1. Naam:
2. Klas:
3. Datum:
4. Schrijver: Peter Vervloed
5. Titel: Vluchten voor een glimlach
6. Uitgever: Zwijsen
7. Jaar van uitgave: 1993
8. Aantal bladzijden: 124
9. Samenvatting: Remco is samen met zijn ouders op vakantie in Jakarta. Ze zijn er al 2 weken en de laatste week gingen ze logeren bij de zus van Remco’s moeder, tante Cella. Remco had zijn tante uit Indonesië nog nooit in het echt gezien. Toen ze daar aankwamen zag Remco overal kleine huisjes gemaakt van karton en golfplaten. Vader legde uit dat tante Cella in een kampong woonde. Even later zagen ze tante Cella voor haar “huis” staan. Moeder rende erop af en om helste haar zus. Moeder heeft haar zus al meer dan 20 jaar niet gezien. Het hoofd van de kampong was Dalang Pandji en trad vaak op met zijn poppen. Nadat ze het hoofd van de kampong hadden ontmoet gingen ze in het huis van tante Cella. Na het eten gingen Remco en zijn ouders slapen. Ze sliepen op dunne, bamboe matjes. De muren van het huis waren erg dun, want ze waren van karton. Vader en moeder waren weer eens aan het ruzie maken. Vader was boos dat ze hier moesten slapen op een dun, bamboe matje en vond dat ze toch maar een hotel moesten boeken. Moeder vond dat vader haar zus beledigde. De ruzie duurde gelukkig niet lang en ze besliste dat ze hier bleven, maar dat ze morgen naar het centrum van Jakarta gingen. De volgende morgen werd Remco wakker. De wallen stonden onder zijn ogen, omdat hij niet had kunnen slapen op het dunne matje. Na het ontbijt gingen zouden ze te voet naar het centrum naar Jakarta gaan. Toen tante Cella dat hoorde zei ze dat dat wel heel lang kon duren om te voet naar het centrum van Jakarta te lopen. Ze zei dat ze beter een betjah konden huren. Ze legde uit dat dat een soort taxi is maar dan op een fiets, een fietstaxi dus. Toen ze eindelijk een betjah tegen kwamen zagen ze pas dat je er maar met twee personen in kon zitten. Ze besloten dat Remco alleen in een betjah moest zitten. De 2 betjahs begonnen te rijden. Na een poosje kwam er uit een zijstraat plotseling een auto rijden. De betjah bestuurder van Remco moest uit wijken en reed tegen een muur en de betjah viel om. De autobestuurder hoorde het geschreeuw niet en reed dus door. Daar zat Remco dan, samen met een betjah bestuurder die geen Engels kon, midden in Jakarta. Remco kan moet gebaren taal uitleggen dat zijn naam Remco was. De betjah bestuurder begreep het en beeldde uit dat hij Jono heette. Remco wist niet wat hij moest doen. De betjah bestuurder duwde Remco terug in de betjah. En hij reed weg, maar hij wist niet waarheen. Na een poosje dacht Remco ineens aan een krantenartikel dat bij tante Cella op haar tafel lag. Er stond in dat er de laatste tijd veel toeristen zijn vermoord door betjah bestuurders. Als ze een toerist hadden vermoord pakte ze het geld en kochten er leuke dingen voor. Remco wist niet zeker of hij Jono kon vertrouwen. Hij wist ook niet waar Jono hem nou naar toe bracht. Remco sprong uit de betjah en beeldde iets uit. Jono begreep het en hij beeldde ook iets uit. Remco snapte het, Jono ging naar zijn huis, omdat zijn moeder Nederlands kon praten. Uiteindelijk bij het huis van Jono vertelde Jono over het ongeluk. De moeder van Jono vertaalde alles wat Jono zei voor Remco en ook anders om. Ze zaten maar ergens over te praten toen plotseling de moeder van Jono moest huilen. Na een tijdje stopte ze en vertelde dat het vandaag een jaar geleden is dat de grote broer van Jono is weggegaan. Remco vroeg waarom en waar naar toe. De moeder van Jono wist niet waar hij heen was maar wel waarom. Ze vertelde dat er een agent was met een glimlach. Die beschuldigd altijd betjah bestuurders van de moorden die hij pleegt. Remco vroeg waarom ze dan niet naar de politie gingen. Ze zei dat de politie hun toch niet zou geloven. De ouders van Remco waren na een half uur later er pas achter gekomen dat ze Remco kwijt waren. Moeder die Indonesisch kan praten vroeg of de betjah bestuurder wist waar Remco was. Hij wist het niet en moeder vroeg of hij ze terug naar de kampong wilde brengen. Daarbij de kampong aangekomen vertelde vader het slechte nieuws. De hele kampong ging nog diezelfde avond op zoek naar Remco, maar niemand had hem gevonden of gezien. Na 2 dagen was er nog steeds geen nieuws over Remco. Dalang Pandji, de beroemde poppenkast speler, had een idee. Hij vertelde dat hij over 2 dagen een voorstelling moest geven op tv. Hij legde uit dat ze affiches konden verspreiden en op de achterkant Remco’s naam konden zetten. Dat deden ze. Remco en Jono waren samen naar de vriendin van Jono gegaan. Ze woonde op de vuilnisbelt. Ze bleven er de hele dag. In de avond gingen ze naar een groot meer waar ze zichzelf wasten en waar uit ze water dronken. Toen rende ineens iedereen weg. Jono zag het en keek om zich heen waar Remco was. Het was de agent met de glimlach. Hij had een pistool in zijn hand en riep Toerist. Daarmee bedoelde hij Remco. De agent met de glimlach haat toeristen. Dus nou wist Remco waarom hij toeristen vermoord. Het gaat hem niet om het geld maar om de toeristen zelf. Jono rende weg en riep nog gauw gedag tegen zijn vriendinnetje. Ze vluchten weg met de betjah en de politieagent zag hun niet meer. Jono minderde vaart. Remco stapte uit en er vloog iets in zijn gezicht. Het was een papier. Er stond iets op Remco las het en keek op de achterkant waar hij tot zijn verbazing zijn naam zag staan. Toen begreep hij het en riep tegen Jono. Jono begreep het en fietste naar de kampong van tante Cella. Vader en moeder hadden de moed al opgegeven. Overal liepen camera mensen, want ’s avonds moest Dalang Pandji optreden. “Over 2 minuten begint de show” riep iemand. Vader en moeder gingen achterin zitten. Toen begon het. Iedereen was stil en Dalang Pandji begon. Na een tijdje hoorde ze geroep. Vader en moeder herkende de stem en wisten dat het Remco was. Ze rende naar hem toe en zagen dat hij en de betjah bestuurder achtervolgd werden door een agent met een glimlach op zijn gezicht. De agent had een mes in zijn hand en wou Remco neersteken. Jono zag het en sprong op de rug van de agent en wurgde hem met zijn sterke, wielrenners benen. Plotseling waren er overal politieagenten. Ze pakte Jono en sloegen hem in de boeien. Remco zei tegen zijn tante dat Jono niks gedaan heeft en de agent met de eeuwige glimlach die toeristen heeft vermoord. Tante Cella vertaalde het en de agenten zeiden terug dat ze hem nu pas geloofden, omdat ze het nou zelf zagen dat de agent met de glimlach hem wou vermoorden. Ze sloegen hem in de boeien en ze brachten hem naar het politiebureau. Op het politiebureau aangekomen lieten ze alle betjah bestuurders vrij. Remco nam afscheid van Jono. En vader en moeder van tante Cella. Toen werden ze naar het vliegveld gebracht door de betjah bestuurders. Remco stapte uit de betjah toen ze bij het vliegveld waren aangekomen. Ze namen nog een keer afscheid en liepen toen weg. Jono hoorde Remco roepen en Remco gaf hem veel geld. Remco zei: “ik ben je vergeten te betalen”. Tante Cella hoorde het en vertaalde het lachend. De betjah bestuurde zei iets terug en Remco wist dat het dankjewel betekende. Ze gingen in het vliegtuig zitten en vlogen zo terug naar Nederland. Toen Remco een week later bij zijn huis aanbelde was er niemand thuis. Hij deed de deur open en zag een brief liggen. Het was een brief van Jono. Er zat ook een foto van tante Cella bij. In de brief van Jono stond niet veel dat hij snapte maar een ding wist hij zeker: hij en Jono zijn nu beste vrienden. 10. Beschrijving van de hoofdpersonen: Remco: Remco draagt altijd een spijkerbroek aan en met daarop een shirt. Hij heeft ook gympies aan. Hij is aardig en kan goed leren. Hij haalt ook altijd goede punten voor school. Jono: Jono draagt geen schoenen maar wel een gescheurd shirt en een gescheurde broek. Is slim en heeft altijd een oplossing. Hij is ook altijd aardig voor iedereen. Vader: draagt geen merk kleding maar draagt wel een dure spijkerbroek en een duur shirt. Is een klein beetje een brompot en zeurt altijd. Moeder: moeder is gekleed in een fleurige katoenen zomerjurk, en is altijd heel bezorgd om Remco. Heeft vaak ruzie met haar man maar ze houd toch van hem. Tante Cella: tante Cella draagt een eenvoudige witte bloes en een vale zwarte rok. Ze heeft hetzelfde karakter als moeder, dat komt misschien omdat ze zussen zijn. 11. Mijn mening: Ik vond het boek leuk en spannend, omdat alles goed omschreven was en er veel spannende scènes in voorkwamen. Het leukste vond ik dat Remco en Jono elkaar dingen uit moesten leggen met behulp van gebarentaal. Het is een jongens en een meisjes boek, omdat de hoofdpersoon een jongen en een meisje had kunnen zijn, maar deze schrijver heeft voor een jongen gekozen. Niet alle gebeurtenissen waren logisch, maar de meeste wel. Ik vind wel dat er wel wat logica in moet zitten anders is het boek niet fijn te lezen en als er geen toevallige gebeurtenissen in zitten wordt het boek ook erg eenzijdig. De leukste personen vond ik Jono en Remco, omdat ze allebei elkaar begrepen en dingen konden uitleggen met gebarentaal. Maar als ik tussen hun moest kiezen zou ik voor Remco kiezen, omdat hij het toch in zijn eentje weet te klaren in Jakarta.
5. Titel: Vluchten voor een glimlach
6. Uitgever: Zwijsen
7. Jaar van uitgave: 1993
8. Aantal bladzijden: 124
9. Samenvatting: Remco is samen met zijn ouders op vakantie in Jakarta. Ze zijn er al 2 weken en de laatste week gingen ze logeren bij de zus van Remco’s moeder, tante Cella. Remco had zijn tante uit Indonesië nog nooit in het echt gezien. Toen ze daar aankwamen zag Remco overal kleine huisjes gemaakt van karton en golfplaten. Vader legde uit dat tante Cella in een kampong woonde. Even later zagen ze tante Cella voor haar “huis” staan. Moeder rende erop af en om helste haar zus. Moeder heeft haar zus al meer dan 20 jaar niet gezien. Het hoofd van de kampong was Dalang Pandji en trad vaak op met zijn poppen. Nadat ze het hoofd van de kampong hadden ontmoet gingen ze in het huis van tante Cella. Na het eten gingen Remco en zijn ouders slapen. Ze sliepen op dunne, bamboe matjes. De muren van het huis waren erg dun, want ze waren van karton. Vader en moeder waren weer eens aan het ruzie maken. Vader was boos dat ze hier moesten slapen op een dun, bamboe matje en vond dat ze toch maar een hotel moesten boeken. Moeder vond dat vader haar zus beledigde. De ruzie duurde gelukkig niet lang en ze besliste dat ze hier bleven, maar dat ze morgen naar het centrum van Jakarta gingen. De volgende morgen werd Remco wakker. De wallen stonden onder zijn ogen, omdat hij niet had kunnen slapen op het dunne matje. Na het ontbijt gingen zouden ze te voet naar het centrum naar Jakarta gaan. Toen tante Cella dat hoorde zei ze dat dat wel heel lang kon duren om te voet naar het centrum van Jakarta te lopen. Ze zei dat ze beter een betjah konden huren. Ze legde uit dat dat een soort taxi is maar dan op een fiets, een fietstaxi dus. Toen ze eindelijk een betjah tegen kwamen zagen ze pas dat je er maar met twee personen in kon zitten. Ze besloten dat Remco alleen in een betjah moest zitten. De 2 betjahs begonnen te rijden. Na een poosje kwam er uit een zijstraat plotseling een auto rijden. De betjah bestuurder van Remco moest uit wijken en reed tegen een muur en de betjah viel om. De autobestuurder hoorde het geschreeuw niet en reed dus door. Daar zat Remco dan, samen met een betjah bestuurder die geen Engels kon, midden in Jakarta. Remco kan moet gebaren taal uitleggen dat zijn naam Remco was. De betjah bestuurder begreep het en beeldde uit dat hij Jono heette. Remco wist niet wat hij moest doen. De betjah bestuurder duwde Remco terug in de betjah. En hij reed weg, maar hij wist niet waarheen. Na een poosje dacht Remco ineens aan een krantenartikel dat bij tante Cella op haar tafel lag. Er stond in dat er de laatste tijd veel toeristen zijn vermoord door betjah bestuurders. Als ze een toerist hadden vermoord pakte ze het geld en kochten er leuke dingen voor. Remco wist niet zeker of hij Jono kon vertrouwen. Hij wist ook niet waar Jono hem nou naar toe bracht. Remco sprong uit de betjah en beeldde iets uit. Jono begreep het en hij beeldde ook iets uit. Remco snapte het, Jono ging naar zijn huis, omdat zijn moeder Nederlands kon praten. Uiteindelijk bij het huis van Jono vertelde Jono over het ongeluk. De moeder van Jono vertaalde alles wat Jono zei voor Remco en ook anders om. Ze zaten maar ergens over te praten toen plotseling de moeder van Jono moest huilen. Na een tijdje stopte ze en vertelde dat het vandaag een jaar geleden is dat de grote broer van Jono is weggegaan. Remco vroeg waarom en waar naar toe. De moeder van Jono wist niet waar hij heen was maar wel waarom. Ze vertelde dat er een agent was met een glimlach. Die beschuldigd altijd betjah bestuurders van de moorden die hij pleegt. Remco vroeg waarom ze dan niet naar de politie gingen. Ze zei dat de politie hun toch niet zou geloven. De ouders van Remco waren na een half uur later er pas achter gekomen dat ze Remco kwijt waren. Moeder die Indonesisch kan praten vroeg of de betjah bestuurder wist waar Remco was. Hij wist het niet en moeder vroeg of hij ze terug naar de kampong wilde brengen. Daarbij de kampong aangekomen vertelde vader het slechte nieuws. De hele kampong ging nog diezelfde avond op zoek naar Remco, maar niemand had hem gevonden of gezien. Na 2 dagen was er nog steeds geen nieuws over Remco. Dalang Pandji, de beroemde poppenkast speler, had een idee. Hij vertelde dat hij over 2 dagen een voorstelling moest geven op tv. Hij legde uit dat ze affiches konden verspreiden en op de achterkant Remco’s naam konden zetten. Dat deden ze. Remco en Jono waren samen naar de vriendin van Jono gegaan. Ze woonde op de vuilnisbelt. Ze bleven er de hele dag. In de avond gingen ze naar een groot meer waar ze zichzelf wasten en waar uit ze water dronken. Toen rende ineens iedereen weg. Jono zag het en keek om zich heen waar Remco was. Het was de agent met de glimlach. Hij had een pistool in zijn hand en riep Toerist. Daarmee bedoelde hij Remco. De agent met de glimlach haat toeristen. Dus nou wist Remco waarom hij toeristen vermoord. Het gaat hem niet om het geld maar om de toeristen zelf. Jono rende weg en riep nog gauw gedag tegen zijn vriendinnetje. Ze vluchten weg met de betjah en de politieagent zag hun niet meer. Jono minderde vaart. Remco stapte uit en er vloog iets in zijn gezicht. Het was een papier. Er stond iets op Remco las het en keek op de achterkant waar hij tot zijn verbazing zijn naam zag staan. Toen begreep hij het en riep tegen Jono. Jono begreep het en fietste naar de kampong van tante Cella. Vader en moeder hadden de moed al opgegeven. Overal liepen camera mensen, want ’s avonds moest Dalang Pandji optreden. “Over 2 minuten begint de show” riep iemand. Vader en moeder gingen achterin zitten. Toen begon het. Iedereen was stil en Dalang Pandji begon. Na een tijdje hoorde ze geroep. Vader en moeder herkende de stem en wisten dat het Remco was. Ze rende naar hem toe en zagen dat hij en de betjah bestuurder achtervolgd werden door een agent met een glimlach op zijn gezicht. De agent had een mes in zijn hand en wou Remco neersteken. Jono zag het en sprong op de rug van de agent en wurgde hem met zijn sterke, wielrenners benen. Plotseling waren er overal politieagenten. Ze pakte Jono en sloegen hem in de boeien. Remco zei tegen zijn tante dat Jono niks gedaan heeft en de agent met de eeuwige glimlach die toeristen heeft vermoord. Tante Cella vertaalde het en de agenten zeiden terug dat ze hem nu pas geloofden, omdat ze het nou zelf zagen dat de agent met de glimlach hem wou vermoorden. Ze sloegen hem in de boeien en ze brachten hem naar het politiebureau. Op het politiebureau aangekomen lieten ze alle betjah bestuurders vrij. Remco nam afscheid van Jono. En vader en moeder van tante Cella. Toen werden ze naar het vliegveld gebracht door de betjah bestuurders. Remco stapte uit de betjah toen ze bij het vliegveld waren aangekomen. Ze namen nog een keer afscheid en liepen toen weg. Jono hoorde Remco roepen en Remco gaf hem veel geld. Remco zei: “ik ben je vergeten te betalen”. Tante Cella hoorde het en vertaalde het lachend. De betjah bestuurde zei iets terug en Remco wist dat het dankjewel betekende. Ze gingen in het vliegtuig zitten en vlogen zo terug naar Nederland. Toen Remco een week later bij zijn huis aanbelde was er niemand thuis. Hij deed de deur open en zag een brief liggen. Het was een brief van Jono. Er zat ook een foto van tante Cella bij. In de brief van Jono stond niet veel dat hij snapte maar een ding wist hij zeker: hij en Jono zijn nu beste vrienden. 10. Beschrijving van de hoofdpersonen: Remco: Remco draagt altijd een spijkerbroek aan en met daarop een shirt. Hij heeft ook gympies aan. Hij is aardig en kan goed leren. Hij haalt ook altijd goede punten voor school. Jono: Jono draagt geen schoenen maar wel een gescheurd shirt en een gescheurde broek. Is slim en heeft altijd een oplossing. Hij is ook altijd aardig voor iedereen. Vader: draagt geen merk kleding maar draagt wel een dure spijkerbroek en een duur shirt. Is een klein beetje een brompot en zeurt altijd. Moeder: moeder is gekleed in een fleurige katoenen zomerjurk, en is altijd heel bezorgd om Remco. Heeft vaak ruzie met haar man maar ze houd toch van hem. Tante Cella: tante Cella draagt een eenvoudige witte bloes en een vale zwarte rok. Ze heeft hetzelfde karakter als moeder, dat komt misschien omdat ze zussen zijn. 11. Mijn mening: Ik vond het boek leuk en spannend, omdat alles goed omschreven was en er veel spannende scènes in voorkwamen. Het leukste vond ik dat Remco en Jono elkaar dingen uit moesten leggen met behulp van gebarentaal. Het is een jongens en een meisjes boek, omdat de hoofdpersoon een jongen en een meisje had kunnen zijn, maar deze schrijver heeft voor een jongen gekozen. Niet alle gebeurtenissen waren logisch, maar de meeste wel. Ik vind wel dat er wel wat logica in moet zitten anders is het boek niet fijn te lezen en als er geen toevallige gebeurtenissen in zitten wordt het boek ook erg eenzijdig. De leukste personen vond ik Jono en Remco, omdat ze allebei elkaar begrepen en dingen konden uitleggen met gebarentaal. Maar als ik tussen hun moest kiezen zou ik voor Remco kiezen, omdat hij het toch in zijn eentje weet te klaren in Jakarta.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
A.
A.
het verhaal gaat eigenlijk niet zo het gaat over Hein en zijn vader en moeder en linda (zusje). En de kris die zijn vader heeft gekocht.
16 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Wel leuk boek
11 jaar geleden
Antwoorden