Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Vrijgevochten door Thea Beckman

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
Boekcover Vrijgevochten
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas vwo | 1643 woorden
  • 14 augustus 2007
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
7 keer beoordeeld

Boekcover Vrijgevochten
Shadow
Vrijgevochten door Thea Beckman
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdpersoon: Jasper de Bonte; jongen die aanmonstert op een schip Belangrijkste bijpersoon: Jacob Ham, vriendje van Jasper (al iets langer op het schip) Tijd: 18e eeuw Plaats: Zierikzee, Lissabon, Tunis en op zee. Hoofdstuk 1: Hunkering. Zierikzee. Jasper wordt geboren op nieuwjaarsdag. Moeder overlijdt 3 dagen daarna. Hij groeit op in een pleeggezin. Vader, ambachtsman, komt hem op een dag ophalen (hij is dan 10 jaar) omdat hij nu verder bij zijn vader kan wonen en kan leren voor timmerman. Hoofdstuk 2. Duvelstoejager. Jasper is wat jaloers op vriendje Jacob, want diens vader is zeeman en Jacob mag met hem mee naar zee. Uiteindelijk geeft Jaspers vader ook toe en Jasper mag ook mee. Zijn rang wordt duvelstoejager. Jasper heeft geen last van zeeziekte en dat komt volgens hem omdat hij een nieuwjaarskind is. Het schip heeft illegaal zijde aan boord en dat wordt ’s nachts bij Engeland overgeheveld op een ander smokkelschip. Hun schip vaart door naar Lissabon. Onderweg worden ze nog gecontroleerd op smokkelwaar door de Engelsen.
Hoofdstuk 3. Behouden vaart. Vanuit Lissabon varen ze door naar Cadiz in Spanje. Hoofdstuk 4. De overval. Onderweg komen ze kapers tegen. Het schip wordt geënterd en iedereen wordt gevangen genomen. De hoofdkaper, Akbar Abdallah, is zelf ook een Zeeuw en later moslim geworden in Tunesie. Men zet koers naar Tunis. In Tunis worden ze als slaven behandeld en moeten in een vuil hok slapen. Ze moesten hun eigen schip slopen zodat de kapers het hout konden gebruiken voor hun eigen boten. In het vuile slaaphok ontmoet Jasper twee andere Nederlanders, Doude en Wijnand, ook zeelieden. Zij wijden uit over de verplichtingen die je als slaaf hebt. Hoofdstuk 5. Slavenwerk. Een priester komt na verloop van tijd bij hen in het slaaphok en vertelt dat, als ze zich bekeren tot het katholieke geloof, hij een goed woordje voor ze zal doen bij Akbar en hun leefomstandigheden te verbeteren. Nu het schip bijna gesloopt is doet zich de mogelijkheid voor van of roeien voor de kapers of uitgeleverd worden aan de Pasja, een machthebber in Tunis, of je familie betaalt losgeld voor je vrijlating. Een dominee komt langs in het slaaphok en maakt duidelijk dat allerlei geloofsovertuigingen baat hebben bij hun bekering, maar dat ze daar niet aan moeten toegeven en gewoon protestant blijven. Enkelen bekeren zich tot de islam omdat die mensen niet als slaaf mogen worden gebruikt. Jasper heeft een gesprek met Doude over het onrecht van slavernij en Doude legt hem uit dat de Nederlanders precies hetzelfde doen via de Westindische Compagnie. Hoofdstuk 6. De slavenmarkt van Tunis. De hele Hollandse groep wordt verhandeld op de slavenmarkt op het grote plein in Tunis. Jasper wordt gekocht door een militair, Bohomil, uit het leger van de Pasja. Hij wordt een bediende, een garzón, en moet zich eerst reinigen bij de put. Daar ontmoet hij 3 andere jongens die hem vertellen wat zijn werk in zal houden. Deze baan zal veel beter zijn dan slaaf zijn, maar het is altijd maar tijdelijk. Als de militair op veldtocht moet wordt de slaaf weer verkocht. Inderdaad moet zijn baas na enige tijd op veldtocht, maar Jasper weet hem ervan te overtuigen dat hij er veel beter aan doet om J. mee te nemen zodat hij zijn baas kan verzorgen en ondersteunen. Hoofdstuk 7. Hete veldtocht. De veldtocht blijkt heel erg zwaar te zijn. Jasper leert veel van een andere (zwarte) garzón, Mkamba, die heel ervaren is, bv. over de Berbers die zich liever doodvechten dan zich gewonnen geven aan de soldaten van de Pasja. Bohomil raakt zwaar gewond en wordt verzorgd door Jasper en de legerarts. Door een door de Berbers vergiftigde waterput is het leger genoodzaakt verder te reizen. B. is nog steeds zwaar ziek (vergiftigd?). Ook de volgende halteplaats heeft een vergiftigde waterput en weer moeten ze verder op zoek naar schoon drinkwater. ’s Avonds belanden ze bij een Qsar, een opslagplaats van de nomaden met wintervoorraden voedsel en ze kunnen daar veilig slapen. Ze reizen verder naar de stad Tataouine waar een goede bron is. Daar wordt besloten om de gewonden in Tataouine achter te laten, samen met de garzóns en de legerarts, en om de gezonde janitsaren (de soldaten) door te laten gaan om tegen de Berbers te vechten. Bij terugkomst in Tataouine neemt de opperofficier het besluit om weer terug te keren naar Tunis. De Berbers zijn nu wel bang genoeg gemaakt.
Hoofdstuk 8. De wraak van de Berbers. Na de eerste dag van de terugtocht bivakkeert de groep in de oase Beni Aissa. Daar vallen de Berbers ’s nachts geheel onverwachts aan, en doden daarbij bijna iedereen, behalve Jasper, die tijdens het gevecht net deed alsof hij dood was. Daardoor lieten de Berbers hem met rust. Toen hij wakker werd uit bewusteloosheid – die hij kennelijk had gehad – liep hij en liep hij, niemand mocht hem zien, uit angst dat hij zou worden gedood. Plotseling lijkt de grond onder hem weg te vallen. Hij belandt opnieuw in een diepe bewusteloosheid. Hoofdstuk 9. De holbewoners. Jasper blijkt bij holbewoners te zijn, als hij wakker wordt. Eerst is hij heel alert, maar als hij er achter komt dat de holbewoners heel aardig zijn, en hem geen kwaad doen – ze verzorgen hem juist! – wordt hij opener. Nu begrijpt hij ook dat hij tijdens het lopen in een gat is gevallen dat dienstdoet als “schoorsteen” bij de holbewoners. Toen Jasper weer wat was opgekalefaterd, kwam er een belastingontvanger die bij de holbewoners de belasting kwam innen, en daarbij die keer meteen Jasper meenam naar Gabès, een stad aan de Tunesische kust. Hoofdstuk 10. Een oude bekende. Jasper moet bij de pasja komen. Die was vanaf nu zijn nieuwe eigenaar, want alle slaven die gevonden worden eist hij op. Jasper ging op de plantage werken, en moest in de bomen klimmen, wat wel lijkt op het want van de Anne-Maria, het schip waar hij op had gevaren. Hij voelde zich eenzaam, want iedereen die op zijn pad was, had hij weer (moeten) verlaten, zoals Doude en Wijnand, Bohomil en Mkamba. Toen hij na een paar weken was overgezet op een andere plantage , ontmoette hij daar Wantvlo, de matroos die altijd de zeilen en het want onderhield op de Anne-Maria. Enige dagen na overplaatsing werd Jasper uit de rij gehaald, en moest meekomen naar de pasja. Daar hadden ze een baantje voor hem, namelijk de kok helpen in de keuken. Terwijl hij daar werkte, dacht hij nog vaak aan het leven in Zierikzee, en of de mensen al zouden weten dat de Anne-Maria was gekaapt. Hij schreef een brief aan zijn vader en de pasja liet hem die brief afgeven aan een koopvaarder, maar of zijn vader hem ook zou ontvangen? Hoofdstuk 11. Zijn mond voorbijgepraat. Het is ramadan, en, ondanks dat Jasper protestants is, moet hij meedoen. Op een van de feesten die de pasja gaf in de avonden van de ramadan kwam de agha, de hoogste officier van het janitsarenkorps naar de pasja. Daar komt de agha erachter dat Jasper overlevende was van de moord in Beni Aissa. Hij zegt dat hij hem binnenkort komt ophalen, want alle slaven van gestorven Janitsaren behoorden tot de bey. Kok Ali vertelt hem dat hij, als de agha hem komt ophalen, dan zit er niets anders op dan gewoon mee te gaan. Hoofdstuk 12. Breng ons niet in verzoeking. Jasper werd door de agha meegenomen naar Tunis. Daar aangekomen werd hij meteen in een banjert (hok) opgesloten. Hij had gehoopt iemand van de Anne-Maria terug te vinden in Tunis, maar dat was niet het geval. Na een paar dagen kwam de onderofficier naar Jasper toe, en bekeek hem, en vroeg hem of hij in het janitsarenkorps wilde. Daar had Jasper geen zin in. Twee dagen later kwam de agha weer en gebood Jasper hem te volgen naar een huis waar hij helemaal mooi werd aangekleed. Eindelijk dacht Jasper dat hij weer een baantje zou krijgen, maar het bleek dat hij gewoon weer naar de slavenmarkt moest. Hij werd gekocht door de kaper die de Anne-Maria had gekaapt. Hij werd aanvankelijk bediende bij Akbar Abdallah. Akbar vraagt hem na een tijdje om met zijn dochter te trouwen, maar daar zit aan vast dat hij dan moslim wordt, en dat wil Jasper niet. Daarom moet Jasper op het schip van Akbar roeien als er geen wind staat.
Hoofdstuk 13. Gevecht op zee. Jasper kwam op het schip op een houten bank te zitten, waar hij op zee nooit van af kwam. Het was heel hard werken voor een galeislaaf. Hij zat naast Jens, een Deen met wie hij het wel kon vinden. Jens zat al langer op het schip, en wist er veel vanaf. Ook ontmoette hij Rode Maarten, die hij ook van de Anne-Maria kende. Eindelijk weer eens een oude bekende. De galei voer via de Noord-Afrikaanse kust naar de staat van Gibraltar. Daar waren schepen makkelijk te enteren. En dat was ook gelukt bij een Spaans galjoen. Omdat het schip een lek vertoonde, was het de taak van Jasper om het te maken. Dat lukte. Daarna zijn Jasper, Jens en Rode Maarten achtergebleven op het Spaanse galjoen dat achter de galei van Akbar aanvoer naar Tunis. Hoofdstuk 14. Muiterij. Jasper, Jens en Rode Maarten nemen de kapitein van het Spaanse schip gevangen, en daardoor wordt het schip herkaapt, en hebben Jens, Jasper en Rode Maarten hun vrijheid terug. Ze varen het schip naar Cadiz, waar ze als helden worden gevangen. 15. De thuiskomst. De drie mannen mogen meevaren op een Engels schip dat naar Nederland vaart. Jens gaat in Engeland aan wal, en Maarten en Jasper gaan door naar Vlissingen. Eenmaal in Zierikzee aangekomen worden ze als helden ontvangen. Jasper ontmoet alle mensen die hij zo gemist had. Zijn vader natuurlijk in het belangrijk. Het blijkt dat de vader van Jacob Ham schipper is geworden, en nodigt Jasper uit als scheepstimmerman op zijn schip naar Scandinavië. Jasper besluit ‘ja’ te zeggen…

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Vrijgevochten door Thea Beckman"