Uitleg titel:
De titel slaat op een fragment in het boek als de schrijver van beroep, Geert Claerhout en de vrouw die voor Geert als Judith voorkomt, op de Glastonbury Tor kennis met elkander maken. Het was een onverwachtse verschijning voor hem, omdat het haast onmogelijk was dat zij kon weten dat hij zich op dat moment daar bevond. Later bleek dat zijn boezemvriend Nico Waelrant zijn voornemen aan Judith had verklapt. Het was echter niet de eerste keer dat ze aan hem verscheen want hij herkende haar als het meisje met de regenmantel die ze telkens aanhad als hij haar zag. Eerst op de crematieplechtigheid van zijn vader, daarna op de houten kade of balustrade waar hij de samengeperste as van zijn vader welbewust in het water van de rivier de Schelde liet vallen. Ook ziet hij haar af en toe lopen, als hij een wandeling door de straten van Antwerpen maakt.
Lampo koos waarschijnlijk voor deze titel omdat het de essentie van zijn boek in het verhaal samenvat. De vrouw waar Geert bekant in het hele boek door beheerst wordt en meerdere keren in staat van moedeloosheid door wordt gebracht. Hij is bang dat Judith eens en voor altijd uit zijn leven verdwijnt, nadat ze hem plotseling verlaten had.
Motto
On me combat, donc je suis – André Gide: Je vecht met mij dus ik besta.
Ik heb de indruk dat dit motto niets te maken heeft met het verhaal van Zeg maar Judith, maar wel Lampo’s literatuur die vaak op de hak genomen werd. Tot zover ik weet was er veel kritiek op zijn werk, waar hij dus op reageert met dit citaat van ene André Gide, en overigens ook in een van de weinige filmopnamen die van hem genomen zijn: ‘Ik moet zeggen dat ik voor een aantal critici, behoudens een paar mensen die van mijn werk houden en dat mag, hoegenaamd geen respect hebben.’
Samenvatting
Geert Claerhout neemt zich voor om zijn vader in zijn terminale fase regelmatig te bezoeken. Maar zijn vader is niet meer bereid om duidelijk te zijn tegenover zijn zoon o.a. door de ingreep bij de keelkanker, maar toch verneemt hij een aantal zaken waar zijn vader hem nooit over verteld heeft en over de vrouw die hem ’s nachts soms vergezeld heeft. Als zijn vader overlijdt, komt hij in een soort depressie terecht waardoor hij zich moeilijk kan concentreren en maar nauwelijks structuur in zijn leven kan vinden. Eenmaal op de crematieplechtigheid, waar zijn vaders as eerbiedig wordt uitgestrooid, bemerkt hij dat er ook een vrouw aanwezig is die hij niet terug kan brengen naar iemand die hij kent. Ze heeft een wit regenmanteltje aan zo hij het noemt. Naderhand krijgt hij een blokje samengeperst as wat de nabestaanden uit principe niet onthouden wordt.
Als hij een ommetje maakt naar de kade van de Schelde, merkt hij dat er iemand naderbij komt. Het is dezelfde vrouw die hij al vaker is tegengekomen. Voordat ze bij hem staat laat hij het blokje as in de Schelde vallen waarmee hij zijn rouwperiode van zijn vader probeert af te sluiten. Hij praat daarna met de vrouw maar tot een echt gesprek komt het echter niet. De komende dagen kan hij zijn gedachten ergens anders toe zetten omdat een Nederlandse bankier en president van de raad van beheer van het uitgeversbedrijf Erasmus Frank Rijnlant hem een genereus aanbod doet om een boek te schrijven over de fantastische wereld in Vlaanderen. Hij behandelt thema’s als Shakespeare, ufowaarnemingen etc. Tijdens zijn prospectietocht in Glastonbury te Engeland voor zijn boek, kan hij weer een beetje stoom afblazen vanwege de ontluisterende omgevingen. Maar als hij eenmaal op de Glastonbury Tor is, een grote heuvel in het landschap van Engeland, staat de onbekende vrouw weer voor hem en stelt zich voor als Judith. Het is een vrij onsamenhangend gesprek dat ze houden, maar voor ze het weten barst er een forse regen uit en moeten ze onder de Tor schuilen. Toen stonden ze pal tegenover elkaar konden ze het niet laten om elkaar sensueel te zoenen. Sindsdien brengen ze samen de dag door. In het logement waar Geert overnacht, vervolgen ze deze activiteiten, alleen dan in een wat verder stadium, waarna Geert de daaropvolgende ochtend ontdekt dat ze al vertrokken is. Hij raakt compleet onthutst van deze gebeurtenis en keert meteen terug naar Antwerpen waar hij wederom in een depressie terechtkomt. Maar door zijn vriend Nico Waelrant en zijn zus Alicia komt hij er stilaan weer bovenop. Ook hervat hij de werkzaamheden met zijn boek en compileert hij samen met Anton, een cineast, en zijn zwager Peter een interview met Manfred Biddeloo, iemand die veel weet over Shakespeare. Zodra het uitgezonden is contacteert Judith hem maar Geert kan er geen touw aan vastknopen wat ze precies wilt. Geert veronderstelt dat ze al getrouwd is, en hierdoor definitief het contact verbreekt. Geert kan het maar moeilijk bevatten en ziet het leven eigenlijk niet meer zitten zonder Judith. Kort daarna krijgt hij een onverwachts telefoontje van een fan. Ze heet Hermine en blijkt later de moeder van Judith te zijn en de vrouw waarmee zijn vader geen band mee kon aangaan omdat hij toen nog getrouwd was, maar later zijn vrouw verloor. Zij organiseert een fuif naar aanleiding van de hereniging van Geert en Hermine, hun ontmoeting. In het pand waar de fuif plaatsvindt, ontwaard hij alle mensen die hij in de periode na de dood van zijn vader ontmoet heeft of vaak mee omgegaan is. Na er even tijd doorgebracht te hebben wordt hij door Hermine gewenkt om naar de telefoon te komen. Het is Paul Binneweg de politiecommissaris, en vraag het prompt naar het bureau te komen. Hij geeft daaraan gevolg en snelt zich naar de plek toe waar hij moet zijn. Daar blijken Manfred Biddeloo en Judith, de vrouw waar hij naar verlangt meegenomen te zijn, door hun auto die niet juist geparkeerd stond. Paul Binneweg leidt Geert naar de wachtkamer en wordt daar alleen gelaten met haar. Alle onduidelijkheden worden opgeheven en keren weer terug naar het feest, maar niet te lang, want ze kunnen niet wachten om elkaar weer in de armen te vliegen.
Thema
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden