Valsspeler door Koen D'Haene

Vooraf Het boek dat ik heb gelezen heet Valsspeler. Het is geschreven door Koen D’Haene. Dit boek is in 2003 uitgegeven door de uitgeverij Davidsfonds/Infodok in Leuven. Dit boek heeft 3 genres, namelijk: pesten, schoolleven en verliefdheid. Als je de eerste paar bladzijdes leest weet je nog niet waarom het boek ‘Valsspeler’ heet. Er is een jongen in het boek, Stan Somers, en hij pest heel veel. Het zou kunnen zijn dat het daar vandaan komt, dacht ik toen. Maar als je verder leest wordt het duidelijker. Hij doet dan dingen die gewoon echt niet eerlijk zijn tegenover anderen. Hij speelt dan zegmaar echt vals. Op zich klopt de titel wel, maar hij is zeker in het begin een beetje onduidelijk. Maar zelf zou ik ook geen betere titel kunnen bedenken. Het boek is normaal qua dikte. Hij heeft 146 bladzijdes. Wel is het zo dat het boek op school meer bladzijdes heeft als dat van de bieb. Het boek heeft niet echte hoofdstukken maar als er een nieuw stuk begint dan is daar een dag boven gezet. Normaal staat daar dan het hoofdstuk, dus kan je het wel gewoon met hoofdstukken vergelijken. Als je naar de kaft van het boek kijkt is het niet duidelijk dat het over pesten gaat. Wel is het duidelijk dat het over liefde gaat want er staat een jongen op de voorkant en een rood hart. Maar ook dit is weer anders met het boek op school. De schrijver is dus Koen D’Haene en hij is geboren op 14 februari 1964 in Wevelgem in België. Daar is hij leraar Nederlands geworden. Hij las zelf ook altijd al veel boeken. Later werd hij assistent-dienstleider inde openbare bibliotheek van Wevelgem. Sinds 2000 is hij schrijver. Hij heeft nu drie boeken geschreven waar Valsspeler er een van is. De andere twee zijn De oversteek en De hel in New York. Hij is twee keer bekroond voor zijn boeken: De hel in New York kreeg de derde prijs van de Kinder- en Jeugdjury Limburg 2001 en De oversteek werk genomineerd voor de Kleine Cervantes (jeugdliteratuurprijs in Gent) en voor de prijs van de Kinder- en Jeugdjury Limburg 2002. Ik heb dit boek gekozen omdat ik de titel zag en dat sprak mij wel aan. Daarna las ik de achterkant en toen wist ik dat het over pesten ging, wat heel herkenbaar is. Als het een verhaal is wat ook echt kan gebeuren vind ik het ook altijd leuker, misschien omdat ik het me dan beter kan voorstellen. Het verhaal Het verhaal begint dat Jens met de fiets op school aankomt. Stan Somers en alle andere leerlingen die hem nadoen, gooien kastanjes naar andere leerlingen die dan het schoolplein opkomen. Ook Jens gaat daarbij staan omdat hij zelf niet gepest wil worden. Eigenlijk wil hij zelf ook helemaal niet andere mensen pesten dus gooit hij expres mis. Het verhaal komt opgang wanneer de klas van Jens les heeft van Bogaert. Een aantal leerlingen maken dan van de les een puinhoop. Om van de les geen les meer te maken proberen ze allerlei vragen te stellen om geen grammatica te gaan doen. Zo vraagt er ook iemand wat ze dit jaar als derdewereldactie gaan doen. Zo ontstaat het Kameroen project. Dit project gaat de vader van Jens leiden, want hij doet ook zoiets voor zijn werk. Jens vindt dit natuurlijk niet leuk. Hella, het meisje waar Jens verliefd op is, vraagt aan Jens heel veel vragen over het werk van zijn vader. Maar als Stan binnenkomt, gaat hij naast Hella zitten. Nu laat Hella Jens ineens helemaal vallen. Ook zoent Hella eerst Jens en daarna Stan, dit blijkt ze later te doen uit angst voor Stans streken. Ook had Stan een keer Pieter, een vriend van Jens, van zijn fiets geduwd. Dit was blijkbaar om hem te straffen omdat hij de enige is die het durft om wel tegen Stan in te praten. Maar ook hierover houdt Pieter zijn mond. Hij zegt dat hij was gestruikeld. Het verhaal wordt spannend als Jens een keer eerder naar huis mag om aan het project te werken. Die dag had Stan zich ziek gemeld. Hij is dan bij de gymzaal van school een vuurtje aan het maken. Jens komt hem tegen en zegt dat hij het niet mag doen. Stan gooit dan zijn scheikundepapieren in het vuur. Jens fiets naar huis want hij wil er niets mee te maken hebben maar dan komt hij de directeur tegen. De directeur vraagt hoe het komt dat hij hier nog steeds is. Jens fiets weg en de directeur ziet dan de brand. Ondertussen is Stan natuurlijk weg. Nu lijkt het dat Jens die brand heeft veroorzaakt. Ook omdat