De op een na laatste boekverslag van mijn school – carrière gaat, evenals de meeste van mijn boekverslagen, over een moderne novelle met de geheimzinnige titel “ Weerborstels “, waar ieder lezer waarschijnlijk een ander voorstel achter krijgt. Het boek van de Nederlandse schrijver “ A. F. Th. Van Der Heijden “ is eigenlijk als een intermezzo tussen zijn twee andere boeken bedoelt. Het werd in het jaar 1992 door de Em. Querido’ s Uitgeverij B. V. in Amsterdam uitgegeven en het biedt de lezer op de 92 bladzijdes een bijzondere filosofie aan, die omhuld is met een levensverhaal van een uit noodzaak te snel volwassen geworden jongen.
Motivatie van mijn boekkeuze
Met een trotse blik in mijn ogen en een schone geweten kan ik constateren, dat mijn motivatie bij het maken van de keuze voor juist dit boek en geen andere wel degelijk op het niveau van een leerling is in het zesde jaar van het VWO. Uit de achterflap had ik opgemaakt dat het boek waarschijnlijk een voor mij zeer interessante onderwerp centraal zou hebben, waaraan ook de verborgen psychologie en nadenken na afloop verbonden zijn. Boeken die maar een beetje over de dood gaan hebben filosofie en zijn bedoeld om over na te denken. Tenminste, voor mij is signalement van een boek met dit soort onderwerpen direct verbonden aan een voorstel van urenlang nadenken, een voorstel dat me naar de zevende hemel kan brengen. Dan is het alleen maar logisch de lijn door te trekken en de samenhang in te zien tussen dit voorstel en de daarmee noodzakelijk verbonden pak – reflex. Zo’ n boek pak je werkelijk met alle tien de vingers.
Ik had ook van tevoren een paar recensies over het boek gelezen en daarbij vooral op de inhoud van het boek gelet. Het vreemde is dat deze recensies eerder afstotend hadden gewerkt dan wat anders : het boek was meestal vaag beschreven en het leek alsof het voor mij interessante onderwerp alleen aan de rand van het belang staat. Daarom had ik ook sterke twijfels … om nou een boek te gaan lezen dat vooral over wielrennen gaat, dat zou ik waarschijnlijk als een van mijn jeugdfouten moeten bestempelen. Maar uiteindelijk heeft het te aantrekkelijke en mysterieuze onderwerp toch alle andere zorgen overwonnen, ik liet mijn hand door mijn nieuwsgierigheid en ook door mijn “ neus voor interessante boeken “ leiden – en kijk, hier het boek dan.
Net als het veelbelovende onderwerp van het boek was ook mijn jacht op de Nederlandse schrijvers een van de motiverende factoren . Van deze auteur heb ik nog geen een boek gelezen, nog beter zelfs, ik heb nog nooit eerder van hem gehoord, en als niks anders, is zijn naam werkelijk indrukwekkend en zou mooi mijn lijstje versieren. Waarmee we bij de wijze levenswaarheid komen, dat niet alleen op de inhoud de mens kan beoordelen, maar ook op de verpakking. Er is volgens mij niks beschamends aan het toegeven dat ook de esthetische kant een rol heeft meegespeeld, want deze is in vele gevallen waarin beslissingen genomen moeten worden degene dat het laatste woord spreekt.
Samenvatting
Het boek begint midden in een gebeurtenis als Robert, de vader van Robby en oom van Albert ( de verteller in dit boek ) een TV – antenne is aan het installeren. Hij is met een dochter van een Duitser getrouwd die Karin heet. Op hun bruiloft is Albert voor de bruidsjonker en er wordt de onvruchtbaarheid van Karin besproken die veroorzaakt zou zijn doordat zij op jonge leeftijd op een tak gevallen is. Alles blijkt mee te vallen en is Karen na een niet al te lange tijd in verwachting. Er wordt een zoon geboren, Robby. Normaal gesproken is Robert erg stil en stug en houdt hij zich alleen maar met het wielrennen bezig, maar daar komt er met de geboorte van zijn eerste zoon een verandering in. Robby trekt al vanaf zijn jonge jaren op een bijzondere manier veel met zijn vader op en gaat mee naar het wielrenners parcours, wat ook te merken is aan zijn uitspraken overgenomen van zijn vaders wielervrienden.
Maar zijn taalgebruik is niet alleen erg apart voor een jongetje van die leeftijd, maar hij is ook erg ernstig. Dit merkt Albert, zijn oudere neef, op het moment dat hij met Robby staat te praten als diens vader een antenne voor de TV op het dak aan het zetten is. Robby en Albert zien hem opeens niet meer en zijn even bang dat hij gevallen is. De grote angst die Robby voelt wordt Albert duidelijk door de manier waarop Robby erop reageert, ineens weet hij dat zijn neef erg ernstig en volwassen voor zijn leeftijd van 5 jaar is. Hij wordt gefascineerd door Robby zijn haar die hem weerborstels herinnert en waaraan hij later vaak moet denken. Niet veel jaar daarna gaat het fout tussen Karin en Robert. Ze scheiden en Robert zoekt in de eerste instantie een nieuwe baan die hem de mogelijkheid biedt beter te trainen en een kosthuis in Eindhoven. Ondertussen trouwt Karin met Hendige Henny.
Op een zondag komt de achtjarige Robby op zijn fietsje naar Geldrop op bezoek bij zijn oom en tante, de ouders van Albert. Normaalgesproken is de zondag voor Albert de dag dat hij stiekem samen met een vriendje gaat roken. Robby moet nu mee en leert zelf ook roken van de oudere neef. Sinds die dag komt Robby iedere zondag terug.
Robert wil zijn oudste zoon tot wielrenner opleiden en koopt hem daarom een hele mooie fiets. Robby blijkt een uitmuntend amateur - wielrenner te zijn en het lijkt alsof het gelukt hem toe lacht - hij wint alles. Toch is hij het hele gebeuren op een gegeven moment zat, omdat het hem allemaal niet snel genoeg meer gaat. Hij besluit om op de motorsport over te stappen. Albert verliest Robby voor een tijd uit het oog, maar hij hoort wel af en toe geruchten over Robby en zijn handel met gestolen grammofoonplaten.
Na verloop van tijd laat Henny het gezin van Karin in de steek en krijgt Robert de gemeente Eindhoven zo ver, dat hij in een schaftkeet voor de deur van zijn exvrouw mag wonen. Hier verkoopt hij pillen die hij van een bevriende apotheker uit België krijgt. Een van de vrienden van Robby gaat dood tijdens hun nachtavontuur met een of ander carnavalsstunt : Robby en zijn twee vrienden klimmen op het dak van de bus en een van de vrienden krijgt niet door dat er een viaduct aankomt en het op het dak blijven staan kost hem zijn leven.
Een aantal jaren later komt Albert toevallig weer in contact met Robby. Alberts jas is namelijk gestolen en na de dief onder druk gezet te hebben bekent deze waar hij de gestolen jassen verkoopt. Albert gaat erheen en komt daar tot zijn verbazing Robby tegen. Robby is inmiddels een soort van stuntcarrière begonnen. Hij heeft een heel erg goed gesprek met Albert waardoor het duidelijk wordt wat er met Robby aan de hand is. Hij is bang om dood te gaan. Albert gaat er vandoor zonder ook nog maar iets over zijn jas te vragen. Rond die tijd moet ook Robert met zijn illegale pillenhandeltje de bouwkeet verlaten en naar de garage schuin achter zijn oude huis verhuizen.
Robert heeft er nog maar net zijn intrek genomen als er twee agenten op de stoep staan om hem te vertellen dat Robby dood is, althans - klinisch dood, vanwege een motorongeluk. Robert gelooft er niets van en zijn gedachte blijkt later gelukkig ook uit te komen, omdat Robbie het ongeluk overleeft. Albert zoekt hem op in het ziekenhuis en weer voeren ze een gesprek over de dood. Niet veel later krijgt Robbie weer een ongeluk die hem deze keer fataal wordt. Tijdens een wilde achtervolging met de politie knalt Robby tegen een boom aan en dood is hij.
In eerste instantie gelooft Robert het weer niet, maar moet het later toch wel beseffen, wat erg moeilijk gaat - zelfs na de begrafenis hoort hij de jongen nog om hulp smeken en weet hij zeker dat deze niet dood is. Hij wordt een beetje gek en denkt dat hij een soort helderziende is. Albert denkt veel aan Robbie. Robbie is dus in zekere zin ook niet dood. Hij blijft voortleven in de gedachtewereld van Albert.
Uitgewerkte persoonlijke reactie
Het expliciete onderwerp is de obsessie voor snelheid, die te vinden is in de vader en in de zoon. Ze willen allebei sneller, harder, net als het licht. In de loop van de tijd kom je er achter dat deze twee gemotiveerd zijn door twee diametraal verschillende drijfkrachten, waarmee we bij het tweede onderwerp van het boek komen, alhoewel deze maar impliciet is. Alleen op de rand van het belang is hier de vader, die snel wil zijn om onzichtbaar te worden met verband tot bepaalde jeugdtrauma’ s. De motivatie van Robby is tegelijkertijd een angst bij de verteller Albert, ook al zijn deze twee angsten aan elkaar tegenovergesteld en het enige gemeenschappelijke kenmerk dat zij hebben is het onderwerp waaraan die angsten verbonden zijn. Robby wil sneller, omdat hij doodsangst heeft – hij wil niet liggen sterven, hij wil zo natuurlijk mogelijk de dood ingaan. Deze angst wordt ook bij Albert aangetroffen. Hij is bang om juist te vroeg dood te gaan en spreekt met zichzelf af dat hij juist zo lang mogelijk gaat vechten om in het leven te blijven.
Ik vind allebei de onderwerpen interessant en boeiend, het ene meer dan het andere. Voordat ik het boek gelezen had, leek het alsof het over wielrennen en motorsport moest gaan, maar daar zat gelukkig een enorme fout. Want het onderwerp obsessie voor snelheid kan met die twee bovengenoemde wel iets te maken hebben, misschien zelfs heel veel te maken hebben, maar is iets heel anders. Het is een onderwerp voor mij – impliciet niet al te simpel en je kunt daar lang over nadenken. Dit soort onderwerpen zijn wat mij betreft niet alleen aan het boek gebonden, ze hebben het boek maar als uitgangspunt – wat je met het onderwerp doet na het boek uitgelezen te hebben, is jouw zaak, en dat er veel te doen valt is niet te betwijfelen. Het andere onderwerp is aantrekkelijk - aantrekkelijker, omdat het ( nog steeds ) onbereikbaar is. Het is net als chocola. Je weet eigenlijk dat je het niet moet hebben en dat je daar op den duur ook ziek van wordt, maar toch pak je het en eet je ervan, totdat je inderdaad ziek wordt. Of een auto - ongeluk. Het is niet beleefd om te kijken en je denkt misschien stiekem hoe zielig die mensen zijn die andermans ongeluk zo interessant vinden, maar toch kan je het zelf niet weerstaan en kom je dichterbij staan. Net als met chocola moet ik over de dood eigenlijk niet aandenken – dan wordt het te aantrekkelijk, ga ik er te lang over nadenken en resulteert het in een depressie of zelfmedelijdenaanval. Net als met een auto - ongeluk weet ik dat het niet gezond is om te kijken, en kan ik in principe ook niet kijken, maar het onbekende trekt me aan. Bovendien zijn hier nog een paar andere factoren, waarvan ik nog niet weet of ze in mijn boekverslag verwerkt horen te worden, maar hoe ik ook beslist heb, de lezer komt daar wel er achter. Want als deze factoren er wel genoemd worden, zijn ze niet over het hoofd te zien.
De enige verwachting die ik in verband met het onderwerp had, was het voorstel van na afloop kunnen nadenken. Ik weet uit ervaring dat men over boeken met dit soort onderwerpen liever geen andere verwachtingen zou moeten hebben, omdat ze dan waarschijnlijk ook niet uitkomen. Deze onderwerpen zijn zo heel subjectief, dat de auteur van het boek simpelweg niet iedereen met zijn visie tevreden kan stellen, dat is niet mogelijk. Hij gebruikt dan zijn visie en de lezer moet deze alleen als de aanleiding of inleiding voor zijn eigen denken nemen. Of kan hij natuurlijk zijn eigen visie op het wereldbeeld van de auteur baseren, maar toch komen ze allebei bij iets anders uit.
De belangrijkste gebeurtenissen zijn volgens mij degene die de twee onderwerpen bij elkaar laten komen en daarmee het tweede, impliciete onderwerp, het daglicht laten zien. Dat is bijvoorbeeld gelijk in het eerste hoofdstuk, waar je als de lezer aanwijzingen krijgt dat er iets aan de hand is met Robby volgens het gesprek tussen de twee jongens. Verder zijn dat het tweede en derde gesprek tussen Albert en Robby over de dood, waar het eindelijk duidelijk wordt, hoe het met de twee onderwerpen zit. De obsessie voor snelheid heeft veel diepere wortels dan we zouden vermoeden en is met het impliciete onderwerp erbij ook goed te begrijpen. De gebeurtenissen worden op hun eigen manier wel goed beschreven. Of misschien is goed niet het juiste woord – ze worden indrukwekkend beschreven, zodat de lezer goed kan begrijpen waar het hele boek eigenlijk om gaat. Door dat paar gesprekken leer je Robby, maar ook Albert, beter kennen dan uit de hele rest van het boek. Daar staat wel beschreven wat ze nou precies doen, maar WAAROM ze het doen, dat is de sleutel tot begrip van het hele boek. Die sleutel krijg je aangeboden in vorm van redelijk diepgaande gesprekken en het is alleen aan jou of je een beetje tijd opoffert om na te denken en te kijken, hoe al die losse stukjes puzzel in elkaar vallen. Want zonder na te denken blijf je het boek toch maar vreemd vinden.
“ Vind je dat nou niet eng, Robby, als jouw papa zo hoog op het dak staat ? “
“ Nee, wel bang om er niet fatsoenlijk tussenuit te knijpen. “
“ Ach hou toch op. De meeste mensen zijn zo Godverrekte langzaam op weg naar hun eind. Ze creperen altijd maar horizontaal, in hun nest. Dan krijg je van die trubbels. Niks naadloos. Eindeloos gezeik en terug krabbelen. Als je maar snel genoeg gaat, wordt het probleem vanzelf opgelost. Wie hard genoeg gaat, wordt lichter … wordt van licht en … ja, dat is precies de toestand waarin het naadloos kan, he. Je moet het goed doen. Geen half werk. “
Het is moeilijk om te zeggen of de gebeurtenissen of de gevoelens van de personages een grotere rol in het boek spelen, omdat deze twee een onmisbare verband met elkaar hebben. Voor mij is het boek niet een gesloten geheel, die je leest en uitleest en klaar. Er zijn veel uitloopmogelijkheden, je kan hier nadenken en daar nadenken met als resultaat dat het boek eigenlijk meer dan een boek wordt. Je investeert een stuk van je eigen gedachtes in het verhaal en krijgt daar veel voor terug. De belangrijkste gebeurtenissen zijn van zeer groot belang want ze laten je de wereld van Robby en Albert indringen, ze laten je hun verschillende angsten begrijpen en inzien waarom ze op een bepaalde manier handelen. Zonder de gebeurtenissen zouden er dus geen gevoelens zijn. De gevoelens van de personages kwamen heel intensief om me over, want zij zijn tenslotte dat wat je aan het denken zet. Zonder de gevoelens zou men niet begrijpen waar het boek eigenlijk over gaat. Op die manier worden de gebeurtenissen en gedachtes aan elkaar gekoppeld, zodat een lezer die voor de filosofie of psychologie achter het boek gaat helemaal in verwarring raakt. Ja, ik bijvoorbeeld.
Naast dat ik moeilijk kan bepalen wat in het boek belangrijker is, beperk ik het boek ook nog tot vrijwel alleen de belangrijkste gebeurtenissen. De rest is maar aanvulling, iets waar het voor mij niet over gaat. Misschien is het respectloos ten opzichte van de schrijver, maar zijn boek heeft zo’ n uitwerking op me. Als ik dan zo’ n beperking maak, wordt het ook makkelijker om te vertellen of de gebeurtenissen me aan het denken hadden gezet : met een woord, ja. Al die gebeurtenissen. Ik moest nadenken over de onderwerpen, over de relaties van de onderwerpen tot mij ( want die bestaan er ook ) en eigenlijk vooral over de originaliteit van het verband tussen de obsessie voor snelheid en de angst om niet natuurlijk te sterven. Zo ver had ik niet gedacht, hoe vaak ik over de dood ook nadenk.
De meeste indruk heeft waarschijnlijk het gesprek achtergelaten tussen de twee jongens dat kort na Robby zijn eerste ongeluk plaatsvindt. Dan wordt meteen alles helder, met een handomdraai leer je de persoonlijkheid van Robby leren, begrijp je hem en moeten sommigen met hem gaan sympathiseren. Hij is wel op een andere manier dan ik bang, maar wel voor hetzelfde. Hij wil niet langzaam sterven, hij wil helemaal niet sterven … hij wil gewoon op de dood overgaan, zonder te lang er over te doen. Een fout dat de lezer voordat dit gesprek plaatsvindt kan begaan is de gedachte dat Robby bang is voor de dood. Dat was ook mijn geval, uit de aanwijzingen bleek dat hij bang was voor de dood. Dan is het nogal moeilijk zich in het boek te oriënteren, omdat de aanwijzingen die je krijgt en de feiten die er beschreven worden corresponderen helemaal niet met elkaar, ze zijn eerder elkaars tegenovergestelde. Robby is bang voor de dood, maar wil sneller gaan en houdt zich met allerlei levensgevaarlijke activiteiten bezig. Maar er bestaat een verschil tussen de dood en het doodgaan, welke niet goed weergegeven wordt door de auteur. Robby is niet bang voor de dood op zichzelf, hij is gewoon bang om als een oude machteloze bejaarde te eindigen en voor een lange periode zijn eigen dood op komst te moeten aanschouwen. Als dit duidelijk wordt, krijgt het boek meteen samenhang en begrijpt de lezer pas wat er in Robby afspeelde. De gebeurtenissen en acties – en reacties lijken op zichzelf misschien wel onlogisch, maar alles leidt tot een moment, waarop de lezer een informatie krijgt dat van een onsamenhangend tekst een geheel maakt, een boek. Zelfs een boeiend boek. Ik vond het wel een geslaagde manier van uitwerken van een verhaal, ook al weet ik niet of het werkelijk de bedoeling van de auteur was. Het is niet conventioneel en verbazingwekkend, het effect is werkelijk groot : je leest een verhaal en snapt daar helemaal niks van, je denkt al wat een verkeerde keuze dit weer was en wat de auteur bezielde toen hij zo iets wilde publiceren – en na een gebeurtenis is alles duidelijk. Meesterlijk.
De karaktereigenschappen van personen in het algemeen worden niet goed beschreven, waarmee ook niet de eigenschappen van de hoofdpersoon, maar het is ook niet hetgeen waar het in dit boek om gaat. Een duidelijke beschrijving van de eigenschappen van de personages geeft volgens mij geen garantie voor het goed leren kennen van de personages, en vice versa. Het interessante van dit boek is niet in de uitvoering van de verschillende factoren op zichzelf, maar in de combinaties van de factoren. De personages leer je expliciet bijna niet kennen, maar dan komen er de gebeurtenissen aan en je kan je precies voorstellen hoe de personen zich op een bepaalde moment voelden, waar de beslissingen vandaan komen en wat er in hen omgaat. Deze keuze is, wat mij betreft, goed gelukt in verband met de hele compositie van het boek – je leert de personages op een niet geforceerde manier kennen en het komt veel geloofwaardiger over dan als er ergens een beschrijving had gestaan van hun karaktereigenschappen. Zo wordt er een dimensie gecreëerd die de hoofdelementen gemeenschappelijk heeft met de werkelijkheid waarin we leven : in de loop van je leven leer je mensen ook kennen door te kijken hoe ze zich in bepaalde situaties gedragen en daar dan verklaring voor te zoeken in hun potentiële karaktereigenschappen. In het echte leven krijg je ook geen beschrijving van een persoon, je kan ook niet aannemen dat de personen gewoon zo zijn en niet anders.
De opvattingen en daden van de personages hebben me natuurlijk in een zekere hoeveelheid beïnvloedt, ik heb nu weer een nieuwe visie op twee verschillende onderwerpen aangeboden gekregen en ook heb verband tussen deze twee visies, dus kan ik daar over nadenken en mijn eigen visies uit opbouwen. Ik denk niet dat het verder van invloed zou zijn op mijn daden in de werkelijkheid, maar het heeft zeker sporen achtergelaten en mijn gedachtegang voor de komende dagen een andere richting op gestuurd.
Ik vind het bijna onmogelijk om me in de personages te verplaatsen, waar ik weer mijn vooronderstelling als verklaring voor heb, dat het in het boek om iets anders draait. De personages zijn niet bedoeld om zich daar in te verplaatsen. Ze stellen meer verschillende soorten tragische lot voor, die de lezer voor enige tijd kan aanschouwen – ze hebben een andere rol, wat in sommige boeken heel gepast kan zijn. Je kunt ook niet echt zeggen welke personages sympathiek zijn en welke niet, omdat de personages gewoon ZIJN. Ik moet wel toegeven dat ik Robby het beste van alle personages begrijp – ik snap zijn angsten, en wat anders verbindt mensen onderling meer dan hun gemeenschappelijke angsten en het begrip daar voor. Door zijn opvattingen over de dood en de aan de ene kant logische, maar aan de andere kant absurde voorstellen met betrekking tot de dood, ben ik wel een soort sympathie voor hem gaan voelen. Niet de sympathie die we voor mensen voelen die ons amuseren of bij wie we ons uit andere redenen goed voelen - meer een soort sympathie die de lotgenoten verbindt.
Het gedrag van Robby kan in de ogen van velen onaanvaardbaar zijn en wordt het daarom ook afgekeurd, maar ik kan daar wel redelijk veel begrip voor opbrengen. Ik probeer wat verder te kijken dan het simpele wat hij gedaan heeft – want daar kan niemand het mee eens zijn. Illegale handels, diefstallen, het overtreden van verkeers – en andere regels, dat is werkelijk iets wat moreel niet aanvaardbaar is, tenminste in onze cultuur niet. Maar deze daden betekenden voor hem tegelijkertijd het vervullen van zijn wens, het overwinnen van zijn angst en het bereiken van zijn doel. Niet dat de daden daarop minder illegaal en onaanvaardbaar worden, maar ze symboliseren doorzettingsvermogen en de weg van een persoon, waar het wel zin heeft om over na te denken.
Het verhaal is op zich niet erg ingewikkeld van opbouw, maar er zijn een paar elementen die het interessant maken, zoals bijvoorbeeld de functie van het gesprek tussen Albert en Robby die alle voorafgaande gebeurtenissen uitlegt en aan elkaar koppelt en de flashbacks. Het verhaal vind ik ook niet spannend, het drama speelt zich meer tussen de regels af. Er is eigenlijk niet veel interessants aan een dergelijke verhaal, misschien behalve de vreemde verhoudingen die er tussen de familieleden heersen, maar een boek is gelukkig niet alleen het verhaal. En ook al zou het wel zo zijn, heeft de lezer nog altijd zijn eigen verstand en kan hij zich door verschillende aspecten van het boek aan het denken laten zetten.
De opbouw is origineel en onverwacht, het allerverklarende moment komt als donderslag uit heldere hemel en de lezer heeft helemaal geen kans gekregen zich daar op te voorbereiden. Het gaat dan niet om een radicale omslagpunt in het hele gebeuren, maar de structuur van het boek verplaatst zich naar een andere dimensie. Ik kan niet zeggen of dit bij de tekst past, maar wat ik zeker weet is dat het niet storend overkomt en dat het waarschijnlijk ook de laatste reddingsmogelijkheid geweest was – anders had ik het boek saai en vrijwel nietszeggend gevonden. De gebeurtenissen blijven objectief beschreven ondanks het feit dat ze aangeboden worden door de ogen van een van de personages ( er is dus sprake van een ik - vertelsituatie ). Het lijkt alsof de personage de gebeurtenissen zonder subjectieve gevoelens beschrijft en laat de lezer zijn eigen beeld maken. Daarmee wordt de verteller een stille getuige van de ontwikkeling en de ondergang, of misschien wel overwinning, van de belangrijkste personage in het boek. Dit vertelsituatie komt des te aparter over, omdat de verteller een persoon is die verder helemaal niks met het verhaal te maken heeft : net alsof hij hier en daar in contact komt met de helden van het verhaal om over hun levens te kunnen getuigen en meer niet. Ik vind het een bijzondere en voor dit verhaal ook goede aanpak, omdat het toch gebruikelijk is dat de ik – verteller een eigen visie op het hele verhaal suggereert.
Er is sprake van een gesloten einde, wat ik ook goed bij het onderwerp vind passen. De lezer blijft aan het einde van het boek wel met veel vragen zitten, maar deze vragen hebben niet zo veel met het verhaal te maken. Dat verleent de lezer veel materiaal om over na te denken, terwijl het verhaal zelf voorzien is van een punt er achter. De personage heeft zijn doel bereikt, klaar. Ik vind het goed van de auteur dat hij Robby heeft laten doodgaan, het geeft een laatste impuls aan de hele boodschap en makt het verhaal een mooi geheel, werkelijk een getuigenis van iemands leven en misschien ook lot.
Het taalgebruik vind ik ook goed op het verhaal en de structuur aansluiten, ook
al – of misschien juist daarom - is hij in sommige delen van het boek niet zo duidelijk. De situaties worden soms met vele bijvoeglijke naamwoorden beschreven, zodat ze net de literatuur uit de tijd van Romantiek lijken. Dat kan een paar problemen opleveren, maar een echt moeilijke boek qua taalgebruik vond ik het niet. De grootste problemen had ik persoonlijk met de gesprekken waarin woorden werden gebruikt en geschreven zoals ze uitgesproken worden, bijvoorbeeld met accent dat typerend is voor de gebieden rond Eindhoven, of met gesprekken waarin de woorden worden gebruikt die Robby geleerd zou hebben uit de wielrenners jargon. De verhouding tussen monoloog en dialoog is goed, net als de afwezigheid van verdere bijzonderheden in het taalgebruik. Verdiepingsopdracht Volgens mij heeft dit boek de dood als thema. Robert wil de dood van zijn zoon niet accepteren en wordt daar toch twee keer mee geconfronteerd. Albert en Robby hebben angst voor de dood ( Robby respectievelijk voor het doodgaan ) die bij ieder van de twee een andere vorm aanneemt. Het boek is eigenlijk de hele tijd met de dood bezig, ook al is het niet zichtbaar : alle gebeurtenissen leiden tot de uiteindelijke botsing met de dood dat op verschillende fronten gebeurt ( Robert, Robby, Albert die door Robby over zijn eigen doodsangst gaat nadenken en normen en regels voor zichzelf gaat trekken ). Tegelijkertijd is de dood ook een van de hoofdmotieven, ze keert de hele tijd terug net als de gedachte van Albert aan de weerborstels van Robby. Dit boek sluit precies aan de literatuuropvatting van de schrijven, het gaat verder met het afbeelden en creëren van de realiteit, zoals sommigen haar misschien het liefst over het hoofd zouden willen zien : de dood, criminaliteit, slechte relatie met de ouders en de familie. Ik denk dat Heijden met en door zijn boeken een getuigenis wil geven van de werkelijkheid zoals het op een bepaalde manier verschijnt, bijvoorbeeld door heel gedetailleerd te schrijven en bepaalde onderwerpen voor zijn boeken te kiezen, wat hem met dit boek ook zeker gelukt is. Hij keert zich af van het enghartig realisme. Het boek is als een intermezzo bedoelt in Heijdens romancyclus De Tandeloze Tijd en heeft plaats tussen de tweede ( De Gevarendriehoek ) en de derde deel. Het eindoordeel van de recensent is hetzelfde als mijn eindoordeel, al dan niet expliciet uitgesproken. De manier waarop de recensent over het boek spreekt doet me een beetje aan een spinnende kat denken, en ontevreden katten spinnen niet. Het boek wordt niet de hemel in geprezen ( wat ook alleen maar goed is ), maar de geanalyseerde onderdelen van het boek worden vooral als pluspunten behandeld. De recensie is vanuit de ogen van een persoon geschreven die kennis heeft over meer werken van dit auteur, er wordt een algemene toon aangehouden. Onafhankelijk van mijn tekort aan inzicht in Heijdens boeken kom ik tot ongeveer dezelfde conclusies en beschrijvingen als de recensent, wat bijvoorbeeld het talent van de auteur, de onderwerpen en de symboliek betreft. Ik ben het overal met de recensent mee eens en moet wel toegeven, dat het lezen van de recensie veel helderheid had gebracht in mijn gedachtes over de auteur en zijn boeken – alles krijgt opeens zijn plaats en betekenis als ik het op papier zie staan en weet, dat er ook andere mensen zijn die mijn mening delen. De autoriteitsargumenten regeren blijkbaar nog steeds - het feit dat ik hetzelfde bedacht heb als iemand wiens werk het is om boeken te analyseren en recenseren doet mijn hart springen van de blijheid en trots. Evaluatie Zoals mijn hele boekverslag daar al naar toe wijst, is mijn conclusie over dit boek positief. Ik vond het een goed boek, een in een goede en doordachte structuur gegoten verhaal, interessante onderwerpen. Ook deze keer is mijn oordeel over het boek niet veranderd na het verdiepingsopdracht uitgewerkt te hebben, maar ik heb wel een voor mij nieuw verschijnsel geobserveerd : hoe grotere deel van het beschrijvingsopdracht ik achter de rug had, des te grotere begrip en bewondering ik voor het boek kreeg. Ik vind ook dat je eerder door de analyse van het boek er anders tegenaan kunt gaan kijken en je oordeel kunt aanpassen, dan door het bepalen welke relaties met verschillende achtergronden het boek heeft. In dit geval vond ik het boek, voordat ik aan het boekverslag was begonnen, heel vaag. Het heeft me wel aan denken gezet, maar ik snapte nog steeds niet de fijnere verbanden tussen de verschillende delen of de functies van welke aspecten dan ook. Maar na het maken van het beschrijvingsopdracht kreeg ik veel meer inzicht in het boek zelf en kon ik eindelijk constateren dat ik het boek begrijp, dat ik meen in de buurt te komen het begrijpen van de bedoeling van de auteur. Ik kon pas goed inzien, waar de sterke punten van het boek in zaten en hoe alles eigenlijk wonderbaarlijk goed met elkaar samenhangt, terwijl ik dat van dit boek nooit van tevoren zou zeggen. Ik merk ook dat ik in de loop van de tijd steeds meer en meer leer hoe ik de goede punten van een boek kan ontdekken en hoe ik verschillende aspecten van een boek met elkaar in verband kan brengen, wat ik zeker als goed kan beschouwen – daarmee krijg ik tenminste het gevoel dat de objectiviteit ( al nooit voor volle 100 % ) tijdens het analyseren van boeken waar ik naar streef groter wordt, en kan ik eerder tevreden zijn over het uitvoeren van een boekverslag. Het is interessant om te zien, hoe je jezelf in de loop van de tijd ontwikkelt, hoe je het gevoel voor bepaalde dingen krijgt en hoe je veel meer open staat voor het ontdekken van het goede, maar ook het slechte … ook al is dit meer een gedachte voor een balansverslag dan een evaluatie. Het klinkt alles veel te positief, misschien daarom ben ik ook geneigd al het positivisme over mezelf weg te vegen met een opmerking, dat het eigenlijk geruststellend is om er achter te komen dat zelfs IK in de loop van de tijd leer. Het werd tijd.
al – of misschien juist daarom - is hij in sommige delen van het boek niet zo duidelijk. De situaties worden soms met vele bijvoeglijke naamwoorden beschreven, zodat ze net de literatuur uit de tijd van Romantiek lijken. Dat kan een paar problemen opleveren, maar een echt moeilijke boek qua taalgebruik vond ik het niet. De grootste problemen had ik persoonlijk met de gesprekken waarin woorden werden gebruikt en geschreven zoals ze uitgesproken worden, bijvoorbeeld met accent dat typerend is voor de gebieden rond Eindhoven, of met gesprekken waarin de woorden worden gebruikt die Robby geleerd zou hebben uit de wielrenners jargon. De verhouding tussen monoloog en dialoog is goed, net als de afwezigheid van verdere bijzonderheden in het taalgebruik. Verdiepingsopdracht Volgens mij heeft dit boek de dood als thema. Robert wil de dood van zijn zoon niet accepteren en wordt daar toch twee keer mee geconfronteerd. Albert en Robby hebben angst voor de dood ( Robby respectievelijk voor het doodgaan ) die bij ieder van de twee een andere vorm aanneemt. Het boek is eigenlijk de hele tijd met de dood bezig, ook al is het niet zichtbaar : alle gebeurtenissen leiden tot de uiteindelijke botsing met de dood dat op verschillende fronten gebeurt ( Robert, Robby, Albert die door Robby over zijn eigen doodsangst gaat nadenken en normen en regels voor zichzelf gaat trekken ). Tegelijkertijd is de dood ook een van de hoofdmotieven, ze keert de hele tijd terug net als de gedachte van Albert aan de weerborstels van Robby. Dit boek sluit precies aan de literatuuropvatting van de schrijven, het gaat verder met het afbeelden en creëren van de realiteit, zoals sommigen haar misschien het liefst over het hoofd zouden willen zien : de dood, criminaliteit, slechte relatie met de ouders en de familie. Ik denk dat Heijden met en door zijn boeken een getuigenis wil geven van de werkelijkheid zoals het op een bepaalde manier verschijnt, bijvoorbeeld door heel gedetailleerd te schrijven en bepaalde onderwerpen voor zijn boeken te kiezen, wat hem met dit boek ook zeker gelukt is. Hij keert zich af van het enghartig realisme. Het boek is als een intermezzo bedoelt in Heijdens romancyclus De Tandeloze Tijd en heeft plaats tussen de tweede ( De Gevarendriehoek ) en de derde deel. Het eindoordeel van de recensent is hetzelfde als mijn eindoordeel, al dan niet expliciet uitgesproken. De manier waarop de recensent over het boek spreekt doet me een beetje aan een spinnende kat denken, en ontevreden katten spinnen niet. Het boek wordt niet de hemel in geprezen ( wat ook alleen maar goed is ), maar de geanalyseerde onderdelen van het boek worden vooral als pluspunten behandeld. De recensie is vanuit de ogen van een persoon geschreven die kennis heeft over meer werken van dit auteur, er wordt een algemene toon aangehouden. Onafhankelijk van mijn tekort aan inzicht in Heijdens boeken kom ik tot ongeveer dezelfde conclusies en beschrijvingen als de recensent, wat bijvoorbeeld het talent van de auteur, de onderwerpen en de symboliek betreft. Ik ben het overal met de recensent mee eens en moet wel toegeven, dat het lezen van de recensie veel helderheid had gebracht in mijn gedachtes over de auteur en zijn boeken – alles krijgt opeens zijn plaats en betekenis als ik het op papier zie staan en weet, dat er ook andere mensen zijn die mijn mening delen. De autoriteitsargumenten regeren blijkbaar nog steeds - het feit dat ik hetzelfde bedacht heb als iemand wiens werk het is om boeken te analyseren en recenseren doet mijn hart springen van de blijheid en trots. Evaluatie Zoals mijn hele boekverslag daar al naar toe wijst, is mijn conclusie over dit boek positief. Ik vond het een goed boek, een in een goede en doordachte structuur gegoten verhaal, interessante onderwerpen. Ook deze keer is mijn oordeel over het boek niet veranderd na het verdiepingsopdracht uitgewerkt te hebben, maar ik heb wel een voor mij nieuw verschijnsel geobserveerd : hoe grotere deel van het beschrijvingsopdracht ik achter de rug had, des te grotere begrip en bewondering ik voor het boek kreeg. Ik vind ook dat je eerder door de analyse van het boek er anders tegenaan kunt gaan kijken en je oordeel kunt aanpassen, dan door het bepalen welke relaties met verschillende achtergronden het boek heeft. In dit geval vond ik het boek, voordat ik aan het boekverslag was begonnen, heel vaag. Het heeft me wel aan denken gezet, maar ik snapte nog steeds niet de fijnere verbanden tussen de verschillende delen of de functies van welke aspecten dan ook. Maar na het maken van het beschrijvingsopdracht kreeg ik veel meer inzicht in het boek zelf en kon ik eindelijk constateren dat ik het boek begrijp, dat ik meen in de buurt te komen het begrijpen van de bedoeling van de auteur. Ik kon pas goed inzien, waar de sterke punten van het boek in zaten en hoe alles eigenlijk wonderbaarlijk goed met elkaar samenhangt, terwijl ik dat van dit boek nooit van tevoren zou zeggen. Ik merk ook dat ik in de loop van de tijd steeds meer en meer leer hoe ik de goede punten van een boek kan ontdekken en hoe ik verschillende aspecten van een boek met elkaar in verband kan brengen, wat ik zeker als goed kan beschouwen – daarmee krijg ik tenminste het gevoel dat de objectiviteit ( al nooit voor volle 100 % ) tijdens het analyseren van boeken waar ik naar streef groter wordt, en kan ik eerder tevreden zijn over het uitvoeren van een boekverslag. Het is interessant om te zien, hoe je jezelf in de loop van de tijd ontwikkelt, hoe je het gevoel voor bepaalde dingen krijgt en hoe je veel meer open staat voor het ontdekken van het goede, maar ook het slechte … ook al is dit meer een gedachte voor een balansverslag dan een evaluatie. Het klinkt alles veel te positief, misschien daarom ben ik ook geneigd al het positivisme over mezelf weg te vegen met een opmerking, dat het eigenlijk geruststellend is om er achter te komen dat zelfs IK in de loop van de tijd leer. Het werd tijd.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
Bedankt voor je ingezonden werk. We hebben er veel aan gehad. Heb je nog meer???!!!
groetjes van,
Mohamed en Caroline.
20 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Zijn criminele daden symboliseren doorzettingsvermogen? hmmmm
8 jaar geleden
Antwoorden