Opdracht:
Voor Jelto & Lia,
Ik ben er niet achtergekomen wie dit zijn.
Korte samenvatting:
In het eerste deel van de bundel heb ik het gevoel dat hij vooral over zichzelf verteld. Over zijn leven met de drank, en dat hij tijden op het randje van de dood wankelt. Vaak zeggen de titels het al; zo zijn er de gedichten Deadline, Zandloper, Begraafplaats, Nachtlokaal (wat ik zie als het café) of het Vonnis. Bijna alle gedichten in het eerste deel zijn sonnetten.In deze gedichten komen heel duidelijk de triestheid van het leven naar voren vind ik. Zo is het ook altijd slecht weer in de gedichten, het is altijd herfst of najaar, tegen de winter aan. Dit geldt ook voor deel twee. Toch zit er een verschil tussen deel twee en deel een. In het tweede deel zijn de gedichten meer naar een persoon gericht, ik denk dat dit zijn vrouw is of zijn vrouwen zijn. Maar deze gedichten zijn minder een eenheid als in deel een. In zowel deel een als in deel twee komt de vergankelijkheid heel erg naar voren. En de liefde voor vrouwen. Ook in deel drie kun je dit vinden. Hoewel dit niet zijn eigen gedichten zijn. Het zijn vertaalde gedichten, die wel erg bij zijn thema passen. Zo zijn er gedichten van Camoens, Lope de Vega, Ciro di Pers en Argensola.
Thema:
Het thema in deze gedichtenbundel is, zoals ik al eerder heb genoemd, vergankelijkheid en liefde. J.P. Rawie gelooft erin dat alles (al het goede) maar van korte duur is en altijd zal eindigen. Ook heb ik uit secundaire literatuur vernomen dat Rawie een “vrouwenversierder” en dat vind je terug in de gedichten over deze vrouwen. Deze thema zijn de rode lijn in deze bundel. Maar ook triestheid speelt wel een belangrijke rol. Deze vind je in alle gedichten terug, hoewel je het niet echt een thema kunt noemen, vind ik het toch belangrijk.
Idee:
Ik denk dat de schrijver van deze gedichten vooral zijn mening over een aantal onderwerp wil duidelijk maken en dan meningen over een manier van leven. Ook wil hij zijn manier met het omgaan van een aantal belangrijke dingen in het leven, zoals vergankelijkheid en liefde, laten zien. In een interview heb ik hem horen zeggen, dat veel middelbare scholieren zijn bundels lezen. Vooral zijn eerste, deze zijn erg ironisch en omdat middelbare scholieren in de weer zijn met hevige emoties en zich tegelijkertijd doodschamen is ironie een geweldig middel om die emoties te verwerken. Dat was dus misschien ook een van zijn doelen.
Titelverklaring:
De titel Woelig stof komt een aantal keren in een gedicht voor.
In het eerste deel van de bundel staat een gedicht dat zandloper heet, deze titel komt eveneens voor in deel 3 van de bundel. Hier is het een vertaald gedicht van Ciro di Pers. In het gedicht van Ciro di Pers komt woelig stof voor, en ook komt er in deel twee een gedicht voor dat Credo heet, hierin komt ook het woord woelig stof voor. In deze drie gedichten gaat het over een zandloper en ik denk dat hij hiermee de vergankelijkheid aangeeft. Hij bedoeld het woelige (onrustige) stof die in een zandloper loopt van de ene kant naar de andere kant.
Opbouw:
Deze gedichtenbundel bestaat uit drie delen. In het eerste deel vind je vooral gedichten over Rawie’s eigen leven, zijn eigen problemen, voornamelijk het drankprobleem. In deel twee vind ik vooral gedichten die gericht zijn tot een persoon, waarschijnlijk een of meerdere geliefden. In deel drie geeft Rawie vertaalde gedichten van oude dichters. Er zit natuurlijk geen echte chronologische vertellijn in. Ook kan ik geen flashbacks of vooruitwijzingen vinden. Ook in de gedichten zelf vind ik dit niet.
Perspectief:
De gedichten worden meestal uit een ikpersoon verteld. En ik denk eigenlijk dat deze ikpersoon meestal Rawie zelf is. De gedichten staan dus bijna allemaal in een personaal perspectief. Heel soms gebruikt hij denk ik ook een alwetende verteller, want dan komt er eigenlijk geen persoon in voor. Dan verteld hij over een gebeurtenis, maar dit kan elk mens overkomen zijn, dit hoeft niet perse Rawie zelf te zijn, hoewel ik wel denk dat hij zichzelf bedoeld.
Ruimte:
In deze bundel komen de gedichten allemaal voor in het najaar. Vaak regent of is het donker. Enkele gedichten beschrijft hij het begin van de maand december met eventueel sneeuw. Dit heeft een grote rol in de gedichten, want hierdoor word het allemaal wat triester. In een interview verteld hij hierover en zegt hij dat hij dat hij dit gebruikt omdat hij in het koude noorden woont. (In Groningen) Ook vindt hij herfst gewoon in aangenaam seizoen, het is zijn geestelijk jaargetijde. Verder kan ik niet bepaalde plaatsen vinden die vaak voorkomen.
Symboliek:
Ik vind dat de dichter niet echt hele duidelijke symboliek heeft. Zo heeft hij niet echte beeldspraken, zoals zuivere metaforen etc. Ik denk wel dat er onder elk gedicht een hele diepe betekenis zit. Ik denk dat hij enkele voorbeelden gebruikt om iets duidelijk te maken en dat zijn natuurlijk o.a. de thema’s van deze bundel. Deze betekenissen zijn soms moeilijk te vinden.
Originaliteit:
Rawie is niet heel erg origineel in de vormen van het gedicht. De meeste gedichten zijn dan ook klassieke sonnetten of kwatrijnen. Maar dit is niet zo heel erg belangrijk in zijn gedichten. Want in de meeste gedichten gaat het niet om de bijzondere vorm, maar om de inhoud zelf. En dit vind ik wel aardig origineel. Natuurlijk kan ik hier nog niet zo heel veel over zeggen, omdat dit een van de eerste gedichtenbundels die ik lees is. Ik kan deze bundel dus niet vergelijken met andere. Toch denk dat Rawie’s stijl wel speciaal is. Ook omdat hij een aparte kijk op sommige dingen heeft en dit verwerkt hij in zijn gedichten.
Relevantie:
Ik denk dat deze bundel niet heel erg relevant is. Hoewel het mensen wel heel erg kan helpen met bepaalde onderwerpen in je leven. Zo heb ik al eerder het voorbeeld van de jongeren gegeven, die de ironie van Rawie erg aanspreken. Maar over het algemeen kan elk gedicht wel iets doen voor een mens apart, dit is dan ook heel verschillend. Ik denk dat relevantie niet heel erg belangrijk is. Maar veel mensen lezen zijn bundels, dus hij zal wel veel mensen aanspreken.
Stijl:
Rawie heeft een hele duidelijke eigen stijl, omdat hij zijn persoonlijke leven, dus ook zijn karakter, zijn gebeurtenissen en zijn kijk op het leven, erin betrekt. De meeste gedichten van Rawie zijn erg somber en triest. Het weer is altijd slecht en er is eigenlijk altijd een probleem. Deze motieven zitten natuurlijk in vele gedichten, maar toch is Rawie anders hierin. Verder gebruikt hij wel hele gewone vormen. Rawie heeft verder een heel normaal taalgebruik, niet erg modern, maar ook zeker niet ouderwets. Wel vind ik zelf dat zijn gedichten op het eerste gedicht moeilijk te begrijpen zijn.
Mening:
Realistische argumenten:
Ik denk niet dat realistische argumenten erg van toepassing zijn, aangezien de dichter de gedichten niet met de werkelijkheid in verband legt. In denk dat gedeeltelijk aspecten wel echt gebeurd zijn, maar dit doet er eigenlijk niet toe.
Emotionele argumenten:
Ik vond deze dichtbundel erg mooi. Ik had er een paar uitgekozen, zodat ik later kon kiezen en deze sprak mij het meeste aan. Dat kan misschien ook komen, omdat ik al wat meer informatie had over hem en de gedichten daardoor meer een plaats kon geven. Ik vind de gedichten wel erg triest. Ook heb ik wel iets met het najaar, de sfeer in die tijd spreekt mij aan, en die sfeer komt ook naar voren in enkele gedichten in de bundel. Wel blijf ik het moeilijk vinden om de gedichten helemaal tot de puntjes te snappen. Maar dat zal ik denk ik ook met veel andere dichters hebben. Ook vind ik het leuk dat in deel drie wat vertaalde gedichten stonden. Ik vind deze gedichten ook goed gekozen, omdat ze wel een beetje dezelfde stijl hebben.
Intentionele argumenten:
Ik vind dat de dichter zijn bedoeling met de gedichten erg duidelijk heeft gemaakt. Tenminste voor zoverre ik ze begrijp. Hoewel ik eigenlijk helemaal niet hetzelfde denk en zou handelen als Rawie, begrijp ik hem toch. Dit komt doordat hij zijn gedichten erg vertrouwd maakt. Ik denk ook dat het voor iedereen anders is, want bij sommige komt de boodschap over, en bij sommige niet.
Vernieuwingsargumenten:
Voor mij is deze bundel erg vernieuwend. Maar dat komt waarschijnlijk, zoals ik al eerder verteld heb, doordat ik nog niet zoveel ervaring hierin heb. De onderwerpen die hierin voorkomen, bijv. vergankelijkheid, zijn voor mij eigenlijk ook wel vernieuwend, hier heb ik eigenlijk nog nooit zo over nagedacht.
Ik heb de volgende drie gedichten uitgekozen, omdat ik denk dat deze de intentie van de dichter goed weer geeft. Ook komen hier de belangrijkste motieven van Rawie’s werk in voor. Ik heb uit elk deel een gedicht genomen, zodat ook nog een beetje duidelijk word gemaakt, wat het verschil onderling is. Uit deel drie neem ik het gedicht van Ciro di Pers, die gelijk ook een beetje de titelverklaring geeft.
Het eerste gedicht:
Nachtlokaal
Ik zit verscholen onder mijns gelijken
in een onguur en morsig nachtlokaal.
In deze uitgewoonde buitenwijken
lijkt alles eens zo donker en fataal.
Je kunt niet door de gore ramen kijken,
maar buiten klotst eentonig het kanaal
en gaat de wind. Ik voel de tijd verstrijken,
terwijl ik luister hoe ik ademhaal.
Men houdt zich hier afzijdig van zijn buren.
Ik zie in de gezichten om mij heen
geen teken van verwantschap; in de ure
die allen wacht hebben wij niets gemeen.
Ik hoor een scheepswand langs de kade schuren.
Ik zoek mijn jas en tel mijn geld bijeen.
Microanalyse:
1-2 Hij zit in een vuil en huiveringwekkend café -> nacht lokaal, samen met de mensen die net als hem daar wat drinken -> mijns gelijken. Hij zit onder hen verscholen -> hiermee duidt hij aan dat hij niets van hen verschilt en dat er voor de meeste mensen geen onderscheidt zou zijn tussen de mensen. Hij valt in ieder geval niet op.
3-4 Het café staat waarschijnlijk in een buitenwijk dat erg verpauperd is. -> uitgewoonde buitenwijken. En het is er erg donker, en door deze omstandigheden lijkt alles nog erger en rampzaliger. -> lijkt alles eens zo duister en fataal
5-6 Je kunt er niet door de gore ramen kijken -> Dit staat denk ik voor zijn verwardheid en eenzaamheid. Maar buiten klotst eentonig het kanaal en gaat de wind -> Hij zit daar verward, maar buiten gaat alles gewoon door.
7-8 Ik voel de tijd verstrijken, terwijl ik luister hoe ik adem -> dit geeft nog een keer zijn verwardheid aan, hij zit daar maar eenzaam, hij let nergens op, alleen op zijn eigen adem. Hij is alleen met zichzelf.
9-12 Iedereen in het café heeft zijn eigen verhaal en ik denk zijn eigen reden om hier stil te zitten en zich nergens mee te bemoeien. Niemand heeft dezelfde gedachten -> afzijdig van zijn buren. Geen gezicht met een teken van verwantschap enz.
13-14 Dan wordt hij eigenlijk uit zijn eenzaamheid gewekt, en voelt dat hij nu moet gaan. Hij voelt zich denk ik duidelijk anders dan de andere mensen in dit café. ->Ik hoor een scheepswand langs de kade schuren, ik zoek mijn jas en tel mijn geld bijeen.
Onderwerp en bedoeling:
In dit gedicht komt wel een beetje de eenzaamheid naar boven. Ik heb dit gedicht gekozen omdat hier duidelijk zijn leven met de drank naar boven komt en ook wel een beetje de vergankelijkheid en de verwardheid. Hij zit daar en denkt eigenlijk niet echt na, en in een keer staat hij op en houd dit gedeelte op. Ik kan zijn verwardheid niet helemaal uitleggen, maar de hoofdpersoon zit daar naar zijn eigen adem te luisteren en dit komt op mij niet echt helder over. Ook het trieste van de meeste gedichten van Rawie is in dit gedicht duidelijk te vinden.
Vormaspecten:
Dit gedicht heeft drie keer vier kwatrijnen en dan nog twee regels. In totaal 4 strofen. Hier zit wel een klein verschil in, vergeleken met de meeste gedichten van Rawie, want dat zijn meestal traditionele sonnetten. De rijm is gekruist: abab abab cdcd cd. Rawie gebruikt niet hele duidelijke beeldspraken, maar er zitten er wel een paar in: het niet door de ramen kijken, geeft zijn verwardheid weer en de eenzaamheid, en ook het verder gaan van de wind, het leven buiten gaat verder. En natuurlijk staat het “nachtlokaal” voor het café. Verder is er niet zoveel beeldspraak. Aan het eind word gewerkt naar een anticlimax, met een paar voorbeelden en notaties over de situatie met de mensen en dan gebeurt er iets (scheepswand langs de kade schuren) hij wordt opgewekt en dan is het enige wat hij doet: zijn jas zoeken en zijn geld bijeen tellen. Dit is dus de anticlimax. Ik geen assonantie of alliteratie vinden. Er zit ook een enjambement in: in de ure (volgende regel) die allen wacht hebben wij niet gemeen. Dit om dat laatste nog even duidelijk te maken, en zodat er een beter ritme in zit. Fataal is misschien een kleine hyperbool, omdat fataal rampzalig is en ik geloof niet dat het tragisch is om daar te zitten wat te drinken.
Mening:
Ik vind dit gedicht wel mooi, hoewel ik eigenlijk niets met het onderwerp heb. Toch maakt Rawie het wel boeiend, de eenvoud ik het gedicht spreekt mij ook wel heel erg aan; hij gebruikt geen moeilijke woorden, niet een aparte vorm en ook het einde is eenvoudig. Dit werken naar een anticlimax vind ik ook leuk. De eerste drie strofen zijn erg doordacht en nadenkend, en de eerste zin van de vierde strofe krijg je inderdaad het idee dat er wat gaat gebeuren, maar het enige wat hij doet is zijn jas zoeken en geld bijeen tellen. Terwijl je een heel ander einde verwacht. De beeldspraken vind ik eigenlijk wat minder, omdat deze niet echt heel duidelijk zijn. Ik heb, doordat er weinig beeldspraken worden gebruikt en het eigenlijk wel een klein beetje een verhaaltje is, het idee dat ik de achterliggende gedachte mis. Dit kan wel niet zo zijn, maar dat heb ik met meerdere gedichten van Rawie. Ook vind ik de sfeer in het gedicht niet zo heel erg mooi, het is eigenlijk een beetje te triest. Maar door dit trieste kun je wel weer een goed beeld krijgen over dat vieze achterbuurt cafeetje. Ik kan me dat café heel goed voorstellen. En ook de mensen die daar half dronken en ongelukkig aan de bar zitten, die niets tegen elkaar zeggen en elkaars gezelschap ook totaal niet nodig hebben. Rawie geeft in totaal wel een heel mooi beeld, maar het beeld zelf vind ik niet zo interessant.
Het tweede gedicht:
Spinrag
Je had iets aan de heg staan te verschikken;
ik haalde de herfstdraden uit je haar,
en wist: dit is een van die ogenblikken
die ik in mijn herinnering bewaar,
tegen de tijd.
Maar straks, als wij al weg
zijn en geen weet meer van ons tweeën hebben,
straks rukt wellicht in dezelfde heg
de wind nog aan dezelfde spinnenwebben
Microanalyse:
1-2 Zijn geliefde heeft waarschijnlijk iets aan de heg veranderd, ze heeft in de tuin gewerkt (aan de heg staan verschikken) Hij haalt de spinnenwebben uit haar haar (de herfstdraden), dit moment is voor hem heel erg belangrijk, een geluksmoment.
3-5 Dit moment zal hij nooit vergeten, omdat hij zich toen zo goed voelde met haar, hij zal het blijven herinneren, altijd (tegen de tijd)
6-7 Maar als ze niets meer met elkaar hebben, als het over is, misschien bedoeld hij als ze dood, zijn maar dat word niet duidelijk. Dan zal misschien nog wel deze herinnering er zijn…Iets zal over blijven van dit geluk.
Onderwerp en bedoeling:
Het thema is liefde, dit komt heel duidelijk naar boven. Maar misschien ook wel een geluksmoment. Liefde is een veel voorkomend motief in de gedichten van Rawie, vooral in het tweede deel. Daarom heb ik deze uitgekozen, ook omdat dit in de herfst afspeelt.
Vormaspecten:
Spinrag heeft een vreemde vorm. Er zijn negen regels en een strofe. Hier is ook sprake van gekruist rijm: ababcdede. Er zit hier denk ik geen beeldspraak in. Het gaat over een liefde, twee mensen die een fijn moment samen beleven en dat moment word gewoon duidelijk verteld. Eigenlijk heeft dit gedicht weinig vormaspecten. Er zit bijna geen beeldspraken in, geen assonantie, geen alliteratie. Dit duidt wel weer een beetje op de eenvoud van Rawie.
Mening:
Ik vind dit gedicht heel erg mooi, het past denk ik wel goed bij mij, hoewel ik hem denk ik nog niet eens helemaal snap. Het komt door de mooie sfeer in het gedicht, en door dat moment van geluk. Ook de herfst brengt deze sfeer er in. Ik kan me heel erg goed inbeelden in Rawie, hij gebruikt hele erge mooie taal, om zijn geluk duidelijk te maken. Ik snap niet zo heel veel van de vorm, de zesde regel begint ineens midden op de regel. Ik snap wel dat dit weer een nieuw stukje is en apart staat van het eerste, maar waarom het er dan zo inspringt snap ik niet, misschien om dat dit wel een ander stuk, maar het hoort er nog wel bij, hij wou dus niet helemaal een hele regel overslaan. Eigenlijk vind ik dat er maar heel weinig over dit gedicht is te zeggen, omdat het ook niet echt heel apart is en er zit niets heel bijzonders in. Toch vind ik het gedicht heel mooi, en vond ik daarom ook dat deze bij de drie uitgekozen gedichten paste.
Het derde gedicht:
Dit gedicht komt uit het derde deel en is geschreven door Ciro di pers, Rawie heeft het vertaald, hierin komt ook de titel van de bundel in voor.
Zandloper
Het stof valt in gestage regelmaat
en toont hoe jaar en dag per uur verglijden,
maar ach, er is geen stonde zonder lijden
die zich het wrede lot ontwringen.
Die twee verbonden glazen geven aan
hoe wieg verwant is aan de grafzerk;
met recht dat woelig stof en breekbaar glaswerk
het eind voorzeggen van ons triest bestaan.
De Grieken maten eerst de tijd met water
dat langzaam door de nauwe doorgang droop,
maar hebben vocht door stof vervangen later;
en daarmee is alweer een lot gegeven:
want enkel tranen is de levensloop
en na de dood blijkt enkel as gebleven.
Ciro di pers
Microanalyse:
1-2 Hier gaat het om de zandloper, een tijdmeter (toont hoe jaar en dag per uur verglijden), dit gaat helemaal in regelmaat. Er wordt hier gedoeld op het feit dat de tijd zo langzaam en lijdend is.
3-4 Hij vindt dat er geen ogenblik is zonder lijden, zonder dat je zal weten dat je dood gaat. (het wrede lot) Hij ziet het leven dus als een wachten op je dood.
5-6 De zandloper is verbonden door glazen aan elkaar, die zandloper is je leven en het stof loopt van het ene glaasje (het begin -> Wieg) naar het andere glaasje loopt (het einde -> de dood (je grafzerk)).
7-8 Deze zandloper, met het turbulente doorlopende stof in de breekbare glazen, geven aan hoe fragiel je leven is, ze geven aan dat het trieste bestaan eindigt.
9-11 Staat wat er staat, de Grieken maten eerste de tijd met water dat langzaam door de nauwe doorgang droop, maar hebben vocht door stof veranderd
12-14 De Grieken hebben dit veranderd in stof omdat dit veel beter het trieste leven aangeeft. Ook omdat stof beter de dood aangeeft. Het water in je leven klopt (de tranen is de levensloop) , en deze tranen staan gelijk voor het bedroevende bestaan, maar de Grieken hebben dit water veranderd in stof omdat na je dood toch niet meer bent dan as.
Onderwerp en bedoeling:
Het thema van dit gedicht is heel duidelijk vergankelijkheid en het treurige bestaan. Daarom heb ik dit gedicht ook gekozen, omdat dit heel erg de stijl van Rawie aangeeft en natuurlijk de titel verklaart.
Vormaspecten:
Dit gedicht is een sonnet, en heeft een omarmend en gekruist rijmschema. Abba abba cdc ede.
Deze klassieke vorm geeft de eenvoud in het gedicht weer, dit past ook in het gedicht zelf omdat dit ook de eenvoud van het leven weergeeft, de triestheid. De rest van deel drie zijn ook allemaal sonnetten. Er wordt duidelijk beeldspraak in gebruikt, de zandloper staat voor ons fragiele bestaan en daar draait het gedicht eigenlijk om heen. Tussen de twee kwatrijnen en terzetten zit niet echt een hele duidelijke wending vind ik, er zit wel verschil in, maar het is eigenlijk nog een keer een rede waarom het leven en het lot triest is. Verder zitten er niet echt vormaspecten in.
Mening:
Ik vind dit gedicht wel mooi, maar ik denk heel anders over het leven en dus spreekt me niet heel erg aan, ik kan me ook niet zo goed inleven. Maar op zich vind ik het woordgebruik en de eenvoud wel erg mooi. De vorm is niet erg bijzonder, maar ik vind dat ook nooit zo heel erg belangrijk. Het gedicht past wel heel erg goed bij de bundel, ik vind dat allemaal heel mooi gekozen door Rawie. Ik vind deel drie sowieso erg mooi, omdat de gedichten in originele taal en vertaald naast elkaar staan. Dat geeft wel een bepaald effect, wat ik niet helemaal uit kan leggen. Ik vind het voorbeeld van de Grieken er wel heel mooi bij genomen, het past precies in de context. Op een of andere manier geeft dit wat zekerheid aan zijn stelling. Toch vind ik niet dat hij gelijk heeft, en alles veel te negatief bekijkt. Dit vind ik jammer, toch heeft hij het allemaal wel heel erg mooi geformuleerd.
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
Hartstikke bedankt voor het online zetten van je boekverslag! Mede dankzij jouw verslag is mijn verslag ook goed geworden!
Groetjes van Dieke
21 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Voor een vwo-er maak je wel erg veel spelfouten (d-t)!
11 jaar geleden
Antwoorden