Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Troost door Ronald Giphart

Beoordeling 8.6
Foto van Cees
Boekcover Troost
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 4984 woorden
  • 10 mei 2005
  • 287 keer beoordeeld
Cijfer 8.6
287 keer beoordeeld

Boekcover Troost
Shadow
Troost door Ronald Giphart
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Ronald Giphart – Troost (2005) Gebruikte uitgave De eerste druk van “Troost” verscheen op vrijdag 15 april 2005 bij uitgeverij Podium te Amsterdam. Deze druk werd door de samensteller van deze analyse gebruikt. De roman telt 218 bladzijden, waarna nog een verantwoording en een dankwoord van twee bladzijden volgt. De foto van de voorkant is een verse vis op de blote rug van een vrouw. Het is een foto van Eric van der Elsen. Er is ook nog een duurdere uitgave, de zogenoemde Ruud de Wild-editie. Dat is een gebonden uitgave, waarvoor de bekende dj Ruud de Wild een omslag heeft gemaakt: een schilderij van hemzelf Aanrader of afrader? Giphart schrijft vlot en gemakkelijk. In deze roman zien we aan de ene kant een andere Giphart omdat de wereld van de platte seks uit “Ik hou van jou” en “Phileine zegt sorry” (tijdelijk?) verlaten lijkt. De roman over een chefkok die ten onder gaat, is echter gemakkelijk te lezen en heel herkenbaar voor de moderne televisiekijker, die met shows á la Rick Felderhoff en Cas Spijkers is opgegroeid. Giphart heeft zich terdege ingelezen in de culinaire wereld en dat levert toch een vermakelijke roman op, met geestige formuleringen en deze keer dus metaforen die uit de kookwereld afkomstig zijn. Het boek is prima te lezen voor eindexamenkandidaten van havo en vwo. Het is wel even opletten geblazen met betrekking tot de chronologische volgorde van de gebeurtenissen.
Genre Een psychologische roman over de ondergang van een Michelin-sterren kok. Opdracht Het boek heeft geen motto, maar wel een opdracht. Het is opgedragen aan Co Mol en Pierre Wind. Dat zijn beiden twee bekende koks. Met Pierre Wind (de tv-kok) gaat Giphart binnen afzienbare tijd een aantal tv-programma’s maken. Titelverklaring De eerste verklaring voor de titel is niet zo moeilijk te vinden. De ikverteller van deze culinaire roman heet Art Troost. Hij is de eigenaar van het restaurant in Overdam aan de Schoo. Maar troost is ook de manier waarop je met je verdriet kan worden geholpen. Wanneer je het niet naar je zin hebt, kan iemand je troosten of je kunt ergens troost in vinden. Zo formuleert Art op blz. 100, wanneer hij eenzaam in het Franse kasteel is, dat hij overweegt een stuk ganzenlever af te snijden. “Dat is vermoedelijk de enige smaak die me in de huidige toestand een beetje troost kan bieden.” Andrea, de geliefde van Art, heeft zich tijdens het horecahuwelijk laten troosten door een aantrekkelijke filmster. (blz. 154 “Je had verdriet. De filmster door wie je je tijdens onze relatie voor mijn permanente afwezigheid had laten troosten, had het uitgemaakt.”) Het motief “troost” komt daarom een flink aantal keer in de roman voor. Verhaalopbouw De roman wordt opgebouwd in zes hoofdstukken. Ze hebben alle de naam van een smaak. Op blz. 33 van de roman zegt de verteller, dat in sommige eetculturen in elk gerecht iets van deze zes ingrediënten zit. Aangezien koken zijn lust en zijn leven is, zou je meteen kunnen concluderen dat deze zes smaken dan ook altijd in ieders leven voorkomen. Mensen maken zoete (= leuke) dingen mee, pittige, bittere, zure etc. Ho 1: Bitter
Ho 2: Zout

Ho 3 Zoet
Ho 4: Zeep
Ho 5: Zuur
Ho 6: Bloed
De smaken van de hoofdstukken lopen parallel met de inhoud. Zo gaat het eerste hoofdstuk over de voedselvergiftiging die Art oploopt en de bittere nasmaak van de kots. Het derde hoofdstuk vertelt over een aantal leuke zaken vooral met betrekking tot relaties. In het hoofdstuk Zuur gaat het mis: hij krijgt bericht van zijn afgenomen Michelin-sterren, de verhouding met Andrea wordt verbroken en het programma “Sterallure” dreigt in die week te mislukken o.a. omdat op de Franse wegen vrachtwagens het verkeer blokkeren, waardoor er geen aanvoer van vers voedsel kan zijn. In het hoofdstuk Bloed nemen enkele mensen wraak op elkaar: er vloeit bloed in figuurlijk opzicht. De loop van het verhaal in zes hoofdstukken is niet helemaal chronologisch weergegeven. In het eerste hoofdstuk ligt hij kotsend in zijn badkamer. Dat moet het moment zijn van de ochtend na het Laatste Avondmaal en de ochtend die volgt op de dag nadat hij alles is kwijtgeraakt (zijn geliefde Andrea, zijn twee Michelin-sterren en zijn televisieprogramma Sterallure). In dit hoofdstuk maar ook in de hoofdstukken erna zitten steeds verwijzingen naar het verleden door middel van flashbacks: naar het verleden van Art met betrekking tot zijn kookkunst, zijn vader, zijn relaties, de oorzaak van het verlies van zijn Michelin Ster etc. Perspectief De roman wordt verteld in de ikvorm, waarbij de verteller de kok Art Troost is. Hij is bijna veertig jaar( de leeftijd van de midlife crisis) Hij zit in een Frans hotel om opnamen te maken voor zijn tv-programma “Sterallure” Hij is een Michelin-sterrenkok en ontvangt in zijn programma een filosoof/marathonloper er een columnschrijfster. Hij laat zijn licht schijnen over zijn jeugd, zijn verhouding met zijn vader, zijn ervaringen als stagiaire, zijn relaties met vrouwen en zijn grote teleurstelling in zijn leven: het verlies van zijn Michelin-sterren. Van binnenuit leren we zijn emoties kennen. Heel subtiel wordt in de vertelwijze gesuggereerd dat het verhaal later is opgeschreven dan het is beleefd: met een achteraf verteller dus. Dat doet Giphart met constructies als: “als ik het nu overdenk, …..” Ruimte en tijd De roman speelt zich af in de recente tijd in de 21 eeuw. Op blz. 115 wordt verteld dat een bekende Frans kok zelfmoord heeft gepleegd omdat zijn restaurant een aantal beoordelingspunten minder kreeg. Hij stak zijn mond om de loop van een jachtgeweer. Dat was in februari 2003. De roman moet dus daarna spelen, waarschijnlijk in de zomer van 2004. Het voorval met de zelfmoord is bovendien een vooruitwijzing naar de problematiek van Art Troost later in het hoofdstuk Zuur. Het decor is een Frans kasteel-restaurant waar de crew van het tv-programma ‘s zomers verblijft om opnamen te maken. Het kasteel schijnt echt in het stadje Sassetot de Mauconduit te bestaan, maar Giphart geeft in zijn nawoord aan dat de overeenkomsten geheel uit zijn brein zijn ontsproten. Thematiek De roman behandelt de betrekkelijkheid van het succes: de opkomst en de ondergang van een

Sterkok, die zijn Michelin-waardering verliest door een onbenulligheid. Op het moment dat zijn restaurant wordt gecontroleerd, hoopt hij zijn relatie met Andrea te redden door met haar een weekend in Antwerpen door te brengen. Dat wordt in feite zijn ondergang, omdat zijn souschef Bruna de inspecteur van Michelin niet goed behandelt. De sterkok van de televisie verliest daarmee in feite alles: zijn relatie met zijn vriendin Andrea, zijn Michelin-waardering en zijn televisieprogramma. Giphart geeft in deze roman de betrekkelijkheid van het succes weer. Als je beroemd bent als kok, televisiepresentator of natuurlijk ook als schrijver, word je uitvergroot door de media en ben je ook zelf een speelbal van de media. Het kan dan ook zo met je succes gebeurd zijn. De roman behandelt dus het probleem van de betrekkelijkheid van het succes. Hij geeft dat wel fraai weer in de roman over het eten: het verhaal begint al met bedorven voedsel dat hij gegeten heeft en wat een voorbode van de te verwachten ellende is. Ook de liefde is in een dergelijke relatie altijd ondergeschikt aan het werk: dat geldt voor chefkoks, televisiepresentatoren en wellicht ook voor schrijvers. In deze roman wordt dat thema uitgewerkt in de zogenaamde horecaliefde, die in feite een onmogelijkheid is, omdat horecamensen het altijd te druk hebben met hun werk en te weinig tijd voor elkaar hebben. Giphart in een interview over zijn nieuwste roman: “Troost” is het verhaal over de ondergang van topkok Art Troost. Hij wordt door zijn vrouw verlaten, de reputatie van zijn tweesterrenrestaurant krijgt een ongelooflijke knauw, en zijn tv-kookshow, Sterallure, wordt hem ontnomen. In een interview vertelde Giphart: ''Die val van Spijkers, in twee jaar tijd twee sterren kwijtgeraakt, gekelderd van een bejubeld kunstenaar naar een bespuwd marktkoopman, dát had ik voor ogen.” Giphart heeft het hier over tv-kok Cas Spijkers, naar wie Art Troost wellicht is gemodelleerd. Het thema van de desillusie over het verlies van de belangrijke dingen in Troosts leven wordt in de roman onderbouwd met de motieven: - haat en nijd (onderling tussen chefkoks van restaurants, maar ook in de tv-wereld, en wellicht bedoelt Giphart ook de relatie tussen schrijvers onderling) - seksuele relaties tussen personeelsleden en tussen de gasten van het tv-programma (o.a. om kennis en macht over elkaar te krijgen) - wraak (in hoofdstuk 6) rekenen enkele mensen onderling af: de gasten door stukjes over elkaar in hun columns te produceren. Arts vader neemt wraak op zijn grote concurrent Habermas door aan diens souschef Hollander zijn sterrenrestaurant te verkopen; hij maakt dat bekend tijdens een etentje in het restaurant van Habermas: de beste plek om wraak te nemen - de vader-zoonverhouding: de relatie tussen Art en zijn vader is niet optimaal: hij verkoopt zijn goed lopende restaurant dan ook niet aan zijn zoon. - bedrog (in de kookwereld) - het
gevaarlijk koken dat Art als speerpunt in zijn kookkunst heeft gemaakt: koken met drugs (LSD) en drank (absint) en gevaarlijke stoffen Samenvatting van de inhoud Ho 1: Bitter (blz. 11-41) Chef -kok Art Troost ligt in de badkamer van het Franse kasteel waar hij een tv-programma maakt: hij lijkt een voedselvergiftiging te hebben opgelopen. Van onder en van boven komen de lichaamsstoffen er in vloeibare vorm uit. Zo wordt hij gevonden door zijn souschef Bruna. De kots die uit zijn mond is gekomen, laat een bittere nasmaak achter. Hij ligt in zijn badkamer, in een poel van bloed, kots en poep en stelt zichzelf een flink aantal vragen. 'Waar is het misgegaan? Ben ik ooit gelukkig geweest? Ben ik tevreden? Hoe ga ik om met tegenslag en verraad? Wat heb ik nodig? Wat wil ik? Wie troost mij?' In een flash back wordt door hem verteld hoe een en ander die week is verlopen met zijn nieuwe tv-gasten, de filosoof-hardloper Hansen Fennema Klein en de Surinaamse schrijfster Helmke Draaibaar. Ze waren nog niet bij het ontbijt verschenen en toen de tv-ploeg naar de kamer van Helmke Draaibaar was gegaan, bleek daar ook de filosoof zich op te houden. Hij maakte nogal wat problemen als dat deel zou worden uitgezonden op tv. De tv-producer doet nogal wat toezeggingen om te voorkomen dat ze weer naar huis gaan. Enkele keren gaan we met de ikverteller terug naar de badkamer, waar hij nog steeds misselijk is. In een soort visioen ziet hij dat zijn geliefde Andrea ( van wie tussen de regels door gelezen kan worden dat ze hem vaarwel heeft gezegd) hem aan het schoonwassen is. Het hoofdstuk Bitter is dus symbool voor een aantal dingen die erg tegenvallen: vooral de toestand van Art in de badkamer die de smaak van de bittere kots in zijn mond heeft en in het laatste deel van het hoofdstuk de onthulling dat zijn geliefde Andrea hem verlaten heeft. Ho 2: Zout (blz. 45-75) In het tweede hoofdstuk wordt hij werkelijk schoongewassen door het personeel van het kasteel. Hij vertelt daarna hoe hij met het tv-programma in aanraking is gekomen en wat hij met het programma zelf wil. Het wordt een programma waarin de gasten ook over het leven praten en waarin Art nogal wat wetenswaardigheden over het eten wil prijsgeven. Hij wil geen populair programma maken zoals dat van Oliver James. Eigenlijk vindt hij dat geen echt koken, maar een triviale vorm van koken. Als je op tv bent, word je eigenlijk beroemder dan een echt goede kok. Het eten koken zit hem in de genen: ook zijn vader is een gerenommeerd kok geweest. Als klein mannetje is Art onder de indruk geraakt door een vol-au-vent die zijn vader hem in de keuken heeft voorgezet. Op de Derde Kerstdag had hij eens een heerlijke ganzenleverpastei klaargemaakt, al was dat met de nodige problemen gebeurd tijdens het werken als stagiaire in het restaurant van een beroemde kok die concurrent van zijn vader was. (Habermas) Zijn vader heeft ooit eens gezegd dat koks het zout der aarde zijn: ” Wij zijn het zout en we koken het zoet.” Met andere woorden de koks zijn de smaakmakers in het leven. Voor Art geldt dat wel, want hij denkt in eettermen. Als hij bijvoorbeeld op straat drie vrouwen ziet lopen, beschrijft hij ze in termen van zijn gerechten. In dit hoofdstuk wordt ook verteld over de breuk van Art met zijn geliefde Andrea. Ze is niet langer bestand tegen het horecahuwelijk dat ze hebben: door zijn werk zien ze elkaar nooit. Art ontmoet ook de 17-jarige dochter Sanne van zijn tv-producer die een sigaar wil opsteken. Hij laat het gebeuren, maar als de producer Louis terugkeert is hij woedend op Art, omdat hij zijn dochter tot roken aanzet. Ho 3: Zoet (blz. 79- 112) In dit deel vertelt Art Troost over de geschiedenis van de ganzenlever. Het was vroeger eerst een nagerecht, maar tegenwoordig wordt het als een hoofdgerecht geserveerd. Art vertelt in flashbackvorm hoe hij vroeger als stagiaire diende bij een concurrent van zijn vader Habermas. Deze man die een beul was voor Art, helpt hem op een avond tenslotte toch nog met het geven van tips voor de bereiding van ganzenleverpastei, die Art op Derde Kerstdag aan zijn vader heeft voorgezet. Daarna vertelt Art over de vorige Kerst en de diners die hij moest klaarmaken. Zijn souschef Bruna was te laat gekomen, maar ze had bij de souschef van Habermas (Hollander) geslapen en ze was op die manier te weten gekomen hoe diens kerstdiner er uit zag. Dan gaan we nog een tijdje verder terug in de tijd en vertelt Art een anekdote over Oude Ik (hijzelf dus) die een relatie aanknoopt met een meisje. Ze zijn niet getrouwd, maar hij brengt ongeveer drie jaar met haar door. Ook bij haar liep het stuk op de zogenaamde horecarelatie (d.i. elkaar nooit zien, omdat je het te druk met je werk hebt.) Dan vertelt Art over zijn kennismaking met Andrea die hem als journaliste voor een tijdschrift had geïnterviewd. Na het interview had hij eten voor haar klaargemaakt, waarna ze verliefd op hem geworden was. Art vertelt verder over het laatste kerstdiner wanneer zijn gasten worden lastig gevallen door een groep demonstranten, omdat ze het vetmesten van ganzen op de bekende methoden afkeuren. Op een bepaald moment heeft Bruna een idee, waarbij ze kerstbrood ingesmeerd met LSD aan de demonstranten aanbiedt. Deze worden high en zijn niet langer van plan om fel tegen de ganzenlevers te protesteren. Deze vorm van gevaarlijk koken die Art aanhangt, krijgt in de loop van de avond nog een vervolg, wanneer ze met het personeel na-eten met een vleugje waarheidsserum. Bruna vraagt dan hoe hij over haar denkt en of hij wel eens seksuele fantasieën over haar heeft. Art kan dat niet ontkennen en ze hebben die avond een sprankelende vrijpartij, waarop ze bovendien later nooit meer teruggekomen zijn. Het hoofdstuk zoet staat dus wel symbool voor een aantal leuke en gezellige dingen: de geslaagde ganzenlever voor het kerstmaal, de afgebroken demonstratie en de seks tussen Bruna en Art, de start van de liefdesrelatie met Andrea, het avontuur van Oude Ik (Art) en een meisje uit zijn restaurant. Ho 4: Zeep (blz. 115-148) Art vertelt over de zelfmoord van een Franse kok die zijn restaurant (Le Côte d’Or) met een aantal punten minder beoordeeld zag. Het gaat in het gesprek met Bruna daarna over de waardering van chefkoks. Ze vertelt hem dat op Internet een aantal zeer negatieve kritieken over Art en diens restaurant staan vermeld. Art schrikt van zoveel agressie. In Frankrijk komt de filosoof vragen waarover hij zijn column die de deadline nadert, moet schrijven. Van Art en Helmke krijgt hij het advies om de column te wijden aan de mondaine schrijfster Helmke. Dan verdwijnt de filosoof en Helmke blijft alleen achter met Art. Ze doet hem denken aan een Surinaams meisje in Amsterdam. Hij had haar eens de weg gevraagd en ze had hem aangeboden hem af te trekken. Toen hij dat had geweigerd, had ze om hulp geroepen en ineens was Art omringd geweest door een aantal bevriende jongeren. Hij had zich hulpeloos gevoeld, net als nu met Helmke. Hij had er een ingebeelde angst aan overgehouden voor vrouwen die zich al te nadrukkelijk aanbieden. Hij biedt aan voor haar te koken en haalt daarvoor uit de kasteelkeuken de nodige ingrediënten. Dat wordt hem later niet in dank afgenomen door de chefkok van het restaurant, omdat door een blokkade van Franse vrachtwagens de bevoorrading met voedsel maar niet op gang komt. Helmke heeft trekjes van een nymfomane en vraagt hem te vertellen waar op haar tong de plaatsen zitten die zout van zoet en bitter van zuur kunnen onderscheiden. Art laat zich verleiden tot tongzoenen en op dat moment staat de filosoof achter hem om dat gade te slaan. Helmke rept over de basissmaak van zeep die in enkele gerechten zit en Art voelt zich genoodzaakt om een zogenaamde “midnight snack” voor zijn gasten klaar te maken. De volgende morgen is de chefkok van het kasteel boos omdat hij spullen uit de keuken heeft gebruikt en Art gaat die ochtend met de dochter van Louis Sanne (die hem min of meer verleidt) op zoek naar etensmiddelen. Hollandse mensen worden in restaurants geweigerd, omdat er geen voedsel is en datgene wat er is het liefst aan Fransen wordt geserveerd. Art vertelt over de keer dat zijn vader hem uit eten heeft meegevraagd nota bene in het restaurant van Habermas. Aan het einde van de avond komt de aap uit de mouw: hij wil zijn restaurant verkopen en heeft het niet aan zijn zoon aangeboden, maar aan de souschef van Habermas, Hollander. Op deze manier neemt hij toch wraak op zijn grote concurrent, door zijn souschef bij hem weg te kopen. “Wraak moet je opdienen in iemands eigen restaurant. (blz. 148)
Ho 5: Zuur (blz. 151- 182) Bij terugkomst van zijn zoektocht naar etensmiddelen krijgt hij van de receptie van het kasteel een brief uit Brussel. Onmiddellijk begint daarna een flashback over Bruna. Hij vertelt eerst over de relatie met Andrea en het weekend dat hij en zij met elkaar in Antwerpen hebben doorgebracht in een poging elkaar weer te vinden. Dan blijkt dat tijdens zijn afwezigheid een man van de Michelin-sterren een bezoek heeft gebracht aan hun restaurant en dat bezoek is niet goed verlopen. Er waren wat dingen mis met het eten en Bruna had zich niet behoorlijk gedragen tegenover de gast van wie ze niet wist dat hij een Michelin-mannetje was, Dan wordt de boodschap uit de brief bekend gemaakt. Art raakt in de komende maand januari in één klap zijn beide Michelin-sterren kwijt. Hij zakt van twee sterren naar nul sterren. Zuurder kan het moment voor hem niet zijn. Tegelijkertijd gaat het slecht met de opnamen van het programma Sterallure omdat de gasten lang op hun bed blijven liggen en er eigenlijk veel te weinig uitkomt. Maar ook omdat de blokkades op de Franse wegen de kwaliteit van het voedsel in de weg zitten. Wanneer Helmke een onzinnig rekensommetje maakt over de kilometers erectie die mannen over de gehele wereld dagelijks produceren, komt de volgende onheilsboodschap. Andrea heeft in de column van Hansen Fennema Klein in het NRC gelezen dat Art heeft staan “muilen”met Helmke en ze is daarover erg kwaad. Als hij meer gedaan heeft dan bekken, kan hij zijn koffers pakken. Ook zijn vader belt hem op om te zeggen dat hij een grote hufter is geweest door met Helmke te gaan zoenen. Art vertelt dan weer in een flashback van het laatste etentje met Andrea in zijn vaders restaurant. Zijn vader heeft de ziekte van Parkinson en dat is eigenlijk de reden dat hij zijn restaurant heeft verkocht. Art mag dan zelf een kreeft klaarmaken voor zijn vader en Andrea en hij doet dat zo goed dat Andrea hem toevoegt, dat ze maar eens aan kinderen moeten denken op het moment dat hij weer terugkomt van zijn opnamen in Frankrijk. Zijn vader vindt dat een prima idee. Aan het einde van de avond heeft hij nog een keer telefonisch contact met Andrea. Ze biecht hem op dat ze het niet meer kan volhouden, de relatie met hem. Het ging niets eens om de column in de krant, maar ze ziet de horecarelatie niet meer zitten. Ho 6: Bloed (blz. 185- 218) Andrea blijkt gekozen te hebben voor een jonge filmster. Het zijn harde tikken voor Art: zijn twee sterren kwijt en Andrea. Art wordt de ochtend erna wakker gemaakt door Just, die hem vertelt dat het toch wel nodig is dat er wat goede beelden worden geschoten, anders is ook de uitzending van Sterallure van die week mislukt. Maar er is nauwelijks eten voorradig voor het Grote Laatste Avondmaal (La Grande Bouffe) Art moet gaan smeken bij de Franse kok La Rue. Die zegt dat hij alleen nog maar een bak met animelles (stierenkloten) heeft. Bruna moet dat voedsel van Art klaarmaken. Ze komt hem ook nog helpen door te vertellen dat ze zelf een fles absint heeft gebrouwen. Deze drank was lang verboden in Nederland vanwege de hallucinerende werking, maar recent weer vrij gegeven. Nu heeft ze zelf een fles heel sterke absint (groen van kleur) gemaakt. Ze zal die de avond uitschenken tijdens het Laatste Avondmaal. Intussen komt er ook bericht uit Nederland. Helmke Draaibaar heeft in haar column in het AD de seksuele wantoestand in Sterallure aangekaart en de tv-zenders staan er op te wachten om opnamen te komen maken. Bovendien komt de netmanager van Ned3 te weten van Just dat Art zijn Michelin-sterren kwijt is. Dat betekent meteen het einde van het programma Sterallure, kondigt de manager aan. Dan komt het grote laatste avondmaal met de bijzondere gasten van de week. De absint gaat rond en de stierenkloten worden in diverse gangen opgediend. Het loopt tijdens de maaltijd aardig uit de klauw, niet in de laatste plaats door de absint. Hansen Fennema Klein gaat in discussie met Helmke. Ook Sanne doet een duit in het zakje en dan blijkt dat de filosoof in die week het bed heeft gedeeld met Helmke, Bruna en de jonge Sanne. In de ruzies die volgen, hoort Bruna nu ook dat Art zijn sterren is kwijt geraakt en ze is erg verbolgen over het feit dat hij dit voor haar verzwegen heeft. Tegelijkertijd onthult ze dat ze op televisie zijn opvolger zal worden in een nieuwe kookshow die Sterallure gaat opvolgen. Art is nu echt helemaal wanhopig. Hier maakt hij een opmerking dat hij eigenlijk zou moeten kotsen. Dat zou erop kunnen wijzen dat het begin van hoofdstuk 1 chronologisch op deze plaats hoort. In het laatste deel van dit hoofdstuk maakt hij nog een ochtendwandeling. Wanneer die precies plaatsvindt, is niet eenvoudig uit de vertelling op te maken. Hij ziet een hinde die hij tot op anderhalve meter kan naderen. Hij kan haar pakken, haar nek breken en het maal ervan bereiden voor de laatste aflevering van Sterallure. De hinde laat hem nog dichterbij komen en hij staat op het punt het prachtige dier te omhelzen. Is dit de afsluiting van een rampzalige periode en misschien de nieuwe start van een begin? De hinde lijkt puur in tegenstelling tot alle mensen die hem tot dusver hebben omringd in de wereld van eten en showbizz, waar haat en nijd en egobuilding een belangrijke rol spelen. Recensies en waardering Een nieuwe roman van Giphart wordt door diens populariteit vrijwel meteen in de grote landelijke dagbladen beschreven. Zowel in Trouw, het NRC, het Parool als in De Volkskrant verschenen in de weken na de eerste publicatie reeds recensies in de boekenbijlagen. In “Trouw” van 15 april 2005 bespreekt Iris Pronk de roman nog een beetje tweeslachtig, maar ze eindigt toch wel positief. “Wel aanstekelijk is het plezier waarmee Giphart twee verschillende werelden beschrijft. Die van de 'human-interestainment' tv-shows, waarin mensen al na tien minuten 'hun liefjes en leedjes' met elkaar delen; 'fast friendship' heet dat. En die van de topkeuken, waarin chefs -onuitstaanbare egomegalomane lieden- als bullebakken tegen hun personeel tekeergaan. En dan zijn er nog de recepten, die Troost de hele dag te binnen schieten. Voor hem is de wereld,,een groothandel vol ingrediënten, een onuitputtelijk receptenboek, waaruit hij dan gerechten peurt als 'kroket met lachgas', 'in tabaksbladeren gestoomde ossenhaas' en 'schimmelkaasijs'.'' 'Gevaarlijk' eten in een lekkere Giphart, die nog steeds geen au doet. Was dat pijnloze de bedoeling? In het NRC van 15 april 2005 is Pieter Steinz heel lovend over de nieuwe roman. “Er is Giphart vaak verweten dat zijn boeken oppervlakkig zijn (dat kan wel wezen, zeiden zijn fans, maar bij Proust en Coetzee valt er weinig te lachen). Wie het gelaagde rouwboek Ik omhels je met duizend armen (2000) heeft gelezen weet dat dit niet helemaal terecht is; en ook in Troost bewijst Giphart dat zijn schelmenromans op verschillende niveaus te lezen zijn. Veel van wat de ikfiguur over koken en het culinaire bedrijf zegt, is te lezen als een metafoor voor het schrijverschap. Dat begint al op de tweede bladzijde, wanneer Troost opmerkt dat je `avond aan avond twee sterren van de hemel' kunt koken, maar dat je pas echt beroemd wordt `als je één keer op televisie met een koksmuts op een komkommer vasthoudt.' En als Troost een paar bladzijden verder de reacties op zijn kookkunst samenvat. (`Sommigen omschrijven mijn bereidingsstijl als `begerig!', `onbevangen!', `onverzadigbaar!' en weer anderen als `onvolwassen...', `puberaal...', `kinderachtig...''), dan is het of je de schrijver Giphart hoort praten……. Met Troost bereikt Giphart hetzelfde als zijn hoofdpersoon met animelles à la crème en kroket met lachgas. De loutering van de topkok - eindigend met een stemmige, middeleeuws aandoende openbaring - behoort tot zijn grappigste en verrassendste boeken. Op een kwart van zijn verhaal klaagt Art Troost over de devaluatie van het woord `lekker', dat net als het woord `leuk' door oneigenlijk gebruik van zijn betekenis is ontdaan. Hém doen we dus geen plezier als we de roman waarin hij de hoofdrol speelt met een vergelijkbare term karakteriseren. Maar wie genoeg verbeelding heeft om Troost te lezen als een allegorie van de literaire wereld, kan alleen maar concluderen: dit is een heerlijk boek.” In het Parool van 22 april 2005 is recensent Maarten Moll ook heel positief:
“Een goed gelukte roman, laten we dat vooropstellen. Een verrassende roman, laten we dat óók vooropstellen. Want Giphart heeft zijn eigen belevingswereld links laten liggen, en heeft zich met volle overgave op een roman over gastronomie gestort. Is dit de vernieuwing waar critici al een boek of vijf op zitten te wachten? Er zit bijna geen seks en modern-levengedoe in Troost, en oppervlakkig kun je een roman waarin zoveel kennis over koken zit niet noemen. Maar gelukkig is daar ook nog de melige Giphart ('stokerij Rutte, bepaald niet kutte') en de zeer geestige Giphart. Een schelmachtige roman is het (vertrouwd), maar juist zo verrassend en geslaagd omdat Giphart zo overduidelijk met (andere!) kennis van zaken vertelt. Een 'andere' Giphart dus, maar geen 'nieuwe'. (Al is Troost ook te lezen als commentaar op het schrijven en de schrijfwereld. Maar waarom zou je?) ………..Aan het slot van deze tragi-hilarische roman wacht Troost geen paradijs, al ziet hij de verschijning van een hert - dat hij wil omhelzen - als de afsluiting van een rampperiode. ……..De rekening: Ronald Giphart heeft goed gekookt, een vette acht.” Op 29 april schrijft Aleid Truijens in De Volkskrant ook een positieve beoordeling: “Geestig is Giphart wel. Meligheden zit dit keer schaars, en daardoor valt op hoe voortreffelijk Giphart kan schrijven: soepel en losjes, beeldend en beheerst. Dat vermogen schenkt hij aan zijn kok. Troost luistert en kijkt met zijn smaakpapillen, zoals een schilder in beelden denkt. De stem van een zeventienjarig meisje is “saffraanijs met een rozensabayon in een zomerjurk” als zijn grote liefde- een meikers met gepofte kastanjes in haar stem- haar ontrouw bekent, voelt hij zich een “rund, net na een tussenoogs schot met het verdoofkanon.” Giphart maakt die koklyriek volkomen vanzelfsprekend: het hele boek is doortrokken van bedwelmende geuren en smaken. En ongemerkt geeft hij wel degelijk een cynisch maat overtuigend portret van het joviale, hardvochtige mediawereldje…” Korte biografie van de schrijver Ronald Giphart werd geboren op 17 december 1965 in Dordrecht. Zijn moeder Wijnie Jabaai († 1995) was een geruchtmakend kamerlid voor de PvdA. Giphart studeerde Nederlands en was jarenlang nachtportier in een Utrechts ziekenhuis. Tijdens dit werk schreef hij zijn debuutroman Ik ook van jou (1992), bekroond met het Gouden Ezelsoor voor het best verkochte debuut en in 2001 verfilmd. In zijn tweede roman Giph (1993) vervolgt hij zijn ‘grote queeste naar literatuur en seks’. In met vaart en bijtende humor geschreven brieven vertelt hij hierin een verhaal dat zich afspeelt in het studentenmilieu en waarin met een literaire vaderfiguur wordt afgerekend. Giphart noemde dit boek laatst ergens zijn ‘Avonden’. Behalve de verhalenbundel Het feest der liefde (1995), waarvan net zo veel exemplaren verkocht werden als zijn romans (gem. 150.000 exemplaren), publiceerde Giphart het literaire ‘winterboek’ Planeet literatuur, het even vrolijke als leerzame non-fictieboek Ten liefde! en de romans Phileine zegt sorry (1996), De Voorzitter (1999) en Ik omhels je met duizend armen (2000). De laatste roman zal ook vanwege het euthanasie-thema in de komende Boekenweek een voorname rol spelen. Zijn fictie-werken verschijnen t.g.v. de Boekenweek 2003 in nieuwe edities, vormgegeven door Ron van Roon, die ook de Boekenweek-novelle Gala verzorgde. De film naar Phileine zegt sorry door Robert Jan Westdijk, met Kim van Kooten in de hoofdrol, beleeft in oktober 2003 zijn première. Rond die tijd verschijnt ook een tekst/fotoboek van Ronald Giphart i.s.m. de fotograaf Eric van den Elsen. Voor zijn oeuvre ontvangt Giphart op 19 november 2004 de C.C.S. Croneprijs, de tweejaarlijkse literatuurprijs van de stad Utrecht. In april 2005 verschijnt Gipharts nieuwe roman. Bronnen bij deze samenvatting: -Ronald Giphart -“Ronald Giphart achter de kachel,” Marrten Mol, Het Parool van 15 april 2005 -“Een kok zoekt de keerzijde”, Pieter Steinz, Het NRC van 15 april 2005 -“Feestje met popkop Troost”, Iris Pronk, Trouw, 16 april 2005 -“Smakelijke roman van Ronald Giphart”, Marijke Kremer, Spits, 22 april 2005 -“Gepofte kastanjes in haar stem” Aleid Truijens, De Volkskrant, 29 april 2005

REACTIES

T.

T.

Mooi Boekverslag maar vrij jammer dat u de hoofdpersoon Art Troost behandeld zoals uiterlijke kenmerken en innerlijke kenmerken.

18 jaar geleden

B.

B.

hee ik heb je verslag gelezen en het zag er goed uit. zo hoef ik minder te doen bedankt.

18 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Troost door Ronald Giphart"

Ook geschreven door Cees