Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Verloren zoon door J. Bernlef

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Verloren zoon
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3120 woorden
  • 5 maart 2003
  • 171 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
171 keer beoordeeld

Boekcover Verloren zoon
Shadow
Verloren zoon door J. Bernlef
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Auteur: J. Bernlef
Titel: Verloren zoon
Verschenen in: 1997
Aantal bladzijden: 189
Leestijd: ca. 5 uur 1. Beschrijving van de leeservaring Verantwoording van mijn keuze
Een kennis van mij had dit boek gelezen. Van haar heb ik het geleend omdat ze het zo mooi vond. Ze vertelde me dat het boek te vergelijken was met het verhaal van Robinson Crusoë. Toen ik een jaar of zeven was heeft mijn moeder dat boek voorgelezen. Ik was helemaal geintrigeerd door dat verhaal, het greep me aan dat iemand helemaal alleen kan zijn zonder hulp en maar moet zien te overleven. Daarom leek dit boek me leuk om te lezen. Verwachtingen vooraf
Ik verwachtte een leuk boek met humor, het plot te vergelijken met het verhaal over Crusoë. Eerste reactie achteraf

Ik was een beetje teleurgesteld over het droevige einde, hoewel je niet anders kunt verwachten. Ik vond het leuk dat het achterliggende verhaal van de hoofdpersoon op het einde helemaal ontvouwd wordt. Samenvatting
Rob Noordhoek is een Nederlandse regisseur. Hij zit met zichzelf in de knoop en is, om alles op een rijtje te zetten, op een cruise gegaan. Als het schip langs de Afrikaanse westkust vaart breekt er een zware storm uit. Noordhoek, die een paar drankjes opheeft, gaat door een verkeerde deur en belandt op het buitendek. Door de harde wind wordt Rob overboord geslagen. Rob weet zichzelf vast te klemmen aan een boomstam en hij dobbert een nacht rond op de woeste zee. De golfstroom sleurt Rob uit de vaarroute van alle schepen weer terug richting Afrika. Rob spoelt op 12 mei aan op een klein eilandje. Het eiland is 300 bij 900 meter en er staan huisjes. Het eiland is een jaar of tien geleden verlaten toen er een ziekte uitbrak; gevolg: alles staat er nog zoals het was. Rob gaat een huisje binnen waar hij blikjes conserven vindt. Hij loopt naar het hogste punt van het eiland om het te overzien. Rob ziet een kerkje, wat huisjes en een meertje. Hij raakt in paniek door de gedachte dat hij nu helemaal op zichzelf is aangewezen. Rob besluit in het huis met de conserven te gaan wonen. In de nacht hoort hij een stem ‘Merde’ roepen. De volgende ochtend ontdekt Rob dat er Nederlandse mussen op het eiland wonen. De diertjes zijn meegereisd op een Nederlands schip in het jaar 1617. Het eiland heette toen Klein Nassau. Rob verkent het eiland en stapt tot zijn verbazing bijna op een verse hondendrol. De drol blijkt toe te behoren aan een oude keeshond, ook een eilandbewoner. In de hoop de aandacht van een schip te trekken hangt Rob een zelfgemaakte vlag uit . Rob’s handelingen zijn gericht op overleven. Hij komt erachter dat de enge stem in het donker van een grijze papegaai was. Rob noemt het grijze dier Vrijdag (zoals Crusoë ‘zijn’ inboorling Vrijdag doopte). Rob vindt papier en pen en besluit een dagboek bij te houden. Ook tekent hij een landkaart van het eiland (op bladzijde 60). Dan ontdekt hij in zijn huis een levensgrote, kartonnen vrouw. Het is een reclame voor nivea. Tot zijn verbazing herkent Rob de vrouw als Suzan, een actrice die hij kent. Ze scheen later in een inrichting beland te zijn. Rob zet Suzan naast zijn bureau en hij schrijft vanaf nu brieven aan haar, over zijn vlucht uit het leven. Dan komt hij de mysterieuze keeshong tegen. Hij noemt de hond Tim, maar eigenlijk heet het dier Wolfgang. In de brieven vertelt Rob over de bruiloft van zijn ouders. De zus van Rob had hem gevraagd of hij voor een toneelstuk wilde zorgen, over zijn ouders, waarin familieleden de rollen zouden vertolken. Rob neemt de opdracht aan maar hij weet eigenlijk helemaal niets meer van zijn verleden en zijn jeugd. Hij moet langs allemaal oude ooms en tantes om inlichtingen te winnen. Rob’s blikjesvoorraad is opgeraakt dus hij moest op zoek naar nieuw eten. De hond Tim eet vogeleieren die op een hoge klif in nestjes liggen. Rob volgt het voorbeeld en slurpt elke dag een ei leeg. Rob bewaart de eieren in een hoge kast en als de hond dit ontdekt, springt hij tegen de kast op. De kast valt om en Rob vindt in één van de laden een fototoestel. Met de lens uit het toestel weet Rob een vuur te maken op het strand. Hij hoopt op deze manier ontdekt te worden. Helaas begint het te regenen en mislukt het plan. Rob besluit zich niet meer aan te kleden en hij begint zich steeds vaker erg moe te voelen. Rob schrijft nog een brief aan Suzan waarin hij dit alles en nog meer verhalen over zijn familie vertelt. Hij gaat naar de kerk van het eilandje, waar een Mariabeeldje staat zonder Jezusje en zonder rechterarm. Hij smeekt haar om hulp. Rob haalt zijn laatste twee eieren op, maar die breken. Kruipend bereikt hij zijn huis waar hij zijn schrijfgerei pakt en zijn laatste brief aan Suzan schrijft. Rob vertelt over zijn eigenlijke afkomst en over zijn echte vader, oom Niek. Na een paar dagen voelt Rob zijn rechterbeen niet meer. Hij voelt vreselijke pijn in zijn knie en er lopen bloedrode strepen naar zijn lies. Hij kruipt naar de grote boom in het midden van het dorp, waar hij een tijdje in de regen ligt. Daarna kruipt Rob naar het strand, waar hij zich aan de boomstam vastklemt, die hem eens naar het eiland toebracht. Zo sterft Rob Noordhoek, de verloren zoon. 2. De verdieping Tijd en Ruimte
Het verhaal speelt zich in het begin af op het cruise-schip. Vervolgens vinden alle gebeurtenissen plaats op het kleine eiland. Rob denkt na over het verleden. De hond, de papegaai en het eiland hebben ook een verleden. Af en toe, als het van toepassing is, wordt het verhaal van deze personen verteld. Rob schrijft brieven aan Suzan waarin hij zijn redenen om op het eiland te zijn vertelt. Het verhaal speelt zich af in het heden, tien jaar geleden of twintig jaar geleden. Dat doet er niet zoveel toe. Het gaat erom dat Rob al zijn oer-instincten vergeten is. Hij is een moderne mens en is met de grootste moeite nog niet in staat om redelijk te overleven. De dag waaropRob overboord sloeg was 12 mei. Daarna zet Rob op zijn tafel voor elka dag een streepje; zijn kalender. Het is niet helemaal duidelijk hoe lang het daadwerkelijke verhaal duurt. Ik denk dat Rob ongeveer drie maanden op het eiland heeft doorgebracht. Twee maanden met de blikjes en vervolgens nog een tijdje met de eieren van de vogels. Spanning
In het begin is het verhaal niet echt spannend, op de boot. Dan slaat Rob plotseling overboord en dat gebeurt allemaal eigenlijk te snel om spannend te zijn, maar het trekt zeker de aandacht; de manier waarop het gebeurt zet meteen de (bizarre) toon van het verhaal. Daarna is het voor Rob een kwestie van overleven. Vooral in het beginlevert dit wat spannende momenten op, bijvoorbeeld als Rob in de donkerte over het eiland dwaalt en in de verte ‘Merde’ hoort. Dan voel je de spanning die Rob moet voelen. Bernlef gebruikt goeie foefjes om het verhaal spannen te maken. Hij geeft je steeds de illusie dat er redding is voor Rob, dat er bijvoorbeeld mensen zijn, dat er een boot aankomt, maar alles blijkt niet waar te zijn; Rob gaat sterven. Het boek is eigenlijk op elk moment heel boeiend. Ik heb het destijds in één ruk uitgelezen. Het is gewoon ontzettend goed geschreven en dan wil je gewoon steeds weten wat er gaat gebeuren. Ook op het einde, als Rob de brieven schrijft aan Suzan wil je dat vertelt wordt hoe het afloopt en hoe het allemaal precies zit. Op het einde is het zo ontzettend zielig als Rob het leven uit zich weg voelt vloeien maar toch, ondanks alles zijn brieven wil afschrijven. Wijze van vetrellen
Het verhaal wordt door een auctoriale verteller uit de doeken gedaan. Soms is dit het eiland, soms is het niet duidelijk wie het denkt/vertelt. Rob schrijft op het einde brieven aan Suzan, aan wie hij zijn verhaal vertelt. Dit doet hij natuurlijk in de eerste persoon enkelvoud, zo krijg je meer inzicht in de persoon Rob. De verteller deelt ons het grootste gedeelte van het verhaal de gedachten van Rob mee. Ook vertelt hij wat het eiland denkt en wat de hond en papegaai vinden. Het is grappig dat de schrijver zo niet alleen het hoofdverhaal laat lezen maar ook wat achergrondinformatie geeft. Over het algemeen is het verhaal heel zakelijk geschreven. Zonder meningen, gewoon de feiten. Thema en motieven
Het thema is alleen zijn. Rob is zijn hele leven een loner geweest. Hij was het buitenbeentje. Ook later, als hij regisseur is neemt hij geen deel aan het toneelstuk, maar staat hij erbuiten. Dan slaat hij door een stom toeval overboord. Nu is hij werkelijk alleen op de wereld. Hij went een klein beetje aan het alleen-zijn, maar dan merkt hij toch dat hij niet in zijn eentje is; dit bezorgt hem een grote angst. Je weet niet of hij ervan geniet of dat hij het vreselijk vindt. · Een van de motieven is het tekort aan eten. Deze voortdurende dreiging benadrukt Rob’s onvermijdelijke dood. · Een ander motief is dat Rob niet naar de zee durft te kijken de eerste dagen van zijn verblijf op het eiland. Hij wil niet weten hoe alleen hij eigenlijk is. De zee benadrukt zijn alleenheid. De zee heeft hem aan de ene kant gered, door de toevallige golfstroom, maar aan de andere kant heeft de zee hem uitgerekend naar een eilandje gebracht waar in geen tien jaar een schip langs is gevaren. · Motief drie is de hond. De hond is Rob’s concurrent. De hond eet ook eieren en Rob en hond mogen elkaar niet. Het dier ontloopt de man maar laat wel zijn tandjes zien. Vooral tegen het einde verslechtert de relatie tussen de twee, maar op het begin vormt de hond al een dreiging: Rob kijkt naar het dier uit, hij weet dat het er is maar hij maakt pas halverwege het verhaal kennis met de hond. · Een ander grappig en ironisch motief is de vroegere aanwezigheid van Nederlandse beschaving; de mussen die Rob aan huis doen denken en nog een aantal details. Eigenlijk is het een beetje pesterig en wrang. De spullen zijn er; het is duidelijk dat nog geen tien jaar geleden bewoning is geweest op het eiland, maar nu zit Rob er, moederziel alleen. Personages
Eigenlijk is er maar één personage in dit boek: Rob Noordhoek. Rob is een regisseur bij het Nederlands toneel. Hij is gevraagdeen toneelstuk te regelen voor de 50-jarige bruiloft van zijn ouders. Hij is nooit echt betrokken geweest bij zijn familie, dus moet hij alle gebeurtenissen, die hij lang niet allemaal meer weet, bij familie gaan oprakelen. Daar hoort hij ook de waarheid over zijn afkomst; hij is eigenlijk de zoon van zijn moeder en zijn oom. Om zijn gedachten te ordenen gaat hij op reis met een schip. Hij slaat overboord, spoelt aan en moet overleven. Rob is echt een mens van deze tijd. Hij weet zich moeilijk te redden, raakt in paniek in zijn eentje en weet niets van de natuur. Hij is een beetje klunzig en het ontbreekt hem gewoon aan overlevings-instincten om te kunnen overleven. Hij raakt in de war, hij begint tegen zichzelf, de hond, de papegaai en uiteindelijk tegen een reclamepop te praten. Rob staat aan de ene kant model voor de mens in het algemeen; ik denk dat iedereen in zijn situatie z’n beetje hetzelfde zou doen. Hi jis een persoon-loos iemand, gewoon de mens in de natuur zonder hulp. Aan de andere kant is hij de man met de problemen, met zijn verloochende afkomst, met zijn geschiedenis, met zijn kennis. Iedereen kan zich personificeren met deze mislukte Robinson Crusoë. (Zie de overeenkomst: Rob = Robinson) Dit door zijn algemeenheid, door de herkenbaarheid, door de aandoenlijkheid van Rob, die uit pure wanhoop tegen een reclame-bord gaat spreken. Je ziet hoe hij langzaam aftakelt, hoe hij zichzelf aan het verliezen is, dat hij de strijd opgeeft, dat hij zich bij de situatie neerlegt. Als je dat vergelijkt met het begin van het verhaal, als hij vol goede moed een vlag uithangt, als hij nog eten probeert uit te sparen. Dat is wel in en in droevig en ontroerend. Verklaring van de titel, motto

Pas in het laatste hoofdstuk, in de laatste brief aan Suzan wordt duidelijk wat de titel precies betekent. Rob blijkt niet de zoon van zijn vader, maar van zijn mysterieuze ook Niek te zijn. Zijn moeder had een relatie met haar eigen neef. Dit was natuurlijk een groot geheim, al wist de nep-vader van Rob er wel van. Uit die relatie is Rob geboren. Rob heeft dit nooit geeten, en oom Niek heeft het nooit durven vertellen. Rob gaat in zijn laatste brief naar Niek toe om informatie te halen voor de Revue. Daar hoort hij door een vergissing de waarheid. Een citaat: “Het was nooit mijn bedoeling,” zegt hij. “Maar Petra (Rob’s moeder) en ik werden naar elkaar toegezogen. We waren familie, maar we konden gewoon niet van elkaar afblijven.” Een ogenblik denk ik dat de oude man in zijn stoel zit te fantaseren. Dat hij, zoals zijn zoon zei, een beetje in de war is. Dan zegt hij: “ Het ergste vind ik het nog wel voor Rob. Dat hij het nooit geweten heeft. Iedere keer als ik jou zag moest ik aan hem denken. Jullie lijken ook zo sprekend op elkaar.” (…) “Je gaat toch wel naar hun gouden bruiloft?” “Ja vader, “ zeg ik, “natuurlijk ga ik daar naartoe.” Zonder het te weten heeft Niek zijn verloren zoon teruggevonden, en Rob zijn vader. Anderzijds is Rob de teruggevonden zoon van de natuur, van het eiland. Het eiland is blij met zijn komst, en Rob moet zien te overleven puur en alleen in moeder Natuur. Hij is teruggekomen bij zijn ‘roots’, maar het blijkt dat de moderne mens dit niet kan overleven. 3. Mijn eindoordeel Onderwerp
Het onderwerp is aan de ene kant natuurlijk zo oud als de mensheid; alleen zijn. Het zou saai en stom kunnen zijn, maar Bernlef heeft er een heel erg goed gegeven bijgevoegd; namelijk Rob Noordhoek. Zijn verhaal geeft extra waarde aan het thema. In princiepe is het verhaal van Rob hetzelfde als dat van Robinson Crusoë. Het verschil is dat Robinson alles zelf moest doen maar op het laatst wel gered werd, en dat onze Rob al huizen, eten en water tot zijn beschikking heeft, maar geen enkel teken van andere mensen vindt. Het troosteloze, toekomstloze bestaan van Rob is intrigerend en hartverscheurend, vooral naar het einde toe. Je krijgt medelijden met de man, die juist zo’n behoefte had aan rust en in zo’n angstig bestaan is geworpen. Het onderwerp blijft, ondanks de schijnbare uitgekouwdheid, boeiend en mooi en het drukt je bovendien met de neus op de feiten, namelijk dat de moderne mens eigenlijk nooit zou kunnen overleven in het wild. Gebeurtenissen
De gebeurtenissen zijn soms noodzakelijk, zoals op het begin, dat Rob in zee wordt gegooid. Altijd zijn ze goed uitgekiend, op de juiste momenten gebeurt er weer iets. Voor mijn gevoel volgden de gebeurtenissen elkaar snel op. Het was echt geen moment vervelend om dit boek te lezen; Rob is gewoon de hele tijd bezig met overleven en er moet veel gebeuren. Al deze gebeurtenissen zijn best wel spannend; het is telkens de vraag of het Rob gaat lukken en of alles wel goed zal gaan. Ook wacht je steeds op redding van Rob, terwijl je wel weet dat die niet zal komen. Personages
Rob is mij pas naar het einde toe echt dierbaar geworden. In het begin ook wel, maar dan had ik zoiets van: hij redt het wel. Op het einde, als je weet wat hem allemaal gebeurd is en als je leest hoe moeilijk hij het heeft, als hij zeg maar stervende is. Toen werd hij zo droevig, hij wilde zijn verhaal kwijt, en toen accepteerde hij zijn lot, dat hij moest sterven. Rob was wel goed uitgewerkt; de tegenstelling civilisatie-natuur is duidelijk aanwezig en laat de schrijver veel mogelijkheid Rob te laten stuntelen en ook uiteindelijk te laten sterven; een dramatisch maar kloppend einde. Opbouw
Het verhaal is goed opgebouwd; korte inleiding op de boot en daarna direct to the point. De situatie is in het begin een beetje warrig, maar er is nog optimisme in Rob, nog levenslust. Op het einde zie je hem steeds droeviger worden en hij krijgt er ook behoefte aan om zijn verhaal te vertellen, het echte verhaal van zijn leven, en niet het verhaal wat hij geschreven heeft voor de bruiloft van zijn ouders. En dan, op het einde wordt Rob ziek en sterft hij. Eigenlijk is de opbouw hartstikke goed. De spanning is goed verdeeld over het verhaal, je krijgt stukje voor stukje het verhaal van Rob te lezen en voor de rest is het een overzichtelijk verhaal. Het gaat van goed naar slecht, eigenlijk. Eerst heeft Rob blikjes, is hij nog niet ziek, maar later moet hij aan de eieren, krijgt hij ruzie met de hond en wordt hij ziek. Taalgebruik
Het taalgebruik is eigenlijk heel zakelijk; niet moeilijk, maar zonder eigenlijke emoties. Het is een verslag van alle gebeurtenissen. De geschiedenis van alle personages wordt uitgelegd alsof het een film is die even op stop wordt gedrukt. Er staat bijvoorbeeld: “( Wat Rob niet wist, is dat…..)” op die manier wordt de lezer op de hoogte gehouden. Deze manier van vertellen spreekt mij wel aan, maar ik kan me voorstellen dat sommige mensen het niet zo fijn vinden omdat het hard en saai kan overkomen. Je moet er een beetje aan wennen misschien. Er zit veel humor in het verhaal; uitspraken en gebeurtenissen worden op een hele droge manier verteld, waardoor het boek niet alleen op de ondergand van Rob is gericht. Het geeft wat verlichting aan het uitzichtloze bestaan van Rob, al weet je aan het begin nog niet dat Rob dood gaat. Het taalgebruik vond ik echt heel goed. Een beetje poëisch op de goede momenten, ook veel overeenkomsten in belangrijke gedeelten van de tekst, een beetje herhaling. Deze fragmenten komen uit het begin en het einde van het boek; als Rob aanspoelt en als Rob sterft. (blz. 14) ‘Dit was wat het eiland zag. Een man in een aan flarden gescheurd wit overhemd en een zwarte broek, zich aan een boomstam vastklampend als een klein kind aan zijn moeder.” (blz. 189) ‘dit is wat het eiland zag. Een man, met zijn middel over een wit uitgeslagen boomstam hangend, zijn gezicht in het golvende water, zijn benen wijd gespreid in het zand.’

REACTIES

R.

R.

Hoi Nina,

Ik heb net je boekverslag bekeken en ik zie dat je bij je persoonlijke reacties het onderwerp, de gebeurtenissen enzo behandeld. Ik moet dit ook precies hetzelfde doen, kan het zo zijn dat je ook op het Maaslandcollege in Oss hebt gezeten?

Groetjes,
Remko

17 jaar geleden

T.

T.

zoveel grammatica en typefouten voor vwo6 T_T

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Verloren zoon door J. Bernlef"