1. Inhoud
Tom bezoekt zijn opa elke zaterdag in het ziekenhuis. De opa van Tom is dement. Hij verwart Tom vaak met opa’s broer. Tom weet nooit of hij opa in de verhalen moet terughalen of meegaan. Dan vertelt opa over een complot. Volgens opa gaan er de laatste tijd veel mensen dood, die volgens hem nog erg gezond waren. Opa denkt dat ze vermoord worden. Tom weet niet wat hij er van moet denken. Opa zegt ook dat er een patroon in voorkomt:
- Alle mensen zijn weduwe of hebben weinig familie.
- 's Avonds kerngezond en 's nachts overleden.
- Dezelfde doodsoorzaak (in hun slaap overleden).
- Oude mensen.
Tom vindt het maar een gek verhaal en besluit er dan met Floor over te gaan praten in het Bluescafé bij hem in de straat. Floor werkt namelijk in het ziekenhuis.
Floor gelooft het meteen en ze besluiten op onderzoek uit te gaan of de patronen kloppen. Dan blijkt dat er 8 van de 12 sterfgevallen iets met dat patroon te maken hebben. Als ze het vertellen aan de staf van de afdeling in het ziekenhuis raakt Floor bijna haar baan kwijt, want ze mag niet zomaar in de documenten snuffelen. Nu ze weten dat het patroon klopt moeten ze actie ondernemen. Hoe moeten ze dat doen, want ze weten alleen dat het patroon klopt bij de sterfgevallen. Dan spreken ze nog een keer af in het bluescafé. Floor wil nog een keer in de documenten kijken, kosten wat het kost ze willen de dader pakken! Als Floor nog eens gaat na zoeken komt ze er achter dat toen de mensen vermoord werden zuster Marie Donkersloot nachtdienst had. Als Tom het weet willen ze Marie stoppen. Maar hoe? Ze hebben geen bewijs.
Als Tom en Floor op zondag in het ziekenhuis komen zien ze dat Marie dienst heeft. Wanneer ze weer weggaan, gaan ze snel de kleedruimte van het personeel in. Tom gaat op de uitkijk staan en Floor doorzoekt snel de kleren van Marie. Daar vindt Floor een briefje met 5 namen erop: 3 namen van de brief zijn er al overleden, 2 mensen leven nog en één van de twee namen is Meneer Duvalier, de opa van Tom! Dan staat Marie plotseling voor hun neus. Floor weet nog gauw een smoesje te bedenken om weg te komen.
Marie heeft nachtdienst. Dan willen ze haar op heterdaad betrappen. Ze gaan niet naar buiten, ze verstoppen zich snel in de heren toiletten om de wacht te houden. Vanaf de wc kun je precies de kamer van opa zien. Als Tom per ongeluk in slaap valt hoort hij ineens zijn opa hoesten. Hij gaat snel kijken of hij niet vergiftigd is, maar hij was gewoon aan het hoesten.
Als Tom thuiskomt belt Floor hem op. Er is weer iemand overleden. Het is die ene naam die ook op het briefje stond! Dan schiet er een heel raar gevoel door Tom heen: de lijst is een dodenlijst en opa is de volgende die vermoord wordt! Floor schrikt ook en besluit het ziekenhuis te bellen met een verdraaide stem, als Marie opneemt is het foute boel. Floor hangt snel op en belt Tom.
Ze gaan snel naar het ziekenhuis. Floor heeft een sleutel dus kunnen ze zo naar binnen. Als ze binnen zijn gaan ze snel weer naar de wc om de kamer in de gaten te houden. Dan horen ze een geluid, het komt dichterbij. Tom wordt in één keer heel erg bleek. Het is Marie! Ze bedenken zich geen moment en gaan de kamer binnen. Daar zien ze Marie, ze zien haar nog net een spuit wegstoppen.
Tom wordt bij de nek gegrepen. De spuit is ook dicht bij zijn nek (Marie had snel de reservespuit gepakt).
Wat ze niet wisten, was dat Tom’s opa alles had gehoord en achter de deur stond met een po. Als ze zich omdraaien is Marie al weer opgestaan en loopt met de spuit alsof het een pistool is. Tom bedenkt zich geen moment en pakt een kussen en drukt die op haar hoofd. Ze laat de spuit vallen en Floor belt snel de politie. Marie wordt opgepakt en op de afdeling praat men er nog een tijdje over door. Marie werd de Zwarte Engel genoemd.
Het volgende weekend toen Tom van moeheid niet kon slapen, kroop hij achter zijn pc: hij had zijn schaakpartij verloren en begon met zijn boek ‘Het Wak’. Hij had zijn eerste woorden. ‘De schaatser wist waar hij heen ging. Er hingen ijspegels aan zijn dunne witte snor.’
2. Onderwerp (thema)
Het boek is een detective. De thema’s zijn: thriller, moord, liefde.
De thema’s spreken mij wel aan, omdat het een actueel boek is.
Het leek me ook wel een spannend boek en dat vind ik altijd leuk om te lezen. Toen ik de achterkant gelezen had was ik wel verzekerd dat het een spannend boek was.
3. Personen
Hoofdpersonen:
Tom Duvalier: Tom is een jongen van 16 jaar. Hij ziet er normaal uit, heeft donkere krullen en is lang. Hij is erg hulpvaardig, want hij bezoekt zijn opa elk weekend en doet dan veel voor hem.
Tom is best gevoelig, hij gaat graag op onderzoek uit, is slim en droomt ervan om een boek te schrijven.
Floor van Heek: Floor is een meisje van ook 16 jaar oud. Ze is klein, normaal gekleed en heeft rood/bruin halflang haar. Ze is erg zelfverzekerd: zij neemt vaak het initiatief. Ze durft ook veel: ze zoekt in computerbestanden waar ze niet in mag komen. Ze wil Tom graag helpen, ze is best gevoelig, omdat ze het heel erg zou vinden als er wat met de opa van Tom zou gebeuren.
Meneer Duvalier: Meneer Duvalier is de opa van Tom. Hij zit in het Amalia ziekenhuis op de afdeling langdurige opname. Hij heeft een dunne witte snor, ziet er normaal uit. Hij wordt snel moe, net als de meeste oude mensen. Hij is vaak in de war, want hij is dement, maar zijn gedachten zijn wel erg vaak bij het complot. Soms vertelt hij ook wel de waarheid, wat Tom aanvoelt.
Bijfiguren:
Marie Donkersloot: Marie heeft kort, donker haar. Ze is erg onzeker over haar uiterlijk. Haar gedrag is opvallend: overdag doet ze erg sociaal en aardig, maar ’s nachts is ze moordlustig. Haar manier van praten is normaal, behalve wanneer Tom en Floor haar betrappen in de kamer van Tom’s opa, haar stem sloeg toen op hol.
Ab en Harm: Ab en Harm zitten ook bij meneer Duvalier op de afdeling.
De opa van Tom vindt ze net een stel pubers want ze halen kattenkwaad uit en wedden overal op. Zij weten ook van het complot en Tom vindt af en toe dat ze hints geven waar ze informatie over moeten gaan zoeken.
Verder heb je nog de ouders van Tom, maar die zijn niet heel erg belangrijk in het verhaal.
Probleem van de hoofdpersonen:
Het probleem is dat ze het complot willen oplossen maar niet weten hoe. De baan van Floor staat hier ook op het spel.
4. Tijd
Het speelt zich in deze tijd af. Dit merk je bijvoorbeeld door wat de personen zeggen en doen. Ook gebruiken ze veel de computer en hun mobiel. Hieraan zie je dat het zich in de 21e eeuw afspeelt.
Het duurt ongeveer 2 tot 3 maanden.
5. Ruimte
Het verhaal speelt zich het meest af in het Amalia ziekenhuis. Ook thuis bij Tom, in het bos en in het Bluescafé.
Opa verblijft in het ziekenhuis dus het is logisch dat het zich daar afspeelt, omdat daar zieke mensen verblijven. Helaas kan dit ook in een verzorgingshuis of in een verpleeghuis voorkomen.
6. Taal
Er komen weinig tot geen moeilijke woorden in het boek voor. Ik vond het een makkelijk boek om te lezen.
De zinnen in dit boek zijn vrij kort.
Bijvoorbeeld: “De koffie komt mij de oren uit.’’
Ook komt er geen dialect in dit boek voor.
7. Verhaal en werkelijkheid
Het verhaal is niet echt gebeurd maar het verhaal gebaseerd is op een waar gebeurde zaak: de zaak Lucia de B., de Haagse verpleegster die patiënten zou hebben vermoord in het Juliana ziekenhuis.
In principe zou het verhaal in het echt gebeurd kunnen zijn.
Eigenlijk is er mij niet echt iets onmogelijks opgevallen.
8. Titel
In het begin snapte ik de titel niet goed. Nu ik het boek heb gelezen wel.
‘Zwarte engel’ betekent niet wat je denkt. Ik dacht eerst dat het met een echte engel te maken had. Het was ook leuk om pas aan het einde te weten te komen wat de schrijver met de titel bedoeld.
Titelverklaring:
Met een engel wordt altijd een lief iemand bedoeld, die mensen helpt waar nodig is. Marie deed zich voor dat zij goed voor haar patiënten zorgde, wat ook zo was, maar omdat deze patiënten geen familie en vrienden hadden vermoorde zij hen.
Vandaar de naam ‘Zwarte engel’, want zwart is triest. Zwart doet je denken aan dood.
9. Eigen oordeel (mening)
Ik vind het een heel mooi boek. Dit boek is ontzettend spannend, je komt beetje bij beetje erachter wat er nou eigenlijk precies gebeurd en aan de hand is.
Ik kon me goed inleven in Tom, omdat hij ongeveer even oud is en je krijgt ook de twijfels die hij krijgt, want zijn opa is dement wat erg ontroerend is, dus je weet niet of het nou wel of niet waar is wat hij zegt. Het is ook een afwisselend boek, je krijgt niet alleen de gevoelens van Tom te weten, maar ook die van de zuster die in haar dagboek vertelt over het wel en wee in het ziekenhuis en wat zij daarbij voelt, wat zeer geloofwaardig overkomt. Door logisch na te denken weet je al snel wie de dader is, maar voor Tom&Floor duurt dit nog even.
Het is onwerkelijk dat een verpleegkundige patiënten vermoord, omdat ze eenzaam zijn vind ik. Maar tussen al die spanningen zie je ook nog wat romantisch, namelijk de groeiende verliefdheid tussen Floor&Tom.
Het boek is echt een aanrader, vooral omdat het spannend en romantisch is.
10. De schrijver
De schrijver van het boek ‘Zwarte engel’ heet Joost Heyink.
In het jaar 1946 is hij geboren in Scheveningen.
Joost Heyink verhuisde in zijn jeugd heel veel. Hij heeft onder andere in Scheveningen, Leeuwarden, Antwerpen, Rotterdam, Garderen, Apeldoorn, Utrecht en Niersen gewoond. Hij wilde toen geen schrijver worden maar ontdekkingsreiziger. Helaas was hij daarvoor te laat geboren. Hij studeerde van alles in Groningen, waaronder psychologie. Daarin studeerde hij ook af. In 1992 promoveerde hij in de geneeskunde. Hij had heel veel baantjes en reisde de wereld over in zijn oude Eend. Aan de Universiteit van Groningen deed hij dertien jaar wetenschappelijk onderzoek. Toen hij vijftig was begon hij met schrijven. Eerst korte verhalen, en in 2000 verscheen zijn eerste boek voor jongeren. Na een aantal jaren stopte hij met werken, werd huisman en legde hij zich toe op het schrijven. Joost Heyink is getrouwd met Jolanda en ze wonen samen met hun zoon Joep en hun hond in het dorpje Zuidwolde in Groningen. Zijn hobby’s zijn hockey en tennis.
Joost Heyink schrijft ook thrillers voor volwassenen. Zijn boeken voor jongeren gaan over zware onderwerpen zoals sektes, gijzelingen, loverboys en mishandeling. Toch zijn de boeken geen probleemboeken. Dat komt door de manier waarop hij zijn verhalen vertelt. Hij vertelt spannende verhalen over jongeren die ongewild in benarde situaties terecht komen, tegenover meedogenloze tegenstanders. Door hun moed, hulp van vrienden en een beetje geluk weten ze af te rekenen met die tegenstanders. Zijn hoofdpersonen worden altijd verliefd. Verder gebruikt Joost Heyink veel dialogen en zitten zijn boeken vol met droge humor. Vaak zijn er bepaalde grapjes die het hele boek door terug blijven komen. Door de spanning, verliefdheid, dialogen en humor lees je zijn boeken zo uit. Mensen die in Groningen wonen zullen in zijn boeken soms plekjes in de stad Groningen en omgeving ontdekken, hoewel de naam Groningen nooit genoemd wordt.
Hier een paar jeugdboeken die Joost Heyink heeft geschreven.
• Obsessie (2002)
• Het Web (2003)
• Loverboy & girl (2004)
• De Indringer (2005)
• Tweestrijd (2006)
• Morgen sla ik terug (2007)
• De Vlucht (2009)
Zijn volwassen boeken.
• Proefverlof (2008)
• Het Experiment (2010)
Bekroningen:
2004 Tip van de Jonge Jury boek: ‘Obsessie’.
2006 Tip van de Jonge Jury boek: ‘Loverboy & girl’
Zwarte engel door Joost Heyink


- Boekverslag door een scholier
- 2e klas havo/vwo | 2030 woorden
- 1 februari 2011
23
keer beoordeeld
Eerste uitgave
2004
Pagina's
159
Oorspronkelijke taal
Nederlands




REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
R.
R.
de titel is gebaseerd op een waargebeurd verhaal ...
8 jaar geleden
Antwoorden