Persoonsbeschrijvingen
Laura: zij is in dit verhaal de verteller. Ze is een vrouw van middelbare leeftijd en werkt in een museum. Het is een intelligente vrouw. Ze is getrouwd geweest met Alfred, maar omdat zij onvruchtbaar is en dus geen kinderen kan krijgen, zijn ze gescheiden. Ze heeft nu een verhouding met Sylvia. Haar moeder woont in Nice, en een paar keer per jaar, bezoekt ze haar.
Sylvia: zij is een heel eigenaardig maar nuchter meisje. Ze is ongeveer 20 jaar oud, en geeft zichzelf niet snel prijs. Ze heeft een zeer complex karakter en doet altijd dingen die je absoluut niet had verwacht. Zoals een keer, dat ze zonder iets van zich te laten horen, weken wegblijft en Laura in doodsangst en verdriet achterlaat. Maar later blijkt dat ze het allemaal voor Laura deed.
De ouders van Sylvia, meneer en mevrouw Nithart: zij hebben nog redelijk ouderwetse opvattingen wat betreft lesbiennes. Daarom mogen zij van Sylvia niet vond het een heel mooi boek. Ik moest er natuurlijk wel rekening mee houden dat dit verhaal in 1975 geschreven is, want toen was homoseksualiteit iets waarover niet gesproken werd. Het einde was wel heel erg dramatisch, zoiets had ik echt niet verwacht. Dat is ook wel leuk, want als je het hele boek kunt voorspellen is er ook niet veel meer aan. weten dat ze iets met Laura heeft. Ze verzinnen een verloofde voor haar die ze Thomas dopen. Hij is de zoon van Laura. Meneer en mevrouw Nithart geloven dit alles.
De moeder van Laura: Zij zit in een verpleegtehuis in Nice. Er wordt niet veel over haar karakter verteld. Laura had niet zo’n goede band met haar en vertelde haar daarom ook niet dat ze een relatie met Sylvia heeft.
Alfred: Dit is de ex-man van Laura. Hij is een mislukt schrijver en journalist. Hij verwacht niet veel van het leven en het leven zit hem ook niet echt mee. Hij is hertrouwd met Karin en heeft 2 zoontjes.
Karin: Dit is de tweede vrouw van Alfred. Ze is een verschrikkelijke zeur en doet niets anders als klagen. Dan weer over dat ze in een te klein huis wonen of over dat de kinderen zo’n troep maken.
Waar/ruimte/genre
Het verhaal speelt zich voornamelijk af in het huis van Laura. Dat bevindt zich in Amsterdam. Het genre van dit boek is homoseksualiteit. Maar er zit ook wel iets in van een psychologisch verhaal.
Tijd
Het verhaal verloopt niet-chronologisch. De flashbacks maken het verhaal eigenlijk. Als Laura heeft gehoord dat haar moeder gestorven is, stapt ze in de auto en rijdt naar Nice. Tijdens deze lange rit denkt ze terug aan haar korte maar krachtige relatie met Sylvia.
De samenvatting
Laura kwam net terug van de bakker, met een brood onder haar arm, toen ze Sylvia zag staan. Ze stond voor een juwelier, met haar rug naar Laura toe. Haar achterkant is verre van perfect, maar toch had Laura een zekere aantrekkingskracht tot dat meisje. Ze stapte eropaf en begon een gesprek. Laura stelde vele vragen en Sylvia beantwoorde ze allemaal, zonder zelf ook maar een vraag te stellen. Als Laura dan vraagt of ze mee naar haar huis gaat, zegt ze dan ook ja. Eenmaal in Laura’s appartement begint ze met vragen stellen. Voor Laura is dit allemaal nieuw en ze was dus heel zenuwachtig. Het verbaasde haar heel erg dat Sylvia hier zo kalm onder bleef. Sylvia vroeg toen of ze in bed gingen liggen. Dit maakt Laura nog nerveuzer dan dat ze al was. Als ze klaar zijn in bed, wil Sylvia Laura’s haren knippen omdat het er maar slordig uitziet. Laura stemt toe. ‘s Avonds gaan ze uit eten. Daar verzinnen ze een plan om niet tegen de ouders van Sylvia te vertellen dat Sylvia samen met een andere vrouw gaat wonen. Het valt Laura op dat Sylvia al een heel plan klaar heeft. Ze blijft eerst een dag of tien weg van huis, en als ze dan naar huis gaat zegt ze dat ze verlooft is met een student. Die student is de zoon van Laura en heet Thomas
. De eerste weken verlopen de dagen bijna allemaal hetzelfde. ‘s Ochtends brengt Laura Sylvia ontbijt op bed. Tegen de tijd dat Laura naar haar werk gaat is Sylvia weer ingeslapen. Rond elf uur belt Laura Sylvia wakker en als ze terug van haar werk komt heeft zij de lunch klaar staan. ‘s Middags gaat Sylvia de stad in of blijft thuis. Na een tijdje op een zondag, wilt Sylvia naar de dierentuin om foto’s te maken. Sylvia laat zich daar ook op de foto zetten met een onbekende jongen. Dat is dan Thomas.
Op een dag belt Alfred naar het museum. Hij wil weten of het echt waar is dat ze met een meisje samenwoont. Zij vertel hem gewoon dat dat waar is. Alfred is behoorlijk boos omdat hij vindt dat lesbisch zijn iets is wat niet hoort. En omdat hij bang is dat zijn image, dat toch al niet veel voorstelt, eraan gaat. Laura is behoorlijk boos op hem, omdat hij alleen maar aan zichzelf denkt en legt de hoorn erop.
Op een dag komt Sylvia haar moeder onverwacht langs. Laura en Sylvia voeren een toneelstukje op. Het bevalt Laura helemaal niet dat ze die vrouw zo voor de gek zitten te houden, maar toch zegt ze er niets van.
In mei gaan ze met z’n tweeën naar Nice, om de moeder van Laura te bezoeken. Eenmaal in het vliegtuig begint de ruzie. Sylvia wilt mee naar haar moeder, maar daar wilt Laura niets van weten. Ze krijgen een hevige discussie en tenslotte komt het zover dat Sylvia moet gaan huilen. Toen ze landen was alles weer ok. ‘s Avonds gingen ze uit op de promenade. Na een tijdje komen er twee mannen bij hen aan tafel zitten. Het zijn ook twee Nederlanders. Het is duidelijk dat ze hen al hadden verdeeld. Ze worden helemaal ingepalmd. Aan het einde van de avond vertellen ze dat ze lesbiennes zijn en rennen daarna lachend weg.
De volgende dag bezoekt Laura haar moeder. Sylvia blijft wachten bij een fontein en zeurt niet. Haar moeder is heel blij met haar komst. Ook merkt haar moeder dat Laura blijer is. Ze zegt dat ze een vriend heeft, maar voor de rest zegt ze er niets over. Dan komt Sylvia aanlopen en de moeder van Laura heeft gelijk door wat er aan de hand is en begint met haar wandelstok Sylvia te slaan. Laura vertikt het dan om nog naar haar moeder toe te gaan.
Als ze weer terug in Amsterdam zijn, verteld Laura aan Sylvia dat ze graag kinderen zou willen hebben om van haar moeder af te zijn. Sylvia vraagt dan of ze een kind van haar zou willen, en Laura antwoordt van ja. Dit was de eerste maar tevens laatste keer dat zij over dit onderwerp spraken.
In de krant stond een stuk over een toneelstuk over homoseksuelen. De première is binnenkort. Laura en Sylvia gaan daar heen. Alfred is er ook samen met zijn vrouw. Na het stuk is er in de bovenfoyer nog een nazitje, ze gaan daar heen. Alfred en Karin zitten daar ook . Laura zit met Karin te praten en Sylvia en Alfred staan op het balkon.
Op een dag zit Sylvia verveeld voor zich uit te kijken, en Laura vraagt haar wat er aan de hand is, maar ze zegt dat er niets aan de hand is. Sinds deze tijd begint haar schoonmaakmanie. Heel het huis wordt grondig schoongemaakt , en steeds maar weer op nieuw. Dan komt eruit dat zij naar haar ouders toe wilt. Laura heeft daar absoluut geen problemen mee. Ze besluit gelijk diezelfde dag nog te gaan. Ze spreken af dat Sylvia vrijdag na het avondeten zou bellen. Laura is heel ongerust dat Sylvia niet zou bellen en terecht, op vrijdagavond zit Laura de hele avond bij de telefoon. Maar er is geen Sylvia die belt. Op den duur kan ze er niet meer tegen en ze belt mevrouw Nithart op. Deze vertelt haar dat Sylvia drie dagen geleden daar is geweest en diezelfde avond weer is weggegaan. Laura vraagt zichzelf af waar Sylvia kan zijn. De volgende dag denkt Laura alleen maar aan de gesprekken die ze hadden gehad, en ze blijft maar huilen. Dan belt Karin en die verteld dat Sylvia en Alfred er met z’n tweeën vandoor zijn. Karin geeft ook een adres en Laura gaat er onmiddellijk heen. Toen ze ze samen zo zag begint ze zich in het diepste van haar ziek te voelen.
Ongeveer een maand later lag er een briefje voor haar klaar, van Sylvia, ze zou die avond langs komen. Laura verwacht dat ze terug zal komen of in ieder geval iets in die richting, maar nee, ze komt alleen haar paspoort halen, omdat ze met Alfred naar Londen gaat.
Het ging steeds beter met Laura, voor zover dat kon. Op een avond is Sylvia er ineens weer. Dan komt de uitleg. Omdat Laura ooit eens had gezegd dat ze een kind wilde is zij alleen meegegaan met Alfred om zwanger te raken en een kind aan Laura te schenken. Laura kan het niet gelijk bevatten en moet er eerst even over nadenken. Ze is heel er blij, maar dan beseft ze dat Alfred dit niet zomaar toe zal laten en vraagt ze aan Sylvia wat Alfred hiervan vind. Sylvia zegt dat ze een briefje voor hem heeft neergelegd. Laura vind dat dat niet kan, en zegt dat ook. Dan belt Alfred, hij wil het uitpraten. De volgende dag komt hij rond 11 uur langs, maar hij wil eerst alleen met Sylvia praten. Dat komt mooi uit, want Laura moet toch naar het museum tot 12 uur. Die avond gingen ze uit eten en bij terugkomst praten ze over waar de babykamer moet komen.
De volgende dag, als Laura op haar werk zit, belt de politie. Er is in haar huis een ongeluk gebeurt met haar huisgenote, ze is ernstig gewond. Laura gaat onmiddellijk naar huis en ziet daar Sylvia, haar halve gezicht was besmeurd onder het bloed en haar witte jurk was gescheurd en met bloed besmeerd. Ze is getroffen door 3 geweerschoten, in haar hoofd, in haar hart en in haar buik. Zij moet het lijk en de dader identificeren en dat doet ze.
De schrijver
Dit boek is geschreven door Harry Mulisch, zijn volledige naam is Harry Kurt Victor Mulisch. Hij is geboren op 29 juli 1927 te Haarlem. Hij is een enigskind van zijn vader, Karl Victor Kurt Mulisch en zijn moeder Alice Schwarz. Zijn vader is geboren in 1892 te Gablonz in het toen nog bestaande Oostenrijk-Hongarije. Zijn moeder is geboren in1908 te Antwerpen.
Zijn grootouders van zijn moeders kant waren voor de oorlogsgebeurtenissen van de eerste WO naar Nederland gevlucht. Zijn grootvader werd bankdirecteur in Amsterdam. Via hem krijgt Harry’s vader een baantje. In het ouderlijke huis zorgt Frieda Falk, een Poolse, voor de huishouding. Hoewel er bij hen thuis Duits wordt gesproken, krijgt Harry een opvoeding in het Nederlands. Van 1933 tot 1939 bezoekt Harry de lagere school en van 1940 tot 1944 gaat hij naar het christelijk lyceum in Haarlem. In 1936 scheiden zijn ouders en zijn moeder gaat in Amsterdam wonen. Harry blijft bij zijn vader en Frieda in Haarlem wonen. In de oorlogsjaren is Harry’s vader directeur bij Lippmann-Rosenthal & Co, het bankiershuis dat verplicht ingeleverde joodse bezittingen beheerde. In die functie kan hij zijn joodse ex-echtgenote en zijn zoon uit Duitse handen houden. Na de oorlog wordt hij gearresteerd en verblijft hij 3 jaar in een interneringskamp. Hij overlijdt in 1957. Harry’s moeder emigreert in 1951 naar San Fransisco en krijgt de Amerikaanse nationaliteit. Harry debuteert met een kort verhaaltje in Elseviers weekblad in 1947, het verhaal de kamer. Na enkele baantjes wijdt hij zich in 1949 aan de schrijverij. Twee jaar werkt hij aan de roman Archibald Strohalm. Die wordt bekroond met de toen nog gezaghebbende Reina Prinsen Geerlingsprijs. Sinds 1958 woont Harry in Amsterdam. In 1971 trouwt hij met Sjoerdje Woudenberg, en krijgt van haar 2 dochters, Anna en Freida. In 1992 krijgt hij op 65-jarige leeftijd nog een zoon, Menzo. Van 1958 tot 1962 is Harry redacteur van Podium. Van 1961 tot 1969 ook nog redacteur van Randstad en van 1965 tot 1990 van De Gids. Sinds 1962 is hij bestuurslid van de uitgeverij De Bezige Bij. Harry Mulisch krijgt zeer veel literaire prijzen. Op zijn vijftigste verjaardag wordt hij benoemt tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Voor zijn vijfenzestigste verjaardag richt het Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te Den Haag een tentoonstelling over zijn leven en werk in. Bij de uitreiking van het eerste exemplaar van De Ontdekking van de Hemel wordt hij bevorderd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau en hij krijgt de zilveren eremedaille van de Gemeente Amsterdam. Er zijn ook een paar van zijn boeken verfilmd. De Grens, Twee vrouwen, waar ik jullie zo wat over ga vertellen, de Aanslag, deze werd bekroont met een Golden Globe en een Oscar, en tenslotte is De Hoogste tijd ook nog verfilmd.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden