kennismaakt met de ‘selecties’ voor de gaskamers. Alle zieken die niet meer of niet snel beter zullen worden, worden ‘verwijderd’. Als hij wordt ontslagen, ontmoet hij in een andere barak Alberto die daarna zijn beste vriend zal worden. Alberto en hij krijgen het privilege om voor het Chemisch Kommando aangewezen te worden.
Om voor het Chemisch Kommando te mogen werken moeten ze een scheikunde-examen doen. Levi slaagt voor het examen en mag voor het Chemisch Kommando werken. Het duurt echter nog een aantal maanden voordat hij er dan ook werkelijk terecht komt. Na het examen leert Levi Jean kennen, ook wel Pikkolo genoemd. Ze raken bevriend vanaf het moment dat Jean ervoor heeft gezorgd dat Levi een taak krijgt bij het eten ophalen uit de keukens die op ongeveer een kilometer afstand lagen.
Wanneer de bombardementen beginnen op Opper-Silezië, worden alle bouwwerkzaamheden in de Buna gestaakt. Als de Buna ook geraakt wordt door bombardementen kunnen de gevangenen van het kamp niet schuilen in de speciaal aangelegde schuilkelders. Als het alarm afgaat, kunnen ze alleen maar plat op de grond liggen. In deze periode ontmoet Levi de civielarbeider Lorenzo.
Zo eind 1944 zijn er van de 96 Italianen nog maar 21 over. De omstandigheden waarin ze leven zijn zo slecht dat ze niet verwachten dat ze het allemaal zullen overleven. Primo Levi kan door het werk in het laboratorium in ieder geval nog in een verwarmde omgeving werken en heeft daardoor hoop om te overleven. Tussen de beschrijving van het werk door, dat overigens ondanks een heus scheikunde-examen gewoon zwaar en vies handenarbeid is, wordt er verteld over een man die een opstand georganiseerd zou hebben en daarom tot de galg veroordeeld is.
Na deze gebeurtenis krijgt het verhaal een ander ritme en worden de laatste dagen in het kamp beschreven. Het Russische front trekt op naar Duitsland en de Duitsers hebben als opdracht gekregen van Hitler om de concentratiekampen te ontruimen en alles te vernietigen zodat er geen sporen achtergelaten worden. De gebeurtenissen vanaf januari 1945 worden in een dagboekvorm verteld.
Primo Levi heeft roodvonk en moet daarom nogmaals naar de ziekenbarak die bemand wordt door artsen die gerekruteerd zijn onder de gevangenen. De gevangenen die niet ziek zijn, moeten marcheren naar Duitsland. Ongeveer 20.000 gevangenen, onder wie Alberto, overlijden gedurende een slopende mars van drie of vier dagen in de sneeuw. De ongeveer achthonderd zieken blijven achter zonder medicijnen, water of eten, tot het moment dat de Russen het kamp bevrijden. Primo Levi is een van de weinigen die overleeft.
Eindoordeel
A. Onderwerp
Primo Levi vertelt in Is dit een mens over zijn ervaringen in het kamp Auschwitz tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit onderwerp vond ik erg interessant. Ik heb een paar concentratiekampen bezocht in Nederland en Duitsland. Je leest daar dan wel verhalen over het leven in een kamp, maar ik wilde graag iets in boekvorm lezen, zodat ik dan een compleet verhaal lees. Daardoor krijg ik vaak een beter overzicht.
Het onderwerp had ook zeker voldoende diepgang. Sommige delen snapte ik niet zo goed en moest ik die nog een keer opnieuw lezen. Ook bij het maken van dit verslag moest ik weer dingen teruglezen, je ontdekt dan steeds nieuwe ‘lagen’.
Het boek De voorlezer van Bernhard Schlink is een voorbeeld van een boek met een zelfde soort onderwerp. Ook in dat boek gaat het erom dat de lezer zijn eigen mening vormt over de personages in het boek en na het lezen wordt je gedwongen erover na te denken. Verder ken ik nog wel een paar boeken die over het onderwerp ‘oorlog’ gaan. Ik heb er al een paar gelezen.
B. Gebeurtenissen
De gebeurtenissen in het boek zijn een verslag van wat er gebeurd is met Primo Levi vanaf het moment dat hij werd opgepakt en gedeporteerd werd naar het kamp Auschwitz tot de bevrijding van het kamp. De gebeurtenissen zijn heel precies aangegeven en de gevoelens van de hoofdpersoon komen ook naar voren. Het is alleen niet altijd duidelijk wat de mening is van de schrijver. De lezer moet zelf zijn mening vormen over de gebeurtenissen. Op andere momenten is Primo Levi wel duidelijker over de gebeurtenissen en zo schrijft hij tegen het einde van het boek: “Wie doodt, is een mens, wie onrecht doet of lijdt, is een mens; geen mens is hij die elk gevoel van grenzen verloren heeft en zijn bed deelt met een lijk. Wie heeft afgewacht tot zijn bedgenoot klaar was met sterven om hem een stuk brood af te nemen, is, ook al heeft hij daar geen schuld aan, verder verwijderd van het model van de denkende mens dan de primitiefste pygmee of de gruwelijkste sadist” (blz. 203). Hij geeft hier dus wel duidelijk een mening, en laat op hetzelfde moment ook geen ruimte over voor discussie.
C. Personages
Primo Levi is de hoofdpersoon in het verhaal. Hij weet op een indringende manier de gebeurtenissen weer te geven en trekt je erg mee in zijn verhaal. Hij probeert het verhaal op zo’n manier te brengen, dat hij geen mening lijkt te geven over zijn ‘vijanden’. In het begin van het boek is hij vrij direct en soms hard over de gebeurtenissen; aan het einde van het boek lijken de beschrijvingen van Primo Levi milder en vlakker, net zoals hij zich ook voelde aan het einde van de periode die hij in het kamp doorbracht.
Alberto is de beste vriend van Primo Levi. Ze helpen elkaar als ze kunnen. Hij past zich het best aan van alle Italianen in het kamp. Volgens hem is het leven in het kamp een oorlog, maar hij zal zich niet door het kamp laten neerslaan. Hij is intelligent en heeft een goed instinct. Zijn creativiteit zorgt ervoor dat hij genoeg brood te eten heeft in het kamp: hij bedenkt een controlesysteem voor de douches en “…is naar de Blockälteste gegaan en heft hem zijn ‘Spezialität' aangeboden voor de fabelachtige prijs van tien broodrantsoenen, in termijnen te betalen” (blz.172).
Lorenzo is een civielarbeider in het kamp waar Primo Levi vriendschap mee sluit als de bombardementen in de buurt van Auschwitz beginnen. Lorenzo helpt Primo door hem zes maanden lang een stuk brood en resten van zijn eten te geven. Ook geeft hij hem een trui vol gestopte gaten en schrijft een kaart naar Italië voor hem. Lorenzo wordt verder niet omschreven als persoon, alleen dat hij veel heeft betekent voor Primo Levi en dankzij hem, zegt de schrijver, is hij “niet vergeten dat ik ook een mens ben” (blz.144).
Jean is de derde persoon die belangrijk is geweest voor Primo Levi in het kamp. Hij mocht ook werken in het Chemisch Kommando en sprak Frans en Duits. Jean regelt een taak voor Primo Levi als eten ophaler en daardoor hebben ze samen wat rust als ze naar de keukens toelopen. Levi herinnert zich delen uit de Goddelijke Komedie van Dante. Tijdens de wandeling naar de keukens probeert hij aan Jean uit te leggen waarover het eerste deel gaat, De Hel. Als hij begint te praten over het werk voelt Levi zich bijna vrij van het kamp en verzinkt hij in gedachten over de mooie verzen uit het werk dat hij zo goed uit zijn hoofd kent. Hij zegt dat hij op dat moment begrijpt waarom het zo belangrijk is dat hij het goed aan Jean uitlegt, totdat ze aankomen bij de keukens. Hij herinnert zich dan de laatste zin “…tot boven ons de zee weer werd gesloten” (blz. 136). En zo eindigt dan ook het hoofdstuk: in het kamp is geen plaats voor literatuur, omdat dat zou afleiden van het werk en de mensen een identiteit zou kunnen geven.
D. Opbouw
Het verhaal is chronologisch verteld en bevat hiaten doordat er sprongen in de tijd gemaakt worden. Deze zijn niet altijd heel duidelijk, daardoor loopt het verhaal door zonder lastige overgangen.
Aan het einde van het boek wordt er in dagboekvorm geschreven over de laatste tien dagen in het kamp. De vertelde tijd loopt van 13 december 1943 tot en met april 1945.
Ik vond het niet echt vlot te lezen. Het taalgebruik vond ik wel moeilijk doordat er veel buitenlandse termen in gebruikt worden en er ook best veel voetnoten instaan om de termen of delen van de tekst uit te leggen. De vele buitenlandse woorden zorgen er wel voor dat je wordt meegenomen in de sfeer waarin Levi heeft geleefd want hij leefde toen ook tussen allerlei culturen.
E. Thematiek/motieven
Wat steeds weer wordt herhaald is het zijn van een mens. De titel is niet echt een vraag, maar kan wel zo gelezen kan worden. Die titel lijkt iedere keer beantwoord te moeten worden. Je leest over de verschrikkelijke omstandigheden die Levi heeft meegemaakt in het kamp, en denken daarbij iedere keer hoe het toch kan dat mensen zulke dingen gedaan hebben. Voorin het boek staat een gedicht van Levi. waarin hij dat duidelijk maakt:
Gij die veilig leeft
In uw beschutte huizen,
Gij die ’s avonds thuiskomst
Bij warme spijs en dierbare gezichten:
Bedenkt of dit een man is
Die werkt in de modder
Die geen vrede kent
Die vecht om een stuk brood
Die sterft om een ja of een nee.
Bedenkt of dit een vrouw is
Zonder haar en zonder naam
Zonder herinnering aan wat was
Met lege ogen en een koude schoot
Als een kikvors in de winter.
Bedenk dat dit geweest is:
Ik beveel u deze woorden.
Grift ze in uw hart
Waar ge gaat en waar ge staat
Bij het opstaan bij het slapengaan:
Zegt ze voort aan uw kinderen.
Of uw huis begeve u,
Ziekte verlamme u,
Uw nageslacht wende zich van u.
Is dit een mens, blz. 9
Het gedicht laat eigenlijk zien waar het hele boek over gaat en over het feit dat we niet mogen vergeten wat er vroeger is gebeurd. Het is belangrijk dit te onthouden en dat we ervan leren. Anders lijkt het wel of de schrijver een vloek uitspreekt over de mensen die dat niet doen: “...zegt ze voort aan uw kinderen, of u huis begeve u, ziekte verlamme u, uw nageslacht wende zich van u”. Ook in het gedicht schrijft hij dat we moeten bedenken of het een man of een vrouw is. Ook maakt hij onderscheid tussen mensen onderling, omdat hij schrijft over de mensen die veilig leven en de mensen die dat niet doen. Het is dus belangrijk om stil te staan bij de verschillende soorten klassen van mensen, maar allemaal moeten ze stilstaan bij de gruwelijkheden in de wereld, die al “geweest” zijn. In de voetnoot onderaan de pagina wordt uitgelegd dat de manier van schrijven van de hierboven onderstreepte regels lijkt op de tekst van een Joods gebed. Hij vergelijkt dus eigenlijk het gedicht met een gebed, dat we iedere dag zouden moeten herhalen om niet te vergeten wat er is gebeurd.
Een ander belangrijk thema is het vasthouden van identiteit Als ze net aankomen in het kamp, ruw gewassen zijn, geschoren zijn en ontdaan zijn van alles zegt Primo Levi: “Ook onze naam zullen ze van ons afnemen: en als we die willen behouden, zullen de de kracht daartoe in onszelf moeten vinden, de kracht om met onze naam nog iets van onszelf, van degenen die wij waren, in leven te houden”. (blz. 28). De gevangenen kregen een nummer en kregen zo dus een nieuwe identiteit. Ze moesten hun oude vergeten.
Net als in het gedicht noemt Primo Levi ook in het boek het verschil tussen mannen en vrouwen: als hij in een laboratorium mag gaan werken, ziet hij na lange tijd weer vrouwen en daarover zegt hij: “hoeveel maanden heb ik geen vrouw meer gezien? In de Buna zag je niet zelden de Oekraïense en Poolse arbeidsters, in leren broeken en jacks, even zwaar en ruw als hun mannen. ’s Zomers waren ze bezweet en verslonsd, ’s winters ingepakt in dikke kleren; ze spitten en hakten en je voelde hen niet naast je als vrouwen.” (blz. 166) Er was dus geen onderscheid meer te maken tussen mensen onderling, maar ook niet meer tussen man en vrouw. Voor de Duitsers waren alle gevangenen gelijk, en waren ze niet meer dan een nummer.
Het antwoord op de vraag geeft Primo Levi eigenlijk zelf al: “De personages van dit boek zijn geen mensen. Hun menselijkheid is bedolven, of ze hebben die zelf bedolven, onder wat hun is aangedaan of wat ze anderen hebben aangedaan. De gemene stompzinnige ss’ers, de Kapo’s, de politieken de misdadigers, de grote en kleine prominenten, tot de slavenmassa van de Häftlinge toe, alle graden van de krankzinnige hiërarchie die de Duitsers hadden gewild, zijn paradoxalerwijs één en dezelfde innerlijke leegte. Maar Lorenzo was een mens: zijn menselijkheid was zuiver en onaangetast, hij stond buiten die wereld van negatie. Dankzij Lorenzo is het mij een gegeven geweest om niet te vergeten dat ik ook een mens ben.” (blz.144)
F. Taalgebruik
Het taalgebruik in dit verhaal vond ik erg lastig. Er werden veel moeilijke woorden gebruikt en er werden lange zinnen gemaakt. Het maken van lange zinnen is typisch iets voor een Italiaanse schrijver, die maken allemaal lange zinnen.
Ook werden er veel voetnoten gebruikt die termen of delen van de tekst uitlegden. Dat vond ik ook lastig omdat ik steeds moest omschakelen van de tekst naar de voetnoten en weer terug. Ik heb er dus redelijk lang over gedaan om het boek uit te lezen. Ik moest bepaalde delen of zinnen opnieuw lezen omdat ik anders de zin niet begreep.
Titel: Is dit een mens (oorspronkelijke titel: se questo è un uomo)
Auteur: Primo Levi
Uitgeverij: Meulenhoff, Amsterdam
Jaar van uitgave: 2004 (zeventiende druk, oorspronkelijke Italiaanse uitgave 1958)
Aantal bladzijden: 215
Samenvatting
In 1943, na de tweedeling van Italië, met de koning en de geallieerden in het zuiden en Mussolini in het noorden, trok Primo Levi als verzetsstrijder de bergen in, maar werd al na enkele maanden opgepakt. Als Jood wordt hij naar het concentratiekamp van Fossoli gebracht, maar vervolgens wordt hij met een groep Italianen naar Auschwitz gebracht, naar Buna-Monowitz.
De reis wordt voorafgegaan door afscheidsrituelen: er worden lunches voorbereid voor zoons, er wordt gebeden en er zijn mensen die proberen hun laatste uren gelukkig door te brengen. De gevangenen, mannen, vrouwen en kinderen, worden daarna in een trein met twaalf wagons samengeperst en zonder water moeten ze uren doorbrengen voordat ze aankomen in het kamp.
Het kamp bestaat uit ongeveer zestig barakken (Blocks), waar de joden worden ondergebracht. Ook zijn er andere onderkomens voor de Kapo’s en Reichdeutschers, dat wil zeggen de commandanten en de Duitse gevangenen. Er werden drie categorieën onderscheiden door verschillende tekens op de kleding: de joden rode en gele davidsterren, de politieke gevangenen een rode driehoek, de misdadigers een groene driehoek.
Alle gevangenen worden dagelijks naar een rubberfabriek gebracht, genaamd de Buna (daar komt ook de naam van het kamp vandaan). Onder toezicht van een Kapo moet men het zware werk uitvoeren en de zwaksten bezwijken al snel door de vermoeidheid, ziektes of gewoon door de kou.
In het kamp komen er dezelfde structuren op als in een willekeurige maatschappij waarin men privileges kent en waar onrechtvaardigheid en creativiteit en gewiekstheid van mensen de hiërarchie bepalen. Het feit dat aan de gevangenen zoveel is ontnomen lijkt ze niet te binden, maar eerder tegen elkaar op te zetten in het gevecht om zelfbehoud.
Tijdens het zware arbeiderswerk raakt Primo gewond aan een voet en wordt hij opgenomen in de Ka-Be, de ziekenopvang van het kamp, waar hij kennismaakt met de ‘selecties’ voor de gaskamers. Alle zieken die niet meer of niet snel beter zullen worden, worden ‘verwijderd’. Als hij wordt ontslagen, ontmoet hij in een andere barak Alberto die daarna zijn beste vriend zal worden. Alberto en hij krijgen het privilege om voor het Chemisch Kommando aangewezen te worden.
Om voor het Chemisch Kommando te mogen werken moeten ze een scheikunde-examen doen. Levi slaagt voor het examen en mag voor het Chemisch Kommando werken. Het duurt echter nog een aantal maanden voordat hij er dan ook werkelijk terecht komt. Na het examen leert Levi Jean kennen, ook wel Pikkolo genoemd. Ze raken bevriend vanaf het moment dat Jean ervoor heeft gezorgd dat Levi een taak krijgt bij het eten ophalen uit de keukens die op ongeveer een kilometer afstand lagen.
Wanneer de bombardementen beginnen op Opper-Silezië, worden alle bouwwerkzaamheden in de Buna gestaakt. Als de Buna ook geraakt wordt door bombardementen kunnen de gevangenen van het kamp niet schuilen in de speciaal aangelegde schuilkelders. Als het alarm afgaat, kunnen ze alleen maar plat op de grond liggen. In deze periode ontmoet Levi de civielarbeider Lorenzo.
Zo eind 1944 zijn er van de 96 Italianen nog maar 21 over. De omstandigheden waarin ze leven zijn zo slecht dat ze niet verwachten dat ze het allemaal zullen overleven. Primo Levi kan door het werk in het laboratorium in ieder geval nog in een verwarmde omgeving werken en heeft daardoor hoop om te overleven. Tussen de beschrijving van het werk door, dat overigens ondanks een heus scheikunde-examen gewoon zwaar en vies handenarbeid is, wordt er verteld over een man die een opstand georganiseerd zou hebben en daarom tot de galg veroordeeld is.
Na deze gebeurtenis krijgt het verhaal een ander ritme en worden de laatste dagen in het kamp beschreven. Het Russische front trekt op naar Duitsland en de Duitsers hebben als opdracht gekregen van Hitler om de concentratiekampen te ontruimen en alles te vernietigen zodat er geen sporen achtergelaten worden. De gebeurtenissen vanaf januari 1945 worden in een dagboekvorm verteld.
Eindoordeel
A. Onderwerp
Primo Levi vertelt in Is dit een mens over zijn ervaringen in het kamp Auschwitz tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit onderwerp vond ik erg interessant. Ik heb een paar concentratiekampen bezocht in Nederland en Duitsland. Je leest daar dan wel verhalen over het leven in een kamp, maar ik wilde graag iets in boekvorm lezen, zodat ik dan een compleet verhaal lees. Daardoor krijg ik vaak een beter overzicht.
Het onderwerp had ook zeker voldoende diepgang. Sommige delen snapte ik niet zo goed en moest ik die nog een keer opnieuw lezen. Ook bij het maken van dit verslag moest ik weer dingen teruglezen, je ontdekt dan steeds nieuwe ‘lagen’.
Het boek De voorlezer van Bernhard Schlink is een voorbeeld van een boek met een zelfde soort onderwerp. Ook in dat boek gaat het erom dat de lezer zijn eigen mening vormt over de personages in het boek en na het lezen wordt je gedwongen erover na te denken. Verder ken ik nog wel een paar boeken die over het onderwerp ‘oorlog’ gaan. Ik heb er al een paar gelezen.
B. Gebeurtenissen
De gebeurtenissen in het boek zijn een verslag van wat er gebeurd is met Primo Levi vanaf het moment dat hij werd opgepakt en gedeporteerd werd naar het kamp Auschwitz tot de bevrijding van het kamp. De gebeurtenissen zijn heel precies aangegeven en de gevoelens van de hoofdpersoon komen ook naar voren. Het is alleen niet altijd duidelijk wat de mening is van de schrijver. De lezer moet zelf zijn mening vormen over de gebeurtenissen. Op andere momenten is Primo Levi wel duidelijker over de gebeurtenissen en zo schrijft hij tegen het einde van het boek: “Wie doodt, is een mens, wie onrecht doet of lijdt, is een mens; geen mens is hij die elk gevoel van grenzen verloren heeft en zijn bed deelt met een lijk. Wie heeft afgewacht tot zijn bedgenoot klaar was met sterven om hem een stuk brood af te nemen, is, ook al heeft hij daar geen schuld aan, verder verwijderd van het model van de denkende mens dan de primitiefste pygmee of de gruwelijkste sadist” (blz. 203). Hij geeft hier dus wel duidelijk een mening, en laat op hetzelfde moment ook geen ruimte over voor discussie.
C. Personages
Primo Levi is de hoofdpersoon in het verhaal. Hij weet op een indringende manier de gebeurtenissen weer te geven en trekt je erg mee in zijn verhaal. Hij probeert het verhaal op zo’n manier te brengen, dat hij geen mening lijkt te geven over zijn ‘vijanden’. In het begin van het boek is hij vrij direct en soms hard over de gebeurtenissen; aan het einde van het boek lijken de beschrijvingen van Primo Levi milder en vlakker, net zoals hij zich ook voelde aan het einde van de periode die hij in het kamp doorbracht.
Lorenzo is een civielarbeider in het kamp waar Primo Levi vriendschap mee sluit als de bombardementen in de buurt van Auschwitz beginnen. Lorenzo helpt Primo door hem zes maanden lang een stuk brood en resten van zijn eten te geven. Ook geeft hij hem een trui vol gestopte gaten en schrijft een kaart naar Italië voor hem. Lorenzo wordt verder niet omschreven als persoon, alleen dat hij veel heeft betekent voor Primo Levi en dankzij hem, zegt de schrijver, is hij “niet vergeten dat ik ook een mens ben” (blz.144).
Jean is de derde persoon die belangrijk is geweest voor Primo Levi in het kamp. Hij mocht ook werken in het Chemisch Kommando en sprak Frans en Duits. Jean regelt een taak voor Primo Levi als eten ophaler en daardoor hebben ze samen wat rust als ze naar de keukens toelopen. Levi herinnert zich delen uit de Goddelijke Komedie van Dante. Tijdens de wandeling naar de keukens probeert hij aan Jean uit te leggen waarover het eerste deel gaat, De Hel. Als hij begint te praten over het werk voelt Levi zich bijna vrij van het kamp en verzinkt hij in gedachten over de mooie verzen uit het werk dat hij zo goed uit zijn hoofd kent. Hij zegt dat hij op dat moment begrijpt waarom het zo belangrijk is dat hij het goed aan Jean uitlegt, totdat ze aankomen bij de keukens. Hij herinnert zich dan de laatste zin “…tot boven ons de zee weer werd gesloten” (blz. 136). En zo eindigt dan ook het hoofdstuk: in het kamp is geen plaats voor literatuur, omdat dat zou afleiden van het werk en de mensen een identiteit zou kunnen geven.
D. Opbouw
Het verhaal is chronologisch verteld en bevat hiaten doordat er sprongen in de tijd gemaakt worden. Deze zijn niet altijd heel duidelijk, daardoor loopt het verhaal door zonder lastige overgangen.
Aan het einde van het boek wordt er in dagboekvorm geschreven over de laatste tien dagen in het kamp. De vertelde tijd loopt van 13 december 1943 tot en met april 1945.
Ik vond het niet echt vlot te lezen. Het taalgebruik vond ik wel moeilijk doordat er veel buitenlandse termen in gebruikt worden en er ook best veel voetnoten instaan om de termen of delen van de tekst uit te leggen. De vele buitenlandse woorden zorgen er wel voor dat je wordt meegenomen in de sfeer waarin Levi heeft geleefd want hij leefde toen ook tussen allerlei culturen.
E. Thematiek/motieven
Wat steeds weer wordt herhaald is het zijn van een mens. De titel is niet echt een vraag, maar kan wel zo gelezen kan worden. Die titel lijkt iedere keer beantwoord te moeten worden. Je leest over de verschrikkelijke omstandigheden die Levi heeft meegemaakt in het kamp, en denken daarbij iedere keer hoe het toch kan dat mensen zulke dingen gedaan hebben. Voorin het boek staat een gedicht van Levi. waarin hij dat duidelijk maakt:
Gij die veilig leeft
Gij die ’s avonds thuiskomst
Bij warme spijs en dierbare gezichten:
Bedenkt of dit een man is
Die werkt in de modder
Die geen vrede kent
Die vecht om een stuk brood
Die sterft om een ja of een nee.
Bedenkt of dit een vrouw is
Zonder haar en zonder naam
Zonder herinnering aan wat was
Met lege ogen en een koude schoot
Als een kikvors in de winter.
Bedenk dat dit geweest is:
Ik beveel u deze woorden.
Grift ze in uw hart
Waar ge gaat en waar ge staat
Bij het opstaan bij het slapengaan:
Zegt ze voort aan uw kinderen.
Of uw huis begeve u,
Ziekte verlamme u,
Uw nageslacht wende zich van u.
Is dit een mens, blz. 9
Een ander belangrijk thema is het vasthouden van identiteit Als ze net aankomen in het kamp, ruw gewassen zijn, geschoren zijn en ontdaan zijn van alles zegt Primo Levi: “Ook onze naam zullen ze van ons afnemen: en als we die willen behouden, zullen de de kracht daartoe in onszelf moeten vinden, de kracht om met onze naam nog iets van onszelf, van degenen die wij waren, in leven te houden”. (blz. 28). De gevangenen kregen een nummer en kregen zo dus een nieuwe identiteit. Ze moesten hun oude vergeten.
Net als in het gedicht noemt Primo Levi ook in het boek het verschil tussen mannen en vrouwen: als hij in een laboratorium mag gaan werken, ziet hij na lange tijd weer vrouwen en daarover zegt hij: “hoeveel maanden heb ik geen vrouw meer gezien? In de Buna zag je niet zelden de Oekraïense en Poolse arbeidsters, in leren broeken en jacks, even zwaar en ruw als hun mannen. ’s Zomers waren ze bezweet en verslonsd, ’s winters ingepakt in dikke kleren; ze spitten en hakten en je voelde hen niet naast je als vrouwen.” (blz. 166) Er was dus geen onderscheid meer te maken tussen mensen onderling, maar ook niet meer tussen man en vrouw. Voor de Duitsers waren alle gevangenen gelijk, en waren ze niet meer dan een nummer.
Het antwoord op de vraag geeft Primo Levi eigenlijk zelf al: “De personages van dit boek zijn geen mensen. Hun menselijkheid is bedolven, of ze hebben die zelf bedolven, onder wat hun is aangedaan of wat ze anderen hebben aangedaan. De gemene stompzinnige ss’ers, de Kapo’s, de politieken de misdadigers, de grote en kleine prominenten, tot de slavenmassa van de Häftlinge toe, alle graden van de krankzinnige hiërarchie die de Duitsers hadden gewild, zijn paradoxalerwijs één en dezelfde innerlijke leegte. Maar Lorenzo was een mens: zijn menselijkheid was zuiver en onaangetast, hij stond buiten die wereld van negatie. Dankzij Lorenzo is het mij een gegeven geweest om niet te vergeten dat ik ook een mens ben.” (blz.144)
F. Taalgebruik
Het taalgebruik in dit verhaal vond ik erg lastig. Er werden veel moeilijke woorden gebruikt en er werden lange zinnen gemaakt. Het maken van lange zinnen is typisch iets voor een Italiaanse schrijver, die maken allemaal lange zinnen.
Ook werden er veel voetnoten gebruikt die termen of delen van de tekst uitlegden. Dat vond ik ook lastig omdat ik steeds moest omschakelen van de tekst naar de voetnoten en weer terug. Ik heb er dus redelijk lang over gedaan om het boek uit te lezen. Ik moest bepaalde delen of zinnen opnieuw lezen omdat ik anders de zin niet begreep.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
T.
T.
P161. Alberto behoort helemaal niet tot het chemisch commando
11 jaar geleden
Antwoorden