Wampie door A. den Doolaard

uitgever: Querido
plaats van uitgave: Amsterdam
jaar van uitgave: 1988
druk: 26ste
aantal bladzijdes: 157
c.genre: Roman Eerste reactie: a.keuze: Ik heb dit boek gekozen omdat het mij wel een leuk boek leek en omdat hij niet al te groot is. b.Inhoud: Ik vond het een prettig boek om te lezen omdat het niet al te ingewikkeld was en omdat ik liefde romans wel heel erg leuk vind. 3.Verdieping: a.Samenvatting: Wampie werkt op een kantoor als typiste maar ze vindt het eigenlijk heel saai werk en daarom gaat ze vaak lekker naar het bos. Als ze op een dag lekker in het gras ligt ziet de boswachter (Dolf) haar in een stuk bos liggen waar je eigenlijk niet mag komen.Ook ziet hij een fiets staan en kijkt in de tas die eraan hangt, op haar paspoort staat Petronella Geertruida van Rosande. Dolf wil haar wel ontmoeten en prikt haar band lek, als Wampie wakker wordt en haar lekke band vindt gaat ze met Dolf mee om hem te plakken. Wampie gaat met hem mee naar huis en ze spreken daarna wat af. Al gauw hebben ze wat met elkaar. Dolf vertelt ook over zijn oom Barend, en dat Dolf van zijn vader geld en een stuk bos geërfd heeft maar dat oom Barend dat af wil pakken. Op een dag zien ze dat oom Barend een advertentie in de krant heeft geplaatst, hij is op zoek naar een typiste die met hem mee op reis wil. Wampie gaat expres voor die baan solliciteren om uit te vinden wat oom Barend van plan is, want dat bos dat Dolf van zijn vader geërfd heeft is nu nog van oom Barend en die denkt dat Dolf het bos zal verprutsen en wil het waarschijnlijk dus niet geven. Wampie wordt voor de baan aangenomen, omdat haar stem op de stem van oom Barends overleden vrouw lijkt en omdat ze vrolijk is. Dolf en Wampie willen elkaar niet zo lang missen en dus reist Dolf achter Wampie en oom Barend aan, naar Roemenië. Ze ontmoeten elkaar steeds op een afgesproken plek en zorgen dat oom Barend hun niet samen ziet en Dolf helemaal niet. Ze reizen langs heel veel plaatsen en landen en Wampie en Dolf raken in hele ingewikkelde situaties die voor problemen zorgen. Onderweg gaan oom Barend en Wampie ook langs grote watervallen en oom Barend wil langs een oud vriendinnetje van hem gaan. Daar krijgt hij te horen dat de vrouw, vanwege hem, zelfmoord gepleegd heeft, ze is van de watervallen af gesprongen. Oom Barend weet niet zo goed wat hij daarmee aan moet. Oom Barend vraagt soms ook aan Wampie of ze iets voor hem wil typen en alle gegevens over het bos typt ze twee keer voor oom Barend en Dolf. Als ze dus op de plaats aankomen waar het bos is, is Dolf er al en die heeft ook al uitgevonden dat degene die het bos beheert oom Barend heeft opgelicht en er met de houtverkoop gesjoemeld is. Als oom Barend Dolf daar ziet staan als hij er aankomt valt zijn mond open van verbazing, en dat is nog erger als Wampie vertelt dat zij en Dolf gaan trouwen. Als Dolf vertelt dat oom Barend is opgelicht, gaat hij meteen naar de beheerder om alles recht te zetten. Oom Barend heeft nu wel meer vertrouwen in Dolf.
1.Wie is er aan het woord?: Het verhaal wordt verteld door de alwetende verteller. 2.Hoeveel en welke personen komen voor?: -Wolfie -Dolf -Oom Barend -Ahasverus -Druppeltje -De vader, moeder en het zusje, raagje van Wampie. - 3.Wat gebeurt er, waar en wanneer?: Ze willen dat Rolf weer de eigenaar van het bos wordt dat hij heeft geërfd van zijn vader en dat gebeurt na een lange reis. 4.Hoe loopt het verhaal af?: Dolf krijgt het bos. 5.Wat is het probleem?: Het bos heeft Rolf van zijn vader geërfd maar zijn oom houdt het nog steeds als zijn bezit en Rolf wil het voor zijn eigen hebben. b.Onderzoek van de verhaaltechniek 1.de schrijfstijl: Er staan veel citaten in het boek en af en toe een paar lange zinnen, maar niet veel. 2.de ruimte: Het verhaal begint in Amsterdam en in de bossen van Utrecht. Nadat Wampie voor Oom Barend als secretaresse gaat werken, speelt het verhaal zich af in verschillende plaatsen in Europa. Het verhaal speelt zich af aan het begin van de jaren dertig. 3.de verhaalfiguren: -Wampie: Zij is de hoofdpersoon. Ze woont in Amsterdam en ze is twintig jaar oud. Ze heeft zwart krullend haar en bruine ogen. Ze werkt al vanaf haar zestiende om haar eigen geld te verdienen. Ze heeft een vader, een moeder en een zusje Raagje. Ze werkt als typiste op het kantoor van meneer Wonder waar ze door reorganisatie wordt ontslagen. Hierna wordt ze de secretaresse van oom Barend. Ze is heel levens lustig, vrolijk, mooi en sensueel, maar aan de andere kant heeft ze iets kinderlijks. Toch staat ze stevig in haar schoenen en weet ze precies wat ze wil, daarom trekt ze zich niet altijd de meningen van anderen aan. -Dolf: Hij is negenentwintig jaar oud en woont in de bossen van Utrecht. Hij is boswachter en is een echte natuurliefhebber. Veel studies heeft hij geprobeerd maar hij hield zich liever met andere dingen bezig. Zijn vader is overleden en liet hem in de bossen van Roemenië achter. Het bos kwam in het bezit van zijn oom Barend, wanneer Dolf dertig is behoort het aan hem. Oom Barend doet er alles aan om dit te voorkomen, want hij zegt dat Dolf het bos zal verpesten. -Oom Barend: Hij is de oom van Dolf en hij is negenenvijftig jaar. Het is een rijke maar gierige oude man maar hij heeft een goed hart. Door Wampie wordt het een aardige man. Wampie herinnert hem aan zijn overleden vrouw alleen weet zij dat niet. -De vader, moeder en het zusje, Raagje van Wampie. -Leonoor, de overleden vrouw van oom Barend -Ahasverus, het eekhoorntje van Dolf -Druppeltjes, de poes van Dolf.
4.de situaties: Er zijn niet zo heel erg veel verschillende situaties: 1) Wampie is haar baan zat
2) De ontmoeting tussen Dolf en Wampie
3) Dolf en Wampie krijgen wat
4) Dolf en Wampie hebben wat
5) Wampie gaat solliciteren
6) Wampie gaat op reis
7) In het bos wat eigenlijk van Dolf is vertellen Wampie en Dolf aan oom Barend van hun relatie. 5.de vertelwijze: Het verhaal is chronologisch geschreven en er zitten geen flashbacks in. c.op zoek naar de thematiek 1.Wat is het thema: Het verhaal gaat over twee personen die heel erg verliefd op elkaar zijn maar dat de oom het niet zo goed vind en hun tegenwerkt. 2.Welke motieven zijn typerend daarvoor? De motieven zijn de liefde, de natuur en reizen.
3.Wat is het verband tussen de titel en het thema? Het boek draait om Wampie en haar relatie met Dolf. d.plaats in de literatuurgeschiedenis 1.Wanneer is het werk voor het eerst gepubliceerd? De eerste druk was in 1938. 2.Wat weet je van de schrijver? Hij heet eigenlijk Cornelis Johannes George Spoelstra en werd geboren in 1901 en overleed in juni 1994. Hij was erg geïnteresseerd in Joegoslavië daarom ging hij ook aan het eind van de jaren twintig daar voor het eerst naar toe. Hij werd journalist en publiceerde in de jaren dertig in het socialistische dagblad ‘Het Volk’ en werd ook spreker voor radio Oranje in de Tweede Wereld Oorlog. Zijn eerste roman was De Druivenplukkers in 1931, daarna volgden De Herberg met de Hoefijzers in 1933, Wampie in 1938, De Bruiloft der Zeven Zigeuners in 1939. Boeken van na de oorlog zijn: Het Land achter Gods Rug, Het verjaagde Water en Het Leven van een Landloper. Deze boeken zijn nooit zo bekend geworden als de boeken van voor de oorlog. Hierna scheef hij voornamelijk pacifistische pamfletten. In zijn laatste brochure, Ik ben Tegen in 1984, pleitte hij tegen de kernwapens. Den Doolaard is met zijn vrouw Erie in zijn tweede vaderland Joegoslavië getrouwd. Zijn vrouw stond model voor zijn boek Wampie. 3.Wat weet je van de tijd wanneer het werk geschreven werd? Het boek werd geschreven in de jaren 30. 4.In hoeverre is dit werk typerend voor de schrijver? Hij schrijft altijd al romans en deze heeft hij voor zijn vrouw geschreven. 5.In hoeverre is dit werk typerend voor de tijd? Het heeft wel een ouderwetse taal maar wel met moderne opvattingen. 4.Beoordeling 1.Welke verhaalelementen hebben voor jou een positieve werking? Dat Rolf haar achterna reist en dat ze elkaar telkens stiekem ontmoeten als zij met oom Barend reist.
2.Welke passage spreekt je het sterkst aan en waarom? De ontmoeting tussen Rolf en Wampie omdat hij eigenlijk best wel heel erg mooi is. 3.Welke verhaalelementen hebben voor jou een negatieve werking? De lange zinnen die soms best wel irritant om te lezen zijn. 4.Kun je dit boek met andere boeken of een film vergelijken? Je kan het boek op zich met heel veel boeken en films vergelijken omdat het een veelvoorkomend thema is in boeken en films. 5.Wat is je oordeel over het thema van het boek? Dit thema wordt heel vaak gebruikt, maar toch is en blijft het een heel leuk thema. 6.Wat vind je van het taalgebruik? Het is een beetje ouderwets maar wel heel leuk om te lezen. 7.Hoe luidt je eindoordeel over dit werk? Ik vind het een heel leuk boek en het is een echte aanrader. 8.Zou je een ander aanraden om dit boek te lezen? Ja, ik zou een ander dit boek aanraden omdat ik het zelf een heel leuk boek vind.