Twee vrouwen, Harry Mulisch
1. Noteer de schrijver, titel, uitgever en oorspronkelijk jaar van de uitgave.
Harry Mulisch, Twee vrouwen.
Uitgeverij De Bezige Bij, eerste druk in oktober 1975.
2. A) In welk jaar / welke jaren speelt het verhaal zich af?
In de jaren ’70, van ongeveer februari tot en met augustus.
B) Bewijs dit met behulp van gegevens uit het verhaal.
Bladzijde 23:
“Het was zaterdagmiddag, een dunne februarizon scheen op de stad”
Dit is wanneer ze Sylvia ontmoet, het begin van het verhaal dus.
Bladzijde 76:
“Waar?’
‘in Nice.’
‘In augustus in Nice? Word je daar niet gek?”
Dit speelt zich af tijdens de reis naar haar moeder in Nice, het einde van het verhaal dus.
Bladzijde 48:
“Meteen bemoeide anderen zich er mee, en terwijl wij snel maakten dat we wegkwamen, hoorde ik mijn vrijer nog roepen: ‘Potten, vieze vuile potten! Ce sont lesbiennes!”
Bij dit fragment komen twee mannen erachter dat Laura en Sylvia lesbisch zijn. Dat vinden ze echt niet kunnen, en rond de jaren ’70 waren lesbiennes iets wat niet kon.
Bladzijde 129:
“Dat heb je van die smeerlapperij!’ riep mijn buurvrouw, toen ik naar de open deur rende. ‘Vuilak!”
De buurvrouw vindt lesbiennes niet kunnen en vindt dat er alleen maar problemen van komen. Rond de jaren ’70 dacht men ook zo over lesbiennes.
C)Binnen welk tijdsbestek speelt het verhaal zich af?
Haar reis naar Nice, naar haar moeder, duurt een week. De andere verhaallijn, de relatie met Sylvia, duurt zes maanden.
D) Is het verhaal chronologisch verteld? Zo nee, vermeld dan of het gaat om enkele flashbacks of om een groot aantal.
Laura (de ik-persoon) maakt in dit verhaal een reis naar haar moeder in Frankrijk. Hierbij heeft ze voortdurend flashbacks naar een paar maanden eerder, toen ze een relatie had met Sylvia. Er zitten dus een groot aantal flashbacks in dit verhaal. Ook heeft ze een enkele keer een flashback naar haar jeugd. Het verhaal is dus niet helemaal chronologisch.
3. In elk verhaal kunnen ruimte-elementen een rol spelen, zoals plaatsen (binnen, buiten) weersomstandigheden, sfeerbeschrijvingen. Geef een overzicht van de ruimte-elementen die in het verhaal van belang zijn. Leg uit waarom ze van belang zijn.
Het theater. Het theater is een plek waar ze naar toe gaan voor ontspanning en plezier. Maar hier ontmoet Sylvia Alfred Boeken, en bedenkt ze haar plan een baby te krijgen. Dit leidt later tot haar ondergang. Dit is dus in contrast met de plezierige plek, het theater.
Het huis van Laura. Laura en Sylvia maken plannen om het huis van Laura te veranderen in een huis voor het hele gezin. De zolder moet een babykamer worden etc. Maar Sylvia wordt in het huis vermoord. Dat is dus in contrast met het huis, wat een gelukkig gezinshuis moest worden.
Kamer in Avignon. De reis die Laura maakt naar haar moeder, is nadat ze veel heeft meegemaakt. Bijvoorbeeld de dood van haar moeder en Sylvia. Dit zijn droevige gebeurtenissen. De vrouw van wie ze de kamer huurt, draagt altijd zwart. Zwart is een kleur die gelijk staat aan rouw, of bedroefdheid. Dat staat parallel aan de gebeurtenissen. Voor het raam voor haar kamer ligt een grote bouwput. Dat maakt de ruimte voor haar raam een triest, donker gat. Dat staat ook weer parallel aan alle gebeurtenissen die Laura heeft meegemaakt.
4. Formuleer in maximaal 50 woorden de fabel.
Laura is gescheiden van haar man, Alfred Boeken, omdat ze onvruchtbaar is. Ze ontmoet Sylvia, en ze krijgen een relatie. Sylvia verlaat ze Laura en krijgt ze een relatie met Alfred. Als ze zwanger is gaat ze terug naar Laura, om haar een kind te brengen. Als Alfred dit door heeft, vermoord hij Sylvia.
5. A) Uit hoeveel hoofdstukken/delen/afdelingen bestaat het boek?
Het boe bestaat uit 32 hoofdstukken. De hoofdstukken hebben geen titels of nummering.
B) Beschrijf uit de spanningsopbouw van het verhaal de beginsituatie en de climax
De eerste zin is:
“Er zijn mij een paar dingen overkomen, -niet alleen de dood van mijn moeder.” (bladzijde 11)
Hier maakt de schrijver de lezer benieuwt naar wat Laura is overkomen. Beetje bij beetje krijg je meer informatie. De spanning van de lezer wordt vastgehouden doordat er steeds onverwachte dingen gebeuren. Steeds bij de belangrijkste, spannendste momenten, daar waar je eigenlijk verder wilt lezen, komt er een flashback. Zo wordt de lezer steeds even extra nieuwsgierig gemaakt.
De climax is het moment waarbij Laura Sylvia op de grond ziet liggen, en ze weet dan dat Sylvia dood is. Sylvia is doodgeschoten door Alfred.
6. A) Geef tenminste drie van de belangrijkste motieven uit het verhaal.
Motieven uit het verhaal zijn; onvruchtbaarheid, zwart/wit en de vaderbinding.
B)Leg uit welke betekenis ze hebben of welke rol ze spelen in het verhaal.
Onvruchtbaarheid. Laura kan geen kinderen krijgen. Daardoor is ook de relatie met Alfred stukgelopen. Laura wil heel graag een kind, omdat ze dan geen kind meer is van haar moeder, maar zelf moeder is van een kind. Zo voelt ze zich minder verbonden met haar moeder, iets wat ze graag wil. Omdat Laura geen kinderen kan krijgen, heeft ze een nog sterker verlangen naar een kind. Dit motief heeft veel invloed op veel gebeurtenissen in het verhaal, zoals dat Sylvia Laura verlaat en Alfred Sylvia neerschiet. Sylvia verlaat Laura zodat ze zwanger kan raken via Alfred, van een kind voor Laura. Als Alfred erachter komt dat Sylvia hem gebruikt heeft, is hij zo boos dat hij haar vermoord. Het geen kinderen kunnen krijgen leidt dus tot de ondergang van Sylvia.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden