Auteur: Pieter Cornelisz Hooft
Vertaler/bewerker: H. Adema
Uitgever vertaling: Taal & Teken, Leeuwarden
Druk: Tweede druk, 1992
Warenar is een blijspel dat in 1616 door P.C. Hooft geschreven is in 9 dagen. Het is een bewerking van het Aulularia van Plautus. Warenar werd voor het eerst in 1617 opgevoerd. Samenvatting Warenar is achterdochtig. Hij denkt namelijk dat Reym, zijn dienstmeid, van zijn pot met goud afweet. Geertruyd wil haar broer Rijckert, de buurman van Warenar, aan een vrouw koppelen. Rijckert vindt de dochter van Warenar wel wat en vraagt Warenar om de hand van zijn dochter. Warenar stemt toe. Reym maakt zich zorgen over Klaartje, die op het punt staat te bevallen. Reym is de enige die dit weet. Dan worden de voorbereidingen voor het huwelijk getroffen. De kok Teeuwes en de hulp Casper moeten naar het huis van Warenar. Lekker, de knecht van Rijkert, begeleidt hen. Wanneer Warenar terug komt van inkopen doen, denkt hij echter dat ze voor zijn pot met goud waren gekomen. Hij besluit zijn pot op het kerkhof te verstoppen. Lekker vertelt Ritsert, de neef van Rijkert, over het aanstaande huwelijk van zijn oom met Klaartje. Ritsert schrikt daarvan, want hij heeft Klaartje na een feestje zwanger gemaakt. Lekker komt langs het kerkhof en ziet daar Warenar rondscharrelen. Opeens ontdekt Warenar hem. Hij denkt dat Lekker de pot al gevonden heeft en scheldt hem uit. Lekker besluit Warenar stiekem te volgen. Ritsert bekent aan zijn moeder Geertruid dat hij Klaartje heeft zwanger gemaakt en dat hij met haar wil trouwen. Lekker heeft intussen de pot met goud gevonden. Als Warenar ontdekt dat zijn geld verdwenen is, begint hij luid te jammeren. Ritsert hoort dat. Uiteindelijk vraagt Ritsert om de hand van Klaartje en komt erachter dat Lekker de pot gestolen heeft. Hij gaat met hem naar het huis van Warenar. Reym haalt de schoonmoeder Geertruyd op voor de bevalling. Warenar krijgt zijn pot terug, maar geeft deze aan Ritsert. Ritsert belooft Warenar te verzorgen. Klaartje bevalt van een jongen. Thema: Alles draait in dit blijspel om de pot met goud van Warenar en de gierigheid van hem. Ook speelt de verbintenis van Warenars dochter met haar geliefde een belangrijke rol.
Het verhaal speelt in de 17e eeuw. Het is een chronologisch geheel met kleine tijdsprongetjes. Er verloopt ongeveer 1 dag. Van `s ochtends tot `s avonds. Het verhaal is een toneelstuk. Alles wat er gebeurt, word letterlijk verteld en gespeeld, waardoor de vertelde tijd en de verteltijd even lang zijn. Ruimte
Het verhaal speelt zich af in de omgeving van de Nes in Amsterdam, in en dichtbij Warenars huis. Alleen in het vierde bedrijf is het toneel in een andere omgeving : de Nieuwe Kerk bij de Dam en het daarbij gelegen Ellendig Kerkhof. Vertelsituatie:>/b> ‘Warenar’ bestaat uit een proloog (voorrede) en vijf bedrijven, die weer onderverdeeld zijn in ‘tonelen’. In de proloog spreken twee figuren, Mildheid en Gierigheid, het Amsterdamse publiek toe. Het boek is geschreven in een soort dialoogvorm. Over de auteur: Pieter Corneliszoon Hooft werd op 16 maart 1581 geboren in een Amsterdamse koopmansfamilie. Zijn vader, Cornelis Pieterszoon, was koopman en werd vanaf 1588 een aantal malen tot burgemeester benoemd. Hooft bezocht de Latijnse school, vergelijkbaar met het gymnasium, en was al op jonge leeftijd lid van de rederijkerskamer ‘De Eglantier’. Al tijdens zijn schooljaren bleek dat hij belangstelling had voor de Franse en Italiaanse letterkunde en de klassieke cultuur. In 1609 benoemde prins Maurits hem tot drost van Muiden (bestuurs- en gerechtelijk ambtenaar) en baljuw van Gooiland. Hooft was de centrale figuur van de Muiderkring, een groep geleerden en kunstenaars. In de periode tot 1620 schreef hij vooral toneelspelen. Na 1620 richtte hij zich vooral op het proza, waarbij zijn belangstelling in de eerste plaats uitging naar de geschiedschrijving. Zijn belangrijkste prozawerk is zijn ‘Nederlandsche Historiën’. Van deze geschiedenis over de Nederlandse opstand tegen Spanje verscheen in 1642 het eerste deel; het tweede deel bleef onvoltooid. In 1610 trouwde hij met de achtienjarige Christina van Erp. Ze kregen vier kinderen, die allemaal jong stierven. Drie jaar na de dood van Christine (in 1624) hertrouwde hij. In 1647 werd hij ziek en overleed kort daarna. Hij ligt begraven in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. De in 1947 ingestelde staatsprijs voor letterkunde is naar hem vernoemd. Mijn mening Warenar vond ik een leuk boek om te lezen. Het was soms wel raar dat Warenar zo overstuur kon raken als hij dacht dat mensen wellicht iets van zijn pot met goud afwisten. Als er in een gesprek ook maar even over geld ging, verdacht hij meteen diegene. Het was leuk om te lezen dat er telkens misverstanden om de pot met goud ontstonden. Zoals wanneer Ritsert aan Warenar probeert te vertellen dat hij Klaartje heeft zwanger gemaakt en Warenar alsmaar denkt dat hij zijn pot gestolen heeft. De scène die mij aansprak uit het boek was het einde. Daarin verandert Warenar in een mild persoon, hij doet niet meer geheimzinnig en beschermend om zijn pot. Hij ziet in dat het beter is de pot boven de grond te houden en dat vind ik een goed besluit van hem. Anders zou er nooit een eind komen aan de ellende. Over het algemeen las dit boek erg snel en was niet moeilijk te begrijpen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden