Ik vond het zielig om te zien hoe Marie mishandelt werd door haar moeder. Dat wekte een gevoel van meedeleiden op. Ze heeft bijna geen vrijheid om met vrienden te spelen of af te spreken. Ze wordt vaak gecommandeerd door haar ouders om wat eten te gaan halen. Daarnaast wekte het een gevoel van slaperigheid op, want ik vond het echt een saai boek om te lezen vanwege het kleine aantal spraakmakende gebeurtenissen in het boek. Overigens is dat vrij logisch als de schrijver maar over één schrijft.
Citeer een belangrijke zin uit het boek:
“Marie, haal jij even wat brood!, zei Kato commanderend.” Blz 78 is een belangrijke zin uit het boek, omdat deze zin illustreert hoe de verhoudingen zijn tussen Marie en haar ouders. Het geeft aan hoe Marie wordt behandelt thuis.
Het belangrijkste woord:
Het belangrijkste woord is ‘zondagsrust’, omdat het hele boek hierom draait. Het is een gezin die ‘geniet’ van hun rust op zondag, echter is iedereen chagrijnig en verveeld. Het gezin voert verder niet veel uit. Daarom vind ik dat het belangrijkste woord.
Personages:
Juffrouw Verhoef:
Een gulzige vrouw, ze wil van alles meer en vindt dat haar man te krenterig is. Ze had het vroeger breed, en dat bijt nu ze zo arm is. Een enkele keer denkt ze dat ze het wel getroffen heeft met meneer Verhoef, die haar in huis nam toen haar vorige man was gestorven. Maar dat soort gedachtes heeft ze nooit al te lang. Veel vaker denkt ze aan de verachtelijke buren, de verachtelijke mensen buiten in het gure weer en haar verachtelijke vriendinnen. Die gedachtes uiten zich in veelvuldig roddelen. Haar dochter Marietje vindt ze vaak maar een sekreet, en dat vertaalt zich in blauwe plekken, maar er zijn ook momenten van tederheid. Ze heeft een wisselend temperament, soms rustig lezend en vaak schreeuwend ruzie makend.
Meneer Verhoef:
Meneer Verhoef sust de tirades van zijn vrouw, maar kan zelf ook vinnige opmerkingen maken. Hij let goed op zijn geld, tot onvrede van zijn vrouw. Hij heeft medelijden met haar dochter die heel wat te verduren krijgt, ook tot onvrede van zijn vrouw. Het liefst heeft hij gewoon rust in huis, als hij rustig op een stoel een sigaar zit te roken is hij het meeste op zijn gemak.
Marietje:
Ze houdt veel van haar moeder maar kan het soms niet allemaal verhapstukken al die woede aanvallen op haar dak. Of zo lijkt het, want ze kan net zoals haar moeder ook manipulerend zijn, en met een goed geplande huilbui kan ze geweld afwenden. Huilt vaak, vaak boos, maar het is zo weer over, ze heeft een nog wisselender temperament dan haar moeder. Probeert de hele tijd stiekem naar haar vriendjes buiten te gaan, en blijft daardoor als er op uitgestuurd is langer weg dan nodig. Ze komt vaak over als de onschuldige maar ondertussen is er een hebberigheid aan het groeien dat gelijk is aan dat van haar moeder. Het incident met het jongetje dat haar speelgoed zou geven is daar een goed voorbeeld van (zie samenvatting).
Perspectief:
Het alwetende vertellers perspectief. De verteller is alwetend omdat hij dingen beschrijft die de familie niet weet, zoals hoe het buiten de woning is voor de familie wakker is. We komen de gedachten van alle hoofdpersonen te weten maar niet die van de bijfiguren, zoals meneer Frikkers.
Ruimte:
Alle gebeurtenissen spelen zich af in de arbeiderswoning, die onderverdeeld is in de alkoof (slaapkamer), keuken, woonkamer, Marietjes kamer, de kamer van commensaal en de hal. Zo'n bedompte kleine arbeiderswoning is natuurlijk ideaal voor een boek waar een arbeidersgezin te dicht op elkaar zit en intern oorlog voert. Maar dat het huis ideaal voor het verhaal is, en de armzaligheid van het gezin weerspiegelt betekent nog niet dat het een belangenruimte is. In tegendeel, dit is hoe een arbeidersgezin vroeger woonde en onderdeel van hun leven, daar is niks thematisch of symbolisch aan. De regen vervult wel een thematische functie, hoewel dat niet echt een belangenruimte te noemen is. Het laat mooi zien hoe de gezinsleden met elkaar opgesloten zitten op zo'n zondag, zoals meneer Verhoef het al meldt, hij kan niet eens even gaan wandelen.
Spanning:
Er bevind zich geen spanning in het boek, doordat er maar één zondag wordt beschreven. Tevens is het einde open, ze gaan naar bed.
Stijl:
De schrijfstijl is niet erg ouderwets, maar wel geschreven op de manier waarop de mensen praten, in dit geval nogal plat. Frans Coenen kan op een enorm goede en knappe manier woorden laten spreken voor de situaties in het boek. Ze worden heel gedetailleerd beschreven.
Thema:
Op een zondag is het in het huisje van een ruziënde arbeiders familie ver zoeken naar de rust.
Motieven:
- Ongelukkigheid: Alles in het boek wordt zeer triest, grauw, lelijk en uitzichtloos naar voren gebracht. Kato Verhoef vindt dat ze niet gelukkig is, zou liever weer een rijke dame zoals vroeger zijn, heeft behoefte aan kleren zondar gaten en scheuren… ‘Wat was dat nou voor ’n leve, dat ze had… as je ’t vroeger zo anders gewend was geweest!…’ (blz.29) Dirk verhoef heeft er spijt van dat hij met Kato is getrouwd en voelt zich in deze armoedige situatie ook niet gelukkig…’’t Zat niet in ‘m, anders was;ti waarachtig ’n kroegloper geworde, zo lelijk vernoke was je met zo’n wijf!’ (blz. 23) Wanneer Marietje ook maar iets fout doet of als haar moeder denkt dat haar dochter iets fout doet krijgt ze er al van langs. Een gelukkig kind zou je Marietje niet kunnen noemen. Ze wordt regelmatig geslagen en moet de telkens doen wat haar moeder haar opdraagt. ‘Het huilen hield aan, onderdrukt klagend, dan ineens uitschietend in een scherpe kreet: au! Moeder!… o! moeder!…’ (blz. 20)
- Armoede: De hoofdpersonen leven in armoede. Dirk is de enige die voor de inkomsten zorgt, maar verdient niet bepaalt veel. Kato was het vroeger veel rijker gewend en zit er nog meer mee dat ze zo armoedig moet leven. ‘Hij werkte zich uit z’n naad en zij klaagde nog dat-i te weinig thuis bracht!… Tien guldes voor ’t huishoue in de week,… dat was toch ordentelijk… daar kon je royaal van bestaan… as je maar ’n beetje wist huis te houe…’ (blz. 22)
- Verveling: Op de zondag blijven Kato en Dirk de hele dag binnen. Het staat niet duidelijk in de tekst maar het lijkt net alsof ze, om de Verveling te onderdrukken, maar gaan eten of drinken. Dan laten ze Marietje haringen halen, of gebakjes. Of ze gaan aan de sterke drank. Echt iets te doen toen hebben ze niet.
- Ontspanning: In de tijd waarin de hoofdpersonen leven was de zondag traditioneel een dag van rust. Een dag waarop de meesten niet hoeven te werken en kunnen ontspannen. ‘Het was een zondag en alles bleef stil lang over het gewone uur, dat de ambachtslieden met bleke slaapgezichten haastig naar hun werk gaan.’ (blz. 5). En op de achterkant van het boek staat: ‘Zondagsrust is het trieste verhaal van een zondag. Hoezel traditioneel een dag van rust…. Ontspanning wordt gezocht in sterk drank.’
Motieven:
- Ongelukkigheid: Alles in het boek wordt zeer triest, grauw, lelijk en uitzichtloos naar voren gebracht. Kato Verhoef vindt dat ze niet gelukkig is, zou liever weer een rijke dame zoals vroeger zijn, heeft behoefte aan kleren zondar gaten en scheuren… ‘Wat was dat nou voor ’n leve, dat ze had… as je ’t vroeger zo anders gewend was geweest!…’ (blz.29) Dirk verhoef heeft er spijt van dat hij met Kato is getrouwd en voelt zich in deze armoedige situatie ook niet gelukkig…’’t Zat niet in ‘m, anders was;ti waarachtig ’n kroegloper geworde, zo lelijk vernoke was je met zo’n wijf!’ (blz. 23) Wanneer Marietje ook maar iets fout doet of als haar moeder denkt dat haar dochter iets fout doet krijgt ze er al van langs. Een gelukkig kind zou je Marietje niet kunnen noemen. Ze wordt regelmatig geslagen en moet de telkens doen wat haar moeder haar opdraagt. ‘Het huilen hield aan, onderdrukt klagend, dan ineens uitschietend in een scherpe kreet: au! Moeder!… o! moeder!…’ (blz. 20)
- Armoede: De hoofdpersonen leven in armoede. Dirk is de enige die voor de inkomsten zorgt, maar verdient niet bepaalt veel. Kato was het vroeger veel rijker gewend en zit er nog meer mee dat ze zo armoedig moet leven. ‘Hij werkte zich uit z’n naad en zij klaagde nog dat-i te weinig thuis bracht!… Tien guldes voor ’t huishoue in de week,… dat was toch ordentelijk… daar kon je royaal van bestaan… as je maar ’n beetje wist huis te houe…’ (blz. 22)
- Verveling: Op de zondag blijven Kato en Dirk de hele dag binnen. Het staat niet duidelijk in de tekst maar het lijkt net alsof ze, om de Verveling te onderdrukken, maar gaan eten of drinken. Dan laten ze Marietje haringen halen, of gebakjes. Of ze gaan aan de sterke drank. Echt iets te doen toen hebben ze niet.
- Ontspanning: In de tijd waarin de hoofdpersonen leven was de zondag traditioneel een dag van rust. Een dag waarop de meesten niet hoeven te werken en kunnen ontspannen. ‘Het was een zondag en alles bleef stil lang over het gewone uur, dat de ambachtslieden met bleke slaapgezichten haastig naar hun werk gaan.’ (blz. 5). En op de achterkant van het boek staat: ‘Zondagsrust is het trieste verhaal van een zondag. Hoezel traditioneel een dag van rust…. Ontspanning wordt gezocht in sterk drank.’
Titel en motto:
De titel ‘Zondagsrust’ is vrij logisch te verklaren. Het hele verhaal gaat over een zondag en hoe de hoofdpersonen deze zondag beleven. De zondag is een dag van rust. Een dag dat de meesten niet hoeven te werken en ontspanning zoeken. Het motto zou kunnen zijn verveling.
Schrijver
Frans Coenen groeide als kind enigszins geïsoleerd op doordat hij leed aan astma. In 1886 begon hij in Amsterdam aan een studie rechtsgeleerdheid, die in 1892 werd afgesloten met zijn promotie op het proefschrift De Fransche wet tot bescherming van verwaarloosde en mishandelde kinderen. Hieruit blijkt een sterke sociale bewogenheid. Eerder al had Coenen in zijn dagboeken blijk gegeven van een neiging tot melancholie en sterke zelftwijfel. Na een korte onbevredigende periode als journalist bij het Rotterdamsch Nieuwsblad was hij van 1894 tot 1910 recensent voor toneel, muziek en schilderkunst bij de Opregte Haarlemsche Courant. Ook ging hij meewerken aan De Kroniek, het tijdschrift van Pieter Lodewijk Tak. Daarnaast werd hij in 1895 conservator van het Museum Willet-Holthuysen aan de Herengracht in Amsterdam. Hij huwde op 11 oktober 1899 met Louise Sophia Vischer. Zij hadden geen kinderen, omdat de depressieve Coenen dat niet wilde. Het huwelijk was daardoor niet gelukkig. Ook de naturalistischeromans en novellen die hij in de jaren 1892 - 1905 publiceerde, getuigen van een sombere geest vol gevoelens van verveling en doodsverlangen. Titels als Verveling, Een zwakke, Bleeke levens en In duisternis spreken in dit opzicht boekdelen. Zijn beste en bekendste werk uit deze periode is Zondagsrust, waarin het uitzichtloze en kleingeestige leven van een gezin in een volksbuurt wordt beschreven.
Na 1905 schreef Coenen nauwelijks meer fictioneel proza. Hij was onder de invloed geraakt van de ideeën van Hegel, die door Gerard Bolland in Nederland werden verspreid. Bij deze filosofen vond hij een andere kijk op het leven dan bij het determinisme van de naturalisten, waardoor hij met wat meer vertrouwen in de wereld stond en ook meer de sociale bewogenheid toonde die al uit zijn proefschrift was gebleken. Hij was lid van de SDAP, al heeft hij zich nooit een vooruitstrevend partijlid getoond. Daarvoor was hij een te individualistische persoonlijkheid. In de jaren dertig werd hij, samen met Jan van Nijlen, Jan Greshoff en Simon Vestdijk, redacteur van het literair tijdschrift Groot Nederland. In 1936, kort voor zijn dood, schreef hij Onpersoonlijke herinneringen, de kroniek van het huis Willet-Holthuysen waarvan hij de conservator was. Deze beknopte familiegeschiedenis is wel eens vergeleken met Buddenbrooks van Thomas Mann en geldt als Coenens beste werk.
Eigen mening ten opzichte van de schrijver:
Mijn mening ten opzichte van de manier van schrijver van Frans Coenen is wel positief, ondanks dat ik het een enorm saai boek vind. Het verhaal is duidelijk en gedetailleerd uitgewerkt. Het gaat maar over één zondag. De verwoording van de schrijver is echt goed, maar het verhaal gaat bijna nergens over. Naast saai vond ik het boek ook nog bij vlagen onsmakelijk. Coenen lijkt ervan te genieten om de lezer keer op keer met zijn neus in de vetrollen van juffrouw Verhoef te drukken. Er staan talloze beschrijvingen in van haar onsmakelijke fysiek. Ook haar honger naar geld wordt breed uitgemeten, ik word er een beetje ziekelijk van al die hebzucht. Wat wel iets was waarom ik moest glimlachen was dat er eigenlijk alleen maar rust is als iedereen slaapt of als juffrouw Verhoef alleen is. Een ander pluspuntje was de beschrijving van Marietje, ik vond het heel herkenbaar hoe ze dacht als zijnde klein kind. Bijvoorbeeld als ze na tien regels lezen van zichzelf moet vragen of ze naar buiten mag, en als ze dat uiteindelijk niet durft, er maar een hele bladzijde van maakte.
Slotevaluatie
Wat me het meeste zal bij blijven is de manier waarop Marie werd behandeld. Ze werd misbruikt, mishandelt en gecommandeerd. Dat gebeurde allemaal op een dag. Wat me ook zal bijblijven is dat het boek maar over één dag gaat, dat vind ik echt apart. Tijdens het maken van het verslag merkte ik dat ik best veel waardering heb voor de schrijver, maar het verhaal niks aan vind. Ook in de samenvatting merkte ik dat het echt nergens over ging. Één zondag en daar een boek over kunnen schrijven, dat is wonderbaarlijk. Ik vond het geen verwarrend of onduidelijk boek, maar het was wel moeilijk om er door heen te komen. Er bevindt zich namelijk nul komma nul spanning in het verhaal dus ik had eigenlijk geen zin om verder te gaan lezen. Frans Coenen heeft wel veel gedetailleerde beschrijving gedaan in het boek, dat vind ik onaangenaam. Ik zie liever wat meer gebeurtenissen en spanning. Het ging nu alleen maar over een zondag van een arbeidersfamilie, waarom zou iemand dit willen lezen? Ik heb geleerd van dit boek dat ik heel blij moet zijn met deze periode waarin ik leef. Bij de familie Verhoef gaat het er slecht aan toe, en dat is totaal niet het geval bij mij thuis. Het is niet te vergelijken. Marie had echt een vreselijke familie, dat kan ik me bijna niet voorstellen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden