Zwarte sneeuw door Simone van der Vlugt

1. Samenvatting
Op een dag moeten Emma en haar familie verhuizen. De oogst is mislukt en er is geen werk meer te vinden in haar oude dorp. Ze verhuizen naar Kerkade want daar schijnt werk in de mijn te zijn. Ze krijgen daar onderdak in een huisje in het dorp en werk in de mijn. Emma hoopt dat zij niet in de mijn hoeft te werken omdat ze het verschrikkelijk eng vindt. Als Sjeng thuis komt, verteld hij dat Emma, Volkert, Tom en hij zelf de volgende dag al in de mijn aan de slag kunnen. Het geld wat ze er mee verdienen is niet veel maar genoeg om van te leven. De volgende dag gaan ze met z'n allen op weg naar de mijn. In de mijn wordt haar meteen uitgelegd wat ze moet doen. Haar vader en broer moeten steenkool uit de muur hakken. Zij moet dan dat in een korf naar boven tillen. Tom moet in de kleine gangen de korven voortslepen omdat hij klein is. Als er een keer inspectie langs komt, worden alle kinderen beneden in de mijn verstopt en wordt het echte leven in de mijn gecamoufleerd. Emma daagt Rudolf uit om mee te gaan naar het onderste deel van de mijn om te laten zien hoe het er echt aan toe gaat. Net als Emma en Rudolf beneden zijn, stort een deel van de gang in en zitten zij opgesloten. De tijd kruipt langzaam voorbij en het reddingsteam doet er uren over om bij hen te komen. Op een gegeven moment begint het zuurstof op te raken. Als ze eindelijk bij hen zijn aangekomen zijn ze bewusteloos. Vanaf die tijd verandert Emma's hele leven. Het hele dorp heeft gehoord van het vast zitten van Emma en Rudolf. Als hij dan ook nog eens een keer langs komt, wordt het helemaal erg. Iedereen denkt dat Emma en Rudolf een verhouding hebben. De familie van Emma krijgt van Rudolf zelfs spullen zoals: schoenen, hout, en steenkool. Voor Volkert wordt het allemaal iets te veel en hij gaat de wijde wereld in op zoek naar ander werk. Als ze op een dag met zijn allen weer eens naar de mijn gaan, lijkt het een normale dag te worden. Als ze onder in de mijn rustig aan het werk zijn horen ze gestommel in de gangen en horen ze mensen roepen dat het water komt. Jef trek Emma mee naar boven. Ze raakt helemaal in paniek omdat ze haar kleine broertje Tom nog niet heeft gezien. Als ze bij de trap zijn, ziet Jef Tom en gaat er naar toe. Emma die geen andere keus heeft dan door te klimmen is nu helemaal de kluts kwijt. Als ze boven komt vragen haar vader en moeder meteen waar Tom is en of ze hem gezien heeft. Ze vertelt het hele verhaal. Als het water eindelijk gezakt is worden er alleen maar lijken uit gedragen. Emma blijft hopen dat Jef en Tom nog leven, tot-dat ook die omhoog worden getild en het blijkt dat ook zij dood zijn. Vlak na de begrafenis heeft Rudolf ander werk gevonden voor haar. Ze wordt een dienstmeisje bij de oom en tante van Rudolf die in Maastricht wonen. Emma vertelt haar verhaal over de mijn en alle andere dingen die ze heeft mee gemaakt en het wordt gepubliceerd in de lokale krant. Natuurlijk doet ze dat onder een valse naam. Als de oom en tante van Rudolf er eindelijk achter komen dat het verhaal uit de krant van Emma komt, wordt ze ontslagen. 2.Thema
Het thema is de beroerde omstandingheden tijdend het delven van steenkool laten zien. 3. Plaats

Het verhaal speelt zich af in Kerkade en in Maastricht. 4. Tijd waarin
Het speelt zich af in de 19e eeuw. Ik ben er achter gekomen omdat het in het boek wordt verteld en door de omstandigheden die er gebeuren. 5.Tijd hoelang
Het verhaal duurt enkele jaren. Ik ben hier achter gekomen omdat er in het boek het een klein beetje wordt verteld. 6. Emma: Een meisje met haar eigen wil, die ook heel graag naar school wil. Ze is erg behulpzaam en zal haar vader en moeder nooit teleurstellen. Sjeng: De vader van Emma. Een man die hard voor zijn geld wil werken en heel erg eerlijk is. Annekatrien: De moeder van Emma. Een eerlijke en aardige vrouw die goed met alle mensen kan opschieten. Volkert: De broer van Emma. Een jongen die, als hij zijn zin niet krijgt, dat snel zal laten merken. Tom: Het jongste broertje van Emma. Een lief jongetje die af en toe heel erg kan zeuren. Jef: Een jongen uit de mijn waar Emma mij samen werkt. Hij is aardig, lief en behulpzaam. Rudolf: De zoon van een van de landeigenaren. Hij is dus erg rijk maar is nooit te beroerd om een hand uit te steken. 7. Eigen mening
Ik vond dit boek erg goed geschreven omdat je er helemaal in kan verplaatsen. Zo lijkt het net of je daar zelf bent. Ik vond het boek ook erg werkelijk omdat er vroeger echt zo'n armmoede was en het er in de mijn ook zo aan toe ging. Het boek was ook wel een beetje voorspelbaar omdat het bijna altijd wel zo afloopt en je het wel kon verwachten dat zij een ander baantje kreeg.