Weg door Marjan van Abeelen

• Zijn de zinnen kort of lang?

Er wordt in het boek vooral gebruik gemaakt van korte zinnen.

Voorbeeld: Brenda kijkt naar haar moeder. Als er anderen bij zijn, speelt ze een aardige moeder. En zij speelt het spel mee. Johan draait zich om. Hij kijkt Sophie aan. Ik voel me de laatste tijd niet zo lekker.

• Gebruikt de schrijver veel of weinig bijvoeglijke naamwoorden?

Er worden in de tekst niet zo heel veel bijvoeglijke naamwoorden gebruikt, maar in bepaalde stukjes van de tekst wel.

Voorbeeld: De kajuit is niet groot. Aan de rechterkant staat een klein keukenblok met een tweepits elektrische kookplaat. Tegen de andere wand is een houten hoekbank getimmerd. Hij is bekleed met dikke bruine kussens. De stevige tafel staat met zijn poten op de vloer vastgeschroefd. Er liggen wat oude tijdschriften op.

• Komen er moeilijke, ouderwetse, moderne of eigengemaakte woorden voor?

In het boek heb ik geen speciale woorden gevonden die ouderwets, modern, moeilijk of zelfgemaakt zijn.

• Zijn er veel/weinig beschrijvingen of veel/weinig dialogen?

In het boek staan veel dialogen en veel beschrijvingen.

Voorbeeld van een dialoog:

‘Bren, Brenda ben jij het? Waar zit je? Zeg me waar je bent, dan kom ik naar je toe!’

‘Nee, Larry, dat wil ik niet’

‘Waarom niet? We maken ons zo veel zorgen om je!’

‘Dat snap ik daarom bel ik ook..’

‘Ik ben zeiknat’

‘Dat zie ik. Woon je in de buurt?’

‘Wij wonen aan de overkant’

‘Ik heb het koud’

‘Kom anders met ons mee’

Voorbeeld van een beschrijving:

Daar is haar kamertje. Het is een klein hokje dat voor dat ze hier kwam wonen een rommelkamer was. Op de vloer ligt versleten beige met oranje gestreept zeil. De muren moeten opnieuw behangen worden. Johan heeft nog geen tijd gehad om dit te doen. Een kast staat er niet. Haar kleren zitten in een doos gepropt. Tegen de schuine wand staat haar bed. Het kraakt als ze erop gaat liggen.

• Hebben de verschillende personen in de dialoog een eigen manier van spreken?

Nee ik vind van niet, wat me wel opvalt is dat in heel veel dialogen Brenda door de andere persoon ‘’Bren’’ wordt genoemd.

• Gebruikt de schrijver opvallende stijlfiguren en beeldspraak?

Ik heb geen bepaalde stijlfiguur gevonden. Wel heb ik een vergelijking gevonden.

Voorbeeld: Mijn oude kamer was veel mooier dan deze kamer. Dit is maar een rommelhok. Ook het huis was leuker.

Samenvatting:

Brenda’s ouders zijn gescheiden. Brenda woonde eerst bij haar vader in huis, hij kreeg een nieuwe vriendin en ze gingen samen in Schotland wonen. Brenda moest perse bij haar moeder gaan wonen. Ook haar moeder heeft een nieuwe vriend, samen hebben ze twee kinderen en de vriend van haar moeder heeft nog een zoon. Larry. Larry en Brenda kunnen het goed met elkaar vinden. Het bevalt Brenda niet dat ze bij haar moeder moet wonen, Sophie (moeder) vind het ook niet leuk en raakt er gestrest  van. Al snel lopen de irritaties hoog op en wordt Sophie zo boos, dat ze Brenda slaat. Dit soort situaties komen steeds vaker voor, Brenda wordt door haar moeder geschopt en geslagen, zelfs viel er een keer een hete strijkijzer op Brenda. Brenda wordt mishandeld. Het komt niet vaak voor dat Brenda weg mag van huis, toch gaat ze op een dag na school met haar beste vriendin Tamar en met nog een paar vriendinnen winkelen. Brenda ziet leuke oorbellen in een winkel, helaas krijgt ze niet genoeg zakgeld van Sophie om de oorbellen te kopen. Zonder dat ze het doorheeft stopt haar ‘’vriendin’’ Maud de oorbellen toch in haar tas, ze lopen de winkel uit en het alarm gaat af. Maud en Brenda worden opgepakt, compleet verbaasd loopt Brenda met de politie mannen mee. De politievrouw waarmee Brenda moet praten heeft door dat het niet goed met Brenda gaat, ze haalt er een speciale vrouw bij, de vrouw denkt dat Brenda mishandeld wordt. Brenda ontkent. De politie komt erachter dat het Maud haar schuld is, Brenda mag gaan. Sophie is boos als Brenda thuis komt, Brenda wordt weer geslagen. De ruzies tussen Brenda en haar moeder gaan door en worden steeds erger. Op een dag staat Brenda in de keuken, ze staat per ongeluk op de staart van haar poes. Sophie wordt woest. Ook al was het een ongeluk, Sophie kan het niet laten om Brenda een mep te geven. Brenda wordt op de grond geduwd, geschopt, geslagen! Sophie is zo woest dat ze een mes pakt uit de keukenla. Brenda is ontzettend bang, ze kan maar net wegrennen. Ze loopt het huis uit en besluit niet meer terug te gaan. Nooit meer! De eerste nacht slaapt ze buiten, de dag daarna gaat ze naar Tamar om wat te eten en ze krijgt wat geld mee. Ook gaat ze naar haar vriendinnen Olivia, Octavia en Odillia. Ze verzinnen een plan, Brenda mag op de boot van hun oom overnachten. Brenda gaat in haar eentje boodschappen doen met het geld dat ze nog over heeft. Het regent. Ze is zeiknat! Buiten staan twee jonge mannen, ze zien dat het niet goed gaat met Brenda en nemen haar mee naar hun huis. Ook daar kan Brenda natuurlijk niet lang blijven, samen bellen ze de vrouw waarmee Brenda over mishandeling had gesproken op het politiebureau. Ze gaan naar het bureau voor een gesprek. Brenda mag bij Tamar in huis komen en Sophie moet worden opgenomen. Larry komt Brenda opzoeken bij Tamar. Ze zijn heel blij om elkaar te zien. Larry zoent haar en Brenda zoent terug. Brenda wil graag haar vader opzoeken in Schotland, ze vraagt of Larry mee mag!