A. Praktische gegevens
1. Bibliografische gegevens.
Titel van het boek: Verborgen gebreken
Auteur: Renate Dorrestein
Uitgeverij: Contact
Jaar van de eerste druk: 1996
Gelezen druk: Tweede druk januari 1996
Aantal bladzijden: 237 bladzijden
Het genre: Psychologische roman
Aantal hoofdstukken: Het boek bestaat uit zes delen met elk een aantal kleine hoofdstukjes.
Bijzonderheden: Het eerst motto in het boek is een citaat van Virginia Woolf: ‘Dit is een onbelangrijk boek, want het gaat over de gevoelens van vrouwen in de huiskamer.' Aan het begin van elk deel van het boek staat een motto dat komt uit Genesis een. Het eerste motto begint met de eerste zinnen van de Bijbel en het zevende motto met de laatste zinnen van Genesis een: ‘En God zag dat het goed was.'
Christine zegt in het boek ook vaak “Ik ben een engel met een tweesnijdend zwaard, ik ben de Engel van de Gerechtigheid.”
2. Titelverklaring.
De titel heeft veel te maken met het boek. De personages hebben allemaal hun gebreken, zoals het glazen oog van Agnes. Over die gebreken wordt niet echt gepraat en daarom zijn ze verborgen. Dat zijn bijvoorbeeld: de problemen binnen de familie van Christine en van Agnes (die verliefd was op haar broer), de kinderen van verschillende mannen, de mishandelingen die Christine ondergaat, de eenzaamheid van Agnes, de ‘haat' tegen Agnes van haar familie die ze nog heeft enz..
Het motto is: Dit is een onbelangrijk boek, want het gaat over
de gevoelens van vrouwen in een huiskamer.
Deze zin is een citaat van Virginia Woolf. Deze zin is ironisch bedoelt. De gevoelens van vrouwelijke personages zijn in dit boek zeker belangrijk! Het verhaal speelt zich niet in een huiskamer. Met een huiskamer wordt denk ik bedoelt de huiselijke sfeer en de intimiteit van de gezinnen.
Dit boek heeft hiernaast ook nog 7 andere motto’s die voor elk hoofdstuk staan. Deze motto’s zijn gekozen uit Genesis 1, het scheppingsverhaal.
Deze motto’s zijn allemaal stuk voor stuk ironisch bedoelt. Vooral de laatste motto van hoofdstuk zeven: En God zag dat het goed was. Voor de familie lijkt aan het einde van het boek alles heel goed af te lopen. Iedereen was weer bij elkaar en ze gingen samen naar Skye om Waldo op te zoeken. De lezer weten dat wel beter: Waldo is vermoordt door Chris. Toch staat aan het begin van dit deel het motto: En God zag dat het goed was. Er wordt door de schrijver mee bedoelt dat de mensen tegenwoordig niet meer naar de ernst van dingen kijken, maar dat ze telkens maar over het probleem heen blazen en telkens maar weer excuses zoeken. Mensen verzuipen in veel dingen die het gevolg zijn van probleem. Bij Chris was het probleem Waldo. Bij Agnes was het probleem dat ze niet geaccepteerd werd in haar familie en haar omgeving.
3. Tijd in de geschiedenis.
Het verhaal speelt in de twintigste eeuw. Het kan op ieder moment spelen in de twintigste eeuw maar niet eerder.
Bewijs 1: citaat: “Aan boord woedt een orkaan van knisperende cyclaamrode en kanariegele regenpakken met blauwe biezen, oranje sterren, paarse balken. Iedereen is omgord met riemen, touwen en buikbuidels, behangen met transparante stafkaarthouders, verrekijkers, fototoestellen en kompassen. Enorme rugzakken van lichtgevend materiaal, waaraan klimijzers, pannensets en houwelen bungelen. Sluitingen van klittenband. Massa’s klittenband.”
Doordat ze fototoestellen, veel klittenband sluitingen en regenpakken hebben, wordt duidelijk dat het verhaal in deze tijd speelt.
Het boek is geschreven in 1996 en ik denk dat ze het in 1996 heeft laten spelen.
4. Tijdsduur.
De vertelde tijd is zeven dagen (vanaf het moment dat het gezin Jansen op vakantie gaat tot aan het moment dat Chris en Tommie weer met hun moeder herenigd worden). In het boek komen echter veel flashbacks voor, want zowel Agnes als Chris denken terug aan het verleden: Agnes denkt terug aan de mooie tijd die ze met haar broers, haar neefjes en haar nichtjes had en Chris denkt terug aan wat Waldo met haar en Tommie deed. Ik weet niet of je dit ook tot de tijdsduur moet rekenen, maar als dat wel zo is, is de tijdsduur ongeveer zestig jaar in plaats van zeven dagen.
5. Ruimte
Het verhaal speelt zich in het eerste hoofdstuk af bij het gezin Jansen: in een achterbuurt van een stad of dorp. Later in dit hoofdstuk speelt het zich af in het haventje waar Chris Waldo een duw geeft, waardoor hij verdrinkt en op de pont, waar Chris en Tommie in de auto van Agnes stappen. In het tweede hoofdstuk speelt het verhaal zich af in de auto van Agnes, bij en in Port na Ba en in het huis van de familie Flynt. Hoofdstuk drie tot en met zes spelen zich in en om Port na Ba af. Het zevende hoofdstuk speelt zich voor een deel af in Port na Ba, deels in een auto en deels in het hotel waar Sonja en Jaap verblijven. Verborgen gebreken speelt zich dus grotendeels af in en om het huis van Agnes: Port na Ba.
In Port na Ba is er vaak sprake van een belangenruimte. Het huis ligt vlak aan zee. Als Chris Tommie kwijt is, denkt ze dat hij is verdronken in zee. Het is dan slecht weer en dat speelt wel mee met de gevoelens van Chris.
Er is spraken van speelruimte als Chris en Tommie hun vader en moeder weer tegenkomen in het hotel.
6. Hoofdpersonen.
Agnes Stam. – Round character.
Agnes is een vrouw van zeventig die vroeger lerares was. Door een ongeluk in haar jeugd heeft ze haar oog verloren. “’Pas op!’ schreeuwde Robert toen Justus eveneens omviel. En Agnes kraaide van plezier toen ze voelde hoe Robert haar uit de lucht greep, en toen ze samen omver rolden lachte ze nog steeds. Robert stortte, haar tegen zich aanklemmend, met zijn volle gewicht boven op haar, en met een gekraak alsof haar hele schedel werd versplinterd, boorde het handvat van Franks fietsstuur zich in haar oogkas.” (p.81-82) Ze is nooit getrouwd geweest, maar was ooit verliefd op haar eigen broer, Robert, die net is overleden aan kanker. Ze had nog drie broers: Frank, Justus en Benjamin. Deze zijn ook allemaal overleden en daardoor voelt ze zich eenzaam, want vroeger werd ze altijd beschermd door haar broers. Samen met haar broers heeft ze vijftig jaar geleden een huis op het eiland Mull opgeknapt. Sindsdien gaat de hele familie daar altijd op vakantie met de kinderen, kleinkinderen, nichtjes en neefjes. Haar schoonzusters vinden haar een oude vrijster. Ze merkt zelf dat haar gezondheid achteruit gaat en ze is bang dat anderen dat ook zien. Al heeft ze geen kinderen, haar opvoedingsmethoden zijn beter dan die van de 'echte ouders' in het boek.
Agnes is een round character. Ze veranderd veel in het boek. Als ze aankomt bij Port na Ba, is ze heel verdrietig. Haar broer is overleden en dit is de eerste keer dat ze zonder hem of kleinkinderen hier is.
- Christine Jansen, - Round character
ook Chris genoemd omdat dat veel stoerder staat volgens haar, is de blonde, tien jaar oude dochter van Sonja Jansen. Ze weet niet wie haar vader is en die wordt ook niet bekendgemaakt in het boek. Ze is heel zorgzaam tegenover haar broertje Tommie, maar soms ook een beetje bazig. “ ‘Tommie!’ riep ze. ‘Waar zit je? Ik weet dat je hier ergens bent! Kom tevoorschijn of er zwaait wat!’” (p.15) Chris heeft het gevoel dat zij de enige is die hem kan beschermen. Ze heeft ook nog een oudere broer, waar ze helemaal gek op is. Ze kijkt echt tegen hem op. Haar gedachten zitten volkomen onvolwassen, onbezonnen en soms ook chaotisch in elkaar. Het is duidelijk aan haar te merken dat ze geen normale, gestructureerde opvoeding heeft gehad. Ze doet en denkt soms hele vreemde dingen. “Ze had ’s avonds niet aan Jaap durven vertellen dat het kind op het schoolplein het gezicht van een klasgenootje met een roestige spijker had toegetakeld, zomaar, om niks, ze had haar opgewacht bij het fietsenhok met die spijker in haar hand, het was een meisje met een bril en een beugel, een gemakkelijk doelwit, een meisje met slechte cijfers voor gymnastiek. Sonja had Jaap ook verzwegen hoe ze later Christines Barbie had gevonden, bungelend aan een strop, haar mooie haren afgeknipt, haar naakte, perfecte lichaam rood bekrast met viltstift.” (p.14)
Agnes noemt Chris Bazooka, omdat ze altijd kauwgom kauwt van het merk ‘Bazooka Joe’. “’Het is geen Ben-Bits’ zegt het meisje. Ze blaast een roze bel. ‘Het is Bazooka Joe.’” (p.62)
- Thomas, - Flat character
die Tommie genoemd wordt, is een heel verlegen jongetje van vier jaar. Hij doet alles wat zijn zus hem opdraagt. In het begin van het boek zegt hij bijna niets, maar in het verloop van het verhaal begint hij een beetje praatjes te krijgen. Agnes noemt hem Invatuq, omdat hij op een eskimo lijkt.
Verdere personages uit het verhaal zijn Waldo, de zestien jarige broer, hun moeder Sonja en stiefvader Jaap.
B. Vertelwijze
1. Perspectief.
In dit boek zit een auctoriaal perspectief.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden