Z 17 door Jef Geeraerts

Z-17, Jef Geeraerts, tweede druk, Manteau Antwerpen/Amsterdam Beschrijvingsopdracht: Je geeft een beschrijving van het boek: je geeft je motivatie van je boekkeuze, een korte weergave van de inhoud en een utgewerkte persoonlijke reactie. Motivatie boekkeuze: · interessante titel · op kaft stond dat het een misdaadroman was, dat leek me wel interessant · op de achterflap stond iets over undercover, dat leek me erg spannend Korte weergave van de inhoud: Wie is de hoofdpersoon? Max Diemen. Hij is adjudant en kandidaat-officier, tien jaar getrouwd met de computerprogrammatrice Martine en heeft een verhouding met Nancy. Zijn rangnummer is ‘Z-17’. Wie zijn de andere belangrijke personages? Nancy, die vriendin van Max
De kolonel van Max

Biche, de tweede vriendin van Max
Jean Vergote, een pseudodealer ‘Schone’ Frans, een informant uit de onderwereld Hoe is de relatie tussen de hoofdpersoon en de andere personen? Max en Nancy: geliefden
Max en de kolonel: vrienden
Max en Biche: geliefden
Max en Jean Vergote: zakelijk
Max en ‘Schone’ Frans: zakelijk Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen? Max drukt bij een deal 5 kilo cocaïne achterover. Max mist een kilo cocaïne. Max sluit een dealtje met John van de A-ploeg, die z’n coce had gestolen. Max doodt John. Max vermoordt de man van Nancy en een agent. Max vraagt of Biche met hem weg wil naar Paraguay. Max biedt z’n kilo’s coce te koop aan. ‘Schone’ Frans zorgt voor een koper. Max sluit een deal met Jean Vergote, overhandigt de coce en doodt Jean. Max word gearresteerd, Jean bleek voor de Gerechtelijke te werken. Max wordt afgeleverd bij de DEA. Verandert het leven van de hoofdpersoon door de gebeurtenissen? Ja, hij wordt van undercover-agent langzaam crimineel. Waar spelen de gebeurtenissen zich af (welke stad, welk land)? In België (voornamelijk Antwerpen en Knokke). Wanneer spelen de gebeurtenissen de gebeurtenissen zich af (in welke tijd, in welke periode bijvoorbeeld: in de crisisjaren, de Middeleeuwen)? In het de jaren ‘90 Uitgewerkte persoonlijke reactie: Onderwerp: Het boek gaat over een undercoveragent die door drugshandel in de problemen komt. Ik vind dat een heel erg interessant onderwerp. Ik vind dat de schrijver het onderwerp goed heeft uitgewerkt; hij gebruikt termen die hij in een woordenlijst uitlegt, en een non-fictionele omgeving. Gebeurtenissen: De belangrijkste gebeurtenissen in het boek zijn volgens mij de moorden op John, Henri en de agent, het kwijtraken van de kilo coke en de laatste deal van Max. In dit boek spelen de gedachten en gevoelens en de gebeurtenissen een even grote rol. De gebeurtenis die het meeste indruk op me heeft gemaakt is het stuk waarin Max z’n vrouw slaat omdat zij weer eens Singing in the Rain zit te kijken. Dat komt omdat de schrijver in dat fragment een goede woordkeuze heeft gebruikt, die je echt kwaad maakt op Max’ vrouw. Personages: Max is zeker geen held. Hij is verslaafd, maar durft dat niet toe te geven. Zijn karakter wordt in het boek goed duidelijk. Normaal gesproken vind ik het karakter van een persoon redelijk belangrijk, maar dat ligt ook aan het soort boek dat ik lees. De personages in dit boek zijn levensecht. Dat komt vooral omdat de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt non-fictioneel is. Ik heb me goed kunnen verplaatsen in Max, je ziet namelijk alles door zijn ogen. Max en de kolonel zijn symathiek. Dat komt doordat Max de hoofdpersoon is en die vindt de kolonel aardig. Raem is zeker niet sympathiek, want hij wordt door Max als de slechte gezien. Opbouw: Het boek is vrij ingewikkeld van opbouw, vooral in het begin. Dat komt doordat je steeds een stuk cursieve tekst hebt en dan weer een stuk in Romein. Het verhaal is erg spannend, vooral de moorden en de drugsdeals. Dat komt omdat je gedwongen wordt om verder te lezen hoe het afloopt met Max. Het hele verhaal is eigenlijk één grote flashback, gezien door de ogen van Max. Het boek heeft een open einde. Je weet niet wat Max bij de DEA moet. Ik vind dat erg onprettig. Taalgebruik: Het taalgebruik is een beetje lastig. Er worden beroepstermen gebruikt (die gelukkig in een woordenlijst worden uitgelegd) en er wordt Belgisch geschreven. Het taalgebruik past goed bij de personages en het onderwerp. Verdiepingsopdracht: Je voert een verdiepingsopdracht uit. Deze opdracht sluit aan bij de stof van deze module. Bij het boek dat je hebt gelezen ga je de volgende aandachtspunten na: Welke verwachtingen had je voor je het boek ging lezen en hoe zijn die verwachtingen gewekt? In eerste instantie dacht ik dat het om een science-fiction roman ging. Dat dacht ik omdat de titel leek op een naam die iemand in de toekomst kan hebben. Toen ik de achterflap las, verwachtte ik dat het boek over moord en corruptie zou gaan. Welke verwachtingen zijn uitgekomen en welke niet? De verwachtingen over moord en corruptie zijn uitgekomen. Het was zeker géén science-fiction roman. Is er een verband tussen het wel of niet uitkomen van de (meeste) verwachtingen en je oordeel over het boek. Beschrijf het verband tussen het uitkomen van de verwachtingen en je oordeel. Er is geen verband tussen uitgekomen verwachtingen en mijn oordeel over het boek. Als ik bijvoorbeeld verwacht dat het een science-fiction boek is en het blijkt een misdaad roman te zijn, hoeft dat mijn oordeel helemaal niet te beïnvloeden. Er is dus helemaal geen verband tussen het uitkomen van verwachtingen en mijn oordeel. Bevat het boek dat je hebt gelezen veel of weinig open plekken? Leg uit (met verwijzing naar de tekst) waarom je veel open plekken aan kunt wijzen. Het eerste hoofdstuk van het boek bevat veel open plekken, dat komt doordat de rest van het boek eigenlijk één grote flashback is. Wat zijn de belangrijkste open plekken in de tekst? Beschrijf de belangrijkste open plekken. De belangrijkste vragen die bij je opkomen bij het lezen van het boek zijn: · wie is de ik-persoon? · waarom moet hij eigenlijk 40 push-ups doen? · waarom krijgt hij kalmeringsmiddelen? · waarom zit hij gevangen? · waarin wordt hij beschouwd als topklasse? · wie is Biche? · welke speciale opleiding heeft hij gevolgd? Worden de belangrijkste open plekken ingevuld? Beschrijf waar en hoe de open plekken worden ingevuld. Ja, door het hele boek kom je door de gesprekken, handelingen en gedachten van Max achter de antwoorden op de vragen. Zijn er open plekken die niet worden ingevuld, die blijven als je het boek uit hebt? Hoe heb je geprobeerd die open plekken in te vullen? Ja, eentje: wat moet de DEA met Max. Ik heb niet geprobeerd die open plek in te vullen, want ik vond dat stuk maar chaotisch. Beschrijf de belangrijkste spanningsboog of spanningsbogen in het verhaal. · Hoe loopt het af met Max en Nancy? · Hoe loopt het af met Max en Biche? · Lukt de moord op Henri? · Wordt Max gepak voor de moord op Henri? · Lukt de deal met Vergote? Vind je het boek dat je hebt gelezen spannend? Waarom? Ja, je wordt met Max meegetrokken in zijn handelingen en wil steeds weten hoe het af zal lopen met hem. Heeft de tekst een open of gesloten einde? Waarom? Ben je tevreden over het slot (open of gesloten), of had je liever een ander slot gelezen? De tekst heeft een open einde. Je blijft met de vraag zitten wat de DEA met Max moet. Ik had liever een gesloten einde gehad, want nu heb ik het gevoel dat ik het boek niet uit heb. Is het boek dat je hebt gelezen fictie, proza en literatuur? Motiveer je antwoord. Ja, het verhaal is verzonnen, het hele blad wordt gebruikt en het boek is erkend door kenners. Evaluatie: Na de verdiepingsopdracht schrijf je nog een evaluatie waarin je ingaat op de volgende aandachtspunten. Wat is je beargumenteerde eindoordeel over het boek? Erg goed. Ik had nog nooit een boek van deze schrijver gelezen, maar ik vond het wel erg spannend en makkelijk te lezen. Ook werden gedachten/gevoelens en aktie goed afgewisseld. Ben je tevreden over het uitvoeren van de beschrijving? Waarom? Ja, zo denk je nog eens goed na over wát je nou eigenlijk gelezen hebt. Ben je tevreden over het uitvoeren van de verdiepingsopdracht? Waarom? Nee, het is ontzettend veel werk, kost veel moeite en verpest het hele lezen. Op deze manier wordt lezen onplezierig, omdat je steeds moet opletten wat er staat. Je mag niet meer fantaseren. Hoe verliep het lezen van het boek? Vond je het een lastige klus of viel het wel mee? Het was leuk om te lezen, omdat het een goed boek was. Hoe verliep het uitwerken van de verdiepingsopdracht? Vond je het een lastige, moeilijke klus of viel het wel mee? Het was best lastig en erg veel werk. Beschrijf wat je moeilijk, verwarrend of onduidelijk vond aan de verdieping. Onduidelijk: veel vragen die op hetzelfde neerkomen.