Samenvatting
Arjan is een populaire jongen op school. Thuis gaat het helaas niet zo goed, zijn vader is altijd chagrijnig, zijn moeder is daardoor diep ongelukkig en zijn broer is weggelopen. Voor school moet hij een stage lopen in bejaardentehuis “De Waterlelie”. Op zijn eerste dag is er iemand (per ongeluk) met zijn hoofd op de wc-pot gevallen en zou bijna zijn overleden als hij hem niet had gevonden. In het bejaardentehuis ontmoet hij Joke Drenth, ze neemt hem in vertrouwen en vertelt hem over haar verleden waarin ze samen met “de gang” vele bankovervallen heeft gepleegd. Ze vermoed dat de mensen die ‘onverwachts’ overlijden in het bejaardentehuis een handje worden geholpen. Ze heeft Arjan nodig om uit te vinden wie het is die deze dingen doet. Ondertussen heeft de moeder van Arjan de knoop doorgehakt en heeft het huis verlaten en is bij een vriendin gaan logeren. Het lijkt zijn vader niet echt te deren. Als Arjan s `nachts op onderzoek uit gaat in het bejaardentehuis wordt hij betrapt en de politie wordt gebeld. Hij wordt naar het politiebureau gebracht en verhoord. Intussen komt er iemand binnen in de kamer van Joke, ze ligt in bed en ze krijgt een injectie, maar kan geen tegenstand bieden, ze hoort wel wie het is, Thea Stevens. Eén van de verpleegsters vind het verdacht als ze Thea de kamer van Joke in ziet gaan en gaat kijken, ze is net op tijd om Joke te redden. Judith overmeesterd Thea en belt de politie. Arjan is ondertussen alweer uit de gevangenis. Thea Stevens had (geprobeerd) de mensen te vermoorden omdat ze niet wilde dat ze een langzame dood kregen, ze liet haar haar broer de appartementen leeghalen en hij verkocht alles door. Nu de dader opgepakt is is het weer veilig in het bejaardentehuis. De vader van Arjan doet zijn best om te veranderen en het gaat weer beter tussen zijn ouders. Arjan heeft zijn diploma gehaald en begint aan zijn opleiding.
Beschrijving hoofdpersoon
Arjan is 17 jaar, heeft zwart haar en is 1.85.
Hij is erg populair op school, hij heeft veel vrienden en zit in zijn examenjaar.
Hij zit op voetbal en hij houdt heel erg van stripboeken, maar dat vertelt hij tegen niemand, want dat is natuurlijk niet stoer. Hij houd veel van zijn moeder, en kijkt op tegen zijn broer die is weggelopen.
Hij vind dat zijn vader mag oprotten, en hij laat dat dan ook geregeld merken. Hij heef t een grote mond tegen iedereen en doet alsof hij ongeïnteresseerd is.
Fragment
‘Waar was ik gebleven met mijn verhaal?’ ‘Lodewijk had plannen gemaakt op de ASN bank van Amsterdam te overvallen”, het duurde even voordat ze begon te vertellen.
‘We hadden al die tijd ongeladen vuurwapens gebruikt. Mochten we opgemerkt worden, dan hadden we iets om mee te dreigen.
Een kraak bij de ASN was van een heel ander kaliber.’ Er gleed een trieste glimlach over haar gezicht. ‘Lodewijk had nieuwe wapens op de kop getikt en deze keer waren de magazijnen wel gevuld. Gekkenwerk… Klaris, het oudste lid van de gang, was de enige die bezwaar maakte. Hij wilde niet met een geladen wapen op pad, omdat het in een panieksituatie zou kunnen worden gebruikt. Klaris haakte af en we gingen met ons viertjes verder: Gert Huisen, Piet Dingemans, Lodewijk en ik.
Piet had een bus geregeld en op een regenachtige dinsdagochtend reden we Amsterdam binnen.
Hij parkeerde in een woonwijk waar hij onder een valse naam een kelderbox had gehuurd.
In de kelder stonden drie aangepaste fietsen gereed. Tegen het frame waren plastic houders geplaatst waarin onze wapens werden opgeborgen en in de handvaten zaten bivakmutsen en handschoenen verstopt. Onder het zadel zaten de patronen.
Rond vier uur reden we naar het centrum, waar Piet in de auto naar de politieradio bleef luisteren. Hij stond in contact met Lodewijk en zodra er onraad was, zou hij ons terugroepen. In een steeg, twee straten naast het bankgebouw, werden de fietsen achter een container gestald. We hebben daar enkele minuten gehurkt in de schemer zitten luisteren.
Er was geen teken van leven te bespeuren. We trokken onze handschoenen aan en zetten gebreide mutsen op. Bloednerveus waren we.
Dit was een megakraak en niemand van ons wist of we dit konden klaarspelen. We klommen op het dak en achter een van de schoorstenen stond een rugtas met gereedschap klaar. Springend en klauterend kwamen we bij het bankgebouw uit.
Het raam van het damestoilet was de zwakke plek van het pand. Onbeveiligd en groot genoeg voor mij om me er doorheen te wringen. Ik was zo lenig als een kat en woog toen nog geen vijftig kilogram.’ Ze zweeg en staarde een tijdlang naar buiten. Een drukkende stilte hing tussen hen in. Arjan boog zich over de tafel naar voren. ‘En toen?’
Ik vind dit een heel leuk stukje uit het boek, Joke vertelt hier over haar verleden. Ik vind dit een leuk stukje uit het boek omdat het heel spannend is en je voelt de spanning van de persoon die het vertelt.
Pagina nummer: 185 t/m 187
Tijd & Plaats
Het verhaal speelt zich af in de 21e eeuw. Een groot deel speelt zich af in het bejaardentehuis “De Waterlelie” en bij Arjan thuis. Zijn moeder logeert na een tijdje bij een vriendin in Den Haag.
Het verleden van Joke speelt rond 1957 in Amsterdam, België, Apeldoorn en nog meer plaatsen in Nederland.
Bio-en bibliografische gegevens auteur
Vroeger had Vreeswijk het door haar dyslexie en zo begon zij met het schrijven van haar eigen verhalen. Ze wilde later schrijfster of politieagente worden. Later ging ze werken bij de politie en was betrokken bij bekende onderzoeken: ontvoering van Toos van der Valk, de ontvoering en moord op Gerrit Jan Heijn, de Makro-afpersingszaak en de moord op de schrijver Paul Harland. Ze kwam ook regelmatig in contact met daders en slachtoffers van gedwongen prostitutie. In 2010 is ze gestopt met werken voor de politie en ze ging schrijven. Ze gebruikte haar ervaring bij de recherche om spannende boeken te schrijven over ontvoeringen, jeugdbendes, loverboys, sektes, drugs en de gevaren van chatten. Helen Vreeswijk is nu getrouwd, heeft twe dochters en woont in Gelderland.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden