Samenvatting
Het verhaal gaat over een fotograaf van wie de leeftijd en het uiterlijke kenmerken niet bekent zijn. Hij bevindt zich op een eiland waar hij twintig jaar geleden voor het eerst naartoe kwam om een fotoreportage te maken van konijnen die aan myxomatose lijden.
Hij heeft een huisje gehuurd wat volledig van de bewoonde wereld is afgesneden.
Als hij door de duinen loopt om foto’s te maken, ziet hij op een naaktstrand Kathleen liggen, een knap meisje wat een opleiding geschiedenis doet. Ze valt hem op omdat ze zoals de meeste meisjes van die tijd (de tijd waarin het boek geschreven werd, 2005) haar schaamhaar heeft geschoren, maar niet haar okselhaar. Dat laatste vind hij aantrekkelijk en hij gaat naast haar liggen.
Zij gebied hem dat hij zijn kleren uit moet doen omdat ze op een naaktstrand liggen en ze raken aan de praat. Hij komt te weten dat ze in een discotheek geld verdient om haar studie af te maken.
Ze nemen afscheid en beloven elkaar weer te zien.
Die avond zoekt de fotograaf haar op in de discotheek.
Hij ergert zich aan het publiek wat de disco trekt en aan het harde geluid. Het wordt duidelijk dat de fotograaf niet van drukte of grote mensenmassa’s houdt.
Hij praat even met Kathleen en trekt zich dan terug.
Buiten wacht hij een tijd totdat ze klaar is met werken, maar tot zijn teleurstelling ziet hij haar met een oudere man de auto in stappen en wegrijden. Er is sprake van een lichte jaloezie en het wordt duidelijk dat hij wel zeker gevoelens heeft voor deze Kathleen.
Op de parkeerplaats waar hij op haar stond te wachten, ontmoet hij Federici. Dit is een man van middelbare leeftijd die een hele tijd de bodyguard van een rijke ‘old lady’ is geweest en waarmee hij talloze musea overal in Europa heeft bezocht. Het blijkt dan ook een groot kunstliefhebber te zijn.
Ook deze Federici heeft zijn oog op Kathleen laten vallen, maar dit blijkt later uit het verhaal alleen maar om haar schoonheid te zijn en niet omdat hij haar wilt bezitten.
De fotograaf rijdt naar niet naar huis, maar blijft in de berm slapen.
De volgende dag ontmoet hij Federici weer die verhalen verteld over hem en de old lady en zijn reizen door Europa.
Als hij weer thuis komt gaat hij een rondje hardlopen, als hij Kathleen weer tegenkomt. Ze zegt dat ze hele mooie kwallen heeft ziet liggen die hij zou kunnen fotograferen, maar het is een list om hem naar zijn huis te lokken. Hier verteld ze dat ze zich wel eens voor de oude man, met wie ze de vorige avond de auto in is gestapt, bevredigd heeft, maar waarbij hij haar met geen vinger aan mocht raken.
Hij vraagt of ze dat ook voor hem wilt doen en dat doet ze.
De volgende dag gaat de fotograaf naar de supermarkt. Als hij terugkomt bij zijn huisje staat Federici voor zijn deur te wachten. Aan het kopje wat hem wordt aangeboden ziet hij dat Kathleen op bezoek is geweest, want er zit nog lippenstift op.
In de namiddag zit hij op een terras als de oude man met een wat jongere knul op het terras een tafeltje neemt. Als hij een foto van het stel maakt spreekt de oude man hem daarop aan en verteld hem ook dat hij met zijn neus uit hun zaken moet blijven.
Als hij van het terras afkomt staat de boswachter, een oude bekende van de fotograaf, op hem te wachten om hem een nest van een velduil te laten zien. Dit is heet zeldzaam omdat de velduil bijna niet meer voorkomt, laat staan een nest met misschien wel jongeren.
Als ze bij het nest aankomen gebeurd er iets verschrikkelijks: de velduil valt de boswachter aan en pikt één van zijn ogen uit de oogkas. De fotograaf belt een ambulance en terwijl ze op de ambulance wachten, slaat hij een arm om de boswachter heen.
De ambulance komt en de boswachter wordt weggevoerd.
De fotograaf moet over het ongeluk praten en hij gaat naar de disco, in de hoop dat hij Kathleen weer ontmoet. Die is helaas niet aanwezig, wat één van de barmeisjes hem vertelt.
Wel ontmoet hij Federici weer en ze gaan naar een terras waar ze wijn drinken en over Kathleen praten.
Aan het einde van de conversatie, als ze opstappen omdat het terras gaat sluiten, loopt de fotograaf van de alcohol te zwalken. Hij had al twee glazen Whisky (snel achterelkaar) opgedronken.
Hij wordt aangehouden door de politie als hij aan de kant van de weg staat en hij krijgt een rijverbod van 6uur. Het maakt hem niet zoveel uit en als hij weer mag rijden, rijdt hij verder.
Als hij de volgende dag weer naar het strand gaat ziet hij de oude man achter een windscherm. Even later komen ook de jongeman en Kathleen tevoorschijn. De jongeman rent met een surfplank de zee in en surft naar een zeilschip wat op zee ligt te wachten. Als hij terug komt heeft hij een grote tas bij zich. Kathleen is ondertussen het strand opgerend om twee politieagenten staande en aan de praat te houden. De oude man wijst naar het duin en de jongen rent er met de rugzak naartoe. Omdat de fotograaf zich goed verscholen heeft, wordt hij niet ontdekt.
De jongen rent terug zonder tas en doet alsof hij geürineerd heeft.
De fotograaf zoekt de rugtas op en verstopt hem goed, waarna hij snel naar huis rijdt. Hij verdenkt het drietal van drugshandel en wil het hun op deze wijze vermoeilijken.
Als hij thuiskomt wacht Federici hem op. De fotograaf verteld hem wat er gebeurd is. Federici zegt dat hij het niet slim vindt dat hij het niet meteen aan de politie heeft gemeld.
Hierop antwoord hij dat hij dan ook Kathleen had verraden, wanneer ze de gevangenis in zou gaan en juist in het criminele circuit terecht zou komen. Dat wilde hij voorkomen.
Federici verteld hem dat hij had gezien dat de jongeman een pistool bij zich had en raadt de fotograaf aan er ook een te nemen. Deze weigert dit omdat hij vindt dat hij het niet nodig zal hebben.
Federici vertrekt en de fotograaf gaat bloemen fotograferen. Als hij omkijkt ziet hij de jongeman staan met een pistool in de hand. De jongeman gebied hem mee te gaan en nadat hij had gezien dat zijn huis ondersteboven is gekeerd, gaat hij mee de auto in. Hier probeert de fotograaf om de jongen op te jutten, wat redelijk goed werkt.
Ze lopen een eind de duinen in en op een gegeven moment weet de fotograaf het klaar te spelen om de jongeman met een wilgentak neer te slaan. Hij wil hem reanimeren, maar dan ziet hij een groot, vers litteken op de hoogte van het hart en trekt de conclusie dat de jongen een hartoperatie heeft gehad. De jongen is dood.
De fotograaf gooit het lichaam met de tas een vijver in, wat snel zingt doordat de tas zo zwaar is.
Federici wacht hem bij thuiskomst weer op en de fotograaf verteld het verhaal met een verdraaid slot, waarin de jongen met de tas in een sportwagen verdwijnt en de oude man verraadt.
Later die dag komt ook Kathleen, gestuurd door de oude man in de hoop dat zij iets uit hem los krijgt. Het pistool wat hij van de jongen had afgepakt verbergt hij onder een t-shirt. Hij vertelt hetzelfde verhaal als wat hij aan Federici vertelde met hetzelfde einde en probeert dan het shirt en pistool in een kastje te verbergen.
Kathleen en de fotograaf eindigen samen in bed, wat zeer uitgebreid beschreven wordt.
De volgende ochtend zijn Kathleen en het pistool verdwenen en de fotograaf hoopt maar dat ze aan zijn kant staat en niet het pistool laat zien aan de oude man, haar baas.
Hij gaat naar het hotel van Federici en verteld hem wat er echt gebeurd is en ook wat Kathleen heeft gedaan. Hierna gaat hij naar de woning van Kathleen, waar ze hem helemaal overstuur verteld heeft dat de oude man zelfmoord heeft gepleegd. Ze hebben seks en besluiten meteen de volgende dag te vertrekken.
De fotograaf vertrekt om zijn huisbaas te vertellen dat hij het huis gaat verlaten. Die verteld hem dat hij wel voor de hele week moet betalen omdat hij het voor de rest van de week niet meer kan verhuren, waarmee de fotograaf instemt.
Als hij weer thuiskomt barst er een noodweer los.
In dit noodweer komt Federici hem bezoeken. De fotograaf verteld zijn plannen en hij krijgt advies niet alles te geloven wat Kathleen zegt.
De fotograaf negeert dit advies. En terecht, blijkt als hij haar op komt halen.
Federici staat hem hier op te wachten, Kathleen is nog even naar de drogist. Hij overhandigt de fotograaf zijn kaartje waar Job Federici op staat. De fotograaf zou hem namelijk nog een paar foto’s van Kathleen opsturen.
Job vertrekt als Kathleen eraan komt en samen met de fotograaf nemen ze de boot naar het vaste land om in Frankrijk het huis van de fotograaf eens een bezoekje te brengen. Op de boot gooit ze het pistool van de jongeman weg, het water in als blijk van haar vertrouwen en als wil om geen geheimen meer voor elkaar te houden. Ze zegt dat hij ook nog een geheim heeft en hij zegt dat hij dat ooit wel zal vertellen.
Beschrijving Hoofdpersonage: De fotograaf
De fotograaf is gewoon de fotograaf. Er is geen naam voor deze man verzonnen, wat ook niet nodig is. Het verhaal wordt vanuit het ik-perspectief verteld, dus uiterlijke kenmerken worden ook niet echt duidelijk gemaakt. Leeftijd, geboortedatum, visakaart, niets.
Wel komen zijn gevoelens heel duidelijk aan bod.
De fotograaf is een natuurliefhebber, iets wat op twee manieren logisch is.
Als eerste is de schrijver van het boek, Jan Wolkers, zelf een groot liefhebber van de natuur. Dan is het natuurlijk logisch dat hij schrijft over de natuur en beschrijft wat hij ziet.
Ten tweede is de fotograaf een natuurfotograaf, en je wordt geen natuurfotograaf wanneer je niet op zijn minst een zekere liefde voor de natuur hebt.
Dat hij natuurliefhebber is, valt aan een aantal dingen te herkennen: hij fotografeert de natuur, alleen de natuur. Hij houdt van dieren, wat duidelijk wordt in de tweede paragraaf: hij moet konijnen met een ziekte fotograferen en nadat hij ze op de foto heeft genomen slaat hij ze dood. De fotograaf weet namelijk dat het konijn wat hij doodslaat anders door de meeuwen zal worden verslonden, iets wat een nog veel gruwelijkere dood is dan een stok tegen je kop. Wolkers heeft het over ogen uitpikken, wat ironisch is aangezien later in het boek een oog van de boswachter wordt uitgepikt. Al wil hij het leven voor zoiets behoeden, het slaat toch toe.
In het boek wordt ook duidelijk dat de fotograaf een luisteraar is: hij praat niet veel maar kan mensen er heel goed tot aanzetten om verhalen te vertellen, met als groot voorbeeld Federici. Deze man praat aan een stuk door en al zegt hij wel dat hij het verhaal van de fotograaf wil horen, die verhalen komen niet aan bod: de fotograaf luistert liever.
De fotograaf houdt niet van drukte. Dit is logisch want hij houdt wel van de natuur, en die twee gaan gewoon niet samen: Je kunt geen zeldzame paddenstoelen fotograferen als ze ondertussen door honderden voeten geplet worden.
In de discotheek komt dit heel duidelijk naar voren, de ergernis over het luidruchtige gedrag van de klanten, het terugtrekken in een hoekje, etc.
Jan Wolkers heeft duidelijk kenmerken van zichzelf in het hoofdpersonage aangebracht: je zou het fotograferen kunnen vergelijken met zijn schilderkunst, aangezien Jan Wolkers net als de fotograaf zijn inspiratie uit de natuur haalt. Bovendien schildert Wolkers abstract, wat is ontstaan als vervanging van de fotografie. Bovendien is de fotograaf net als Jan Wolkers een natuurliefhebber die kan genieten van de kleinste dingen uit de natuur. Dit weet ik want ik heb een aflevering van ‘In de achtertuin van Jan Wolkers’ gezien.
Het hoofdpersonage wordt verliefd op een vrouw die erg op de vrouw van Jan Wolkers lijkt, Karina Gnirrep. Op de kaft van het boekje ‘Zomerhitte’, wat de scène van de ontmoeting tussen de fotograaf en Kathleen uitbeeld, staat ook deze Karina Gnirrep ook afgebeeld.
Een zeer interessant personage wanneer je een boek over drugs en liefde probeert te beschrijven. Drugs blijven planten…
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden