Twee vrouwen door Harry Mulisch

Beoordeling 8.2
Foto van een scholier
Boekcover Twee vrouwen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 5713 woorden
  • 27 juni 2017
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 8.2
6 keer beoordeeld

Boekcover Twee vrouwen
Shadow

Laura is op weg naar Nice om haar moeder te begraven. Gestrand in Avignon schrijft ze in een ijltempo haar verhaal over de fatale liefde met Sylvia. Door haar man verlaten omdat ze geen kinderen kunnen krijgen, begint Laura een relatie met Sylvia. Nadat Sylvia haar liefde voor Laura heeft bekend, gaat ze er stiekem vandoor om een verhouding te beginnen met de ex-echtg…

Laura is op weg naar Nice om haar moeder te begraven. Gestrand in Avignon schrijft ze in een ijltempo haar verhaal over de fatale liefde met Sylvia. Door haar man verlaten omdat ze…

Laura is op weg naar Nice om haar moeder te begraven. Gestrand in Avignon schrijft ze in een ijltempo haar verhaal over de fatale liefde met Sylvia. Door haar man verlaten omdat ze geen kinderen kunnen krijgen, begint Laura een relatie met Sylvia. Nadat Sylvia haar liefde voor Laura heeft bekend, gaat ze er stiekem vandoor om een verhouding te beginnen met de ex-echtgenoot van haar geliefde. In een meeslepende vertelling verweeft Mulisch de fatale liefde tussen Laura en Sylvia met de klassieke noodlotsdrama’s van Orpheus en Oidipoes.

Twee vrouwen door Harry Mulisch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Boekverslag

Twee vrouwen

Harry Mulisch

Jaar van uitgave: 1975

Marije Boogaard V5D

29-5-2017

Inhoud

1. Waarover wordt verteld?

a. Beschrijf in het kort de belangrijkste gebeurtenissen uit het verhaal in chronologische volgorde.

b. Beschrijf je hoofdperso(o)n(en). Ga hier in op het uiterlijk, het innerlijk, normen en waarden en de ontwikkeling die hij/zij doormaakt.

c. Wat is het doel van de hoofdpersoon?

d. Beschrijf de belangrijkste bijpersonen. Wat is hun rol binnen het verhaal?

e. Zijn er ook omstandigheden binnen het verhaal die een tegenstander of helper zijn binnen dit verhaal? Leg uit.

f. Beschrijf de setting van het verhaal in 10 zinnen.

 

2. Hoe wordt verteld?

a. Beschrijf de verteltijd, de vertelde tijd en de historische tijd.

b. Is je boek chronologisch of niet-chronologisch opgebouwd? Leg uit.

c. Als je verhaal niet-chronologisch is, wat is daarvan de functie volgens jou?

d. Beschrijf minimaal 2 verhaalmotieven.

e. Beschrijf minimaal 2 leidmotieven.

f. Wat is de vertelinstantie van het verhaal? Leg uit aan de hand van een voorbeeldfragment.

g. Wat is het effect van deze vertelinstantie?

h. Als je verhaal een motto bevat: breng deze in verband met je verhaal.

i. Wat is volgens jou het (belangrijkste) thema van dit verhaal?

 

Voeg toe:

  • Samenvatting (via biebsearch)
  • Minimaal 2 recensies (biebsearch)

 

3. Over de schrijver en zijn achtergrond

a. Zoek informatie over de schrijver. Voeg deze toe aan je verslag

b. Zoek uit wat de literatuuropvatting van de schrijver is. Citeer enkele zinnen waaruit dit duidelijk blijkt. Kun je dit terugzien in je gelezen werk? Hoe dan?

 

1. Waarover wordt verteld?

a. Beschrijf in het kort de belangrijkste gebeurtenissen uit het verhaal in chronologische volgorde.

- Laura Tinhuizen is 35 jaar en woont in Amsterdam. Ze was getrouwd met Alfred Boeken, maar na een huwelijk van 7 jaar scheiden ze met als voornaamste reden dat het huwelijk kinderloos bleef.

- Laura ziet Sylvia staan voor het raam van een juwelier en ze raken aan de praat. Laura vraagt Sylvia of ze bij haar komt wonen en Sylvia stemt ermee in.

- Voor Laura is deze vorm van een relatie helemaal nieuw. Sylvia heeft echter al meerdere relaties met zowel mannen als vrouwen achter de rug. Beide vrouwen willen hun relatie verzwijgen voor hun moeders. Sylvia doet net alsof ze bij de gefantaseerde zoon van Laura intrekt, Thomas.

- In mei wil Laura haar moeder bezoeken, die in een verzorgingstehuis in Nice verblijft. Sylvia wil mee, maar Laura wil dit niet. Ze gaat toch mee, alleen ze spreken af dat Sylvia Laura’s moeder niet ontmoet. Dan komt Sylvia tijdens het gesprek van Laura en haar moeder toch tevoorschijn en Laura’s moeder heeft gelijk door dat ze een relatie hebben. Ze probeert Laura te slaan. Na die dag hebben Laura en haar moeder geen contact meer.

- Ze gaan weer terug naar Nederland en het gesprek gaat meerdere malen over kinderen. Voor Laura is zelf moeder worden de enige manier om van haar moeder af te komen, zo voelt ze dat. Sylvia vraagt heel nadrukkelijk of Laura een kind van haar zou willen. Laura zegt ja, maar zegt dat het onmogelijk is.

- Samen bezoeken ze de toneelvoorstelling van Orfeus en Euridyke. Hier ontmoeten ze ook Alfred. Sylvia flirt dan al met hem, hoewel Laura dit niet door heeft. De relatie tussen Laura en Sylvia gaat hierna al snel bergafwaarts. Sylvia doet bot en praat amper. Ze maakt de hele dag schoon en Laura begrijpt absoluut niet wat er aan de hand is. Dan besluit Sylvia om weg te gaan, ze zal na drie dagen bellen. Laura is er kapot van maar hoopt met smart op het telefoontje. Wat uitblijft… Laura raakt in paniek als ze beseft dat Sylvia echt weg is. Alfreds vrouw Karin belt, dat Sylvia en Alfred er samen vandoor zijn.

- Laura probeert over haar liefdesverdriet heen te komen, maar dit gaat heel moeilijk. Dan is ineens Sylvia daar weer, zwanger. Wat blijkt: Het was al die tijd Sylvia’s plan om zwanger te raken van Alfred en daarna het kind naar Laura te brengen. Laura vindt dat dit niet kan zo en dat de situatie moet worden uitgepraat. Dit loopt niet goed af: Wanneer Sylvia alleen is met Alfred om het erover te hebben vermoord Alfred Sylvia.

- Een tijd nadat Sylvia is vermoord wordt er gebeld vanuit het verzorgingstehuis van haar moeder. Ze is overleden. Ze vragen of Laura zo snel mogelijk naar Frankrijk kan komen voor de begrafenis. Laura stapt in de auto en rijdt aan een stuk door. Na dag en nacht gereden te hebben krijgt ze last van duizelingen en moet ze stoppen. Ze kan een kamer krijgen bij een vrouw in Avignon. Daar blijft ze een week. Ze gaat ook niet meer naar de begrafenis van haar moeder. De laatste zin van het boek suggereert dat Laura uit het raam springt en zelfmoord pleegt.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

 

 

b. Beschrijf je hoofdperso(o)n(en). Ga hier in op het uiterlijk, het innerlijk, normen en waarden en de ontwikkeling die hij/zij doormaakt.

Laura: Laura Tinhuizen is 35 en werkt als conservator in een museum. Ze is kunstzinnig en denkt veel na over waarom dingen gaan zoals ze gaan. Laura heeft een relatie van 7 jaar met Alfred achter de rug. Ze is van hem gescheiden met als voornaamste reden dat ze geen kinderen kon krijgen. Ze wordt voor het eerst verliefd op een vrouw als ze Sylvia ontmoet. Laura voelt zich gedomineerd door haar moeder. De manier om daarvan af te komen is volgens haar om zelf moeder te worden.

“Als je je altijd een dochter voelt, is er maar één manier om van je moeder af te komen, en dat is door zelf moeder te worden.”

Sylvia: Sylvia Nithart is 20 jaar. Ze toont niet makkelijk haar gevoelens en is erg zwijgzaam. Sylvia weet erg goed wat ze wil en gaat tot het uiterste om dit te bereiken. Ze heeft zowel relaties met mannen als met vrouwen gehad. Sylvia krijgt een relatie met Laura. Sylvia is op een gegeven moment verdwenen en het lijkt alsof ze niet meer van Sylvia houdt. Sylvia is echter een relatie aangegaan met Alfred Boeken, Laura’s ex-man, om op die manier Laura’s grootste wens in vervulling te laten gaan: moeder worden.

Alfred: Alfred Boeken is de ex-man van Laura. Ze zijn gescheiden. Hij is nu samen met Karin en ze hebben samen 2 kinderen. Hij krijgt een ondertussen een relatie met Sylvia en hij bezwangert haar. Hij is wel echt verliefd op Sylvia. Als dan blijkt dat ze hem alleen gebruikte om zwanger te raken en weer terug naar Laura gaat, vermoordt hij haar uit onmacht.

c. Wat is het doel van de hoofdpersoon?

Laura wil een gelukkig leven leiden met Sylvia. Het liefst zou ze kinderen willen. Laura wil Sylvia beter begrijpen, maar Sylvia is heel gesloten en zegt niet veel.

d. Beschrijf de belangrijkste bijpersonen. Wat is hun rol binnen het verhaal?

Karin: Karin Boeken is de vrouw van Alfred. Zij en Laura mogen elkaar niet zo. Zij is de vrouw die Alfred kinderen heeft gegeven. Laura denkt dat hij alleen kinderen wou om te laten zien dat het feit dat hij met Laura geen kinderen kon krijgen niet aan hem lag.

Sylvia’s moeder: Sylvia wil niet aan haar moeder vertellen dat ze een relatie heeft met Laura. Laura weet niet precies waarom. Laura vindt het niet leuk dat Sylvia haar laat liegen zodat haar moeder er niet achter komt dat ze een relatie hebben.

e. Zijn er ook omstandigheden binnen het verhaal die een tegenstander of helper zijn binnen dit verhaal? Leg uit.

Het feit dat Sylvia en Laura allebei een vrouw zijn staat hen soms in de weg. Ze willen hun relatie aan familie laten zien. Wat nog belangrijker is, is dat ze hierdoor geen kinderen kunnen krijgen waardoor Sylvia Laura verlaat om zwanger te kunnen raken door Alfred. Dit leidt uiteindelijk tot Sylvia’s dood.

 

f. Beschrijf de setting van het verhaal in 10 zinnen.

Het boek speelt zich af in de jaren ’70, toen is het ook geschreven. Het eindigt in 1975, dat is duidelijk door het laatste stukje in het boek. Op de laatste bladzijde staat: “Lingueglietta, mei- juni 1975.” De vertelde tijd is ongeveer 30 jaar, want Laura kijkt ook nog terug op haar jeugd.

Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Laura’s huis in Amsterdam, maar bijvoorbeeld ook in de schouwburg. De plekken waar ze samen naartoe gaan zijn vaak van invloed op hun gedachten of op latere situaties. Al die plekken, een hotelkamer, een restaurant etc, bevinden zich bijna altijd in Amsterdam. Daarnaast speelt een stuk zich af in Zuid-Frankrijk, Nice, waar de moeder van Laura woont.

 

2. Hoe wordt verteld?

a. Beschrijf de verteltijd, de vertelde tijd en de historische tijd.

Verteltijd: 140 pagina’s, +- 5 uur

Vertelde tijd: ongeveer 30 jaar (Laura blikt ook nog terug op haar jeugd). Als je dit niet meerekent is de vertelde tijd ongeveer een jaar.

Historische tijd: Het verhaal speelt zich af in de jaren 70. Het eindigt in 1975.

b. Is je boek chronologisch of niet-chronologisch opgebouwd? Leg uit.

Het boek is niet chronologisch opgebouwd. Er lopen twee verhaallijnen door elkaar. De verhaallijn waarin verteld wordt over hoe Laura naar Avignon rijdt om de begrafenis van haar moeder bij te wonen en de verhaallijn waarin ze terugblikt op haar relatie met Sylvia. Het boek eindigt in Avignon, als het hele verhaal over de relatie ook verteld is.

c. Als je verhaal niet-chronologisch is, wat is daarvan de functie volgens jou?

Het zorgt ervoor dat je het verhaal extra vanuit het perspectief van Laura beleefd, omdat je door de niet-chronologische volgorde nog eens extra meekrijgt dat het vanuit haar herinnering verteld wordt.

d. Beschrijf minimaal 2 verhaalmotieven.

Dood

Het boek begint met de dood van Laura’s moeder, een belangrijk personage die Laura heeft gevormd tot wat ze is. Laura voelt tijdens haar hele relatie met Sylvia de afkeuring van haar moeder. Het boek eindigt ook met een sterfgeval. En zo zijn de twee vrouwen met wie Laura het meeste had, allebei overleden.

Moederschap

Het moederschap komt vaak terug in het boek. Laura scheidt van Alfred doordat ze geen kinderen kan krijgen. Sylvia wordt zwanger van Alfred zodat Laura moeder kan worden. De relatie van Laura en haar moeder komt vaak naar voren. Laura zegt dat ze alleen van haar moeder verlost kan worden door zelf moeder te worden.

Orpheusmotief

In het boek zijn er veel overeenkomsten met het Grieke toneelstuk ‘Orpheus vriend’, een variatie op het Orpheus en Eurydice. Laura staat voor Orpheus, Sylvia voor Eurydice. Mulisch heeft bij Twee vrouwen de mythe van Orpheus en Eurydice als achtergrond gebruikt. De mythe is echter gespiegeld: het gaat niet over een man die zijn gestorven relatie uit het dodenrijk wil halen, maar over een vrouw die haar geliefde naar het dodenrijk brengt. Het is de schuld van Laura dat Sylvia wordt vermoord, zij stelde voor dat Alfred en Sylvia gingen praten. De spiegeling komt ook voor bij het stuk "Orpheus' vriend". Hier zijn het twee homoseksuele mannen die het dodenrijk ingaan. De dood zit door het hele boek verweven. Laura reist van Amsterdam naar Zuid-Frankrijk. Amsterdam is dan nog aan het bouwen aan de metro en is één grote bouwput. Die onderaardse bouwput is het symbool van Hades, de Griekse God van het dodenrijk. Ze reist naar Frankrijk door de nacht, naar de plaats waar haar dode moeder wacht. Aan het eind van het boek wordt gesuggereerd dat ze zelfmoord gaat plegen.

e. Beschrijf minimaal 2 leidmotieven.

De uil is een van de motieven, hij staat voor de hang naar het verleden. "Uilen zijn wijs, die voorspellen het verleden" . Laura spreekt Sylvia voor het eerst aan bij de etalage van een juwelierswinkel waarin een gouden uil ligt. Laura wil in Artis op de foto bij een uil (pag 34). In haar hotelkamer bij de Rhône hoort Laura 's nachts een uil. Zij herinnert zich de gouden uil van de eerste ontmoeting. Ze heeft een voorliefde voor vogels "omdat die de toekomst voorspellen" en later verwijst ze hiernaar terug met "mijn handtekening … had zich ontwikkeld tot een snelle arabeske in de vorm van een vliegende vogel".

Ook de tijd is een leidmotief zo komen er vaak klokken voor in het verhaal. Het trucje met het horloge verwijst naar de tijd. Laura's vader had haar geleerd om met een horloge de ruimtelijke plaats te bepalen. Het verwijst naar de controle over de tijd, immers met behulp van het klokje kan ze haar positie vaststellen en zich oriënteren.

Het motief van de klok komt later weer terug. "Terwijl ik wachtte, had ik het gevoel of alle klokken de aarde als evenveel kleine propellertjes door de tijd moesten trekken". Hier is Laura bang dat de tijd zal verstrijken zonder dat zij er grip op heeft. Dit terwijl ze juist graag alles onder controle heeft.

f. Wat is de vertelinstantie van het verhaal? Leg uit aan de hand van een voorbeeldfragment.

Het verhaal wordt verteld vanuit Laura’s perspectief. Het heeft een personale vertelinstantie.

“Eergisteren had ik tot diep in de nacht in mijn werkkamer gezeten en een fles wijn gedronken; plotseling bedolf de vermoeidheid mij, zoals een gedropte parachutist wordt bedolven door zijn parachute. Van het ene ogenblik op het andere kon ik niet meer uit mijn ogen kijken. Ik liet alles zoals het was, deed het licht uit en ging beneden de voordeur op het nachtslot doen.”

g. Wat is het effect van deze vertelinstantie?

Je kunt je hierdoor goed inleven in het verhaal en Laura. Je wordt steeds weer verrast door de gedachtegangen van Sylvia omdat je haar alleen kent vanuit Laura’s perspectief. Doordat je net zo veel weet als Laura zijn er open plekken en wordt je verrast als er een wending is.

h. Als je verhaal een motto bevat: breng deze in verband met je verhaal.

Motto: … weer doorsidderde mijn hart. Eros, zoals de wind op de bergen in eiken valt.”

De regels komen uit een gedicht van Griekse dichteres Sappho. Sappho schreef gedichten waarin de lesbische liefde een belangrijke rol speelt.

i. Wat is volgens jou het (belangrijkste) thema van dit verhaal?

Homoseksualiteit

Een belangrijk thema is de lesbische relatie die Sylvia en Laura met elkaar hebben. Het blijkt een liefde met een dramatisch einde. Eerst is het een liefde die begint zonder enige verwachtingen. Het enige wat telt is het heden, en dat ze nu graag bij elkaar willen zijn. De eerste verliefdheid, de romantiek, het avontuur, het leidt de aandacht af van wat er komen gaat. Laura wil Sylvia beter begrijpen maar Sylvia staat dat niet toe. Er ontstaan verwachtingen waar ze beiden niet aan kunnen voldoen. Hun liefde neemt een dramatische wending wanneer Sylvia toch probeert om Laura’s grootste wens te vervullen… Ze wordt zwanger. Niet van zomaar iemand, maar van Alfred, Laura’s ex-man. Mulisch houdt de relaties in het boek tegen het licht en laat je erover nadenken door niks voor vanzelfsprekend aan te nemen. Vooral in de tijd dat dit boek werd geschreven, was homoseksualiteit echt nog niet zo geaccepteerd als het nu is.

 

Voeg toe:

Samenvatting (via biebsearch)

Voor deze bespreking is gebruikgemaakt van: Harry Mulisch, Twee vrouwen. Stichting CPNB, Amsterdam, 2008 (actieboek Nederland Leest ). Oorspronkelijke uitgave: Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 1975.

'Er zijn mij een paar dingen overkomen, - niet alleen de dood van mijn moeder', luidt de onderkoelde openingszin van de roman. Over die 'paar dingen' vertelt hoofdpersoon Laura Tinhuizen twee verhalen, die in de roman in elkaar zijn gevlochten: het verhaal van haar lesbische liefdesrelatie met Sylvia Nithart (februari ' juli) én het verhaal van haar autorit naar Zuid-Frankrijk om de begrafenis van haar moeder te regelen (augustus). Ter wille van de overzichtelijkheid worden die twee verhalen hier na elkaar samengevat.

Laura komt uit een intellectueel milieu. Haar vader, met wie zij een innige band had, was professor in Leiden. Hij schreef een beroemd boek over de Provençaalse liefdeslyriek en ligt begraven in zijn geliefde Provence. Haar moeder leeft nog maar de relatie met haar is zeer afstandelijk. Na de dood van haar man is ze in een verzorgingshuis in Nice gaan wonen.

Laura is kunsthistorica en conservator van een klein Amsterdams (iconen)museum. Ze is zeven jaar getrouwd geweest met de kunsthistoricus Alfred Boeken en vijf jaar geleden van hem gescheiden. De voornaamste oorzaak van de scheiding was dat zij geen kinderen kon krijgen. Alfred is hertrouwd met Karin, samen hebben ze twee kinderen, maar hun relatie is weinig uitbundig.

Laura is 35 en heeft het gevoel op een belangrijk punt in haar leven te zijn aangekomen. Op een zaterdagmiddag in februari ziet ze voor een etalage in een drukke winkelstraat Sylvia staan. Ze spreekt haar aan; het klikt meteen tussen de twee. Sylvia woont in Petten, is twintig jaar en kapster van beroep. Ze gaat mee naar Laura's kamer. Laura heeft nooit met vrouwen de liefde bedreven maar Sylvia, die geen voorkeur heeft voor een van beide seksen, neemt het initiatief. Onder haar regie bloeit hun relatie op. Al gauw trekt Sylvia bij Laura in. Sylvia's ouders en Laura's moeder mogen echter niets van hun lesbische liefde weten.

In mei wil Laura haar moeder in Nice bezoeken. Tegen haar zin gaat Sylvia mee. Laura stelt echter nadrukkelijk de voorwaarde dat Sylvia tijdens het bezoek ver uit de buurt zal blijven. Tegen die afspraak in verschijnt Sylvia op een gegeven moment toch ten tonele. Laura's moeder doorziet de situatie meteen. Ze komt woedend overeind en slaat met haar wandelstok naar de twee vrouwen. Een verpleegster voert haar weg; ook de twee geliefden trekken zich terug.

Weer in Amsterdam praten de twee diepgaand over Laura's kinderwens. Een belangrijke overweging van Laura is: 'Als je je altijd een dochter voelt, is er maar één manier om van je moeder af te komen, en dat is door zelf moeder te worden' (p. 55). Sylvia vraagt of Laura een kind van haar zou willen hebben. Laura antwoordt bevestigend maar wijst op de biologische onmogelijkheid.

In juni bezoeken ze de première van het toneelstuk Orfeus' vriend, een bewerking van de Orpheusmythe, waarin Euridice is vervangen door een man. Tijdens de nazit ' waaraan behalve de auteur van het stuk ook Alfred, Karin en de twee vriendinnen deelnemen ' raakt Laura met de schrijver in gesprek over de vraag of hij van Orpheus evengoed een vrouw had kunnen maken als van Euridice een man. Intussen trekt Sylvia zich met Alfred terug op het balkon. Vanaf dat moment gedraagt Sylvia zich stug en onverschillig.

Op advies van Laura gaat Sylvia een paar dagen naar haar ouders in Petten terug. Maar als Laura na drie dagen opbelt, blijken die van niets te weten. Laura raakt in paniek. Totdat Karin haar belt: 'Die lieve Sylvia van jou is er met Alfred vandoor' (p. 94). Ze geeft Laura ook hun adres: een obscuur hotelletje aan de Amstel. Laura gaat er meteen naartoe. Sylvia weigert te praten maar Alfred legt uit dat het initiatief volledig van Sylvia is uitgegaan. Woedend en verdrietig vertrekt Laura: de relatie met Sylvia lijkt voorgoed voorbij.

Laura probeert het verlies te verwerken. Juist wanneer ze daarin voor haar gevoel enigszins slaagt, duikt Sylvia weer op. Stralend brengt ze het verrassende nieuws: 'Ik ben zwanger (...) Je wilde toch een kind van me hebben? (...) Ik kom het je brengen' ( p. 118). Het blijkt dat Sylvia zich vanaf het begin hier consequent op heeft gericht.

Laura is opgetogen, vooral ook omdat Sylvia belooft: 'Nu blijf ik voorgoed bij je' (p. 119). Wel vindt ze dat Sylvia de zaak behoorlijk moet uitpraten met Alfred. Met grote tegenzin stemt Sylvia toe. In Laura's huis zal ze eerst alleen met Alfred een gesprek hebben; daarna zullen ze gedrieën verder praten. Op de bewuste dag wordt Laura echter door de politie van het museum opgehaald: er is iets ernstigs gebeurd. Thuis vindt ze Sylvia dood, half op de bank, half op de grond. Met drie kogels uit zijn revolver ' in hoofd, hart en buik ' heeft Alfred haar vermoord.

Het tweede verhaal, het kaderverhaal, beschrijft Laura's autorit naar Zuid-Frankrijk. Begin augustus wordt zij midden in de nacht opgebeld uit Nice met de mededeling dat haar moeder is overleden. Ze heeft haar sinds het mislukte bezoek in mei niet meer gezien. Hoewel Laura nauwelijks heeft geslapen, stapt ze meteen in de auto om in Frankrijk te regelen dat haar moeder conform haar wens wordt begraven in St. Tropez.

Om zes uur passeert ze de Belgische grens, om halfacht de Franse. Ze raakt meer en meer vermoeid. Zowel tal van jeugdherinneringen als de dramatisch geëindigde liefdesrelatie met Sylvia spoken door haar hoofd. In Parijs stopt ze voor de lunch, maar zo gauw mogelijk rijdt ze verder. Wanneer ze tankt bij Avallon ontmoet ze in een wegrestaurant toevallig de auteur van Orfeus' vriend. Terwijl ze praten over Sylvia valt Laura flauw en moet overgeven. De schrijver raadt haar dringend aan niet verder te rijden maar Laura zet door. In de buurt van Lyon wordt ze tot tweemaal toe met hoge snelheid gepasseerd door een grote zwarte sportwagen. Kort daarna ziet ze de auto als een wrak in de berm, met de omgekomen inzittenden: 'zij hadden zichzelf ingehaald' (p. 100).

Meer en meer wordt Laura's rijgedrag onverantwoord. Bovendien vertoont haar auto kuren. Met een slakkengang over de vluchtstrook rijdend bereikt ze de afslag Avignon-Noord. Bij de VVV krijgt ze te horen dat alle hotels vol zijn. Een medewerker van het toeristenbureau brengt haar dan onder op een privéadres bij 'een oude dame, helemaal in het zwart' (p. 113). Op haar kamer, hoog in het huis, slaapt zij eerst heel lang. Daarna besluit ze voorlopig in Avignon te blijven en de begrafenis van haar moeder even uit haar hoofd te zetten. Ze wil eerst alles opschrijven wat haar het laatste halfjaar is overkomen. Daar is zij een week mee bezig.

Vlak voor het huis waar Laura tijdelijk woont ligt een twintig meter diepe bouwput voor de aanleg van een parkeergarage. In de slotregels van de roman kijkt Laura naar beneden: 'loodrecht onder mijn raam gaapt het gat als een wachtend graf' (p. 131). En ze peinst: 'Ik kan eerder beneden zijn dan de echo van mijn schreeuw terug is' (p. 131).

Bron: http://uittrekselbank.nbdbiblion.nl/uittrekselbank/abonnee/detail?tek_id=294450

Twee Recensies

1. Deleeslijst
Tien spraakmakende Nederlandse romans uit de afgelopen vijftig jaar verschijnen de komende weken opnieuw in De Leeslijst. Spreken ze nog tot de verbeelding? De shrijver Abdelkader Benali (1975) en Esther Gerritsen (1972) nemen de proef op de som. Deze week: Twee vrouwen van Harry Mulisch.

De eerste en tot voor kort laatste keer dat ik Twee Vrouwen van Harry Mulisch las, was op de middelbare school. Het enige wat ik me van die lezing herinnerde was die dubbelzinnige laatste zin: 'Ik kan eerder beneden zijn dan de echo van mijn schreeuw terug is van het paleis.' En de plaats waar het boek geschreven is - het mysterieuze Lingueglietta.
De lezer gelooft natuurlijk niet dat die zin en al die voorgaande zinnen opgeschreven zijn door de vrouwelijke hoofdpersoon, Laura. In zijn almaar uitdijende universum kan alleen Harry Mulisch zo'n zin schrijven. De zin begraaft zichzelf door het noodlot en de beproeving die erin doorklinken. De dood heeft het laatste woord. En de dood bewijst Harry Mulisch een lippendienst. Zo moet dat afgesproken zijn. Twee vrouwen is een boek zwanger van de dood.
Twee vrouwen is een tragedie zoals alleen de klokkenmaker uit Haarlem ze maakt. Men neme een griekse mythe (griekse door Mulisch consequent met kleine g geschreven), voege daarbij een vleugje moderne relatieverwikkeling, plus de laatste verworvenheden van de psychotherapie (we hebben het hier over de jaren zeventig, weet je wel) en verwerke dat alles in de pen van Harry waarvan de punt altijd naar voren wijst. Het resultaat staat als een standbeeld, pardon, huis aan de Leidsekade.
Mannen doen er goed aan dit boek te lezen want de verhouding tussen twee vrouwen zal naar alle waarschijnlijkheid de relatie van de toekomst worden. Hier moet geen waardeoordeel aan opgehangen worden, noch moeten mannen nu als hazen hun laatste kans gaan grijpen. Het is een feit, niet meer en niet minder. Feiten dwingen je om te lezen, en men leze dus dit boek.
Mulisch bewijst dat de verhouding tussen twee vrouwen net zo tragisch en geladen is als die tussen man en vrouw. Hij ontmant de Griekse mythes en maakt die daardoor universeler dan ze al waren. 'Zie', toont Mulisch aan, 'ook als alleen vrouwen de dienst uitmaken, zullen ze moeten toegeven aan de yin en yang van de Helleense beschaving.' Dit soort invallen heb ik toen op de middelbare school gehad, maar ik liet ze ongearticuleerd. Ik vond het toen vooral belangrijk dat het boek dun was en toch veel te bieden had. Nu heeft het boek nog veel te bieden, maar die dunheid is bedrieglijk. Een ambitieus Amerikaans auteur zou er met gemak vijfhonderd bladzijden aan kunnen besteden. Voor Harry Mulisch hoeft dat niet. Het is een van de kleinere boeken in zijn auteursbijbel, vergelijkbaar met Esther.
Is het weleens iemand opgevallen hoeveel kilometers er worden gemaakt in het werk van Mulisch? Er wordt wat afgereden, -gelopen, -gevlogen. Laura rijdt naar Nice om haar moeder te begraven. De dood heeft haar in beweging gezet. Als ze stilstaat (in Avignon), schrijft ze brieven aan haar geliefde over een liefde die niet meer is, die dood is. Mulisch ten voeten uit: beweging, stilstand, reflectie en dan het summum van de fuga: de dood. Het is deze onafwendbare dynamiek die Twee vrouwen tot zo'n intense leeservaring maakt. De gedateerde verwijzingen naar de jaren zeventig met zijn theatervernieuwingen, vrouwen die shag draaien, neem je op de koop toe. Laura's jeugd is bepaald door haar vader. Deze man bestaat alleen in de herinnering. Hij heeft de loodlijnen van haar intellectuele ontwikkeling uitgezet. Het heden was bepaald door Sylvia, haar lesbische geliefde die bij haar wegliep om met een kind in de buik terug te komen. Toch loopt het boek slecht af. Mythes maken is een beschaafde vorm van doodgraven. Het kind wordt in dood gedrenkt. Es muss sein.

Recensent: Abdelkader Benali

Bron: http://literom.nbdbiblion.nl/literom/resultaten/63673

2. De leesclub

Twee vrouwen is voor mij twee zinnen: 'In het portiek deed ik nu de voordeur van de buitenkant op het nachtslot. Ik dacht: als er een klein beestje in het slot zit, een jong miertje, gevlucht voor de bui, dan is het nu door het mechaniek vermorzeld.'

Die zin deed mij versteld staan. De zorg voor dat hypothetische miertje is merkwaardig, omdat Laura, de persoon die de deur op slot draait, net haar moeder verloren heeft. Bovendien voorspelt deze zin duidelijk wat Laura te wachten staat: vermalen worden door een mechaniek. Laura is dan wel de vertelster, enige controle over de gebeurtenissen heeft ze niet.

Is dat alles? Ik hoor het u vragen. Twee zinnen voor een heel boek? Ja, eigenlijk wel. Ik vind Twee vrouwen een dubbeltje op zijn kant: net gelukt of net mislukt. Het verhaal is een sterke anekdote, maar Sylvia, Laura's geliefde die alle cruciale handelingen verricht, blijft onvatbaar... haast ongeloofwaardig. Zo laat ze Laura in het ongewisse over haar plannen: leuk voor de plot, maar nodeloos lijden voor haar vriendin.

Nochtans, ontdek ik bij herlezing, bevat Twee vrouwen een resem geslaagde scènes. Het schouwburgbezoek, bijvoorbeeld, is erg komisch. (Komisch, jazeker. Daar associeerde u Mulisch niet mee, hè?) De schrijver toont zich van zijn meer vileine kant bij het portretteren van het bobomilieu, inclusief de verwaten criticus en de pompeuze omgeving: 'Tussen de portretten van acteurs, die nog na hun dood hun fantastische holle geweld uitstraalden, wandelden wij langzaam naar de bovenfoyer.' Dan zijn er nog de haast terloopse opmerkingen over de tragedie als genre: 'In de tragedie staat de menselijke waarheid tegenover de goddelijke. En aan die tegenspraak gaat de held te gronde, zij trekt hem uit elkaar. Orfeus wordt uit elkaar getrokken, Oedipoes rukt zijn ogen uit.'

Dit alles is natuurlijk zo meta als de pest: Mulisch heeft het over zijn eigen roman, waarin de menselijke waarheid (compromissen maken, samenleven, elkaar niet nodeloos pijn doen) staat tegenover de goddelijk-biologische waarheid (namelijk het intense, niet te stillen verlangen om zich voort te planten). Dat verlangen naar een kind ligt moeilijk als de geliefden allebei vrouw zijn: Sylvia moet twee mensen verraden (en het onderspit delven) om toch maar zwanger te raken.

Ongetwijfeld is ook dat de reden waarom Twee vrouwen ver van mij afstaat. Een kinderwens is mij vreemd; ik vind het moeilijk te geloven dat iemand zoveel ellende zou doorstaan om aan nageslacht te komen. Maar de krant spreekt mij op dat punt geregeld tegen. Misschien dat ook Harry Mulisch zich verbaasd heeft over de hardnekkigheid van de voortplantingsbehoefte. Het is toch veelzeggend dat die behoefte leidt naar de dood van beide vrouwen uit de titel. (In haar nieuwe boek, Twee vrouwen en meer, argumenteert Mulisch-deskundige Marita Mathijsen waarom Laura aan het eind zelfmoord pleegt, ook al lijkt het alsof Mulisch het verhaal afrondt met een open einde. De moeite van het lezen waard.) Mulisch haalt misschien zo hard uit om het obsessieve van die biologische behoefte in de verf te zetten. Zo gelezen is Twee vrouwen zeker niet het meest vrouwvriendelijke boek. Als man ben ik geboeid door de mythologische laag en de interpretatieve poespas van Twee vrouwen, maar als potentiële moeder zou ik mij zwaar in het kruis getast voelen.

Recensent: Mark Cloostermans

Bron: http://literom.nbdbiblion.nl/literom/resultaten/98383

 

3. Over de schrijver en zijn achtergrond

a. Zoek informatie over de schrijver. Voeg deze toe aan je verslag

Harry Mulisch (1927-2010) groeide op als zoon van een Oostenrijks-Hongaarse vader die tijdens de Eerste Wereldoorlog officier was in het leger. Al voor de Tweede Wereldoorlog scheidden zijn ouders en verhuisde zijn moeder naar Amsterdam. Zijn moeder emigreerde naar Amerika, terwijl hij in Nederland achterbleef en zijn schrijversdebuut maakte. In 1946 schreef Mulisch zijn eerste verhaal, ‘De kamer', dat een jaar later in Elseviers Weekblad gepubliceerd werd. Pas na zijn eerste publicatie begon Mulisch zich in literatuur te verdiepen. Daarnaast liet hij zich inspireren door toneel.

In 1951 verscheen zijn debuutroman Archibald strohalm, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligs-prijs kreeg. Dit boek waarin de jongen Archibald jammerlijk faalt in het ontwerpen van een alomvattende filosofie, vormt het begin van een reeks romans, novellen en toneelstukken, die hun kracht ontlenen aan een superieur evenwicht tussen mythologische, magische en psychologische motieven. Na Het stenen bruidsbed (1959) trad een verandering op; de realiteit kwam meer op de voorgrond te staan. In 1961 verscheen Voer voor psychologen en niet lang daarna De zaak 40/61, over het proces in Jeruzalem tegen Eichmann.

De verteller verteld (1971) introduceerde een nieuwe periode: het boek bevat een fragmentatie van parodieën op stijlen en genres, aforismen en invallen. De roman Twee vrouwen (1975) en de novelle Oude lucht (1977) zijn voorbeelden van glasheldere verhalen waarachter zich echter een complex mythologisch gebeuren vol Mulisch-motieven afspeelt. In 1977 werd hij, op zijn vijftigste verjaardag, benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau en in 1992 tot Officier.

In het jaar dat Mulisch 65 jaar werd, verscheen De ontdekking van de hemel (1992), door critici een meesterwerk genoemd en unaniem bejubeld. In deze roman komen alle thema's die Mulisch in de loop de jaren in zijn boeken heeft verwerkt bij elkaar. Ook in het buitenland, met name in het Duitse taalgbied, was het boek een ongekend succes. In 1998 verscheen de veelgeprezen roman De procedure, die zich moeiteloos voegt in het rijkgeschakeerde, en zich voortdurend vernieuwende oeuvre. Het boek werd in 1999 bekroond met de Libris Literatuurprijs. In 2000 verscheen de meest recente roman van Mulisch, Siegfried, een zwarte idylle, die nominaties kreeg voor de AKO Literatuurprijs en de NS Publieksprijs.

Harry Mulisch ontving op 8 januari 2007 een eredoctoraat aan de Universiteit van Amsterdam bij gelegenheid van de 375ste dies natalis van de Amsterdamse universiteit. De ontdekking van de hemel werd in 2007 verkozen tot de beste Nederlandse roman aller tijden. Verdere literaire prijzen zijn onder meer de Constantijn Huygens-prijs (1977), de P.C. Hooft-prijs (1986), de Prijs van de Nederlandse Letteren (1995). Ook in het buitenland werd hij gelauwerd, onder meer met de benoeming tot Chevalier de l’Ordre des Arts en des Lettres door het Franse Ministerie van Cultuur (2001), de verlening van het Kruis van Verdienste eerste klasse in de Orde van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland (2003) en de Italiaanse Premio Flaiano Internationale literatuurprijs (2003) en Premio Nonino (2007).

Harry Mulisch ontving op 8 januari 2007 een eredoctoraat aan de Universiteit van Amsterdam bij gelegenheid van de 375ste dies natalis van de Amsterdamse universiteit. De ontdekking van de hemel werd in 2007 verkozen tot de beste Nederlandse roman aller tijden. Verdere literaire prijzen zijn onder meer de Constantijn Huygens-prijs (1977), de P.C. Hooft-prijs (1986), de Prijs van de Nederlandse Letteren (1995). Ook in het buitenland werd hij gelauwerd, onder meer met de benoeming tot Chevalier de l’Ordre des Arts en des Lettres door het Franse Ministerie van Cultuur (2001), de verlening van het Kruis van Verdienste eerste klasse in de Orde van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland (2003) en de Italiaanse Premio Flaiano Internationale literatuurprijs (2003) en Premio Nonino (2007).

Werk van Harry Mulisch is vertaald in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Portugees, Italiaans, Noors, Zweeds, Fins, Deens, Russisch, Ivriet, Pools, Tjechisch, Slowaaks, Hongaars, Roemeens, Servokroatisch, Sloveens, Bahasa Indonesia, Chinees. De Aanslag spant de kroon met een vertaling in twintig talen.

Harry Mulisch overleed op 30 oktober 2010.

Bron: https://www.debezigebij.nl/auteurs/harry-mulisch/

b. Zoek uit wat de literatuuropvatting van de schrijver is. Citeer enkele zinnen waaruit dit duidelijk blijkt. Kun je dit terugzien in je gelezen werk? Hoe dan?

“Mulisch zag schrijven als een magisch proces. De werkelijkheid was volgens hem geen toevallig gegeven: er is een verborgen samenhang. Toeval bestaat niet, alles heeft een diepere betekenis: de geschiedenis is een wetmatig proces. De taak van de schrijver is om de diepere betekenis van de werkelijkheid zichtbaar te maken. Dat kon volgens Mulisch door mythen en symbolen in de werkelijkheid te herkennen. De grote verhalen van de mensheid verbeelden de diepere betekenis van de werkelijkheid, het levensraadsel. Mulisch liet zijn werk aansluiten op die grote verhalen. Hij veranderde in het schrijfproces de werkelijkheid zo, dat in de gebeurtenissen het bovenpersoonlijke zichtbaar wordt, waardoor ze tot mythe worden verheven. Deze literatuuropvatting wordt magisch-mythisch genoemd.”

Bron: https://www.scholieren.com/biografie/37892

Je kunt de literatuuropvatting van Harry Mulisch duidelijk terugzien in “Twee vrouwen”. In het boek is namelijk, zoals eerder genoemd, de mythe van Orpheus en Eurydice verwerkt. Veel aspecten van deze mythe komen in het verhaal terug. Je ziet dus dat Mulisch hiermee een mythe in de werkelijkheid wilde verwerken en de lezer deze mythe in het verhaal wilde laten herkennen.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Twee vrouwen door Harry Mulisch"