Hoofdpersoon: Jacobien Bording
Jacobien Bording is een stil meisje dat niet veel durft. Ze vindt het niet prettig en is erg zenuwachtig als ze voor de klas een spreekbeurt moet houden.
In het boek staat niet beschreven hoe Jacobien eruit ziet, maar dit is Jacobien hoe ik haar voorstel: bruin haar en blauwe ogen.
Bijfiguren:
Klaas, Jaap en de vader van Klaas en Jaap:
De drie Durgerdammer vissers. Zij zaten met z'n drieën op de ijsschots.
Hedie: klasgenootje van Jacobien die geholpen heeft met het verzamelen van informatie.
Vader: zoekt met Jacobien naar informatie over het avontuur van hun voorouders.
Probleem van de hoofdpersoon:
Jacobien is een stil meisje, dat niet veel durft. Ze moet een spreekbeurt gaan houden en is heel erg zenuwachtig. Zeker omdat ze een onderwerp heeft gekozen dat over haar familie gaat, en ze geen idee heeft wat haar klasgenoten van dit onderwerp vinden. Ze stamt namelijk af van één van de Durgerdammer vissers die veertien dagen op een ijsschots op de Zuiderzee dreven. Ze waren op een slee vanuit Durgerdam de Zuiderzee opgegaan om bot te kloppen. Toen ze terug wilden gaan, bleek het ijs gesmolten te zijn, waardoor ze niet meer aan land konden gaan. Ze hebben toen veertien dagen op een ijsschots op de Zuiderzee rondgedreven en werden daarna gered door Gerrit Visser uit Vollenhove. Vader en Klaas waren er slecht aan toe en zijn na hun redding aan de gevolgen van hun avontuur overleden. Jaap is achteraf dus de enige overlevende en hij vertelt in het boek het verhaal aan Jacobien.
De klasgenoten van Jacobien vinden haar spreekbeurt gelukkig geweldig interessant en willen na de les nog meer van haar horen. Er wordt zelfs een tentoonstelling in de school over gehouden. Na Pasen gaan ze met de klas ook nog met de fiets van Durgerdam naar Enkhuizen om de dorpjes te bekijken en te kijken waar de familie Bording woonde. Op het laatst bezoeken ze ook nog het Zuiderzee-museum waar de originele grafsteen van Vader en Klaas Bording staat. Daar zien ze hoe de mensen vroeger leefden.
ABC van veertien dagen op een ijsschots
A avontuur van de Durgerdammer vissers
B Bording achternaam van Jacobien, Vader, Klaas en Jaap
C courant De Amsterdamsche Courant, een dagblad in de tijd
van de ijsschots-Bordings. Hierin schreef de zoon van Elsje Bording artikelen over de Durgerdammer vissers
D Durgerdam de woonplaats van de drie vissers
E Enkhuizen hier kwamen ze vlak langs toen ze op de ijsschots
dreven. Nu ligt hier het Zuiderzee-museum
F fietstocht de klas van Jacobien maakt een fietstocht naar
Enkhuizen
G golven die over het ijs stroomden toen het begon te stormen
H honger de drie vissers hadden erge honger
I ijsschots ze dreven veertien dagen op een ijsschots
J Jacobien hoofdpersoon van het boek
K kou de vissers leden veel kou op de ijsschots
L lieslaarzen de visser die hen kwam redden droeg lieslaarzen
M moe door de slapeloze nachten waren de vissers erg moe
N netten de vissen werden gevangen met netten
O overlevenden na veertien dagen werden de vissers gered en hadden
ze het avontuur overleefd
P psalm ze zongen psalmen op de ijsschots en baden ook
Q qui-vive dit is een moeilijk woord voor ‘hoede’. De drie vissers
waren op hun hoede voor het gevaar van het dooiende ijs
R roeiboot hiermee werden ze gered
S spreekbeurt Jacobien houdt een spreekbeurt over haar familie
T tien het punt dat Jacobien voor haar spreekbeurt kreeg
U uitputting na veertien dagen waren de vissers uitgeput
V veertien het aantal dagen dat de vissers op de Zuiderzee
dreven
W waar (gebeurd) het is een waar gebeurd verhaal
X/Y
Z Zuiderzee de vroegere naam voor het IJsselmeer
REACTIES
1 seconde geleden