Schrijfster:Ellen Tijsinger
Titel: Zonnekind
Uitgever: Van Goor/NOVIB, Amsterdam
Jaar van uitgave: 1998
Aantal bladzijdes: 145
1. Wat vond je van het boek?
Droevig en zielig
2. Leg uit waarom je dat vindt.
Droevig, omdat Surya heimwee heeft naar zijn huis en hij wordt vaak geslagen
Zielig, omdat Surya opeens hard moet werken terwijl hem is
beloofd dat hij naar school mag. Hij moet sari’s weven en als hij
het niet snel leert gaat een man hem slaan.
3. Zou je het boek een ander aanraden?
Ja, want het is een heel mooi boek en je leert er een beetje van, want je
leest hoe mensen worden bedrogen en hoe de kinderen worden
behandeld en hoe hard ze moeten werken in de kinderarbeid.
4. Wat is het onderwerp van het boek?
Kinderarbeid
5. Leg m.b.v.de titel uit waar het boek over gaat.
Surya (dat betekent Zonnekind) is een jongen die in India woont. Zijn zusje Malika moet over een paar jaar worden uitgehuwelijkt, maar er is nog geen bruidsschat. Zijn vader werkt er voor, maar op een dag is hij niet meer nodig. Hij probeert werk te vinden in de stad en komt daar een man tegen die wel een baantje voor Surya heeft en Surya kan dan ook naar school. Surya is er heel trots op dat hij mag meesparen voor de bruidsschat en gaat er een met een man. Maar in plaats van naar die school te gaan wordt Surya in een hok gegooid en moet hij sari’s weven. Surya kan op een dag ontsnappen en de andere mensen waarschuwen. Zo wordt iedereen gered. Later komt er weer een man bij Surya en die verteld dat Surya naar school kan, Deze keer is het echt en Surya gaat er heen.
6. Beschrijf van 1/2 hoofdpersonen uiterlijk, leeftijd, karakter en gevoelens.
Surya; THUIS:
12 jaar oud
gezonde en levenslustige jongen
werkt hard en is gelukkig
ARBEIDER:
12 jaar oud
verdrietig, kwaad, pijn, wanhopig,
bang en niet gelukkig
SCHOOL:
Geen zelfvertrouwen meer, geen pijn
Werd weer gelukkig
Sagar; ARBEIDER:
Driftig en soms weer aardig.
Hij probeert hard te werken
en is bang.
SCHOOL:
Heel stil en bang, hij kan
niet meer praten door wat hij
heeft meegemaakt, maar wordt
minder bang en kan later weer praten.
7. Staat niet op het papier!
8. Is er verschil tussen wat de hoofdpersoon zegt en doet en wat hij/zij denkt en voelt?
Nee
9. Hoe verandert de hoofdpersoon door wat die meemaakt?
Eerst is hij gewoon gelukkig en denkt hij niet vaak aan kinderen die opeens verdwijnen, maar als hij wordt meegenomen is hij helemaal niet gelukkig en denkt vaak aan thuis. En op de school denkt hij nog vaak terug aan dat hij werd meegenomen
10. Bespreek de verhoudingen tussen de belangrijkste personen.
Surya en Sagar zijn vrienden.
Surya en Malika zijn broer en zus.
Surya en Shanta zijn broer en zus.
Surya en de man die hem meenam zijn vijanden.
Surya en Maya zijn vrienden.
11. Herken je in een verhaalfiguur iets van jezelf? Leg dat uit.
Nee, en ik weet ook niet wat ik zou doen als ik zou worden meegenomen of mijn broer of zus en daar gaat het hele verhaal over en dus kan je het niet zo goed vergelijken
12. Hoe leer je de hoofdpersoon kennen?
Door dat alles via Surya wordt verteld en dat het hele verhaal over hem gaat leer je hem kennen.
REACTIES
1 seconde geleden