Vrijgevochten door Thea Beckman

Hoofdstuk 1. Waar gaat het verhaal vrijgevochten over? Op zijn 15e jaar gaat Jaspers droom in vervulling. Hij gaat de wereldzeeën bevaren. Maar het loopt anders....... Na enkele weken wordt het schip gekaapt en na enkele maanden staat Jasper als slaaf te koop. Hij maakt een zware tocht door de woestijn en wordt later galeislaaf, maar hij zal vechten voor zijn vrijheid! Ik wist eigenlijk helemaal niks over de situatie en de omstandigheden waar dit verhaal zich in afspeelt. Uit de titel kon ik logischer wijs opmaken dat het over een gevangene zou gaan. Na het boek te hebben gelezen bleek het inderdaad over gevangenschap te gaan. Al wist ik van te voren niet dat het over een slaaf zou gaan. Van de schrijver, namelijk Thea Beckman, wist ik van te voren al veel. Onder andere dat zij bij de beste schrijvers van Nederland hoort. Dat is dan ook de reden dat ik voor dit boek heb gekozen. Hoofdstuk 2. De personen De personen: Er is eigenlijk maar één hoofdpersoon in dit boek. Dat is Jasper Lieven de Bonte. Maar er zijn wel veel bijfiguren, zij spelen een rol in delen van het boek. Bijvoorbeeld moeder Deesje en haar man en kinderen waar Jasper bij opgroeit, omdat zijn vader daar niet toe in staat is en Jaspers moeder is al bij zijn geboorte overleden. Al die bijfiguren zijn ook vooral vrienden die een grote rol spelen in Jaspers leven. Waarvoor hij voor sommige vrienden vooral bewondering had.
Hoe zie ik de personen in mijn ogen? Ik zie de personen in dit boek als hardwerkende mensen, wat wel samen gaat met de tijd waar dit verhaal zich afspeelt. In die tijd waren ze niet anders gewend dan hard werken. Eigenlijk zijn het allemaal sympathieke personen, maar het is op een andere manier sympathiek. Namelijk een hardere manier die je van buiten niet kan zien, maar er binnen wel is. Dat merk je pas door het hele verhaal heen waarin je merkt dat die vriendschap voor elkaar hard nodig is. Ze willen allemaal door het vuur gaan voor elkaar. De meest sympathieke persoon is toch Jasper, dat komt eigenlijk omdat hij het meest beschreven wordt, doordat hij de hoofdpersoon is, dus van hem weet ik het meest. Hij wil graag terug naar Nederland, maar eigenlijk doet hij omdat hij van zijn vader houdt. Hoofdstuk 3. De tijd Dit verhaal speelt zich af in de 18e eeuw. Om precies te zijn begint het in 1705. Het verhaal duurt ongeveer 18-20 jaar dus het stopt in 1725. Ik weet dat door dat het meteen in de 1e regel: “Op 1 januari 1705 werd te Zierikzee een jongetje geboren”. Toen was er nog niet zo heel erg lang scheepvaart, maar er waren toen al heel erg veel kapers op zee. Rond die tijd had je in het land waar dit verhaal zich grotendeels afspeelt nog bevolkingslagen, waarbij slaven de onderste laag vormden. Deze tijd is erg belangrijk voor het verhaal, want in de tijd waarin we nu leven, leven geen slaven meer. Die waren er zelfs de vorige eeuw al niet meer. Ik wist van deze tijd niet dat er zoveel slavenhandel was. Wel wist ik aardig wat van de scheepvaart van die tijd. Maar de scheepvaart speelt een kleine rol tegen over het slavenleven van Jasper. Al waren de mensen in dat land en in die tijd onder andere veel afhankelijk van scheepvaart, vooral van de gekaapte schepen. Hoofdstuk 4. De plaats Dit verhaal speelt zich af in de landen Nederland en Tunesië. In Nederland in Zierikzee (Zeeland) en in Tunesië in de hoofdstad Tunis en wat kleinere plaatsjes: Gabès, Kairouan, Matmata, Beni Aissa, Heddeche, Medenine, Tataouine. Tunesië ligt in Noord-Afrika, aan zee, tussen de landen Algerije en Libië. Dat was eigenlijk het enige wat ik van Tunesië wist. Van Zeeland en Zierikzee wist ik eigenlijk alles al. Alleen was het in de 18e natuurlijk heel anders. Zierikzee stroomde toen bijvoorbeeld elk jaar onder. Dit land was belangrijk voor de handeling van het verhaal, want net als wat bij de tijd geldt, geldt ook voor de plaats, want in Nederland was toen geen slavenhandel. Misschien was dat nog wel in andere Afrikaanse landen. Het verhaal speelt zich af in woeste omstandigheden. Met woeste omstandigheden bedoel ik vooral woeste natuur. Er was toen veel woestijn en het was er veel te warm, maar ook werd er veel gestolen. In die tijd was dat normaal, want anders viel er niet te overleven. Maar er was ook een opstandig volk in Tunesië: de Berbers. Dit volk was een gevaar voor de samenleving. Deze woeste omstandigheden vormen de achtergrond waar het verhaal zich tegen af speelt. Hoofdstuk 9. Gedicht Het belangrijkste was de vrijheid waar Jasper uiteindelijk voor gevochten heeft. Daar gaat dit gedicht dan ook over. Vrijgevochten
Weg uit die blindheid
Op naar die Vrijheid
Ik was een slaaf
En zocht naar die Vrijheid
Het was daar donker
Daar in dat helse vuur
Ik wilde die Vrijheid
Dat zocht ik alleen
Maar waar was die Vrijheid
Dat moest ik vinden
Ik had wat nodig
Iets dat ik had
Vrienden had ik nodig
Rood of Zwart
Vrijheid vond ik

En verdwenen was ik
Uit dat helse gat