Zeepost door Judith Herzberg

Beoordeling 5
Foto van een scholier
Boekcover Zeepost
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1471 woorden
  • 15 augustus 2006
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 5
23 keer beoordeeld

Boekcover Zeepost
Shadow
Zeepost door Judith Herzberg
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Boekverslag Zeepost (dichtbundel) Primaire gegevens van het gelezen werk: Auteur: Judith Herzberg
Titel: Zeepost
Verschenen in: 1963
Aantal blz.: 45 Gedicht 1: ‘Ochtend’ op blz. 19 De nevels trekken op, het water
Staat rechtop in het land. Jij die een voorsprong hebt in ongeluk, Waar denk je aan? De vogels barsten los in luid kabaal
Vrolijk voor mij omdat ik vrolijk ben. ‘laten we niet sentimenteel zijn
Over vogels’ zeg jij ‘ze maken tenslotte

Een hels lawaai, ook je onsterfelijke nachtegaal.’ Interpretatie gedicht: 1. Het gedicht gaat over 2 mensen, waarvan er eentje vrolijk wakker wordt en de ander niet. De een wordt blij van de vogels die fluiten en de ander vind het maar herrie. 2. Strofenbouw: het gedicht bestaat uit 1 strofe met 9 regels
Rijm: er is geen sprake van rijm in dit gedicht
Metrum: het is een Jambe
3. Er wordt in dit gedicht een Metonymia gebruikt. Er wordt het gezang van vogels bedoeld, maar er staat luid kabaal en een hels lawaai. Ook zit er een tegenstelling in dit gedicht, namelijk de ik-persoon die vrolijk wordt van de vogels en de jij-persoon die ze maar vervelend vind. Beoordeling gedicht: Het thema van het gedicht spreekt mij best aan, omdat je hier dagelijks mee te maken hebt. Ik vind het een thema dat altijd wel kan. Dit is een gedicht wat ik best ’s ochtends zou willen horen als de vogels fluiten. Het 2e deel van de eerste zin begrijp ik niet zo goed: ‘het water staat rechtop in het land’. Verder vind ik het gedicht goed te begrijpen. Ik vind de tegenstelling in dit gedicht best origineel. De mooiste zin vind ik: ‘laten we niet sentimenteel zijn over vogels’. Ik vind het gedicht aan de ene kant optimistisch en aan de andere kant pessimistisch. Je ziet namelijk 2 manieren waarop je tegen het opstaan aan kunt kijken. Het gedicht vind ik ook best realistisch en natuurlijk. Maar ik vind het ook wel een humoristisch gedicht, ik krijg er namelijk een beeld bij van iemand die goed geslapen heeft en vrolijk wakker wordt, die naast iemand ligt met een kater. Gedicht 2: ‘Deut’ op blz. 30 Wie op het schiereiland van de vervulling staat moge hij de dood nog worden bespaard. Hij die een wijngaard heeft geplant maar de vruchten nog niet heeft geproefd, hij die een huis heeft gebouwd maar er nog niet in heeft gewoond, hij die een vrouw heeft genomen maar nog niet met haar heeft gelslapen. Hij die een leeg schrift, een onbegonnen potlood of een schone zakdoek heeft. Hij die ziet dat het gaat regenen. Maar wie perfect de weg kent in een stad, een lied kan blazen op een sprietje gras

of wie zich op een korrel heeft verschanst
en deze als de wereld ziet, zijn paard
niet afdroogt na een rit, zijn bril
beslagen laat, de regen heeft zien vallen, zijn zakdoek gebruikt, zijn tranen gehuild heeft – Of wie met hart en ziel terug wil draven
Begraven botten op wil graven
dode dingen leven in wil blazen of gaat sparen; een herfstblaadje, een bioscoopkaartje, een schaamhaartje bewaren – Stuur hem desnoods dan maar de veldslag in, alleen – verwacht niet van hem dat hij wint. Interpretatie gedicht: 1. Het gedicht gaat over mensen die nog ergens mee bezig zijn en mensen die klaar zijn. Dat mensen die iets nog niet af hebben of nog niet begonnen zijn met iets gelukkiger zijn dan mensen die klaar zijn met iets. Ik denk ook dat er bedoeld wordt dat dingen van te voren vaak veel leuker lijken dan ze achteraf blijken te zijn en dat je dan terug wilt naar hoe het eerst was. 2. Strofenbouw: het gedicht bestaat uit 2 strofen, 1 van 11 regels en 1 van 14 regels. Rijm: er is 1 keer sprake van eindrijm: Of wie met hart en ziel terug wil draven
Begraven botten op wil graven

En er is 1x spraken van binnenrijm: een herfstblaadje, een bioscoopkaartje, een schaamhaartje bewaren – Het gedicht heeft verder geen vast rijmschema. Metrum: dactylus 3. Er worden in beide strofen opsommingen gehouden. De hele 1e strofe is 1 opsomming en de gehele 2e strofe is ook een opsomming. Die twee strofen zijn weer tegenstellingen van elkaar. In de 1e strofe is alles nog niet af of gebeurt, in de 2e strofe juist wel. In de laatste 2 regels van het gedicht wordt ironie gebruikt. Beoordeling gedicht: Het thema van dit gedicht spreekt mij wel aan. Het gedicht heeft me wel geraakt, omdat ik sommige zinnen erg mooi vind. Vooral de volgende: ‘wie zich op een korrel heeft verschanst en deze als de wereld ziet’ Er staan eigenlijk geen zinnen of woorden in die ik niet kan begrijpen. Ik vind het gedicht droevig en gevoelig. Maar ook natuurlijk en origineel. Gedicht 3: ‘Oude vrouw’ op blz.34 De fantasien die ik vroeger had als ik ziek was had! Filosofie, polyandrie, Andalusie, wat al niet, en nu? Ik zou de bladeren
Weer aan de takken willen hangen. Tweemaal daags wankel ik door de gang. Interpretatie gedicht: 1. Dit gedicht gaat over een oude vrouw die nadenkt over wat ze vroeger dacht toen ze ziek was, en over wat ze nu denkt terwijl ze oud is en niets meer kan. 2. Strofenbouw: het gedicht bestaat uit 1 strofe met 5 regels
Rijm: er is geen rijm in dit gedicht aanwezig
Metrum: anapest
3. In de 2e regel staat een opsomming. Ook zit er een tegenstelling in het gedicht. Namelijk tussen hoe het was en hoe het nu is. In de 3e regel staat een retorische vraag. Beoordeling gedicht: Het thema spreekt mij wel aan, en het onderwerp heeft mij ook wel geraakt. Het thema vind ik best modern aangezien er een aardige vergrijzing is. Ik kan het hele gedicht wel begrijpen. Deze regel vind ik het mooist: ‘Ik zou de bladeren

Weer aan de takken willen hangen.’ Het is een droevig gedicht vindt ik, maar wel realistisch. Het is ook gevoelig naar mijn mening. Gedicht 4: ‘Ouderdom’ op blz. 39 Later, als ik zwakzinnig ben
met schoothond en schrikvel
houd ik een kruik warm
tegen me aan en praat
ik met je in mijn slaap. Als je nu kan begrijpen
wat ik dan ga bedoelen, krakende dorre tak dat ik ben, ga ik me niet zo afgebroken voelen
maar meer een uitgeblazen paarde- bloem. Hoor je me dazen? Daar gaan mijn parachuutjes al. Interpretatie gedicht: 1. Dit gedicht gaat volgens mij over iemand die oud wordt en een beetje vergeetachtig. Die tegen iemand zegt dat het fijn zou zijn als diegene hem/haar begrijpt als zij/hij onzin praat. En dan op het eind beseft dat hij/zij al onzin aan het praten is tegen diegene. 2. Strofenopbouw: het gedicht bestaat uit 1 strofe met 12 regels
Rijm: het gedicht heeft een keer klinkerrijm in regel 4 en 5. En in regel 7/9 is er eindrijm, verder heeft het gedicht geen vast rijmschema. Metrum: anapest

3. Er staat een vergelijking zonder als in het gedicht in regel 8, daar vergelijkt de ik-persoon zich namelijk met een krakende dorre tak. Ook staat er een vergelijking in met de ik-persoon’s gevoel met een uitgeblazen paardenbloem. En ook wordt het afbrokkelende verstand van de ik-persoon vergeleken met de parachuutjes van de paardenbloem die er af geblazen worden. Beoordeling gedicht: Het thema van dit gedicht spreekt mij wel aan, omdat ik in de zorg met demente mensen gewerkt heb. Ik vind het wel een modern thema, omdat er veel vergrijzing is en er veel demente mensen zijn. Het enige woord in dit gedicht wat ik niet begrijp is ‘schrikvel’ in de 2e regel. De beeldspraak vind ik origineel en de mooiste zin vind ik de laatse. ‘Daar gaan mijn parachuutjes al.’ Het gedicht vind ik wel vrij droevig, omdat diegene weet dat hij/zij langzaam zijn/haar verstand verliest. Gedicht 5: ‘Bergmeer’ op blz. 43 Daar liggen godvergeten zonbeschenen stenen
heet te worden, af te koelen. Geen mens, geen dier om het te voelen. Alleen wij, nu, even. Interpretatie gedicht: 1. Dit gedicht gaat over 2 mensen die helemaal alleen bij een bergmeer zitten en die als enigen ervaren hoe het daar is op dat moment. 2. Strofenopbouw: dit gedicht is een kwatrijn
Rijm: in de eerste regel is er sprake van binnenrijm (zonbeschenen, stenen). En er is bij de 2e en 3e regel eindrijm (koelen, voelen). Van een rijmschema is geen sprake. Metrum: jambe 3. Er is in de 1e regel een cliché gebruikt (godvergeten stenen). Ook wordt er een hyperbool gebruikt door 2x geen te gebruiken in regel 3 (geen mens, geen dier om het te voelen). Dit legt er extra nadruk op dat ze helemaal alleen bij dat meer zijn. Beoordeling gedicht: Het thema spreekt mij wel aan, ik zie het helemaal voor me. Dit is een gedicht om te lezen op een bijzonder moment op een bijzondere plek waar je alleen bent. Ik kan het hele gedicht goed begrijpen. De mooiste zin vind ik: ‘geen mens, geen dier om het te voelen’. Ik vind het een natuurlijk gedicht, dat gemakkelijk is maar toch gevoelig.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.