Titelverklaring
Het hele boek heeft als thema de dood, het loopt als een rode draad door het verhaal. Als zij ( Hedwig ) het zelf over de dood heeft praat zij over rust, en lange stille wateren langs grote koele meren. Ook heeft zij het over troost. De titel slaat dus terug op de gedachte die zij heeft bij de dood, dus vandaar : van de koele meren des doods.
Thematiek
Het hoofdthema is absoluut de dood, daar draait het hele boek om. Hedwig heeft een hele rare relatie met de dood, voor haar is het een soort rust, zowel geestelijk als lichamelijk. Soms wil ze alleen geestelijk dood, of alleen lichamelijk. Seksualiteit is ook een belangrijk thema in het boek, haar hele leven loopt eigenlijk fout door haar problemen met haar seksualiteit, die al op heel jonge leeftijd begonnen. Hedwig wordt heen en weer geslingerd tussen verlangen en lust en anderzijds schaamte.
Personages
Hedwig: de hoofdpersoon van het boek, het hele boek draait om haar.
Haar karakter is geestelijk instabiel, en zijn heeft nogal eens rare acties. Haar gevoelens leer je het beste kennen.
Johan: Haar beste vriend in haar jeugd, ze hebben een haat-liefde verhouding.
Gerard: De man waarmee Hedwig de eerste keer trouwde.
Vader van Hedwig: karakter wordt niet echt uitgwerkt in het boek, je kunt wel zeggen dat hij aan het begin van het boek aardiger is dan erna.
Ritsaart: Tweede liefde van Hedwig, van hem krijgt ze ook haar eerste kind, naar mate de tijd voordert gaat Ritsaart minder van Hedwig houden en gaan ze uit elkaar.
Zuster Paula: vangt Hedwig op als ze naar Frankrijk komt, helpt haar bij haar geestelijke ommekeer, zorgt dat Hedwig weer wat stabieler in het leven komt te staan.
Vertelsituatie
De roman wordt verteld vanuit de alwetende vertelsituatie, de verteller geeft veelvuldig zijn mening en hij schijnt alle personen heel goed te kennen. Hij is morialistisch in zijn commentaar. Door deze vertelsituatie kun je je als lezer niet goed inleven in het verhaal, je wordt op afstand gehouden, blijft toeschouwer. De verteller lijkt ook over psychologische kennis te beschikken want hij geeft vaak een verklaring voor het gedrag van Hedwig met behulp van sociologische of psychologische kennis.
Opbouw van het verhaal
De roman is quasi-autobiografisch, er wordt gedaan alsof het verhaal op waarheid is gebaseerd. Dit kan je bijvoorbeeld concluderen uit het lijstje achterin met de chronlogische volgorde van het verhaal ( exacte data ! ), en aan de quotes uit het dagboek van Hedwig. Andere bronnen zijn de brieven van Johan, Gerard en Hewig.
Stijl
Het vehaal heeft een archaïserende stijl, het probeert qua taalgebruik zoveel mogelijk van oudere tijden te laten herleven. Van Eden wil in zijn schrijfstijl het liefst alles gewone dingen zo moeilijk mogelijk weergeven, een voorbeeld: in plaats van ongesteld zijn schrijft hij: "de gelijkmatige verandering haars lichaams". Het taalgebruik gaat dus eigenlijk mee met de moraal van het boek: je niet laten onder gaan in het gewone en streven naar iets hogers. Al dit plechtige taalgebruik staat in strak contrast met de stijl die Gerard gebruikt in zijn boze brief naar Hedwig en de duidelijke en simpele taal die Joob in zijn gesprekken met Hewig gebruikt.
Tijd
De tijd verloopt chronologisch en heeft haast geen flashbacks. De alwetende verteller heeft natuurlijk wel een flashback,gedurende het hele verhaal, omdat hij het navertelt. Het verhaal loopt vanaf 18 maart 1856 ( geboorte Hedwig ) tot en met november 1888,de sterfdatum van Hedwig ( data komen uit het lijstje van de levensverloop van Hedwig achter in het boek ).
Plaats
Het verhaal speelt zich op veel plaatsen en in veel landen af, onder andere Engeland, Frankrijk en Nederland.
Mening
Ik vond het verhaal vrij saai en langdradig, het was niet makkelijk te volgen. Het taalgebruik in het boek vond ik op veel plekken onnodig moeilijk, al snap ik wel wat de schrijver er mee wil bereiken, namelijk het moraal van het verhaal extra benadrukken. Het verhaal zelf vond ik vreemd, hoe kan bijvoorbeeld een kind van negen jaar oud bedenken dat de dood iets met erotiek te maken heeft? Ik kan ook niet begrijpen dat ze niet leert van haar fouten en gedrag, dat ze gewoon telkens op nieuw dezelfde fouten maakt, dat vind ik niet echt realistisch ( en het verhaal moet toch quasi-autobiografisch overkomen ). Positieve punten vind ik dat het moraal goed naar voren komt en makkelijk te begrijpen was.
Verdiepingsopdracht
Ik heb dit boek getoetst aan de kenmerken van het naturalisme volgens Ton Anbeek, hieronder het resultaat:
Het klopt dat het middelpunt van het boek gevormd wordt door een nerveus gestel, in dit geval Hedwig. Ze verlangt ook naar iets groots, namelijk een volmaakt, gelukkig en religeus leven, dat is ook het moraal van het boek: streven naar het hogere.
Ze proberen je in dit boek ook duidelijk te maken dat het leven niet altijd leuk is, ze laten je kennis maken met de realiteit, zo is in het leven van Hedwig niets geromantiseerd, bijna alles gaat fout en loopt mis, dit is kenmerkend voor een naturalistische roman, ook zie je dit Hedwig daarna uit haar onvolmaakte leven stapt en naar een religieus persoon stapt ( zuster Paula ), dit is ook een kenmerk.
Hedwig komt uit een ontwricht gezin ( moeder op jonge leeftijd overleden, daarna gemene kinderjuf ), en vanaf dat moment lijkt het alsof het allemaal fout gaat in haar leven ( zij is dus niet zelf schuldig aan al haar ongeluk ).
In dit verhaal draait het niet echt om het dubbele moraal van de burgerij, het is geen hoofdthema. Ze (Hedwig) heeft natuurlijk niet echt een burgerlijk leven gehad, maar het boek is geen protest aktie tegen de burgerij.
De seksualiteit is wel een van de belangrijkste thema’s van het boek, Hedwig zit erg in de knoop met haar seksualiteit , al van jongs af aan. Ze kan niet genieten van seks, en haar relaties liepen mede door dit probleem stuk.
Het taalgebruik in het boek zie je duidelijk dat van Eeden probeert te schilderen met woorden, maar in de brieven die Gerard en Joob gebruiken in hun brieven is hij weer heel objectief en natuurgetrouw. Dit boek is in dat opzicht dus kenmerkend voor het naturalisme.
Ten opzichte van de vertelsituatie is het helemaal niet naturalistisch, het wordt verteld vanuit de alwetende vertelpersoon en niet vanuit een romanpersonage of vanuit de hij-vorm, ook geeft de schrijver moralistisch commentaar en dat is het tegenovergestelde van wat je zou verwachten in een naturalistisch boek.
De schrijver neemt in dit geval dus geen afstand van het boek, hij geeft veelvuldig zijn mening over het verhaal, hij is dus niet objectief!
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden